NIEUWE Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 46. Zondag lö November 1896. 5e Jaargang. De Nieuwe Kieswet. Nieuws tij dingen. Feuilleton. 0ITMASIIEB. LANUDIJKM C0URA1Ï1. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordbcharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Lanqedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. II. KEIZER. BUREEL: iVoordscharwoude. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. BELASTINGKIEZERS. Wat wij reeds lang hadden willen doen, doch wat telkens door bijzondere omstandigheden moest worden uitgesteld, daarmede willen wij thans een begin maken, nl. eens min of meer uitvoerig de artikelen der nieuwe kieswet toe lichten, waarbij zij, die door haar tot de stembus toegelaten worden, belang hebben. Wij wenschen aan de aanstaande kiezers dui delijk te maken, wat de wet hun schenkt en van hen eischt. Wij laten hieronder Artikel 1 der wet vol gen, waarin is omschreven, aan wie de nieuwe wet kiesbevoegdheid geeft. Art. 1. De leden van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal worden gekozen door de mannelijke ingezetenen des Rijks; tevens Nederlanders, die den leeftijd van vijf en twintig jaren hebben bereikt, voor zoover zy over het laatstverloopen dienstjaar in eene of meer der Rijks directe belastingen zijn aangeslagen, het te dier zake verschuldigde vóór of op den lsten Maart voldaan hebben, en a. over het volle laatstverloopen dienstjaar zijn aangeslagen in de grondbelasting voor een bedrag van ten minste een gulden, in de vermogensbelasting; in de belasting op bedryfs- en andere inkomsten of naar een of meer der vijf eerste grondslagen van de per- soneele belasting, zooals die is geregeld bij de wet van 16 April 1866 (Staatsblad No. 72); of b. indien zij niet overeenkomstig het bepaalde sub a zijn aangeslagen, voldoen aan eene der volgende voorwaarden lo. dat zy als hoofden van gezinnen of als alleon wonende personen op den 31sten Januari sedert den lsten Augustus van het vorige jaar hebben bewoond krachtens huur, achtereenvolgens in dezelfde ge meente, niet meer dan twee huizen of gedeelten van huizen, voor elk waarvan, met of zonder by behooren den grond of lokalen en bygebouwen, niet ter bewo ning bestemd, de werkelijke huurprijs, per week be rekend, ten minste heeft bedragen de som, voor de gemeente of het gedeelte der gemeente, waar het huis gelegen is, vermeld in de bij deze weg gevoegde tabel; of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur, een zelfde vaartuig van ten minste 24 kubieke Meter; 2o. dat zij op den 31sten Januari sedert den lsten Januari van het laatstverloopen jaar by dezelfde persoon, onderneming, openbare of bijzondere instel ling in dienstbetrekking of als inwonende zoon in het bedry'f of beroep der ouders werkzaam zyn en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben ge noten als voor de gemeente of het gedeelte der ge meente, waar zij wonen, is vermeld in de by deze wet gevoegde tabel of dat zy op den lsten Februari in het genot' zyn van een door oene openbare instelling .verleend pen sioen van gelijk bedrag; met dien verstande dat voor hen, die in beide ge vallen verkeeren, zoo noodig, ter bereiking van het vereischte bedrag, het inkomen en het pensioen wor den samengesteld; 3o. dat zij op den lsten Februari sedert een jaar den eigendom met recht van vrije beschikking hebben van ten minste 100 (nominaal), ingeschreven in de Grootboeken der Nationale Schuld, of van ten minste f50, ingelegd in de Rijkspostspaarbank; 4o. dat zy hebben voldaan aar. de eischen van be kwaamheid, door of krachtens de wet gesteld voor de benoembaarheid tot eenig ambt, voor de vervulling van eenige betrekking of voor de uitoefening van eenig bedrijf of beroep. Hieruit blijkt nu, dat men (uitsluitend man nelijke ingezetenen) den leeftijd van 25 jaren moet hebben bereikt, vóór of op den 15en Mei van het jaar, waarvoor de kiezerslijst geldt, wil men kiezer zijn en dat dus zij, die thans kiesrecht bezitten, doch pas 23 jaar