misgaris der Koningin in de provincie Noord- Holland. Indien de heer van Tienhoven deze benoe ming aanneemt, moet in zijn plaats een ander lid voor Noord-Holland naar de Eerste Kamer worden afgevaardigd. YAN EEN JONGEN, EEN KWARTJE EN EEN POES. De heer R. te Rotterdam, een dierenvriend, zag dezer dagen op het Hofplein een kat in een boom zitten, die op een allererbarmelijkste ma nier miauwde. Hij beloofde een jongen een kwar tje, als hij er in slaagde de poes behouden op vasten grond te brengen; de jongen klom fluks in den boom en verdiende het beloofde geld stuk. Doch een hoofdopzichter der gemeente, die den knaap in den boom had zien klauteren en hierin een moedwillige beschadiging van het plantsoen zag, liep naar den politiepost aan de Galerij en diende daar zijn beklag in. Een agent begaf zich met bekwamen spoed naar den be dreigden boom, doch kwam telaat. De knaap was met zijn kwartje verdwenen. EEN DAME, DIE NIET BESTAAT. „Dwarskijker" vertelt in het Yad. de volgende aardigheid uit de jongste zitting van den Haag- schen gemeenteraad „De benoeming van regenten en regentessen van het burgerweeshuis aangehouden. Weet ge waarom Omdat in de voordracht een dame voor herbenoeming werd voorgedragen, die niet bestaatmevrouw Gevers Deynoot, geboren Beelaerts. Bedoeld was mevrouw Beelaerts— Gevers. Nu, zoo'n vergissing is vergeeflijk. Doch wat 't zonderlingst isde voordracht werd na mens regenten onderteekend, door den secreta ris-regent mr. G. J. Th. Beelaerts van BloklandDat is krasEnfin, zelfs Homerus kon wel eens indommelen." ANGSTIGE UREN. Een erg ongelukkig avontuur had een man met een houten been, zekere E. te Didam. Zoo- als aan de „Post" wordt gemeld, kwam de stak ker Zondag 17 Januari op den weg uit de kerk naar huis aan 't dwalen; hij volgt een anderen dan den gewonen weg, gaat niet ver van huis een boschje kreupelhout in, breekt den band, waarmede dat houten been aan zijn dijbeen is beves tigd, komt in dat boschje op het dwaalspoor en loopt, neen kruipt van Zondagmiddag [tot Dinsdagavond door dat bosch, dus twee volle dagen en nachten, zegge ruim 2 maal 24 ureu rond en komt eindelijk Dinsdagavond thuis aan gekropen. Zijne huisgenooten en buren zochten hem dien tijd te vergeefs. EEN HERINNERINGSBOEK. Uit BORGER meldt men Bij de kerkvoogdij der Ned. Herv. Gem. al hier, bestaat een zoogenaamd „kerk voogden boek", dat van het jaar 1767 dagteekent, en waarin tot den huidigen dag alle jaarlijksche inkomsten en uitgaven worden genoteerd. In dat merk waardig boek vindt men aangeteekend wie vroe ger pacht schuldig was. Men vindt daarin mel ding van vroegere „zitdagen" tot ontvangst van die belastingen, waaruit blijkt, dat het gehucht Buinen 42 mudden, het dorp Drouvers 36 mud den en andere onderhoorjge plaatsen grootere of kleinere hoeveelheid winterrogge betaalden. Voorts blijkt dat vóór 1828 de pastorie hier gelijk een boerenwoning was ingericht en met stroodak bedekt, dat in 1826 de oude kerk voor 't grootste deel werd gesloopt en een nieuwe werd opgetrokken waarvoor al de bouwmateri alen per as van Bareveld, gemeente Gieten, op ruim 4 uren afstands gelegen langs modderige zand- en veenwegen werden aangevoerd, dat de kosten zonder eenig subsidie werden bijeenge bracht enz. Tevens wordt daarin melding gemaakt van de „ijzeren koe", bestaande in een geldsom groot f 100, die elke vertrekkende of overledene pre dikant aan zijn opvolger moest nalaten. De laatste „ijzeren koe" is volgens dit boek bij