„Nieuwe Langedijker Courant" van Zondag 21 Februari 1897. het wagen van zijn leven had verdiend, niet. draden als een bewijs van bijzondere genade. Er was hem ook medegedeeld, dat op een be maalden dag majoor Gropp bij hem aan huis zou komen om hem zijn officierspapieren af te -{nemen. Maar hij schreef terug, dat hij die had verbrand en dat hij zelf wilde bepalen op wel ken dag en welk uur hij in zijn eigen huis [bezoeken zal afwachten. Aan de Noordoostkust van Engeland heb ben 12 a 13,000 werklieden in het scheepsbouw- vak het werk gestaakt. De patroons hebben van hun kant alle leden van de Amalgamated So ciety of Engineers uit hun dienst ontslagen. Hoe treurig de toestand op KRETA is, deelt het „N. "Wiener Tagebl." mede: Een paar dagen geleden had dejTurksche Gouverneur den president van het hervormings comité benevens den Oostenrijkschen militairen attaché onder bedekking van eenige soldaten van Chania naar Kandia gezonden, omdat van daar zulke onrustbarende geruchten vernomen werden. Debeide heeren reisdendoor onderscheidene dorpen waar zij de menschen tot bedaren trachtten te {brengen en hen lieten beloven, niet opnieuw de wapens op te vatten. Op vele plaatsen echter '{waren zulke vermaningen overbodig, omdat meer [dan vijftig dorpen verwoest waren. I Treurige ervaring en deden de ruiters op in het district Pediada. Bij hun komst zagen zij hoe die heele streek in opstand was, en de be woners als tijgers tegen elkaar vochten. Zij ontmoetten onderweg een troep van wel twee- of ^drieduizend Mahomedanen, die met hun vrouwen en kinderen, met pak en zak naar Kandia ^vluchtten, met het plan om uit weerwraak on derweg alle Christelijke dorpen te overvallen. Wel poogden de bedoelde heeren de tot de tanden ge wapende Turken van hun voornemen af te bren gen, maar alle moeite was te vergeefs. Daarom jhielden die beiden het voor het beste om zoo snel mogelijk naar Chania terug te keeren, om 1de autoriteiten te waarschuwen en aldus de moord- jjtooneelen te voorkomen. I Dit ging echter niet zonder levensgevaar, daar Ide Mehomedanen, om hun dat te beletten, de fbeide ruiters omsingelden en op hen schoten, toen zij trachtten te ontkomen. Gelukkig werd .'niemand gewond, en kon de Oostedrijksche mi litaire attaché nog tijdig aan den Turkschen '{Gouverneur in Chania telegrafeerendeze zond daarop een bataljon te hulp, dat de bedreigde officieren in veiligheid bracht. Er wordt thans op het eiland op de vreese- flijkste wijze gemoord, gebrand en gesmoord. Na dat de Mahomedanen verleden week in Chania erg hadden huisgehouden, hebben de Christenen in het district Sitia driehonderd Mahomedanen, daaronder vele vrouwen en kinderen, vermoord. Dit was hun antwoord op de gruwelen van Cha nia, en nu vreezen de Christenen van Sitia op hun beurt dat zij gedood worden. Zoo gaat het moorden zonder oponthoud zijn gang, en Chris tenen en Mahomedanen trachten elkaar eenvou dig uit te roeien. Hoe onder zulke omstandig heden van de oprichting van een korps gendar merie sprake kan zijn, begrijpt niemand. Men had gehoopt in Februari daarmede klaar te ko men, maar in de jongste gebeurtenissen twijfelt men sterk eraan of er nog iets van komen zal. De „Polit. Korr." verneemt uit Solonika, dat twaalf van