Nieiïwe Langedijker Courant', van Zondag 7 Februari 1897.
N ieuwstij dingen
Onze Correspondent te Sr. PANKRAS
schrijft
In de 1. 1. Maandag gehouden vergadering van
den Raad dezer gemeente werd besloten de open
bare school te vergrooten door bij bouwen van een
nieuw lokaal.
Nu, eene zaak van weelde is dit niet.
In één lokaal toch van 8 bij 61/, M. zijn 2
onderwijzers bezig onderwijs te geven aan 80
leerlingen.
Dinsdagavond brak een felle brand
uit in de woning van C. Bakker in de
Boomen gemeente NIEUWE NIEDORP. Ras
klonk het brandsignaal der vrijwillige brandweer
Hercules" door het dorp, waarop de leden met
hun spuit naar de plaats des onheils trokken,
om te trachten het nevenstaande huis, bewoond
door J. Kistemaker, te bewaren.
Verschillende autoriteiten der gemeenten, wa
ren niettegenstaande de slecht begaanbare wegen
op hett terrein van den brand aanwezig. Een
groot getal nieuwsgierigen trokken eveneens
naar den brand.
Het gebouw brandde tot den grond toe af,
terwijl niets gered kan worden. De inboedel van
Bakker was niet tegen brandschade verzekerd,
wel hot gebouw, toebehoorenden aan den heer
H. Calkoen te Haarlem en eenige landbouw
werktuigen en producten van den Heer J. Kis
temaker.
Voor een groot getal werkeloozen uit deze ge
meente gaf deze brand eenige welkome ver
diensten, daar zij, nadat met hun hulp, het
brandweercorps de vlammen meester was, als
wakers bij de smeulende puinhoopen werden
aangesteld.
Sampson de sterke!
Te halftwaalf kwamen gistermorgen voor het
café „Schiller," aan het Rembrandtplein te AM
STERDAM twee beladen bierwagens van de
brouwerij „De Amstel," ieder bespannen met
twee zware paarden; even later kwam Sampson,
de sterke man. Een der wagens werd afgeladen
op den ander. Sampson had twee kettingen in
den zak, die nu aan den dubbel beladen wagen
werden bevestigd en toen aan de strengen der
paardendeze werden aangezet en langzaam be
woog de zwaar beladen wagen zich door de sneeuw.
De beide kettingen van Sampson gingen niet stuk.
Zij werden van den wagen afgenomen en nu ging
het in 't café. Sampson trok de jassen uit, stroopte
een hemdsmouw op en deed de kettingen om den
bovenarm, hij strekte den arm uit, boog die krom,
waardoor de spieren geducht opzwollen. Na een
paar vergeefsche pogingen sprongen de kettingen
stuk en vielen rammelend op den grond.
Deze voorstelling was het gevolg van eene wed
denschap om f2000, die Sampson dus glansrijk
heeft gewonnen.
Voor de MARKERS ia het een slechte win
tel'. Het verkeer over het ijs te voet is door het
korrelige, papperige ijs zeer vermoeiend en afmat
tend. Nu en dan zakt er een door, doch wordt
steeds gered, wat te danken is aan de voorzich
tigheid der Markers om nooit alleen den tocht
af te leggen. Bij vriezend weer kan de reis nog
zonder gevaar gedaan wordensoms ziet men
nog een vreemdeling in een slede zitten; maar
den weg zonder geleide en gids te maken, is
niemand aan te raden.
HET BORDJE VERHANGEN.
Te Nigtevecht hebben baldadigen een schoen
makersuithangbord afgehaakt, dit vervangen door
een ander met een opschrift, dat nu niet bepaald
betrekking heeft op het vervaardigen van laarzen,
en het eerste bevestigd om den nek van
't haantje van den toren.
Hoe is totaal onbegrijpelijk.
De verstoring eener godsdienstoefening.