het vertrek van nu wijlen ds. Mulder in 1884 ver effend, zoodat ook dit overblijfsel der oudheid tot het verleden behoort. Ook was hier vroeger het bestuur der kerkgoederen met dat der bur gelij ke gemeente verbonden, zoodat de burge meesters aan het hoofd der kerkvoogdij hebben gestaan. Tot heden is er nog geene oproeping ge daan voor eene vakonderwijzeres in de handwer ken te SINT MAARTEN. Mej. Albada, van Valkoog, zal voorloopig hare betrekking nog waar nemen. St. PANKRAS. Vrijdagavond vergaderde alhier de Tuinbouwvereeniging. Hoofdzakelijk is er gesproken over de aanwending van kunst mest. Er werd o. a. voorgesteld om een proef- veldje aan te leggen voor rekening van de ver- eeniging. Daar er zooveel verscheidenheid van grond is, werd echter besloten, dat aan elk lid der vereeniging, eene bepaalde hoeveelheid van verschillende hulpmeststoffen naar verkiezing, zal verstrekt worden. Men zal dan beter in do geheele gemeente de uitwerking kunnen zien. Donderdag heeft de heer Schorer, aftredend Commissaris der Koningin in Noord-Holland, plechtig afscheid genomen van de leden der Pro vinciale Staten. Als herinnering boden de Staten hem een bronzen beeld aanMozes, naar Michel Angelo. Op het marmeren voetstuk waren de woorden gebeiteld door den heer Schorer, zeven tien jaren geleden bij zijn optreden gesproken: „Men zal, hoop ik, eenmaal van mij kunnen ge tuigen, dat ik met en voor de provincie Noord- Holland zal hebben geleefd." EEN WAARSCHUWING. In „De Banier" komt een waarschuwing voor uit Oak Harbor (Amerika) van den heer Sjoerd Osinga tegen de pogingen, die gedaan worden om emigranten over te halen land in Texas te koopen. In deze wadrschuwing least men o. m. „Mr. A. Kuipers vertrekt of is vertrokken naar Nederland, om emigranten te werven naar Texas, een land veel slechter dan Dakota, waar hij vandaan komt en Dakota is zeker nogal be kend onder de Hollanders vanwege haar geringe opbrengst. „Hij is daar maar zeer kort gewsest en kan cr niet over oordeelen, het is alles humbuh (bluf) wat hij vertelt en alleen om de Spoorweg-Maat schappij te bevoordeelen en om de landagenten te helpen. „Laat dit bekend gemaakt worden in alle doe len van Nederland, in alle couranten. Indien ik in Nederland was zou ik het zelf doen, maar nu moet ik mij met schrijven tevreden sfellen het schijnt hem alleen te doen te zijn om arme men- schen ongelukkig te makeu. Ik moet daar wel tegen protesteeren." Van mond tot mond gaat in Kethel het ver haal omtrent het wedervaren van een landbou wer uit die gemeente op de veemarkt te Rot terdam. Hij verkocht aan een hem onbekenden slager een koe. Terwijl men afrekende, bracht de sla ger het gesprek op kwade praktijken bij den verkoop en vroeg aan den verkooper of 't hem nooit was overkomen, dat hij een rund had ver kocht en de kooper zich onderwijl zonder beta ling doch met het beest had verijderd? Toen de boer op diens vraag ten antwoord gaf, dat hem dit 8 jaar geleden gebeurd was, zeide de slager, dat hij zelf de man was, die dat op zijn geweten had. Hij was toen door den nood ge drongen, doch kon er nu wel 20 betalen. Hij betaalde daarop de koe van voor 8 jaar en bo vendien f 100 als rente voor het gebruikte geld. De gemeente Amsterdam had op 1 Jan. een schuld van 753/4 millioen, maar dit bedrag zal spoedig wel weer grooter worden, daar de raad Woensdag 3V2 millioen beschikbaar stelde voor de uitbreiding der waterleiding, en dit jaar zal worden aangevangen met den bouw eener