NIEUWE Weekblad voor LAN(tEI)IJlu en Omstreken. N°. 47. Zondag 22 November 1896. 5e Jaargang. Plaatselijk Nieuws. Nieuwstijdingen. Feuilleton. 0ITHA8E1BD. C0URA1ÏT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. HL KEIZER. BUREEL: iYoordscharw oude. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer £5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. De Afd. „Langedijk" der Noordhollandsche Vereeniging „Het Witte Kruis", hield jl. Maan dagavond ten huize van A. Kist te Zuidschar woude hare eerste algemeene vergadering. Na opening door den voorzitter, den Heer Ds. G. W. Melchers, die een woord van welkom aan de ter vergadering opgekomenen uitsprak, las de Secretaris de notulen der vorige bijeen komst, in welke de Vereeniging werd gecon strueerd, welke werden goedgekeurd. Hierna deed de Voorzitter mededeeling dat het magazijn des middags was opgeleverd, en behou dens enkele kleine veranderingen was goedge keurd en de kosten voor den bouw hadden be dragen, met eenige onvermijdelijk bijkomende kosten, ongeveer ƒ550. Nu volgde de toelichting van de begrootine over 1897. De ontvangst zal vermoedelijk bedragen ƒ235— doch onder deze rubriek komen nog enkele memorie-posten voor, welke moeilijk kunnen worden geraamd. Niettemin zullen de uitgaven, welke zijn geraamd op ƒ611.50, de ontvangsten ver overschrijden, zoodat subsidie van het hoofd bestuur dringend noodzakelijk zal blijken te zijn. Na de toelichting lokte dit punt geen verdere bespreking meer uit en kon worden overgegaan tot punt 2 der agenda „Ingekomen stukken". Ingekomen was: de beschrijvingsbrief van de algemeene vergadering, welke zal worden gehou den op Dinsdag 24 November e.k. te Amsterdam. De vergadering der Afdeeling „Langedijk" kan zich volkomen vereenigen met het voorstel van het hoofdbestuur, vervat onder punt IIa dei- agenda de vergoeding voor reis- en verblijfkos ten aan de afgevaardigden te bepalen op f 5.50. Eveneens besloot zij met het hoofdbestuur mede te gaan in zake haar oordeel over het aan schaffen van een of meer ontsmettingsovens. Na ingekomen advies van de verrichte ontsmettin gen besloot het hoofdbestuur aan de Algemeene Yergadering voor te stellen, niet tot de oprich ting over te gaan van meer ontsmettingsovens. Punt Y. Missive van de Afdeeling Winkel lokte meer bespreking uit. De afdeeling Winkel heeft in 1890 voor de gelden, van het kapitaal door de Premieleening verkregen, voor de destijds bestaande Afdeelingen gereserveerd, in de bebouwde kom der gemeente en in het gehucht langs het Kolhornerdiep bij Kolhorn voor de inzamelingen van faecalieën het tonnenstelsel ingevoerd en daarna geëxploiteerd. Elk jaar, van de invoering af, werd de dooi de Afdeeling aangevraagde subsidie bereidwillig door het hoofdbestuur verschaft zonder dat aan merking werd gemaakt, dat een gedeelte dier gelden werd gebruikt voor de instandhouding van het tonnenstelsel, daar de onkosten door de waarde der faecalieën niet konden worden gedekt. Toen echter in 1895 wederom de aanvrage ge schiedde werd door het Hoofdbestuur aan de Af deeling medegedeeld, dat voor dit jaar de Subsi die nog zou worden toegestaan, doch daarop het volgende jaar niet meer zou mogen worden ge rekend, op grond dat het Hoofdbestuur van mee ning is, dat bestendige zorg voor faecalieën af voer 'in eene gemeente niet ligt op den weg van „Het Witte Kruis" Hiermede kon de Afd. zich niet vereenigen en vroeg dit jaar wederom een bedrag aan. Dat bedrag werd door het Hoofdbestuur ge weigerd, maar, bij wijze van overgangsmaatregel, werd nog dit jaar f 100 daarvoor toegestaan. De Afdeeling Winkel, zich niet met de mee ning van het Hoofdbestuur kunnende vereenigen, wendt zich tot de Algemeene Vergadering om in deze zaak in het hoogste ressort te beslissen. Door de heeren J. W. C. Kroon, G. W. Mel chers en Jaarsma werd door enkele voor beelden gestaafd, dat de Afdeeling WTinkel in haren