de 62 in Macelonië staande Turksche bataljons langs de grens van Thessalië zullen worden opgesteld. Bovendien worden tien batal jons uit Konstantinopel naar de Grieksche grens i gezonden. I Deze voorzorgsmaatregel brengt vanzelf eene i|rergelijking tusschen het Turksche en het Griek sche leger aan de orde. De Turksche infanterie bestaat nominaal uit 7 ordoe's of legerkorpsen; elke ordoe telt 32 bataljons van ten hoogste 500 man. Maar van §die legerkorpsen zijn slechts 5 in zoodanigen staat Jte achten, dat ze in 'tveld te gebruiken zijn en zelfs zal men op dat vijftal nog niet ten volle Kunnen rekenen, want zeker de helft daarvan moet in de garnizoenen worden gelaten, daar deze veelal niet kunnen worden ontbloot zonder gevaar voor opstand (Armenië en de rest van Klein-Azië). L Zoo kan men dan rekenen dat de Turken aan Jfinfanterie in 't veld kunnen brengen 4 X 32 bataljons van 500 man - 64000 man. Want jtweliswaar wordt die sterkte officieel op 200,000 man geteld, maar men heeft maar naar den laat- lljjpten Turksch-Russischen oorlog te kijken om te weten wat die officieele opgaven beteekenen. Het gansche Turksche' leger in Europa en Azië bracht het toen niet eens tot zooveel, hoewel destijds de amputatie van verschillende landstre ken nog niet op Turkije was toegepast. Met artillerie is het Turksche leger goed voor- zien, maar dat wapen is in zeer slechten toe- stand. Nominaal zijn er per legerkorps 20 bat- ;'J)iterijen van 6 stukken, maar of ze bij het uit- w,breken van een oorlog wel alle bespannen zul len zijn, is een groote vraag. Op 300 stukken valt echter wel te rekenen. Cavalerie bezit het Turksche leger veel meer dan het Grieksche, maar aangezien de operaties zouden worden uitgevoerd in een zeer geacci denteerde streek zal dat overwicht den Turken niet veel baten. De Grieksche infanterie telt 55 bataljons k 1200 man, dus 66,000 man. De artillerie der Grieken bestaat uit 29 bat terijen van 6 stukken dus uit 174 stukken. Dat is dus veel minder dan wat Turkije bezit, maar de Grieksche artillerie is zeer goed en zal daarom zeker opwegen tegen de Turksche. Hetzelfde geldt voor de infanterie. Zooals uit de cijfers blijkt, zouden de infanterie-machten ongeveer even groot zijn, maar zelfs wanneer men ver onderstelt, dat Turkije het door een wanhopige kracht-inspanning tot het dubbele'brengt, dan nog behoeft Griekenland niet te vreezen. Bij de botsingen die herhaaldelijk aan de grenzen zijn voorgekomen (o. a. in den formeelen veldslag tijdens de Oost-Roemelische omwenteling op de Grieksch-Turksche grens geleverd en welke later een „vergissing" heette) is gebleken dat telkens wanneer de Grieken voor een dubbele macht van Turken stonden, de laatsten toch aan 't kortste eind trokken. Het Grieksche leger is trouwens al lang op een oorlog voorbereid, terwijl het Turksche zeker niet buiten de Osmaansche lethargie stsfat. Dat neemt niet weg, dat de Turken ongetwijfeld, wanneer ze in 't veld komen, als echte Mahome danen met doodsverachting zullen vechten. DE MUIS ALS HOEDGARNEERSEL. Deze jongste abnormaliteit der mode kan men thans in verschillende modemagazijnen te Berlijn als „haute nouveauté" begroeten of, als men wil, ook bewonderen. Dat ons kleinste zoogdier, dat