it h \4 Nieuwe Langedijker Courant" van Zondag 7 Maart 1897. Nieuwstijdingen. éi program slaat op de werkelijkheid waarin wij leven. Het was mijn doel het program te be- oordeelen. De voorz. Dit is op het oogenbhk met aan de orde. De heer Melchers. Wanneer mij niet de gelegenheid wordt gegeven uit een te zetten hoe ik over het program van de L. CJ. denk dan zal ik dat moeten uitstellen tot a.s. Don derdagavond wanneer ik in eene openbare vergadering voor de arbeiders zal optreden, doch dan vraag ik u wat of wij dan 'noodig hadden heden avond hier te komen? De heer Ton stelt nu voor dat de heer Kempers, door zich te zuiveren van de blaam die hem op de schouders is geworpen, in eene openbare vergadering eens uitlegt hoe hij over de arbeiders denkt, want, zegt de heer Ton, bij de vrienden is het goed informeeren. De heer Kempers antwoordt daarop dat hij geen spreker is om in het openbaar op te treden; hij moet daarvoor dan ook bedanken. Dat gij de menschen niet gelooft die hier aan wezig zijn, kan ik niet helpen. Dat gij echter tegen de uitdrukking in het verslag opkomt, neem ik u volstrekt niet kwalijk, maar ik begrijp niet, dat ge ook nu nog, niettegen staande de getuigenis van velen, het mij kwa lijk blijft nemen. De heer Kleijer licht de zaak nog even na der toe en zegt, dat Mj de heeren gerust kan stellen, want dat die uitdrukking in het de bat over de belasting, tusschen den heer Kem pers en hem gevoerd, en waarin de heer Kempers hem bestreed is voorgekomen. De heer Kempers heeft wel degelijk gelijk en heeit zich niet in dien geest uitgelaten zooals het door velen is opgevat.1 Integendeel is door hem gezegd dat het goed is, dat de werklieden een woordje medespreken. Hierna verkrijgt de heer Böttger het woord, en zegt: Mijne heeren, ik wil in algemeene trekken er op wijzen wat de kiesvereeniging wil. Gelooft niet dat omtrent het program van de Liberale Unie zoo'n groote instemmig- heid heerscht onder de leden. Ik zelf zou verder willen gaan dan waarop in het pro gram van de L. U. wordt aangedrongen. Doch toen ik voor het program stemde, had bij mij dit den doorslag gegeven, dat we de meeste kans van slagen zouden hebben, wanneer we dit program voorloopig als richtsnoer namen, want dat we anders door versnippering van stemmen de kerkelijke partijen in de hand zullen werken bij de a.s. verkiezingen. Het is ons te doen geweest mede te helpen tot stand brengen, datgene wat de L. U. op den voor grond stelt, en daarvoor riepen wij uw hulp in. "Wanneer eenmaal dat programma tot werkelijkheid is gekomen, zal ook de kies vereeniging „Vrijheid" wel weer verder gaan en ondersteunen wat dan weer om hervorming vraagt. Hierop neemt de voorzitter het woord. Mijne heeren, ik geloof, dat het doel waarvoor wij heden avond bij elkander zijn gekomen, door u niet goed is begrepen, dat spijt mij zeer. Het doel was lezing en verklaring van het programma van de Liberale Unie en van ons reglement en die toelichtingen te verschaffen welke mochten worden gevraagd, en na de bespreking u de vraag te stellen, wilt ge u bij ons aansluiten? De heer Van der Molen zegt dat hij om trent het doel dezer vergadering niets op het aangeplakte biljetje heeft gelezen, waarop de voorzitter nog antwoordt dat hij in zijn op roeping wel degelijk het doel heeft omschre ven en het verzoek richtte tot de arbeiders om ter vergadering te komenden voort te^bou- wen op het programma van de L. U. door lid te worden van de politieke Kiesvereeni ging „Vrijheid." De voorzitter sluit nu de vergadering met een enkel woord, waarin hij de hoop uit spreekt als het er eenmaal toekomt dat we allen in hetzelfde gelid zullen staan en elkan der zullen steunen ter voorkoming van min der gewenschte uitkomsten. ZUID-SCH