beurs, welke bijna V2 millioen zal kosten. DE INVLOED VAN HET TOILET IN HUIS. Wanneer een moeder onverschillig wordt over haar toilet in huis, dan is zij ziek of hare liefde voor haar gezin is verminderd. Hoeveel uren besteedde zij niet vóór haar huwelijk aan de zorg voor haar persoon, wanneer zij de komst van haren aanstaande verwachtte? Ach, maar al te vaak wordt ditzelfde keurig gekleede meisje al dra na haar trouwen slodderig en slordig, be halve wanneer zij bezbek verwacht. Voor man en kinderen komt het er dan, schijnt het, niet meer op aan. Toch zijn vooral kinderen nauwlettende critici. Zij zien het dadelijk, wanneer moeder een nieuwe japon aan heeft, die haar goed staat, maar mer ken ook heel goed op, dat moeder den halven dag rondloopt in een scheefhangende morgenja pon en een coiffure, die een onbeschrijflijk too- neel van verwarring oplevert. Als later de kinderen uit het ouderhuis weg zijn, dan zullen ze met vreugde terugdenken aan een moeder, die er altijd vriendelijk en aardig uitzag, maar het beeld van een sloof in afgetrapte pantoffels en met rondzwierende haren zullen ze zich niet graag voor den geest halen. Welk een opvoedkundig gevaar zit er dus niet in een ontbrekende knoop of in een klein scheurtje of in een stukje neerhangende garnee ring. Kostbare kleedij kunnen slechts weinigen zich veroorloven, maar een nette kleeding is onder 't bereik van iedereen. Een onberispelijk katoentje is voor het gezin oneindig aantrek kelijker dan een fluweelen robe met een winkel haak. Eene moeder en dochter hadden toegang weten te verkrijgen bij den beroemden pianist Paderewski. De dochter had nog al een hoogen dunk van haar eigen muzikaal talent en de moeder wilde gaarne het oordeel van den virtuoos daar over hooren. Het meisje zette zich aan de piano, Paderewski luisterde, of scheen althans te luiste ren, terwijl de moeder goedkeurend de maat sloeg. Eindelijk met een harden laatsten aanslag, stond de jonge dame van haar tabouret op en het ge zicht der moeder straalde van genoegen. „Zeg mij nu in vertrouwen," fluisterde zij den kunstenaar toe, „wat dunkt u van haar?" „Zjj moet zeer liefdadig zijnantwoordde hij. „Liefdadig J „Ja," zeide Paderewski, vriendelijk „lief dadig want hare linkerhand weet niet wat hare rechterhand doet." NOG EEN HULDE AAN Jhr. SCHORER. Woensdagmorgen kwamen de afgevaardigden van de waterschapsbesturen van Noord-Holland te HAARLEM bijeen, om namens de N.-Holland- sche waterschappen afscheid te nemen van den oud-commissaris der Koningin, jhr. Schorer en tevens om hem een huldeblijk aan te bieden. Het huldeblijk bestaat uit een fraaie bronzen groep, voorstellende: „Gloire au Travail", ver vaardigd door den heer E. Pepin te Parijseen engel houdt een krans boven het hoofd van een werkman, die omringd is van zijne gereed schappen. Om de groep, welke staat op een bronzen zuilvormig voetstuk, is de volgende in scriptie gegrift „Aangeboden door de waterschappen van Noord-Holland aan jhr. mr. J. W. M. Schorer, 26 Jan. 1897." Bovendien behoorden tot het huldeblijk twee keurige candelabres, half van brons, half van koper, en een album, calligraphisch bewerkt door den heer A. Grevenstuk. Het wapen der familie Schorer is op de eerste bladzijde getee- kend en dan volgen op de volgende pagina's deze woorden: „Aan den heer jhr. mr. J. W. M. Schorer, bij zjjn aftreden als Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland. Als een dank bare hulde en ter waardeering van de uitne