zich vooral in de dameswereld geen bijzondere Sympathieën heeft weten te verwerven nog eens tot zulk een „hooge" eer zou worden uitverko ren, zal het zelf allerminst vermoed hebben. Tot nogtoe viel die eer slechts te beurt aan onze ge vederde bosch- en veldzangers, die hun vroolijk bestaan ten offer moesten brengen jaan den zucht tot opschik onzer schoonen. De kleine knagers, die ondeugend uit een breede plooi van den hoed komen kijken, als gesp op een torenhoogen strik gedrapeerd zijn of op eenigerlei andere wijze, dikwijls in grooten getale „smaakvol" een plaatsje in het hoedarrangement vinden, zijn echte opge zette muizen. Natuurlijk hebben witte bruine en gevlekte z.g. Japansche muizen, de preferentie; in enkele gevallen echter wordt ook de gewone grauwe muis als hoed-figurant geëngageerd. Hier mede heeft de mode zich een vruchtbaar terrein geopend tot het doen van nieuwe „ontdekkingen". Misschien zal de menschheid de mode nog eens zegenen, wanneer alle plagen des menschdoms achtereenvolgens haar aandacht hebben getrokken. Te BIRMINGHAM is een baanwachter ge storven, Donald M'Kenzie geheeten. Zijn dood zou zeker de moeite van het vermelden niet waard zijn geweest, iendien's mans geboorte zich niet door een eigenaardigheid onderscheiden had. Hij werd geboren onder het donderend geschuts- vuur van den slag bij Waterloo. Zijn vader, die soldaat was bij de Cameron Highlanders, sneu velde in den grooten slag. Zijn vrouw, die hem vergezeld had, vond hem op het slagveld onder een stapel dooden en stervende en sleepte hem naar een afgelegen plaats, waar ook zij op den doorweekten grond door eenige soldaten gevonden werd. Zij vervaardigden een soort afdakje en groeven een sloot, opdat zij tenminste droog kon liggen. Zoo werd zij moeder, terwijl om haar heen het kanonvuur bulderde. ALCOHOL EN SPIJSVERTERING. Twee Amerikaansche geleerden van het physio- logisch instituut der Yale-Universiteit de New- Haven, Chittendom en Mandel hebben tot het constateeren van den invloed van alcoholische dranken op de scheikundige werking der spijs vertering, een reeks proeven genomen door mid del van kunstmatige spijsverteringsexperimenten, waarbij de vertering bevorderende vloeistof, on der bepaalde, onderling evenredige voorwaarden, ter inwerking op verschillende voedigstoffen ge bracht werd. Absolute alcohol scheen in vier gevallen feite lijk de spijsverteeringsfunctie te bevorderen, doch alleen, wanneer het quantum niet meer bedroeg dan 1 k 2 pet. Wanneer alcohol in hoeveelheden van meer dan 2 pet, werd toegevoegd, werd de spijsverteering merkbaar tegengewerkt. In één geval, waar 3 pet. alcohol aangewend werden, ging de spijsverteringsfunctie in een verhouding van 17.6 pet. achteruit. Zuivere Rye-Whisky (uit rogge gestookt) van 50 a 51 pet. alcohol gehalte gaf dezelfde resultaten, zelfs werd door- eengenomen reeds bij toevoeging van 1 pet. Rye- Whisky een storing in de spijsvertering gecon stateerd tot een verhouding van 6 pet. In drie gevallen evenwel werd bij een toevoeging van 2 k 3 pet. Whisky een verhoogde spijsverterings werkzaamheid waargenomen. Bij de proeven met brandewijn en jenever (van Iersche bereiding) waren de resultaten gelijk aan die met whisky verkregen werden. Hoewel