Te Koop: Siiknetten Adverteiitiën van 1—5 rebels 30 cent, elke regel (laar boven 5 cent. Openbare Verkooping op WOENSDAG 24 FEBRUARI 1897, Wortelen Netten TE KOOP aangeboden. F. BERKHOUT, te Zuidscharwoude. K. VAN (ES Jr. Gevraagd: Een flinke Krullejongen. bij D. BLOM, ORGELLES. Een stuit MEST, Noordhollandsch. Grondcrediet, Hypotheekbank J.BOSSERTHzn, Verkoop en Reparatie onder garantie. DE IIIILLAiVDSCIIE LELIE (Johanna van Woude.) IJZEREN VAARTUIGEN. voor Langedijk en Omstreken, van de vorderingen van haar nasporingen, Het gebruik van postballonnetjes schijnt ons verkieslijker toe dan dat per postduiven, die de buitengemeene koude per poolstrekon niet kuu- nen verduren, noch de vermoeinissen van zoo'n langen tocht doorstaan. In 't voorbijgaan moeten we opmerken, dat de golfbeweging slechts op geringe diepte merkbaar is en dat de temperatuur van het water onder den zeespiegel gewoonljjk boven het nulpunt staat, zoodat de reizigers gedurende hun over tocht noch stormen, noch de vinnige koude der buitenlucht te vreezen gouden hebben. WAAROM BLOOST MEN? Claude Bernard heeft de physiologische toe dracht van» het blozen beschreven als een korte flauwte, veroorzaakt door zekere ontroeringen, een plotselinge stilstand van het hart, dat aan stonds weer met meer kracht in bewerking treedt, in de borst opspringt en het bloed met geweld in de aderen stuwt. Welke ontroeringen roepen een dergelijk gevolg te voorschijn? Volgens Camille Melinaud bloost men in zeer verschillende omstandighedenuit bescheiden heid, uit schaamte, uit bedeesdheid, uit verle genheid; doch het gevoel, dat de ontroering te weegbrengt, waaruit het blozen voortvloeit, is altijd hetzelfde: het gevoel, dat men aan mij ziet, wat ik verbergen wil. Dat is het bijzondere feit, waarmede het blozen altijd samengaat, dat er mee gepaard is: de vrees, dat een lust, een lijden, een ontroering, een geheime gedachte aan 't licht komende vrees niet te ontsnappen aan de oogen, die ons waarnemen of aan het ver stand, dat ons doorziet; de vrees, doorgrond te worden, ontmaskerdhet gevoel, dat men op den bodem van ons hart als in een open boek leest het gevoel, dat men tegen onzen wil ons door schouwt het gevoel van een soort moreele over weldiging. De schrijver komt eerst tot deze gevolgtrek kingen, na elk geval in 't bijzonder bestudeerd te hebben. Een loftuiting doet ons blozen, om dat het ons eenerzijds een groot genot verschaft en we anderzijds niet willen, dat men het be merkt het is een overeengekomen zaak, dat we zedig moeten zijn. Een jong meisje hoort een onvertogen woordeen van beideze begrijpt 't of ze begrijpt 't niet. ïn het tweede geval ontroert ze niet en er vertoont zich geen blos. In het eerste geval is ze geërgerd, gekwetst, tenzij ze het aardig vindt in elk geval ze ontroert. Deze ontroering nu behoort ze te ver bergen want ze wordt geacht niets te begrijpen, niets te weten. Tot eiken prijs moet ze zich houden, of ze iets begrijpt; men mag haar ont roering niet bespeuren. Ze doet zich geweld aan om deze te bedwingen. Met den bedeesde is het niet anders gesteld. Ondervraagd zijnde, vreest hij niet te kunnen antwoorden, of een minder goed antwoord te ge ven, dan hij kan; zjjn eigenliefde is er bij be trokken, is geprikkeld, maar hij wil niet, dat men dit bespeurt. Het jonge meisje, tot 't welk men plotseling het woord richt, de nieuwe ling in een salon, de jonge vrouw, die dooreen bekende wordt aangesproken, verkeeren in het zelfde geval; zij willen met haar uiterlijk en met haar verstand, met hun houding en haar antwoorden een gunstigen indruk maken, ofschoon ze eigenlijk in buitengewone verlegenheid ver keeren; ze vreezen een openlijke of bedekte ver- veroordceling, doch stellen alles in 't werk om haar onbehagelijkheid niet te verraden. Het blozen uit verlegenheid kan op dezelfde wijze verklaard worden. Een kind heeft gelogen het bloost, omdat het opeens vreest, dat zijn leugen ontdekt wordt. Een weldoener wordt be trapt op het doen van goede werken hij was er uit