Den Tweeden Kerstdag werd in het kerkge
bouw der Chr. Ger. gemeente te Echten, onder
leiding van den godsdienstonderwijzer Ansing,
een godsdienstige bijeeenkomst gehouden.
Liekele Poepjes, Jan Mast, Jan Koopmansen
Wiebren Verhef, de beide eersten te Delfstra-
huizen, de beide laatsten te Echten, verstoorden
deze bijeenkomsten door luid te lachen, onder
het dankgebed met een lucifer den sigaar aan
te steken en op de leuningen der banken te gaan
zitten. Daar de vermaningen van den voorgan
ger en den kerkeraad niet hielpen, moest de
voorganger zich bekorten.
Beklaagden ontkenden elke verstoring. Voor
elk hunner werd door den officier van Justitie te
Heerenveen 5 dagen gevangenisstraf gevraagd.
DE VERKOCHTE BRUID.
Het volgende (zoo deelt men aan de „N. R.
Ct." mede) is dezer dagen op een dorp in Noord-
Holland voorgevallen.
De zoon van een welgestelden landman en de
dochter van een arbeider hielden veel van el
kander en de wederzijdsche ouders hadden niets
tegen een echtverbindtenis, evenwel de arbei-
dersvader stelde zijn toestemming afhankelijk
van een eventueele gift van f 100, uit te reiken
door den anderen adspirant-schoonvader, die
evenwel dezen eisch niet als ernstig gemeend
geliefde te beschouwen.
Eindelijk is de dag der trouw gekomen en de
ambtenaar van den burgerl. stand vraagt den
ouders af, of ze hunne toestemming tot het hu
welijk geven. De boer zegt gulweg „ja", maar
de arbeider antwoordt: „jawel, maar ge weet
de voorwarde", en maakt de manoeuvre van
geldtellen. Een boer en flOO evenwel scheiden
ook niet op het eerste commando en de boer
haalt een bankje van f 60 te voorschijn èn vraagt
„Daarvoor zou het ook wel gaan?" En het ging;
voor f 60 werd de bruid overgedaan.
WERKLOOZEN
Nadat Woensdagmiddag te 's GRAVENHAGE
reeds een honderdvijftigtal werkloozen eerst bij
den burgemeester aan huis in de Javastraat en
later ten stadhuize waren geweest om hem werk
te vragen in verband met de onvoldoende krach
ten van den openbaren reinigingsdienst voor
spoedige sneeuwopruimiug, kwam Donderdag
ochtend andermaal een troep werkloozen, vijftig
a zestig man sterk, aan het raadhuis, omdat zij
Donderdagmiddag Mr. Roest niet hadden kunnen
sproken.
Twee hunner werden in de burgemeesterska
mer toegelaten, waar zij voor den heer Roest
hun verzoek uiteenzetten. Toen zij weder bi
hun wachtende kameraden gekomen waren, troi
de stoet kalm af.
Reeds zijn vele losse werklieden tijdelijk bij
den gemeentereinigingsdienst aan het werk ge
zet om de straten eenigszins van de modder-
massa te ontdoen. Vooral in het midden der
stad waren overal groepen mannen ijverig met
bezem en spade in de weer.
EEN DUBBELE VERTOONING.
Terwijl een Duitsch tooneelgezelschap Dins
dagavond to BERGEN-OP-ZOOM eene voorstel
ling gaf, bleek de „inpressario" (spullebaas), ach
ter de coulissen natuurlijk, op eigen houtje een
minder fraaie klucht vertoond te hebben. De
man had zich langs den „meer-en-meer gebrui-
kelijken weg" met de kas „verwijderd", die op
dat oogenblik bijzonder goed gevuld moet ge
weest zijn. Een minder aangename vorrassing
voor de „artisten", dat spreekt.
STUIVERSTUKKEN.