de aangehaalde feiten niet op iederen lezer dien indruk zullen maken, meenen genoemde geleerden te mogeu aannemen, dat brandewijn beschouwd kan worden als een genotmiddel, dat de oplossende werking van het maagsap slechts dan tegengaat, wanneer men zich aan het on matig gebruik van dezen alcoholischen drank overgeeft. In KONSTANTINOPEL heeft men in groote spanning den ,dag van Woensdag tegemoet ge zien. Yolgens overoude gewoonte gaat de Sultan op den 15en dag van het Ramadanfeest van Yildiz-Kiosk naar het oude Seraglio in Stamboel om den mantel van den profeet te kussen. In de tegenwoordige omstandigheden zou de Sultan liever in zijn paleis zijn gebleven, maar zulk een inbreuk op het traditioneel gebruik zou hem zijn troon gekost hebben. Uit vrees voor aanslagen waren buitengewone voorzorgsmaatregelen genomen. Alle huizen langs den weg dien de stoet zou nemen, en zelfs de riolen waren door de politie onderzocht. De win kels moesten gesloten zijn, tooneelvoorstellingen en concerten waren verboden, ook de scholen werden gesloten. De Christenen verkeerden in groote spanning, want zij vreesden dat een aanslag op het leven van den Sultan gevolgd zou worden door een al- gemeene slachting. De Sultan is ten slotte niet eens langs den gebruikelijken weg, maar te water gegaan, omdat hij in een boot aan minder gevaar bloot stond dan in een rijtuig. Er is niets bijzonders voorgevallen. Burgerlijke Stand. Gemeente Sint Pancras. Ingeschreven van 1—31 Januari 1897. OndertrouwdGerrit Booij en Antje Miessen. Getrouwd: Jacobus Kloosterboer, alhier, en Eefje Kokkes, te Alkmaar. GeborenTrijntje, d. v. Jan Kooij en Sijtje Bankersen. Jannetje, d. van Teunis Kloosterboer en Jannetje Groen. Overleden Aaltje Kliffen, echtgen. van Jacob Ruijs. 57 jr. Gemeente Heer Hugowaard. Ingeschreven van 131 Januari 1897. Ondertrouwd en Getrouwd Arie Danenberg en Maartje Baas. Geboren Johannes, zoon van Andries Veld man en Jansje van Zelm. Cornelis Anthonie Alexander, zoon van Pieter Hart en Aagje Pluister. Trijntje, dochter van Simon Doorn en Klaartje Fok. Joannes, zoon van Jan Does en Anna Zijp. Johannes Adam, zoon van Cornelis Wester en Alida de Lange. Catharina, dochter van Pieter Groenveld en Neeltje Quant. OverledenElisabeth Hoogland, wed. Pieter Kos, 77 jaar. Elisabeth, dochter van Hendrikus Chattillon en Femmetje Yeer, 8 m. HeddeHar- tog, wednr. van Antje Boon, 30 jaar. Leven loos aangegeven kind van Cornelis Bleeker en Aagje Groen. Gemeente Winkel. Ingeschreven van 131 Januari 1897. GeborenPieter, zoon van Dirk Kejjzer en Grietje Wit. Jan Frederik, zoon van Cornelis Weder en Neeltje Olij. Ondertrouwd en GetrouwdW. Honingh, wedn. van Pietertje Groot, en M. Kuiper, wed. van Bruin, Helder. Overleden: Gerrit Doves, 17 jr., zoon van J. Doves en A. Fijnheer. Arie Smit, 72 jr. wedn. van M. Boeijer. Pieter Klaaren, 71 jr. echtgen. van A. Yerhoeve Bruinvis. Johan Jacob Beijne- veld, 10 jr., zoon van L. Beijneveld en T. Grin. Jan Boogaardt, 10 m., zoon van J. Boogaardt en G. Leijdekker. Aaltje Boogaardt, 5 jr. en 11 m., dochter van J. Boogaardt en G. Leijdekker. Arien Liefhebber, 39 jr., echtg. v. T. de Graaf. Germ Landman, 1 jr. en IJ m., zoon van H. Landman en T. Kuiper. Gemeente Warmenhuizen. Ingeschreven