liefdadigheidsschaamte op gesteld ze in het geheim te volbrengenvandaar voor den een als voor den ander een pijnlijk gevoel. In al deze omstandigheden ontstaat er een soort innerlijke strijd, waarvan het gevolg is een hevige ontroering, die terugwerkt op het hart en den bloedsomloop en het blozen teweegbrengt. Om niet de dupe te zijn van een toevallig sa mengaan, dat het moreele en physische feiten voor zijn oog vereenigt, en opdat het wel dege lijk vaststaat, dat de vrees ontmaskerd te worden is de eenige ware oorzaak van hfet blozen, levert de schrijver een soort proefondervinderlijk tegen bewijs van de conclusies, waartoe hij gekomen is. Hij neemt gevallen aan, waarin, alle zaken gelijk en de vrees weggenomen zijnde, de blos moet verdwijnen. Hij neemt als typisch voorbeeld een verliefd paar. Zij blozen niet meer, zegt hij, in eikaars bijzijn en toch geldt 't hier dingen, waarvoor men gewoonlijk bloost. Waarom blozen ze dan niet meer? Omdat ze niet schromen zich zoo te toonen als zij zijn. Zij behoeven *hun ge voelens niet meer voor elkaar te verbergen, zij hebben ze elkaar bekend; ze trachten niet meer zich anders voor te doen. Wat ze overal elders zouden verbloemen, onthullen ze in eikaars bij zijn. Zij heben voor elkaar geen masker meer voor; zij vreezen niet meer ontmaskerd te worden. Het kind begint eerst te blozen, wanneer het leert veinzen en bedenkt, dat het er belang bij heeft niet alles te zeggen, wat het gedaan heeft, niet alles te vertellen, wat hem invalt. De armen van geest, de idioten blozen niet; het blozen doet zich niet voor zonder zekere moreele ontwikke ling. Alzoo, zegt de schrijver, stemt de ervaring met de theorie overeen. Advertentiën. Aan allen, die ons op 16 dezer van hunne be langstelling blijk gaven, betuigen wij onzen innigen dank. A. PRIJS Oudkarspel en Echtgenoote. 19 Februari '97. te Noord-Scharwoude in „DE BURG", s avonds G uur, ten overstaan van den te Alk- maEfr gevestigden Notaris HENDRIK JAN DE LANGE, van: en WATER, te NOORDSCHARWOUDÊ, aan de Prekersloot en bewesten den Winterweg en ten noorden van de Molensloot, samen groot 1 hectare 21 aren 7 centiaren, in perceelen en massa. Te aanvaarden dadelijk, eigendom van Me juffrouw de Weduwe L. KALYBRDIJ K O O T J E R S. Breeder bij biljetten en inlichtingen verkrijg baar bij de Firma GOUWE Co. te Alkmaar en ten kantore van voornoemden Notaris. en Sliknetten 55 a 60 cent i per Wortelennetten f4.20 STEK. Gebreid van best blauw garen voor Werkverschaffing. Verkrijgba'ar bij Bij deze heb ik de eer u kennis te geven, dat de Oi rot te rij en de handel in aanverwante artikelen van heden af door mij is ov e r g e d a a n aan mjjn zoon K. VAN IVlEiVEtS Jr. die genoemde zaak, als voorheen door mij bestuurd, op den zelfden voet zal blijven voortzetten. Onder dankzegging voor het genoten vertrou wen gedurende ruim 41 jaren van burgers zoo wel als handelareu ondervonden, beveel ik mijn opvolger ten zeerste aan. K. VA» H1ENES Sr. Noordscharwoude, Februari '97. JVIif refereerende aan bovenstaande bericht ik dat de zaak gedreven door mijn vader, den heer Ivvan IVienes Sr., door mij is OVERGENOMEN en op dezelfde wijze zal worden voortgezet. Mij ten zeerste aanbevelende bij de geachte cliëntè'.e hoop ik niets onbeproefd te zullen laten hetzelfde vertrouwen deelachtig te worden dat mijn vader gedurende een lange reeks van jaren is geschonken. UEd. Dw. Dien., Noordscharwoude, Februari '97. AMSTELS ADVERTENTIE-BUREAU, Saen- redamstraat No. 61 te Amsterdam, vraagt adressen van personen die in de plaats hunner inwoningen omstreken een Agentuur wenschen waar te nemen, wat een ruime ver dienste oplevert. Noordscharwoude. Timmerman. We omlerareteekeiMle beveelt zich beleefd aan tot liet «reven van OBMiKfi,LES. W. KEIZER, BROEK OP LANGEDIiK. Direct.v.h. Fanfare. van 3 koeien voor 35. Te bevragen bij JT. D F L _A_ IN" Gr E, SLOOTGAARDPOLDER, gem. Haringkarspel. T E ALKMAAR. Volteekend Maatschappelijk Kapitaal f 1.000.000. Directeur J. F. MO ENS. De VENNOOTSCHAP verstrekt