ARWOUDE. Het fanfarecorps „Kunst na Arbeid" alhier gaf Donderdag 25 en Zondag 28 Februari jl. zijn laatste uitvoeringen voor dit seizoen. Beide avonden was de zaal van den beer A. Kist geheel bezet door een aan dachtig luisterend publiek. Luide bijvalsbetui gingen vielen den directeur, den heer Pluister en zjjne schare fanfaristen ten deel. Niet on vermeld mag blijven, dat het instrumen tale gedeelte van het programma op aangename wijze werd afgewisseld door tooneel en zang. „Een uurtje bij den photograaf" werd zeer verdienstelijk gespeeld en viel evenals de komische scène „Hansworst in 't verhoor" zeer in den "temaak van 't publiek. Nog gaven twee der leden ten beste „Ik lach me ziek" dat door hen op meesterlijke wijze werd voorgedragen. „Kunst na Arbeid" kan met voldoening op 1 laatste uitvoeringen terug zien. Excelsior! zij steeds haar streven, en zij zal haren leden nog menigen genotvollen avond be reiden. ZUID-SCH ARWOUDE. Het herhalingsonder- wijs in onze gemeente is wederom voor dezen geëindigd. Gewis kon het aantal leerlingen voor eene plaats als de onze, waar de afstanden van school zoo gering zijn, aanzienlijk grooter wezen. Slechts elf meisjes en acht jongens volgden dit seizoen de lessen; en niet eens allen even trouw ook hier zelfs schoolverzuim. Yan de meisjes en een viertal jongens mag evenwel gezegd worden, dat ze trouw school- kwamen en de winteravonden op die wijze nut tig hebben besteed. Op het hulpkatoor te ZUID-SCHAR- WOUDE, werden gedurende de maand Februari 1897 ingeschreven 129 inlagen, tot een geza menlijk bedrag van f5188.37. 7 terugbetalingen vonden plaats, uitmakende f 302.00het getal boekjes, opnieuw uitgegeven bedroeg 9 stuks, welks laatste was genummerd 7765. Onze Correspondent te SINT-P ANKRAS schrijft. Het fanfarecorps „Concordia" alhier gaf Dins dag- en Donderdagavönd in het lokaal van den heer P. Greeuw eene goed geslaagde uitvoering. Onder de leiding van den ijverigen directeur, den Heer Pluister, had het gezelschap weder goede vorderingen gemaakt. Ter afwisseling werd weder een tooneelstuk gegeven en wel: Dat heeft mijn commensaal ge- tan." De acteurs en actrices brachten het er allen heel goed af. „DE MAN DER TOEKOMST." „Marie" zeide hij, een weinig zenuwachtig, toen zijne wederhelft het ochtenblad nederlegde en een cigarette opstak, gereed om naar het kan toor te gaan, „lieve Marie, zou je vandaag wat geld voor me te missen hebben?" Zijne vrouw zag hem wrevelig aan. „"Wat! alweer, George?" zeide zij; „ik heb je pas je huishoudgeld gegeven laat zien was het niet Donderdag? Jelui mannen denkt waarlijk, dat het geld ons vrouwen op den rug groeit." „Je vergeet, lieve", waagde hij het aan te merken, „dat ik het dienstbodenloon en belas ting te betalen heb gehad, en de kinderen hebben allebei nieuwe laarsjes noodig." „Heb ik je daar geen geld voor gegeven?" „Neen, lieve; dat was voor het flanel voor Anne's warme rokjes, die ik maak. Bovendien, lieve je moet er niet boos om worden zag ik gisteren bij de voorjaarsopruiming zoo'n mooie broek, dat ik de verzoeking niet kon weerstaan die te koopen, en je weet, dat ik eene nieuwe broek hoog noodig gad." „Dat 's altijd je praatje, George," zeide zij toornig„je verkwisting aan kleeren is meer dan erg; 't is jammer, dat jij het geld niet verdien, dan zou je er de waarde beter van kennen. Daar, neem dat, en zie, om 's Hemels wil, dat je er wat van je huishoudelijke rekeningen mee be taalt en het geld niet aan allerlei prullen verspilt." „Dat 's een lief, goed vrouwtjeriep hij, ver heugd, „laat me je helpen Marie, om je jas aan te trekken", terwijl hij haar in de vestibule volgde. „Hoe laat kom je thuis?" „Dat weet ik niet", antwoordde zij. „Ik heb vandaag op het kantoor veel