eisch te ver gaat en deelen volkomen de meening van het Hoofdbestuur. Yan welk groot nut de zaak ook zijn moge, is zij van veel te grooten omvang en daardoor veel te kostbaar. Bovendien ligt het voor de hand dat in de toe komst de gemeenten zich belasten met de zorgen voor dergelijke zaken. Met algemeeee stemmen werd dan ook beslo ten te stemmen tegen het voorstel van de Afd. Winkel. De heer Ds. Habbema stelde der vergadering voor den afgevaardigde ter algemeene vergadering geen imperatief mandaat medetegeven, maar hem vrij laten in zijn oordeel over de ter behandelen zaken, omdat de loop der discussiën het per soonlijk inzicht in den regel wijzigen. De voorzitter deelde hierop mede, dat in de vorige bestuursvergadering als zoodanig reeds was besloten. De uitslag der stemming voor een afgevaar digde, die nu plaats vond, was, dat tot afgevaar digde werd benoemd de voorzitter, de heer Ds. G. W. Melchers, als plaatsvervanger de heer J. W. C. Kroon. Hierna sluiting. KOLVEN. Jl. Donderdag had de jaarlijksche kolfwed- strijd plaats bij den heer A. Kist te Zuidschar- woude. Yoor dezen wedstrijd hadden zich 18 liefheb bers aangemeld. De uitslag wasH. Ton, Oud- karepel met 135 punten le prijs; W. Kraak man, Zuidscharwoude met 124 punten 2e pr. C. Zomer (bij overkolven met den 2e prijswinner) met 124 p. 3e pr.S. Evers te Oudkarspel met 54 p. serieprijs. Aan den wedstrijd, welke was uitgeschreven voor hen, welke nog nimmer een prijs hadden gewonnen, werd door 10 personen deelgenomen. Van dezen wedstrijd was de uitslag als volgt: A. Berkhout, Zuidscharwoude met 122 p. le prijs; P. Dekker te Zuidscharwoude met 144 p. 2e pr.J. Slot, te Zuidscharwoude met 95 p. 3e pr.D. van Dijk, eveneens te Zuidschar woude met 38 p. serieprijs. In de vergadering van het dagelijksch bestuur en Hoofd-Ingelanden van de Banne Oud-Ivarspel is als lid van dat bestuur herbe noemd de heer Jb. Pranger Jz. alhier. In de vergadering van den Raad der ge- nieente OUDKARSPEL, gehouden den 17 Nov. jl., is tot Wethouder in de plaats van den heer A. Half, die wegens vertrek naar Alkmaar heeft bedankt, gekozen de heer F. de Boer Pz. en tot Ambtenaar van den Burgelijken stand de heer A. Kroon Pz. Jl. Woensdagmorgen geraakten bij de z. g. roskambrug op den Laanweg twee hondenkarren te water gelukkig echter zonder ernstige gevolgen. De eigenaar van een der hondenkarren, een kruidenier te ZIJDEWIND had het verlies van een hond te betreuren terwijl bovendien alle kruidenierswaren bedorven werden door het water. Beide eigenaren hadden geen beletsel bekomen. Het Fanfarecorps „Kunst na Arbeid" te ZUIDSCHARWOUDE gaf jl. Zondag in het lokaal van den heer A. Kist, aldaar, zjjn eerste uitvoering in dit seizoen. De muzieknummers werden uitgevoerd op een wijze die aan de vele toehoorders een steeds daverend applaus ontlok ten. Het ter afwisseling opgevoerde tooneelstukje viel mede zeer in den smaak der aanwezigen. Het pleit voor groote aanbitie en uitstekende leiding dat in betrekkelijk korten tijd, het corps .bestaat nog nauwelijks twee jaar, zulke flinke vorderingen zijn gemaakt. Den directeur daarvoor hulde gebracht en het fanfarecorps daarom onzen steun niet onthouden Yrijdag 20 dezer had de verkiezing plaats van drie leden in het kiescollege der Neder- duitsch Hervormde gemeente te OUDKARSPEL, en zijn als zoodanig gekozen de heeren J. Boon, J. Hansen en II. Tauber. -- Gisteren liep de weduwe W. B. R, door bijziendheid in een der dijkslooten te Oudkars pel te water. Door de spoedige hulp van K. Leegwater en M. J. Kroon werd zij op het droge gehaald. Slechter weer dan het in de laatste dagen geweest is, kan LANGEDIJK al niet hebben. De kool in de schuren begint door de groote vochtigheid in de lucht spoediger te rotten en vereischt groote zorg om ze tot het volgend voorjaar te bewaren. Ook voor de kool die nog te veld staat is regen zeer nadeelig. Ze wast niet en begint