gelden op lo hypotheek en geeft 31/2 pandbrieven uit in stukken van 5000, 1000, 500 en 100 gulden. Agent te Wud-Kaispeltie heer VIN. Mient B 26, ALKMAAR. MAGAZIJN van Horlogiën, Pendules, Regelateurs, Wekkers en Barometers, Goud, Zilver, Diamanten, Koralen en Haarwerken. ZIK ÉTALAGE. Inkoop hoogste waarde. Bij den ondergeteekende verschijnt iederen Woensdag: Weekblad voor Dames Mevr. S M. C. van Wermeskerken-Junius ,,De Hollandsche Lelie" is het eenige Week blad in Nederland voor Dames uit de hoog ste en beschaafdste kringenlet hierop voor uwe advertentiën. Prijs per jaargang f 4.50 fr. p. p. f5- Proefnuinmers gratis. Amsterdam. L. J. VEEN. als KOOLPRAMEN, BOEIERS,SCHUITJES MODDERBAKKEN, enz., worden tegen billijken prijs vervaardigd aan de Werf ,l>ficolaas VVitsen" van W. F. Stoel Zoon, ALKMAAR Xlilc Jaargang* van SIK 11AXAU. llaines-xTOodegids, bevattende DAMES- en KINDERMODES, benevens HAND WERKPATRONEN. HG* IEDERE WEEK VERSCHIJNT EEN NUMMER. In ieder N°. tekst, zwarte platen, modekroniek, feuilleton, enz. enz. Ie Uitgavezonder gekleurde platen met 3 snij patronen en 3 groote geknipte patr. Per 12 nrs./T.25p. post fl .40 2e als de le uitg., met daarenboven 6 gekleurde platen -1.75; •2.50; •2.65 12gekl. pl. en 1 bijzonder geknipt patr. hij liet (ie nr. 4e 3e bij het (Je nr. 1 gekuipt patroon naar keuze; hij het 12e nr. een gekleurd fraaie-handwerkpatroon.3.— -3.25 PROEFNUMMER EN PROSPECTUS ALOM. UitgaYe Yan G^^TA1£T-%t! 's"Gravenhage- elkaar in verband kon brengen. Gij hebt wonderen verricht, dokter Stone, zeide dokter Fletscher tegen zijn plaatsvervanger, een jonge geneeskundige van groote bekwaamheid. De patiënte op het kasteel Cliffe Court, Esther Grant, is bijna hersteld. Ik stel dan ook zeer veel belang in deze patiënte en heb van haar ziekte een bijzondere studie gemaakt, was het ant woord. Om u de waarheid te zeggen heb ik ook proeven met haar genomen, die beter geslaagd zijn dan ik had durven hopen. Denkt gij dat zij haar geheugen ooit terug zal krijgen Zeer zeker denk ik dat, het hangt alleen maar af van een zorgvuldige be handeling en we zullen er wat geduld mee moeten hebben. Thans vooral vereischt haar toestand de grootste omzichtigheid een onverwachte ontroering kan al onze vorderingen weer vernietigen, maar wan neer zoo iets haar bespaard blijft, dat acht ik mij verzekerd, dat zij volkomen genezen zal. Onder deze omstandigheden hield dok ter Fletcher het voor geraden, Esther Giant op Cliffe Court te laten, opdat zij onder behandeling van dokter Stone zou kunnen blijven; hij schreef dit aan mrs. Carroll en Arline, die zijn zienswijze ten volle deelden. Mrs. Carroll stelde met den dag meer belang in het drama, waarvan Hubert Cliffe de hoofdpersoon was en haar ongerustheid, teen er nog altjjd geen berichten van hem kwamen, was bijna even groot^als die van Arline. Alweer is er een dag voorbijgegaan en nog geen tijding van hem, zuchtte Ar line, terwijl zij aan het venster zat en de avondschemering zag vallen. Mrs. Carroll, die aan het haardvuur zat, zeide op zeer beslisten toon: Ik vind werkelijk dat wij eens iets doen moesten om te vernemen waar hij is, ja, meer dan dat, wij zullen het geen oogenblik langer uitstellen. Een reis naar Londen is tegenwoordig niet meer zulk een onderneming als toen ik nog een kind was, men had destijds de spoorwegen nog niet en bleef op zoo'n tocht dagenlang onder weg. Wanneer nu de avondpost geen brief brengt, dan zullen wij morgen met den eersten trein vertrekken en zoolang te Lon den blijven, tot we hem gevonden hebben. Hoe denkt ge daarover? Het meisje sprong verheugd Op, snelde op de oude dame toe en nam haar beide handen, die zij erkentelijk drukte. Wilt gij dat werkelijk doen? vroeg zij. Zeker. O! wat zijt ge toch goed, wat zijt ge toch goed. Maak daar nu niet zooveel ophef van, kindlief, wanneer een mensch oud wordt, dan kan hij zoo licht eigenzinnig worden en daar wil ik voor oppassen, want ik voel soms dat ik, ondanks mijn moeite om het tegen te gaan, er ook neiging toe heb. Ik