te doen en daarna ga ik voor een uur of zoo naar de club. Je be hoeft dus met het eten niet op me te wachten." O, dat treft heerlijk!" zeide hij daarop. „De waschvrouw komt juist vandaag en ik moet met de meiden schoone gordijnen ophangen. Geef mij een kus lieve. Daar komt je tram aan." En terwijl de kostwinner snel de deur uitliep, wierp Ceorge haar tot afscheid een kushand toe, en ging naar boven, om de kinderen een badje te geven. STEMMEN. Donderdag zaten twee heeren in een spoorwa gon-coupé wat meer gebeurt. Ze hadden het over de politiek wat ook meer gebeurt. „'t Is me 'n gedoe met die kiezerij", zei de een, z'n krant toevouwend. „Ja," zei de ander. „'t Is of de menschen geen hooger doel heb ben dan te stemmen." „Dat hebben ze ook niet ik ten minste." „Zoo, meneer." „Ja, meneer." "Vindt u het dan zoo prettig?" „Prettig? Och ja, maar de hoofdzaak is dat ik er mijn brood mee verdien." Wat?" M'n brood mee verdien." Uw brood mee verdien? Dat heb ik nog nooit gehoord." „'t Is toch heel eenvoudig. Vandaag stem ik in Hilversum, morgen in Baarn, overmorgen in Amsterdam als u wilt, stem ik voor u ook, heel graag." De eene meneer denkt, dat de andere meneer niet goed bij zijn hoofd is, en zwijgt. Maar als hij zijn reisgezel verliest, doordat deze onderweg uitstapt, wordt de zaak hem helder, want de on begrijpelijke biedt hem, alvorens den trein te verlaten, zijn kaartje aan, hetwelk uldusluidt: R pianostemmer. Uit den Haag wordt aan het Hbl. mee gedeeld, dat de musicus Edvard Grieg Donder dag de zitting der Tweede Kamer bijwoonde. Erkentelijk voor het bericht, vragen wij ech ter naar de beteekenis. Zou de heer Grieg van plan zijn de beraadslaging over de Kamers van Arbeid op muziek te zetten Wagenaar heeft wel het opschrift van de Zweedsche lucifersdoosjes tot onderwerp van eene compositie gemaakt, die zeer geprezen werd waarom zou ook de discussie over de Kamers van Arbeid daarom niet de stof kunnen leveren voor een toondicht (A. C.) ZUID-LIMBURG schijnt een schoone toe komst te hebben. Op versohillende punten ge schieden boringen naar steenkolen, hier en daar met gunstige resultaten. Te WINSCHOTEN vervoegde zich bij de politie iemand met bebloed hoofd: zijn 15-jarig zoontje had hem zoo toegetakeld Lief! De Nederlandsche „hooggeleerde" wereld is weder met een vreemdeling binnen zeven jaren de vierde reedsverrijktde Staats courant" meldde de benoeming van dr. A. Dö- derlein, buitengewoon hoogleeraar te Leipzig, tot professor in de verloskunde en de vrouwen ziekten aan de Universiteit te Groningen. Ook al lijdt men niet aan chauvinisme, dan moet men zich toch, zachtst genomen, verba zen, dat minister Van Houten voor de vervul ling van den hoogleeraarszetel leentje-buur in den vreemde heeft gespeeld. In ons kleine landje hebben wij tal van uit nemende beoefenaars der wetenschap, die pro fessor Döderlein zal doceerenwij denken aan dr. Nijhoff te Amsterdam, dr. Vroesom de Haan te Rotterdam, dr. Doorman te Leiden, enz. Zijn die allen zooveel minder bekwaam of geschikt dan dr. Döderlein Och kom Wellicht zijn zij echter gepolst en hebben zij verzocht niet in aanmerking te komen. Dan zou men in dè benoeming moeten berusten maar anders heeft de minister een daad ver richt, die elk Nederlander hein euvel mag duiden. (R. N.) NOG EEN CURIOSUM. De Burgemeester eener plattelandsgemeente in de provincie Gelderland ontving dezer dagen den volgenden brief rotterdam Den 10 Feebere 1897 Waarri Frient burge Meester Met Deeze Neem ik De pen op om u eens te sclirijfen Daar meede verzoek ik ik vriende lijk of U zoo Goet wil weesen en maaken De trouw papieren van klaar het zou Mij veui Gee Noege Doen als u Daar Werk van Maak ik verzoek vrindelijkom Mij Doopakt en Mij papieren als