eindelijk reeds op de struik te rotten. De prijs is tegenwoordig boven het mid- matige, de verzending vrij goed. Ook in den handel in uien begint wat meer levendigheid te komen. Men kan ze nu tenminste kwijt worden voor flper mud. De bloemkoolhandel is natuurlijk zoo goed als afgeloopen, nog enkele bouwers hebben een klein partijtje voor de verzending, maar voor den eigenlijken handel is dit geen markt meer. Men schrijft ons uit SINTPANCRAS: Het fanfarecorps „Concordia," alhier, gaf deze week zijn eerste uitvoering in dit seizoen. Dat de ingezetenen van St. Pankras veel be lang stellen in deze jeugdige vereeniging, blijkt wel hieruit, dat men wegens het groote aantal kunstlievende leden, genoodzaakt was twee avon den voor deze uitvoering te nemen. Den eersten avond, 11. Dinsdag, was het lokaal van den heer Greeuw flink bezet met ouderen van dagen en kinderen, terwijl de jongelui Donderdagavond de uitvoering bijwoonden. En geen wonder, de uitvoering zou dien avond door een bal worden gevolgd en wat is voor de jongelieden aantrek kelijker dan dat Het bleek, dat de leden van het fanfarecorps 17.) Pat is hoogst waarschijulijk, ant woordde Hubert somber. Waar zult gij heengaan als gij het kasteel moet verlaten? Naar Carlyon Chase; Alice zal mij wel voorloopig bij haar in huis willen ne men, dat weet ik zeker, over mij behoeft ge u niet ongerust te maken, ging zij met een vroolijk lachje voort, ik zal wel terecht komen. Ik ben mijn geheele leven voor een gelukskind gehouden en dat zal zich nu ook wel weer bewaarheden. Hoe droe vig en somber alles er nu ook moge uit zien, ik ben er toch van overtuigd dat het ook voor ons weer helder zal worden, wanneer wij er maar geduldig op wachten. Maar dat wachten.begon Hubert. Kan zeer moeielijk en vol bezwaren zijn, vulde Arline aan, ik weet het wel, maar toch kon alles nog erger wezen. Zjj spraken nog een oogenblik met el kaar en toen namen zy afscheid het was een lang en moeielijk afscheid, want beiden gevoelden hoe bitter deze schei ding was. Arline keerde langs den straatweg terug en vertrad de dorre bladeren die onder haar voeten kraakten. De zon. ging reeds onder en een bijna bloe °-ood schijnsel drong door de takken. Het meisje was in treurig gepeins ver diept en sloeg weinig acht op hetgeen haar omringde, maar plotseling hoorde zij snel galoppeerende hoefslagen en eenige oogen- blikken later zag zij lord Cliffe naderen op een woest hollend paard, waarover hij alle macht verloren scheen te hebben wel had hij de teugels nog in de hand, maar hij scheen niet meer in staat, de gebruikt. dolle vaart van het dier te besturen en het was alsof hij zich slechts met moeite in het zadel hield. Hij snelde in duizelingwekkende vaart Arline voorbij, zonder haar te zien, en zij bleef in onbeschrijfelijke angst staan, want zij zag terstond het gevaar in, dat den lord bedreigde. Het paard dat hij bereed, had hij eerst kort geleden gekocht en het nog nooit durven bestijgen. Hubert had het eens bereden en verklaard dat het een gevaarlijk dier was, hetgeen slechts door een bekwamen ruiter in bedwang gehou den kon worden. Nu kon lord Cliffe wel voor een bekwa men ruiter doorgaan, maar het was dui delijk dat hij met dit dier zyn kracht had overschat en dat, wanneer er niet iemand kwam die het paard tot staan bracht, het zijn ruiter zeker zou afwerpen. Aan den eenen kant was de straatweg door het bosch begrensd, terwijl aan den anderen een diepen rotskloof was, waar- slechts een laag hek stond. Dit punt van den weg was altijd voor zeer gevaarlijk gehouden, maar daar er nog nooit een ongeluk was gebeurd, had men niets gedaan orri het gevaarlijke van deze plaats een weinig weg te nemen. Arline bleef staan en luisterde naar de hoefslagen, in het onzekere wat zij doen zou. Het was, niet te verwachten dat de lord iemand zou ontmoeten, die het dier in zijn woeste vaart kon tegenhouden, want het was tegen