zijn, het kiesrecht verliezen bij deze wet, en het terug ontvangen bij hun 25e jaar. Niet alleen wordt er gevraagd naar leeftijd, maar ook naar geld. Men moet, zegt de wet, in één of meer rijks- directe belastingen zijn aangeslagen, en het te dier zake verschuldigde, d.w.z. de belasting, vóór op den len Maart van het jaar, waarover de kiezerslijst loopt, hebben voldaan. Nu is de vraag nog hoeveel? Als het Grondbelasting betreft, zoo zegt de wet, moet men over het volle laatstverloopen dienstjaar zijn aangeslagen voor ten minste één gulden. V-oor de overige belastingen is van geen hoe veelheid sprake. Al is de aanslag nog zoo gering, hjj, die in de Vermogens-, Bedrijfs- of Personeele belasting is aangeslagen, heeft recht om op de kiezers lijst te komen, mits hij voldoet aan de reeds bovengenoemde bepalingen. Wat men echter in de Personeele belasting voor het rijwiel betaalt, of zal betalen, komt bij het kiesrecht niet in aanmerking. Verandert iemand van woonplaats, dan wordt hij in zijne nieuwe gemeente evengoed op de kiezerslijst geplaatst, wanneer hij zijn voldaan geteekend belastingbiljet kan overleggen. (Art. 11) Wanneer hjj die biljetten moet overleveren, wordt door een kennisgeving van den burge meester, die voor den 8en Februari van ieder jaar verschijnen moet, medegedeeld daarop dient dus gelet. Verder dient er ook nog op te worden gelet, dat het vermogen der vrouw of dat der kinde ren, den man of vader kiesrecht kan geven, wijl de wetgever het er voor houdt, dat de echtge noot of vader in zulk een geval zich in maat- schappelijken welstand verheugt. Is men medeëigenaar van grond, die aan een onverdeelde nalatenschap behoort, dan kan men toch wel op de kiezerslijst komen, al is de naam niet bij den aanslag in het kohier vermeld, als het aandeel in den aanslag ten minste één gul den bedraagt. Hiervan dient men echter dan aangifte te doen ten raadhuize, voor den 15en Februari, waarop meü een formulier ontvangt dat inge vuld moet worden terug bezorgd. Omerking verdient echter nog, hetgeen in art. 2, allinea-5, te lezen staat. Wij lezen daarin on der meer„aanslag in de Vermogens- of in de Bedrijfsbelasting geeft geene aanspraak op kies recht, indien hij het gevolg is van eene met de waarheid strijdige aangifte. Deze bepaling is o. i. duidelijk genoeg om schreven en behoeft geene verdere verklaring. De belastingkiezers dienen er dus voor te zor gen, dat hunne belasting voor 1 Februari is be taald, wat hun een groote moeielijkheid zal be sparen, want, indien het bedrag vóór dien tijd niet is aangezuiverd, komt men niet op de lijnt die de ontvanger aan den burgemeester zendt, en zou men, om kiezer te kunnen worden, den burgemeester moeten overtuigen met het voldaan geteekende belastingbiljet, dat men in Februari betaald heeft. Die moeite kan men zich besparen, door in Januari te betalen. In een volgend nr. behandelen wij Huur-, Loon- en Pensioen-Kiezers. Onze correspondent te St. Pancras schrijft ons Tengevolge van een ontvangen oproeping ver schenen in het lokaal van den heer Ruijs alhier Donderdagavond 11. een groot aantal ouders van schoolgaande kinderen en belanghebbenden. He$ doel der vergadering was hel beramen van mid delen ter bestrijding van het schoolverzuim. Een gevolg van de voorafgegane besprekingen leidde tot de oprichting van eene „Vereeniging tot be vordering van trouw schoolbezoek." Staande de vergadering traden 40 leden tot de nieuwe ver eeniging toe. Er werd een bestuur benoem^' bestaande uit de onderwijzers en de heeren J. Wagenaar, Jb. Ruijs en J. Tamis, terwijl dooi den gemeenteraad nog twee leden zullen wor den aangewezen, die in het bestuur den Raad zullen vertegenwoordigen. KIESVEREENIGINGEN. De Kiesvereeniging „Burgerplicht" te Schagen heeft in hare laatst gehouden vergadering beslo ten zich te ontbinden en aan te sluiten bij de Democr. Vrijz. Kiesvereeniging, als in eene ver gadering van leden van beide vereenigingen, tegen den 17n uitgeschreven, eene overeenstem ming van program is te treffen. Door