De „Amsterdamsche Courant" geeft het denk
beeld aan de hand, als herinnering aan het
kroningsjaar 1898, een nieuwe munt te laten
slaan en wel een vijfcentstuk. Het zou iets groo-
ter dan een 2V2-centstuk moeten zijn en van
bijzondere specie, waardoor het van de koperen
muntstukken gemakkelijk zou zijn te onderschei
den.
'Aan een bruikbaar stuiverstuk bestaat inder
daad behoefte. Ons „stuivertje" is te klein.
WERKVERSCHAFFING.
Jaren lang heeft er in Schagen in den win
ter eene commissie bestaan die meer gegoede
burgers opwekte werkloozen een of meer dagen
voor een bepaald loon te jaten arbeiden, opdat
da,rdoor de nood gelenigd zou worden. Meerma
len telde de commissielijst 500 werkdagen. De
zen winter nu is de commissie ontbonhet werd
n.l. eiken winter moeielijker personen te vinden,
die tijd en moeite voor de arbeiders over had
den en iust genoeh bezaten de lijsten aan te
bieden en weakbriefjes uit te reiken. De burge
meester, doordrongen van het nut van genoemde
wijze van werkverschaffing heeft nu de tank der
kommissie op zich genomen en deed deze week
een lijst aanbieden om ook dezen winter werk-
oozen van arbeid en brood te kunnen voorzien.
ACHT ZOONS.
Men schrijft uit het Olcfbnwald
De om zijn origineele invallen bekende musi
cus Nic. Priester is met acht zoons gezegend,
die een jaar na elkander het levenslicht zagen
en van wie vier op den 18n October en vier
op den 21n October geboren zijn. Ondanks Ben
Akiba is zoo iets nog wel niet „dagewesen".
KUNSTMEST.
Een sprekend bewijs van het vele gebruik
van kunstmeststoffen in de streken waar de bie
tencultuur het meest inheemsch is, leeren de
volgende cijfers van aanbesteding, deze week
gehouden, uitsluitend voor de gemeente Steen
bergen in Noord-Brabant: superfosfaat 440,000,
chili-salpeter 38,000, ammoniak-superfosfaat
36,500, kaïniet 10,000 en peru-guano 2200 KG.
De bevolking te OUDE NIEDORP bestond
op 31 December 1895 uit 576 m. en 547 vr.,
totaal 1123. Er werden in hef jaar 1896 gebo
ren 20 m. en 12 vr., totaal 32. Ingekomen zijn
37 m. en 35 vr., totaal 72. Overleden 12 m. en
9 vr., totaal 21. Vertrokken 40 m. en 53 vr.,
totaal 93. Op 31 December 1896 bestond de be
volking uit 581 m. en 532 vr., totaal 1113 per
sonen. Er werden 8 huwelijken gesloten.
In de Rijkspostspaarbank te WARMEN-
HUIZEN hadden in Januari plaats 39 inlagen
tot een bedrag van f3327 en 4 terugbetalingen
tot een bedrag van f 150,81. Gedurende 1896
werden er 264 inlagen gedaan, te zamen een
bedrag van f5770,23 uitmakende, terwijl terug
betaald werd f5900,16. Aan het telefoonkantoor
werden behandeld 35 telegrammen. Over het jaar
1896 was het getal behandelde telegrammen 685.
Mr. G. van Tienhoven heeft de volgende
kennisgeving gericht aan de gemeentebesturen,
burgerlijke en militairen autoriteiten, colleges,
ambtenaren en ingezetenen van Noordholland
1 Februari 1897.
Ik heb de eer u mede te deelen, dat ik he
den de betrekkine van Commissaris der Koningin
in de provincie Noordholland heb aanvaard.
Werd aan mjjn hooggeachten ambtsvoorganger
uwe medewerking in ruime mate geschonken,
ook ik roep deze met het volste vertrouwen
voor mij in overtuigd dat zij mij gegeven zal
worden waar onze gezamelijke bemoeiingen moe
ten strekken tot den voortdurenden bloei der
provincie Noordholland en tot bevordering der
belangen van hare ingezenen.