den avond en de straat weg \verd vooral in dit jaargetijde weinig ACHTTIENDE HOOFDSTUK. Cliffe Court was in rouw; het lijk van den lord was naar het kasteel gebracht en voorloopig in de slaapkamer neergelegd in het groote ledikant, waar het zou rusten totdat het in de doodkist zou gelegd wor den, waarin het stoffelijk overschot van den trotschen lord Cliffe naar den graf kelder zijner voorvaderen zou gedragen worden. Het noodlottig einde van den heer van Cliffe Court baarde in den geheelen om trek groot opzien en men deed lallooze angstige vragen en sprak evenzooveel ver- Naar het slot te snellen om daar hulp te halen zou geheel en al nutteloos zijn geweest, omdat daartoe veel te veel tijd noodig was en toch kon Arline er niet toe besluiten, lord Cliffe aan zijn lot over te moederis uit, maar men kon met zekerheid laten. Zij keerde zich dus om en liep zoojniets anders zeggen, dan dat hij ondanks snel zij kon op de rotskloof toe. Toen zij de waarschuwing van z(jn rijknecht, met aan den rand daarvan gekomen was, bleef het wilde paard zonder geleide was uitge- zii ademloos stoor, om to I,|;j u„ re(jen iets wat bovendien geheel tegen zijn gewoonte was en dat hij merkbaar, want alle bedienden hadden het waargeno men, in opgewonden toestand verkeerde. Voordat hij was uitgereden, had lord Cliffe een lang onderhoud met de gravin De Roubaix gehad en aan het einde daar van tegen haar de opmerking gemaakt, dat hij zich zeer opgewonden gevoelde en dat het eenige wat hem goed zou kunnen doen, een flinke rit was die hij dan ook terstond wilde ondernemen. Om die reden had hij ook waarschijnlijk in plaats van zijn gewone rijpaard het wilde ros uitgekozen. Hoe het dier schichtig was geworden, dat zou nu wel altijd een geheim blijven, want de eenige mond die het had kunnen zij ademloos staan om te luisteren. Zij kon geen ander geluid vernemen, dan het brui sen van een waterval, die diep beneden haar in het dal nederstortte. Zij zag om zich heen, maar nergens was een levend wezen te bespeuren en eindelijk waagde zij zich aan den rand van den afgrond en zag naar beneden. Daar aanschouwde zij iets. wat zij nooit nooit zou kunnen vergeten. Lord Cliffe lag in de diepte, naast zijn paard op den grond met gebroken ledematen, z(jn bleek, strak gelaat naar den avondhemel gekeerd. De vloek van lady Hildred had zich nog maals aan een telg. uit het geslacht ver wezenlijkt. Everard Cliffe was een gewel- dadigen dood gestorven. zeggen was voor eeuwig gesloten. Dokter Fletcher verklaarde dat ros en ruiter oogenblikkelijk dood geweest waren, zoodat lord Cliffe voor 't minst niet gele den had. Het bericht verspreidde zich als een loopend vuur en bereikte ook Hubert, die algemeen voor den nieuwen landheer werd gehouden en van wien men zich het beste voorstelde. Hubert was bij kapitein Stu art, toen hy het bericht van den onver- wachten dood van lord Cliffe vernam. Ter stond was elke gedachte aan de hardvoch tigheid van den man, dien hy steeds als zijn oom beschouwd had. verdwenen en hij snelde terstond naar Cliffe Court, om nog eenmaal een blik te werpen op het gelaat, dat nu weldra aan alle menschelpe oogen zou onttrokken worden. Toen hij op Cliffe Court kwam, heersqhte daar, zooals men licht kan begrijpen, een buitengewone opschudding, en in de groote zaal vond Hubert de gravin De Roubaix, die aan een bediende bevelen gaf, terwijl dokter Fletcher er bij stond. De gravin kwam Hubert tegemoet en versperde hem den weg, toen hij verder wilde gaan. Waar gaat gij heen vroeg zij, terwijl een boosaardig dreigende blik hem uit haar zwarte oogen, tegenstraalde. Naar boven om het lijk van mijn oom te zien. De deur van zjjn kamer is afgesloten ;n ik heb de strengste bevelen gegeven, dat niemand die kamer mag betreden, ten minste van avond niet, antwoordde zij op kalmen hooghartigen toon.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1896 | | pagina 1