mende wijze, waarop door hem de belangen dér waterschappen in deze provincie zijn bevorderd door de colleges, die gedurende een lange reeks van jaren het voorrecht hadden, met hem samen te werken om Noord-Holland tegen het water te beschermen." Dan volgen de namen der leden van de bo vengenoemde commissie: jhr. mr. P. van Foreest. voorzitter; W. J. Doude van Troostwijk, inr! G. C. Everwijn Lange, D. F. Pont en jhr. mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg, secretaris penningmeester. Hierna volgt een alphabetische lijst van de namen der voorzitters en secretarissen der water schappen in Noordholland en de namen daarvan. Namens de verschillende besturen werd het woord gevoerd door Jhr. Foreest. In Jhr. Scho rer, aldus zeide spr., verliezen de waterschappen een Commissaris, die door en door op de hoogte der zaken was. De heer Schorer uitte zijn har- telijken dank voor het aangeboden souvenir; het zou een eere-plaats in zijn huis innemen en ook aan zijn kinderen zou het ongetwijfeld dierbaar zijn. Altijd zou hij in herinnering houden het geen de waterschappen voor hem geweest waren. Hierna drukte Jhr. Schorer den heeren de hand en werden de verschillende huldeblijken bezichtigd. In de Echo wordt op eene desbetreffende vraag van een der lezers, of het noodig is, in dien men in een vertrek des winters geen ge bruik maakt van den schoorsteen, dezen laat dichtmetselen, om daarvoor in de personeele be lasting te worden aangeslagen, bevestigend ge antwoord. De „N. Amsterd." is het met dat antwoord niet eens. Het blad zegt: Bij de beraadslagingen in de Tweede Kamer, werd door den heer van Alphen er op gewezen, dat in al. 4 van art. 4 is be doeld de haarden te belasten en niet de haard steden als zoodanig, waarin haarden kunnen geplaatst worden, zoodat het niet noodig zou zijn, het gat van een schoorsteen, welken men niet wilde gebruiken, toemetselen, als men er maar geen toestel of haard voor zet. De Minister van financiën antwoordde: „Wanneer de haard of kachel er niet is in het tijdvak van 1 November tot ultimo Maart, dan blijft het vertrek onbelast." Om nu te kunnen nagaan, of de belasting schuldigen deze nieuwe regeling juist toepassen en daarvan geen misbruik maken, is in de nieuwe wet het volgende bepaald Gedurende de maanden Februari, Maart, November en December hebben de ambtenaren der directe belastingen, mits voorzien van eene lastgeving van hunnen inspecteur, die zij des- gevorderd moeten vertoonen, tot het opnemen van het getal haardsteden, toegang tot alle gedeelten van elk perceel." Schoorsteenen, die alzoo gedurende den win ter als afroerders van verbrandingsproducten geen dienst doen, zijn dus niet belastbaar, al zou het gat geheel open zijn en zelfs niet met een stop gesloten. De hoofdzaak is, dat in het vertrek, waarin zich dat gat bevindt, geen kachel of haard staat. Te AMSTERDAM zijn tegenwoordig eiken dag 900 losse werklieden noodig voor het op ruimen van de sneeuw in de straten. Alleen worden diegenen aangenomen die de laatste twee jaren in Amsterdam hebben gewoond. Zij wer ken onder leiding van de vaste werklieden bij den stadsreinigingsdienst, waarvan elk ongeveer 10 losse mannen onder zijn toezicht heeft. De werktijd is gewoonlijk van 's morgens 6 tot on geveer 5 uur 's middags, zij krijgen een loon van 18 cent per uur. Reeds is ongeveer f7000 aan hen betaald. Hierbij teekent de „Amst. Ct." aan Negen honderd wat wil dat zeggen voor een stad met maar eventjes minder dan