er eistaan veelt Dan schij-f Mij een te rug. Dan zal ik u Dezen te oover sturen. Dus ik verzoek vriendelijk Dat u Daar werk van Maake zult het zoo Mij veul Ge Noegen Doen. NOG ALTIJD MET Z'N VOETJES NAAR BINNEN Als een staaltje welke malle eischen sommige „beschaafde" ouders zoo al aan de school stellen, deelt een hooggeleerde heer in de Gids van deze maand in 't voorbijgaan mede, dat een mevrouw te Amsterdam door haar dienstmeisje aan een meester van een openbare school 4de klasse liet vragen: „Hoe dat toch zat met die voetjes van Kareltje, hij was nu al twee weken op school en liep nog altijd met z'n voetjes naar binnen Niet waar, waartoe dienen dan die „dure" Stadsscholen met dat „hooge" schoolgeld, als de meesters zelfs niet voor zoo iets zorgen DE LOTGEVALLEN VAN EEN MILICIEN. Dat het ontbreken van eene definitie wat moet worden verstaan onder gebreken in en door den militairen dienst ontstaan, aanleiding kan geven, tot veel onaangenaamheden, heeft de milicien Dijksma uit Nieuwehorne ondervonden. Als mi licien der lichting 1895 ingedeeld bij de infan terie in garnizoen te Amersfoort, nam hij, na pas ziek geweest te zijn, deel aan eene oefening in den looppas, 't Viel hem te zwaar, maar op de vriendschappelijkste opmerking van een sergeant, dat men er spoedig was, hield hij zich kranig. 't Bleek echter dat hij te veel van zijn krach ten gevergd had, althans hij moest in het hos pitaal worden opgenomen, waar hij met goed gevolg eene gevaarlijke operatie onderging, 't Bleek later noodig dat hij nogmaals geopereerd werd en hij werd toen naar het hospitaal te Utrecht vervoerd, waar hij wederom eene operatie onderging, doch ditmaal ging 't niet zoo goed. Het slot was dat hij, niet meer tot werken in staat, gepasporteerd werd met een gratificatie van f30. Deze gratificatie werd door hem ge weigerd en hij verzocht om pensioen. Op dit ver zoek werd hem te kennen gegeven dat de wet de pensionneering wegens gebreken in den dienst ontstaan niet toeliet. Het gevolg is geweest, dat Dijksma thans niet tot werken in staat is. Daar bovendien zijn dienst niet als volbrachten broederdienst in aanmer king kwam, moet zijn broeder ook dienen en deze is dezer dagen dan ook ingelijfd. Dijksma heeft zich thans opnieuw tot H. M. gewend met verzoek om een nader onderzoek naar de vra^tg of hij niet geacht moet worden in en door den dienst gebreken, die hem recht op pensionneering geven, te hebben bekomen. Maart is de maand van asperges te plan ten. De nieuwere en betere kweek wij ze wil ech ter niets meer weten van de oude, verbazend diepe planting. Men zet de twee- of driejarige planten gewoon weg ter hoogte van den bega- 1 nen grond, waarna men ze licht met aarde be- dekt. Zoodoende kunnen ze genieten van lucht, j licht en warmte, wat ze evenzeer noodig heb- ben als iedere andere plant, doch wat bij de oude kweekwijze geheel was buitengesloten. Als de ondergrond maar niet te nat, goed los en vooral sterk bemest is, groeien de asperges opperbest. In de Willemstraat te AMSTERDAM had weer een .echt Amsterdamsch straat-toeneeltje plaats. Een vrouw zou daar begraven wordende buren waren van meening, dat deze vrouw tij dens haar leven niet goed door haar man was behandeld en nu was inen overeengekomen hem dat op den dag der uitvaart betaald te zetten. De krans werd van den lijkwagen gescheurd en in de modder gesmeten, terwijl eenige vrou wen met handen vol peper het oogenblik ston den af te wachten, dat de weduwnaar in de volgkoets kon stappen. De politie had heel wat moeite om de harts tochten te kalmeeren en de menigte te ver spreiden. De leden der Rekenkamer krijgen vermoede lijk de hun door de Regeering toegedachte tracte- mentsverhooging van flOOO 's jaars niet. In de