ben welgesteld en het is mijn plicht van mjjn geld een zoo goed mogelijk gebruik te maken, daar ik toch geen bloedverwan ten heb, die van mij erven moeten. Daar komt nog iets bijeen weinig eigenbelang. Wanneer Hubert Cliffe werkelijk de zoon van mijn lieve Kitty is hetgeen ik op recht wensch dan zou ik hem gaarne leeren kennen. Vertel mij eens, mijn kind, hoe ziet hij er uit? Arline had den man harer keuze reeds eenmaal beschreven, maar zij sprak zoo gaarne over hem, dat het volstrekt geen opoffering voor haar was, dit voor een tweeden keer te doen. Het was integendeel een groote vreug de voor haar, het fiere, mannelijke gelaat van Hubert, zijn vriendelijke blauwe oogen zijn innemenden glimlach, die zulk een aantrekkelijkheid aan zijn voorkomen gaf, te beschrijven. Hij was immers haar ide aal, de held, die haar jeugdig hart veroverd had! Op dezen avond evenwel stemde de her innering aan hem haar droevig en een poosje later sloop zij zacht het huis uit, begaf zich in den tuin, dwaalde langs de met dorre bladeren bedekte paden en vroeg zich opnieuw af gelijk z\j in den laatsten tijd reeds zoo dikwerf had gedaan wat er toch wel van hem geworden was en wat de reden van zijn stilzwijgen kon zijn. Wanneer ik vernemen moest dat hij mij ontrouw geworden is, dan zou ik het besterven, mompelde zij op hartstochte lijken toon, terwijl zij staan bleef en omhoog staarde naar den hemel, waaraan slechts hier en daar een enkele ster begon te fon kelen. Juist op hetzelfde oogenblik hoorde zij de deur in het ijzeren tuinhek knarsen Zij keerde zich snel, eenigszins verrast, naar den ingang van den tuin, want het was al wat laat oin nu nog bezoek verwachten en de dienstboden maakten nooit gebruik van dezen toegang. Langs het oprijpad naderde een hooge gestalte, in een larige pelsjas gehuld, een gestalte, die haar maar al te goed bekend was. Met onstuimig kloppend hart en vast tegen de borst gedrukte handen kwam zij snel eenige schreden nader; toen uitte zij een zachten, half onderdrukten kreet, sprong op de gestalte toe en... een oogen blik later lag zij in de armen van haar beminde. Inderdaad, het was Hubert Cliffe, nog altijd zwak en ternauwernood hersteld van zijn ernstige ziekte, .waarvan de spo ren nog aan zijn bleek gelaat en zijn on- zekeren gang duidelijk op te merken waren. Dolores had voor hem naar dokter Flet cher geschreven om het adres van Arline en deze had het hem gezonden, zoodra hij van zijn reis thuis gekomen was. Nu was Hubert niet langer terug te houden geweest en hoewel hij nog zeer zwak was, vertrok hij onmiddellijk naar W—om Arline opheldering over zijn stil zwijgen te geven. De vreugde van Arline was onbeschrij felijk. Ook zij had hem een lange geschiede nis te vertellen, nadat zij van Dolores en haar goedheid vernomen had, maar voor dat zij hem die verhaalde, nam zij hem mee in huis en stelde hem aan mrs. Car roll voor, die hem hartelijk welkom heette en hem lang en aandachtig in het gelaat staarde. Hij heeft blauwe oogen, de oogen van mijn arme Kitty, maar verder vind ik in zijn trekken geen spoor van gelijke nis zeide de oude dame, tot niet geringe verbazing van den jongen man, die na tuurlijk niet vermoeden kon, wat zij be- ielde. Het werd |hem echter spoedig opgehel derd, en Arline vertelde hem van het vinden van den brief der arme Kitty en het uitgangspunt, dat deze brief aan wees, ^oor het opsporen der wettige ge boorte van den laatsten Cliffe. Gij ziet dus, dat gij voorloopig niet naar Australië behoeft te gaan, voegde Arline er bij, toen zij alles had verteld. Zeker niet, en gij zegt dat Esther Grant in beterschap toeneemt vroeg Hu- bert. Zij is zoo goed als hersteld. Dokter Fletcher schreef mij in zijn laatsten brief dat haar genazing verrasende vorderingen maakt; en dat hij allen grond heeft om te hopen, dat zij binnen zeer korten tijd haar geheugen geheel teruggekregen zal hebben, antwoordde Arline. (Wordt vervolgd). Snelpersdruk J. H. KEIZER, Noordscharwoude.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 4