een half millioen inwoners! Wat willen die doen, waar de sneeuw minstens een voet hoog ligt? Groningen, een stad met nog geen 60,000 in woners, neemt 1000 sneeuwruimers in dienst, Rotterdam met nog geen 300,000 menschen 1500, maar Amsterdam met bijna een half millioen inwoners doet het met 900 man. Dezer dagen verloor een bediende van een diamant-firma te AMSTERDAM een enveloppe, inhoudende voor f2600 aan diamant. De kans om de enveloppe terug te vinden was, bij de vallende sneeuw, zeer gering. Toch is de enveloppe teruggevonden. Een ma rinier, op weg naar de kazerne, was onderweg bezig met het lezen van een brief van zijn meisje, toen plotseling de brief uit zijn hand viel de zoon van Maïs bukte en raapte de bewuste enveloppe met de diamant op. Van de betrokken firma kreeg hij f30 belooning. ONTZETTENDE RAMP. Naast het gemeente-droogdok te Rotterdam, ligt sedert eenige weken in reparatie het stoom schip „Teutonia", toebehoorende aan de firma Wm. H. Muller Co. aldaar. Van alle zijden door drijfijs ingesloten, is het stoomschip moei lijk te bereiken, Gisteren waren den ganschen dag in de onder ste verdieping van de piek van de „Teunonia" een 9 a 10-tal werklieden, allen bewoners van Oud-Charloir, bezig om het binnengodeelte daar van uit te krabben en te teeren. Om ruim 4 ure zouden die werklieden zich van de onderste naar de tweede verdieping van de piek bege ven, om daar hun werkzaamheden te vervolgen. Terwijl men nu op het punt stond hieraan gevolg te geven, greep er iets ontzettends plaats. Een hunner, zekere H. Plank, op de trap staande, die naar de tweede verdieping van de piek leidt, wilde een pot, met teer gevuld, aan een mak ker overreiken. Hij had daarbij een brandende vetkaars in de hand, waarvan op het oogenblik dat hij den pot met teer omhoog wilde reiken, een brandend stuk pit viel en in den pot met teer terecht kwam. Onmiddelijk stond de geheele pot in lichtelaaie, en Plank, die nog steeds op do ladder staande, hem niet langer houden kon, liet den pot vallen, waarvan de brandende inhoud nu grootendeels terechtkwam op den na hem komenden 28-jarigen P. J. van Gameren, en gedeeltelijk op de werk lieden Q. van der Gaarden, en D. van Noord. Een vreeselijke paniek ontstond onder de werk lieden, die zich nog in de piek bevonden, te meer daar bijna tegelijkertijd brand in dat gedeelte van de Teutonia uitbrak en dichte rookwolken zich in die met matten, touwwerk en gevulde ruimte verspreidden. Met ontzettende krachtsinspanning wist de in vlam staande Van Gameren het dek te bereiken, waar hij kermende van pijn nederzeeg. Hem volg den spoedig Van der Gaarden en Van Noord, doch wie beschrijft aller ontsteltenis toen men, appèl houdende, drie van hen, die zich op het oogenblikdat de brand uitbrak mede inhetonderste gedeelte van de piek bevonden, miste. Een oogenblik slechts duurde de verbijstering die bijna allen had aangegrepen. De brandslang van het stoomschip was weldra in werking en in korten tijd werden groote massa's water in do piek geworpen. Terwijl men aldus met de blussching van den brand bezig was, werd de hoofdzakelijk aan het onderlijf deerljjk verbrande en smartelijk pijnen lijdende Van Gameren per krancard naar het Ziekenhuis gebracht, waar hij te omstreeks 5 uren, in levensgevaarlijken toestand verkeerende, aankwam en ter verple ging werd opgenomen. Zijn beide kameraden, Van der Gaarden en Van Noord, eerstgenoemde met brandwonden aan den rug en een der beenen en laatstge noemde