van 1—31 Januari 1897, Ondertrouwd Jacob Molenaar en Geertruida Bes. Geboren: Theodorus Gerardus, zoon 'van C. W. Stadegaard en C. M. Imming. Martinus, z. van S. Goudsblom en M. Wester. Overleden: Grietje van Schagen,echtgen.van P. Mosch, 62 jaar. Gerrit, voon van P. Berk hout en A. Wit, 15 jaar. Jacob Ursem, wednr. van A. Hoogeboom, 79 jaar. Levenloos aange- geven kind van C. W. Stadegaard en C. M. Im ming. Theodorus Gerardus, zoon van C. W. Stadegaard C. M. Imming, 2 dagen. PREDIKBEURTEN. NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL. Zondag 21 Febr. vm. 9,30 ds. Stramrood. NED. HERY. GEM. NOORDSCHARWOUDE, Zondag 21 Febr. v.m. 9.30 u. Ds. Habbema. GEREFORMEERDE GEMEENTE. Zondag 21 Febr. v.m. 9 uur, n.m. 2 uur. Woensdag 24 Febr. n.m. 6.30 ds. Boeijenga. NED. HERY. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 21 Febr. geen dienst. NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 21 Febr. v.m 9 u. n.m. 2 u. ds. Gemser. Woensdag 24 Febr. nm. 6.30 ds. Gemser. GEREFORMEERDE KERK. (Z u i d e r k e r k). Zondag 21 Febr. vm. 9.30 nm. 2.30 de Heer H. A. van Andel te Gorinchem. Dinsdag 23 Febr. nm. 6,30 u. ds. Bootsma te Helder. CHRISTELIJK GEREFORMEERDE KERK Zondag21 Febr. vm.9.30nm. 2.30 Godsdienstoef. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 21 Febr. vm. 9,30 u. ds. F. C. Fleicher. Marktberichten. Van 13 20 Febr. zijn van het Station NOORDSCHARWOUDE wagons groen ten verzonden met bestemming naar het bui tenland. Groentenmarkt te Broek op Langedijk. Van 15-20 Febr. Reuzenkool f0. a f0. Witte kool f0. a fO.OO Roode kool f8. a f 11. Geele kool f8. a f 11. Rapen fl.50 a f2.50 Ufjen fl.25 a fl.50 Bieten fl. a f 11. Wortelen f0. a f 0- ALKMAAR, 19 Febr. Aangevoerd: 174 stapels Kaas, wegende 72579 Kg. Kleine f 29.50 Commissie a f 27,50 Middelbare f 27.50 1184 HL. Granen, als 94 Tarwe f 6.25 a 7,- 93 Rogge f4,25 a f4,75 Gerst f a f 197 ld. Chev. f4.50 a f 5.25 440 Haver f3,25 a f3.60 306 Boonen als: Paardenboonen f4.— a f4,90 Bruine f 6.50— a f 7.50 Citroen f 7.25— Duiven a f0,a f0,Witte f 10,a f 2 Kanariezaad f 5,— f 0 Rood Mos terdzaad f—af—,0 Geel id. f0.a f Koolzaad f 0,af Lijnzaad, f af, 0 Karwijzaad f a f 0 Blauw Maanzaad f—af,*52 Erwten als Groene f 14,a fGrauwe f 12, a f—Vale id. a 6.50 f f0,Witte -,— a f ALKMAAR 20 Febr. 1896. Aangevoerd2 Paarden f 56.— a f 80,— 8 Koeien f 430 180 a f 228 Nuchtere kalveren f 4.a f14. Vette Kalveren t a fper kilo fO aO. 77 Schapen f10, a f17.Lammeren f a 93 Magere varkens f12.— a f 15. 174 Biggen f6.— a f 40; 7 Bokken en Geiten f2. a f5 kleine id. f0.at Boter per halve K.G. f 0.575. a f 0.675. SCHAGEN, den 18 Febr. 1897. 3 Paardenf Veulens. Stier Geldekoeien (magere) 14 Idem (vette) 14 Kalf koeien Vaarzen Graskalveren 80 Nuchtere Kalveren Rammen Schapen (magere) Idem (vette) 160 Overhouders Lammeren 8 Bokken en Geiten 25 Varkens (magere). 