Vrees voor aanrandingen!
Jaapje is een koopman, die geregeld Niewer-
sluis bezoekt.
Dezer dagen bevond hij zich voor zaken in
Amsterdam en toen kwam hij aan de Woesper-
zijde een juffrouw tegen, die hij meende te her
kennen. „Dag juffrouw," zei Jaapje, „nog zoo
laat op reis? hoe gaat het met...?" De juf
frouw begint te schreeuwen en te gillen en holt
weg on Jaapje kreeg als antwoord op zijn be
langstellende vragen van een pootigen voorbij
ganger, die er het zijne niet van had, een klap
op zijn wang, tengevolge waarvan Jaapje reeds
4 dagen met een kiespijndoek heeft geloopen.
Voor de leden van den Nieuwer-Amstelschen
Gemeenteraad bracht het nieuwe jaar eene wei
nig aangename verrassing.
In een der vorigé zittingen was den burge
meester gevraagd, hoe het met de financiën dor
gemeente stond.
Deze had daarop meegedeeld, dat er op dat
oogenblik een saldo was van circa f70.000,
waarvan nog iets betaald moest worden voor
politie en brandweer, maar waarvan toch een
belangrijk bedrag zou overblijven.
Voorts had do gemeente nog een tegoed van
circa f 40.000 als aandeel in de opcenten op het
personeel van het bij Amsterdam gevoegde ge
deelte der gemeente. Ook daarvan moesten enkele
betalingen gedaan worden, maar ook daarvan
zou een mooi bedrag overschieten.
Het stond dus prachtig met do financiën, zou
men zeggen.
Thans blijkt van do f 70.000 overgebleven te
zijn de kapitale som van f 776 en van de
f 40.000 het enorme bedrag van f 760.
Meegevallen is die rekening dus niet
Binnenkort hoopt naar den TRANSVAAL
te vertrekken een Chr. onderwijzer, in het be
zit van hoofdacte en acten voor de Engelsche,
Fransche en Duitsche talen en dat wel, omdat
hij reeds jaren te vergeefs naar een betrekking
van hoofdonderwijzer gesolliciteerd heeft.
Het bericht, dat den ontslagen onderwij
zer Den Hartog gedurende 2 jaar door den
„Bond van Nederl. Onderwijzers" het salaris zal
worden uitgekeerd, dat hij vroeger ontving, blijkt
minst genomen voorbarig. Vóór 14 dezer moet
in de afdeelingen van dien bond daarover ge
stemd wordende uitslag dier stemming kan
eerst later worden meegedeeld.
AFSCHAFFING NACHTARBEID.
Aan de broodbakkers in Nederland is een
open brief gericht namens de besturen der
Ilaagscho coöperatieve bakkerijen „de Hoop" en
de „Volharding"^ en die van het district van
„Eigen Hulp" te 's-Gravenhage.
De onderteekenaren zeggen na eenige vooraf
gaande mededeelingen
Tengevolge van een en ander hebben wij,
handelende namens onze respectieve besturen, be
sloten om:
1 Van den len Juni 1897 af geen nacht
arbeid in onze werkplaatsen meer te dulden;
2. U, bakkers in Nederland, te verzoeken
(gelijk wij doen bij dezen) om eveneens tegen
dien tijd of vroeger, tot de afschaffing van den
nachtarbeid over te gaan
3. Ons bereid te verklaren, om aan elk uwer,
eventueel gewenschte inlichtingen te verschaffen,
omtrent de wijze waarop naar onze bescheiden
meening, elke bakkerij, groot of klein, zonder
overwegende bezwaren voor den verbruiker te
doen ontstaan, tot het invoeren van den maat
regel kan besluiten.