met brandwonden aan den rechterpols en een been, werden naar de ouderlijke woning gebracht. Eindelijk was men er in geslaagd den brand te blusschen. Het was toen omstreeks 8 uren in den avond en nu ging men van haken en dreggen aan het werk om de vermisten te zoe ken. Een verkeerde in een hevige spanning, altijd nog in de hoop, eenig teeken van leven te zul len vindendoch geen kwartier later waren aan dek gebracht de lijken van den 18-jarigen J. de Wit, geheel met brandwonden overdekt, en van den 22-jarigen J. van't Hof, aan wiens uiterlij ke kwetsuren te bespeuren waren en die ongetwij feld in de rookwolken is gestikt. Inmiddels bleef men nog steeds naar den der- n vermisten werkman, de 24-jarige L. van Persie, zoeken. Eindelijk, Ongeveer 11 ure, vond men ook het lijk van dezen vermiste in een hoek onder een hoop matten. Ook het lijk van Persie werd bij de lijken van zijn zoo rampzalig om gekomen kameraden gelegd. Allen, ook de beide niet levensgevaarlijk ge wonden zijn ongehuwd. Woensdag reed te AMSTERDAM een groote vrachtwagen van de Prinsesluis de Prin sengracht op. Een meisje achtte het veilig om te gen het hek van een manufactuurwinkel hoek Prinsengracht en Anjelierstraat te wachten tot dat het gevaarte voorbij was. Door de gladheid kon het paard echter den wagen niet houden en gleed het met wagen en al vooruit, recht op het meisje aan, dat door het raam van den winkel werd gedrukt. Zwaar gewond en zoo goed als ster vende, werd zij per tijtuig naar het gasthuis ver voerd. (Echo.) EÉN VERSTEEND MENSCH. Voor eenige dagen hebben wij melding gfe- maakt van den man, die ons land bezoeken en zich vertoonen zou als een merkwaardig voorbeeld van de zeer zeldzame ziekte, die heet „Myosi tis ossificans progressiva", en welke zich uit in het verbeenen der spieren. Reeds in 1894 werd deze man in een kring van geleerden te Ber lijn door prof. Virchow getoond. En thans, 2 jaar later, bevindt de ongeluk kige zich te Amsterdam en is daar voor een dubbeltje te kijk. Na veel rondzwalken, na in Duitschland, Oostenrijk en Frankrijk zich overal getoond en vertoond te hebben, heeft hij einde lijk ons landje bereikt om ook hier te trachten gebruik te maken van den lust der menschen in akeligheden, om ook hier te trachten, nu zijn ziekte hem belet den strijd om 't bestaan te strijden, die ziekte er zelf voor te spannen en hare plannen, al is 't ook maar voor een deel, in duigen te doen vallen. Door de stad loopen mannen met borden, waarop: „Gaat dat zien, een verbeend mensch, wetenschappelijk voor iedereen" enz. de menschen lokken moet tot Ik heb hem een bezoek gebracht, schrijft de correspondent der „N. R. Ct." te Amsterdam, die dan het volgende verslag geeft van zijn be vindingen „In een met zwart doek van de gelagkamer afgeschoten ruimte zat onze vriend op een stoel te wachten op kijklustigen. Bij mijn binnentre den was hij met den rug naar mij toegekeerd, doch draaide zich toen met veel inspanning zoover om naar rechts, dat hij mij zien kon, toen ik anderhalven pas rechts achter hem mij bevond. Sterk kwam zijn hulpbehoevendheid dus reeds dadelijk te vöorschijn. Hij vormde dan ook, zooals hij daar zat, een allerdroevigste fi guur: zittend in licht bukkende houding, het hoofd gebogen met 't aangezicht wat naar rechts gekeerd, zijn bovenarmen stijf aan't lijf gedrukt en met beide handen een knoestigen wandelstok omklemmend om op te steunen. Reeds terstond l)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 2