50 Biggen Konijnen Kippen Duiven Kipeieren (per 100) Eendeieren Boter (Kilogram) Kaas 50 f 100 140 210 130 180 5 12 10 17 2 50 7 11 13 0 30 1 0 50 1 0 90 1 3 25 3 1 25 1 0 20 0 40 De handel in vette koeien was stug, de prijzen aag: le' kwal. gold 31 ct. per kilogr. Kalf koeien waren prijshoudend bij redelijk vluggen handel. In overhouders was de omzet gering. Aan de vette varkensmarkt werden 23 stuks aan gevoerd; de prjjzpn liepen van 34 ct. tot 44 ct. per kilogram. In een onderzeesche boot naar de Noordpool. De onderzeesche booten en ze zijn talrijk varen en bewegen zich zeer goed op zekere diepteze zijn gedurende een des te langer tijdsbestek bewoonbaar, naarmate hun afmetin gen grooter zijn. De twee grootste moeilijkheden, waarop men tot heden bij de aanwending ervan gestooten heeft, zijn geweest de besturing en het zien. In het onderhavig geval van een Noordpoolexpedi tie, dat ons hier bezighoudt, zjjn deze beide moeielijkheden van ondergeschikt belang, aange zien men zich alleen behoeft te laten leiden door de magneetnaald van het kompas, om zich niet al te zeer in den te volgen koers te ver gissen, daar de magnetische pool niet ver van de aardpool af ligt. Wat het zien aangaat, daaraan kon men tege moet komen met electrische waarschuwtoestel- len, om onderzeesche eilandjes of klippen te on derkennen. Men weet, dat de thans bestaande onderzee sche booten in 't algemeen 25 a 30 M. diep kunnen zinken er zijn er zelfs, die 45 en 50 M. diep liggen. Anderzijds weet men door de waar nemingen van Nansen, dat de poolzeeën niet over haar geheele uitgestrektheid met ijs zijn bevloerd, doch dat er zich groote openingen tusschen de ijsbergen en de ijsvelden vertoonen. De onderzeesche boot kon dus dikwijls aan de oppervlakte verschijnen voor het doen van waarnemingen en het opdoen van inademings- lucht. In gewone tijden zou de onderzeesche boot, zoolang de zee open lag, aan de oppervlakte varen. Alleen bij de nadering van ijsbergen zou ze onderduiken en op genoegzame diepte blijven om onder ijsbergen door te gaan, die gewoonlijk slechts een geringen diepgang be zitten in verhouding tot de hoogte boven het zeeoppervlak. De onderzeesche boot zou, eenmaal den ijs berg voorbij, een eind weegs verder, weer boven komen. Jn zekere gevallen kon men zelfs deze drijvende hinderpalen met dynamiet laten sprin gen, evenals de onderzeesche torpedobooten pant serschepen laten springen, minus de vrees echter door den in den lucht geslingerden vijand in diens val meegesleept te worden, aangezien de brokstukken der ijsbergen nog ijsschotsen zouden zijn van kleiner afmeting, die zouden blijven drijven, doch een minder groote ruimte innemen. In een meer verwijderde toekomst zal men zelfs een flottielje van onderzeesche torpedo booten kunnen aanwenden, om alles voor zich in de lucht te laten springen en zoo door het ijs een doortocht te banen voor gewone schepen of voor die van het genre van de „Fram", even als men op 't land bergen laat springen, waarin men passen voor wegen en spoorljjnen wil ope nen. Langs den weg, die door de onderzeesche boot wordt gevolgd, kon men kleine ballons en post- ballons oplaten, dienende om de richting van den wind aan te geven en tijdingen over te brengen, om op het vasteland de achtereenvolgens gedane waarnemingen bekend te maken. Deze tijdingen zouden een afschrift vormen van het scheepsjournaal; zoo zou men, onder steld zelfs dat de expeditie niet kon terugkee- ren of haar reis geheel volbrengen, op de hoogte blijven van den voortgang, dien ze maakte en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 3