samen smelting hoopt men alzoo in Schagen een krach tige kiesvereeniging te vormen met vooruitstre vende beginselen. KEUTELEN TE SCHAGEN. De heilige St. Maarten heeft zijn kaarsjes weer gehad. Woensdag en Donderdagavond liepen kleine en groote kinderen zingende en met bont gekleurde lampions langs onze straten, wat een aardig tafereel opleverde. Een paar stalletjes met snoepgoed maakten goede zaken. Zoo nu en dan ging uit een dicht opeen gepakte massa jon gens een luid geschreeuw op, als het eens gelukt was de waakzame politie te verschalken en een brandje te stichten van papier, stroo of ander materieel, liefst met een paar voetzoekers er in. Een hooge vlaE vertoonde zich dan een oogen- blik voor onze oogen, maar verdween altijd na weinig tijds weer voor de blusschende voeten van de dienaren der heilige Hermandad, die elke vlam vertrapten. Op heeterdaad gevatte bengels werden voor een poos „in de wacht" gevangen gehouden. Al met al, hebben de kin deren zich met de „keuveltjesavonden" de straatjongensbaldadigheden buiten rekening la tende weer aardig vermaakt. Het schijnt dat sommige doctoren waar schuwen tegen al te veel touwtjespringen door aankomende meisjes. Niet zoozeer wanneer ze dat bij beurten doen en er dus van te groote inspanning geen sprake kan zijn, maar wel wan neer zjj, meegesleept door de zucht van den te- genwoordigen tijd om een record te maken, trachten vijfhonderd of duizendmaal achtereen zonder rusten, door het touw te springen, zoo als dikwijls geprobeerd wordt. Dat is niet alleen schadelijk voor de voeten, maar vooral voor den rug en uit dit geforceerd 16.) Ik trouw haar niet, er korae van wat er wil. Ik zal den strijd om het be staan voeren voor het meisje dat ik be min en zij is moedig genoeg om met mij te strijden, dat weet ik! riep hij uit, ter wijl hij vol geestdrift opsprong en zich met vastberaden gelaat tegenover lord Clifle plaatste. Wanneer het my ook niet gelukken mag over het lot te zegevieren, dan zal ik er voor het minst mijn best voor hebben gedaan. Is dat uw vast besluit? vroeg lord Clifle. Ja. Lord Clifle trilde van woede en terwijl hy met uitgestrekte hand naar de deur wees, riep hij Hubert toe: Welnu dan, daar gij u tegen mijn gezag verzet, verstoot ik u voor altijd. Ik ben een liefderijk vader voor u geweest heb u steeds als mijn zoon behandeld en tot belooning daarvoor verijdelt ge mijn liefste wensch. Van nu af aan zijtgij niets meer voor mij, nog minder dan een vreem deling, want uw naam zal nooit meer over mijn lippen komen en ik wil u ook nooit meer zien. Nog heden verlaat gij Clifle Court. Al uw persoonlijke eigendommen zullen ingepakt worden en ik zal u die aan een adres, dat gij mij achterlaat, na zenden en daarmede is alles tusschen ons afgedaan, wij kennen elkaar niet meer. Hubert boog het hoofd en ging met langzame schreden naar de deur; daar gekomen keerde hij zich om en stak de hand uit. Wilt ge my niet de hand geven, oom Everard, vroeg hij, als een herinnering aan het verleden en aan dat wij vroeger altijd voor elkaar geweest zijn? Neen, dat wil ik niet, antwoordde lord Clifle stroef. Door het tegenwoordige is het verleden uitgewischt. Mijn eenige herinnering aan u zal zijn die aan iemand, die mijn goedheid met de snoodste on dankbaarheid heeft beloond en het is mijn innigste wensch dat gij en uw baatzuch tige verloofde er nog eenmaal bitter be rouw over zult hebben, dat gij elkaar ooit leerdet kennen. Deze woorden wekte den toorn van Hubert op, Hij wendde zich met fonkelende oogen tot zijn oom en zeide: Deze wensch is een man, die naam Clifle voert, onwaardig. Al heb ik ook mijn rechten op dien naam verloren, dan hoop ik toch nog altijd als een recht schapen man te zullen denken en hande len. Aan uw verlangen zal voldaan wor den, lord Clifle, ik zal uw huis verlaten en ik zal nooit wenschen daar terug te keeren. Nadat hjj deze woorden had gesproken, verliet hij de kamer en de lord bleef met gebogen hoofd voor de tafel staan, terwijl hij met somberen, onverbiddelijk strengen blik voor zich uitkeek. Het was niet te verwachten dat hij op zijn besluit terug zou komen, hoewel zijn hart verscheurd werd door verdriet, dat hij van Hubert scheiden moest. Zijn onbuigzame wil moest gehoorzaamd worden en wee hem, die zich tegen dien wil durfde verzetten. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. - Ik zou wel eens willen weten, wat er met mr. Hubert gebeurd is, zeide mrs. Belton, terwjjl zij over den rand van haar bril naar Arline keek, die tegenover haar zat en met eenig naaiwerk bezig was. Ik zag hem uit de kamer van zijn oom ko men; er moet iets tusschen hen voorge vallen zijn, want zijn gelaat stond zoo ern stig en bezorgd als ik nog nooit van hem gezien heb en hij ging regelrecht de voor- leur uit, zonder op iemand acht te slaan, Zij hebben tot heden nooit een ernstigen twist met elkaar gehad en ik wil hopen dat dit ook nu niet het geval geweest 1 zijn. Het hart van Arline bonsde geweldig. Zij wist dat Hubert voornemens was, lord Clifle met hun verloving bekend te maken en zij hield zich al dadelijk overtuigd.dat dit de aanleiding tot een twist geweest moest zijn. Wanneer hebt gij mr. Hubert gezien vroeg zij met bevende stem, terwijl zij zich diep over haar werk boog om haar ont roering te verbergen. Niet langer dan een kwartier gele den en ik zag hem door het park het bosch ingaan. Ik had hem wel willen aan spreken on vragen of hjj ongesteld was, maar er was iets in zjjn gelaat dat mjj er van terughield. Mrs. Belton wachtte even, toen ging zij met zeer zachte stem, bijna fluisterend voort Ik weet niet hoe het komt, maar ik andere meisjes waart, die haar eigen scha duwen soms voor een spook aanzien, maar ik geloof wel dat gij verstandig genoeg zijt om niet bang te wezen of er met iemand over te spreken. Ik wil volstrekt niet zeggen, dat ik aan spoken geloof, maar ik geloof toeh, dat er van het spook der familie Clifle wel iets waar is, want ik heb mijn moeder hooren vertellen, dat de geest van lady Hilderd op den avond voor den dood van den vorigen lord Clifle verschenen is, en dat dit sedert eeuwen altijd gebeurd en weer gebeurd was. Van vrees dat dit huis door een ongeluk be- nacht omstreeks twee uur of iets later, dreigd wordt, wat voor ongeluk, dat zou meende Heywood, de intendant, dat hij ik waarlijk niet kunnen zeggen. een deur heftig hoorde dichtslaan Ar- Arline keek verbaasd op, want de huis-line twijfelde er geen oogenblik aan of het houdster was anders niet gewoon over zoo was haar eigen deur geweest, want zij iets met haar te spreken. herinnerde zich, dat zij die in haar angst, Waarom denkt gij dat? vroeg zij. toen zij de witte dame had gezien, met Ik heb daar verscheidene redenen een slag had dichtgeworpen en hij trok toe, antwoordde mrs. Belton, maar de voor naamste is wel, dat de witte dame zich weer in het slot vertoond heeft? Arline werd bleeker en liet haar werk vallen. Wie heeft haar gezien? vroeg zij. Zij had mrs. Belton niets gezegd van daarom haastig zijn kleederen aan en ging naar beneden om te zien of er geen on raad was. Juist toen hij de trap afging, zag hij een witte gedaante, die uit den westelijken vleugel kwam. Hij zegt dat hij nog nooit van zijn leven zoo geschrokken is, want hij wist terstond wie het was en hetgeen zy den afgeloopen nacht gezienjhij bleef als versteend staan, totdat zij in had, want bij het aanbreken van den dag;de duisternis verdwenen was. Hij heeft was al haar schrik verdwenen en zij hadjtegen niemand iets van die ^ontmoeting getracht zich wijs te maken, dat haar op-!verteld, als tegen mij, uit vrees dat er gewonden toestand haar tot den speelbal lord Clifle iets van ter oore zou komen,, van een zinsbegoocheling gemaakt had. Nu, hernam de huishoudster, ik zou er met u niet over gesproken hebben, wanneer gij niet zoo geheel anders dan maar gij kunt er zeker van zijn, dat mylord óf mr. Hubert binnenkort een on geluk zal overkomen. Arline antwoordde niet, maar een oogen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1896 | | pagina 1