Wij hebben daarom de eer u beleefd, doch
met den meesten ernst uit te noodigen om zoodra
mogelijk aan een der ondergeteekenden kennis
te willen geven van uw voornemen, om in deze
aangelegenheid mede te werken, opdat weldra
met volle recht mag worden aangekondigd:
dat de nachtarbeid in alle bakkerijen van ge
heel Nederland is afgeschaft.
en daarmede wederom aan eene grove maat
schappelijke onbillijkheid een einde is gemaakt.
NIEU WJAARSBEDEELING
Men vraagt ons of onderstand op Nieuwjaars
dag verstrekt door een particuliere commissie
ad hoe, valt onder de insluitingen van art. 3
der kieswet.
Ons antwoord luidt daarop ontkennend,
In de eerste plaats, omdat onderstand alleen
moet zijn verstrekt in het vorige jaar.
En in de tweede plaats, omdat hier sprake
is van een particuliere commissie, die slechts
voor een bepaalden dag optrad. H.
Al wie suikerbieten teelt en welke
landbouwer van den tegenwoordigen tijd doet
dat niet! en daarbjj gebruik maakt van
kunstmeststoffen, moet vooral op de volgende
zaken letten
De biet groeit het best in grond, die „in oude
kracht staat", dus den vorigen herfst stalmest
heeft ontvangen. Superphosphaat bevordert zeer
het snelle rijpen, maar bij uitsluitende bemes-
tiag hiermee zou het suikergehalte der biet en
de oogsthoeveelheid zeer lijden. Chilisalpeter
kan hieraan tegemoet komen, omdat zij den
groei vertraagt ten bate der opbrengst. Super
phosphaat moet gegeven worden eenige weken
vóór den zaai, chili voor de helft bij den zaai,
voor de andere helft als overbemesting, zoodra
de bieten ongeveer een handbreed groot zijn.
Uit DEN HAAG schrijft men van 6 dezer:
Het ruime plein vóór het aloude en deftige
Venduhuis der Notarissen, in de Nobelstraat,
bracht heden gedurende 'n paar uurtjes de Ilaag-
sclie kermis, zaliger nagedachtenis, in herinne-
ring. Daar stond, wegens boedelscheiding, ten
openbaren verkoop gereed, in volle glorie, netjes
opgepoetst en geschuierd, in alle onderdeden
opgesteld: een werkelijk niet van de leelijkste
draaimolens, van wijlen Baas Roos, of, zooals 't
deftig luidde in de veilings-advertenties en cir
culaires: „uit de nalatenschap van den Heer
Roos."
Wat 'n geluk, dat het Yenduplein van de
straat gescheiden wordt door een ijzeren hek,
want daarbuiten verdrong zich de straatjeugd
die sedert de afschaffing van het kermisvermaak
slechts op de verjaardagen van onze Vorstinnen
in de gelegenheid is, in vreugde rond te draaien.
Achter dat hek stond ten overvloede een „vierde
klas gereed, om bij een eerste poging tot een
„attaque du moulin" van de zijde onzer straat
rekels, de invasie met kracht van wapenstok te
verhinderen.
Gisteren en vanochtend was 't kijkdag geweest
en had het draaiend gevaarte de eer gehad van
een bezoek van de meest bekenden onder de
Haagsche tagrijnen of te'wel handelaars in alles
en nog watvoorts van opvolgende geslachten
van baquisten als poppenkast-directeuren, impre-
sarii van gedresseerde vossen en onschadelijke
ratelslangen, exploitanten van koppen van Jut
of hobbelende geiten.
Die allen onderwierpen de nalatenschap van den
Heer Roos aan een even nauwgezet als onge
twijfeld deskundig onderzoek. De leeuwen, met
uit hunne kassen puilende oogen en schijnbaar
gepommadeerde manen, werden getaxeerd naar
hun aantal breukende paarden werden geran-
schikt in ras- of slachthengsten, al naar mate zij
geblesseerde voorbeenen vertoonden of aan de
achterpooten hinkten. Over 't algemeen werden
weinig kwalen ontdekt en was ook 't oordeel van
kunstkenners over de waarde van de historische
galerij van vorsten en vorstinnen, prinsen en
prinsesjes uit het Oranjehuis, welke kunstcollectie
bij wijze van fries rondom den molen is aange
bracht, verre van ongunstig.