afdeelingen der Twee Kamer vond het voorstel slechts bij zeer weinig leden instemming, verklaarde de groote meerderheid er zich beslist tegen, en gaven sommigen zelfs hunne verwon dering te kennen, dat deze voordracht van de Regeering is uitgegaan. Men achtte de voorge stelde verhooging allerminst gerechtvaardigd en de tegenwoordige bezoldiging (f4000) zeor vol doende. Aardige bijverdienste! Dat „getuige zijn" eene winstgevende zaak kan worden, heeft een gezin in de gemeente SMAL- LINGERLAND ondervonden. Dit maakt dezen winter met getuigengeld ruim f30. Buitenland. üe toestand op Kreta. Maandag loopt de termijn van zes dagen af, door de zes groote Europeesche Mogendheden aan Griekenland gesteld voor de ontruiming van het eiland Creta. Onafhankelijk van het ant woord is voor dien zelfden dag door dezelfde Mogendheden eene mededeeling aan de Porte beraamd in zake het terugtrekken van het eiland ook van de Turksche troepen. Te Athene openbaart zich tegen de eischen der Mogendheden een steeds toenemend verzet. Ondanks gietende regenbuien houden de straat- manifestatiën ten gunste van het behoud van Creta aan, en daartegenover den tegenover de voleinde daadzaken zal de Grieksche Regeering hoogstwaarschijnlijk met een non possumus ant woorden verklaren, dat zij niet kan terug gaan. Aan eene deputatie van studenten gaf Dely- annis ten antwoord, dat de Regeering haar plicht zal doen, zonder aan de convenances te kort te doen, wat wel beteekenen zalkrachtig in het beginsel, zacht in den vorm optreden. In overeenstemming daarmede zijn trouwens al hare besluiten en daden, 't Gerucht .heeft al geloopen, dat Koning Georgios zelf zich naar Creta zou inschepen, en schoon later tegenge sproken, heeft dat gerucht zijne waarde voor de teekening van den toestand. Maar feiten zijn, dat, in afwachting eener geheele mobilisatie, weer vier klassen der reserve zjjn opgeroepen en dat de pantserschepen Spetzai en Psara met geheime orders naar eene onbekende bestemming zijn vertrokken. Zeer teekenend voor den toestand is overigens ook, dat de Admiralen van de eskaders der verschillende Mogendheden voor Canea het noo dig achten per telegraaf hunne Regeeringen een tegenspraak te doen toekomen van de be wering, als zouden zij partijdig voor de Turken optreden. Hun doel is uitsluitend bloedvergieten te voorkomen. En toch hebben zij kalm geduld, dat het Turksche pantserschip Fuad mede op de Chris tenen schoot. Wijl hij op dit "vuur niet heeft geantwoord, moet de Grieksche Admiraal Rei neck door zijne regeering zijn terugge- Bijna algemeen is men van oordeel, dat de laatste hoop, als zou Griekenland toegeven, thans verdwenen is. De „Secoio" te Rome beweert zelfs van een lid van het Grieksche ministerie te heb ben gehoord, dat Griekenland k tout prix in het begin van April den oorlog zal verklaren. Van verschillende zijden wordt bovendien nog het vuur der hartstochten aangeblazen. Vooral de Italianen steunen henen er wordt verhaald, dat Menotti Garribaldi in het geheim, 20,000 man georganiseerd heeft, om des noods naar Creta te vertrekken. De Grieksche gezant te Rome heeft verzekerd, dat 10000 man binnen een week voor het vertrek gereed zouden staan, in geval er een oorlog uitbreekt tusschen Griekenlanden Turkije. Op het eiland bevinden zich ongeveer 15000 opstandelingen, die zich om niets hebben te be kommeren en rustig zullen blijven vechten ook al mocht Griekenland zijn bezettingstroepen te rugtrekken. Griekenland en Turkije bereiden zich trouwens beide met kracht tot den oorlog voor. In Thes- salië is een vrij sterke Grieksche macht samen getrokken; terwijl volgens de „Standard", van Turksche zijde 72000 man reeds aan de grenzen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 2