Te 1 uur begon de verkooping, welke, zeker
met het oog op den ongunstigen toestand van
het plein, waar de modder driedik hoog lag,
binnen werd gehouden.
Daarbinnen was 't me een spektakel. Schier
de geheele bevolking van het „Lammetje groen",
de wijk van orgeldraaiers, spulleklanten, enz.
enz. was daar in bevallige wanorde opeenge
hoopt met nieuwsgierigen, kooplieden enz. enz.
In de voorste rijen de onovertrefbare en in kwink
slagen onuitputtelijke „Rooie Philip", zonder
wien een echte openbare verkooping eigenlijk
dor en saai is en die ook thans menige mop ten
beste gaf. Men kan zich voorstellen het effect
in die menschenmassa, teweeggebracht door het,
op een wenk van den taxateur, plotseling ge
opende straatorgelconcert uit een der bij den
draaimolen behoorende orgels. De geliefkoosde
populaire deuntjes als Daisy Daisy, Tararabom-
de-aye en Adèle werden zoo van h^rte geac
compagneerd door het publiek, dat de taxateur
de dupe werd van zijn goedheid en zich haast
niet verstaanbaar kon maken, terwijl bij den deun
„Siene laat me los" de voeten van hen, die op
een stellage hadden plaats genomen, zoodanig in
beweging kwamen, dat de losse planken daar
tegen niet bestand bleken en het geheele „stel
letje" kooplustigen als erwten dooreenrolde.
Eindelijk kon de veiling beginnen in tegen
woordigheid van al de Erven Roos, maar bij het
in bod brengen van enkele kleinigheden bleek
reeds dadelijk, dat de familie besloten hiud de
reliquiën van den overledene niet in vreemde
handen te laten.
De slotsom was dat de groote draaimolen met
bij behoorende orgel weer in handen van de we
duwe kwam voor f1625, terwijl een kleinere
caroussel, eveneens met muziekinstrument, werd
gekocht door een zoon voor f180.
ORANJEKLANTEN VAN VOOR 100 JAREN.
3 Februari was het 100 jaren geleden, dat
de prinsgezinde boerenknecht Abel Reitses „ge
stadig ophefte" den kreet „Oranje bovendes
tijds een oproerkreet men was immers in het
derde jaar der „Bataafsche vrijheid" en
daarom door de Regeering gevangen genomen
werd en naar Kollum vervoerd, om vervolgens
op het Blokhuis te Leeuwarden te worden op
gesloten.
Nauwelijks was in Kollumerland deze gevan
genneming bekend geworden of eene groote
bende volk uit Kollumerzwaag, Westergeest fen
Oudwoude stroomde, onder aanvoering van Jan
Binnes van Oudwoude, wiens uitdrukking:
„01 liuat Patriotsk is scil stjerre" genoegzaam
aanduidt wat man hij was naar Kollum.
Hier werden huizen in brand gestoken en, ge
wapend met allerlei wapentuigsabels, degens,
messen op stokken, sikkels en snoeimessen, trok
men het rechthuis binnen, waar men den voor
zitter van liet gerecht met den dood dreigde,
indien Abel Reitses niet werd losgelaten. Toen
dit geweigerd werd, werden de kluisters van
den gevangene doorgevijld en daarop de secre
taris Braak genoodzaakt eene verklaring af te
geven, dat hun wegens het verlossen van Abel
Reitses nooit eenig leed zou worden gedaan.
Terstond daarop echter werden toen door het
Provinciaal Bestuur de noodige maatregelen ge
nomen, om aan de ongeregeldheden een einde
te maken. („Nws.")