1*AVA to,
Advertentiën van 1—5 regels 30 cent, elke regel daar boven 5 cent.
WIJNEN ZONDER ALCOHOL.
BIZONDER VERSTERKEND
fik-
J0.40
9.—
D. STAM, NOORDSCHARWOUDE.
Logement „De Burg."
Geestig en Luimig.
J. BOSSERTHzn,
Verkoop en Reparatie onder garantie.
Prima kwaliteit Schelpkalk
W. F. STOEL Zoon,
E LELIE
DE IIOLLANDSCIIE
(Johanna van Woude.)
k
GEBR. FORTUIN,
UITKOMST
ROODE DRUIVENWIJN
WITTE idem
APPELWIJN
VERKRIJGBAAR BIJ:
Per kistje a 12 (1.
Per fl.
ƒ0.95
0.90
0.80
Nieuw komiek Voordracli-
tenboek, met 26 hoogst ko
mieke Voordrachten, komieke
scènes, Coupletten enz., voor
alle vroolijke partijen.
INHOUD Een pantoffelheld. De drie lo-
telingen. Een straat-type. "Vriendenraad.
Snijder Wop Wap Wip. Jaap Jansen. De
winkelbediende. Ik ben te goed. Een
leugen. Mijn lief Truitje. De pakjesdra
ger. De uitdrager. Nieuwe uitvindingen.
Allerlei. De heldhaftige schutter. Ik houd
mij stil. De gemeentebode. Gegronde
waarheden. De X-stralen. De droog- en
nat-komiek. De groentekoopman. Een man
van voorname afkomst. De tevreden man.
Verkouden zijn. r Waarom men trouwt.
Een relletje.
Het geheele boek met de 26 splinternieuwe
zeer komieke voordrachten, met aanwijzing
hoe men de stukken moet voordragen, wordt
goed verpakt franco per post toegezonden, na
ontvangst van postwissel a f0.55 of van 11
blauwe gostzegels, door
J. D. DIJK, boekhandelaar, Groningen.
Mient B 26, ALKMAAR..
MAGAZIJN
van Horlogiën, Pendules, Eegelateurs, Wekkers
en Barometers, Goud, Zilver, Diamanten, Koralen
en Haarwerken.
XIH ÉTALAGE.
Inkoop hoogste waarde.
wordt tegen concurreerenden prijs geleverd aan
de Schelpkalkfabriek van
ALKMAAR.
Steenkooperij. - Handel in alle soorten
van Bouwmaterialen, enz.
wvwvvw
le verschijnt w
Bij den ondergeteekende
iederen Woensdag:
Weekblad voor Dames
ONDER HOOFDREDACTIE
VAN
Mevr. S M. G. van Wermeskerken-Junius
,,De Hollaudsche Lelie" is het cenige Week
blad in Nederland voor Dames uit de hoog
ste en beschaafdste kringenlet hierop voor
uwe advertentiën.
Prijs per jaargang f 4,50 fr. p. p. f5
Proefiiuiiiniers gratis.
Amsterdam. L. J. VEEN.
ALKMAAR.
PURMEREND.
Onze collectie Voorjaarsgoederen
is thans geheel compleet.
GROOTSTE KEUZE IN
IT KIIDERKLEËDOG
vanaf de goedkoopste tot de fijnste kwaliteiten.
Aanbevelend,
LANGESTRAAT, Alkmaar.
voor diegenen, welke verslaafd zjjn aan de
JENEVER.
het eenigste middel tegen het gebruik van ster
ken drank, (kan onbemerkt worden toegediend),
wordt na ontvangst van postw. 65 cent franco
toegezonden door
Amsterdam. Firma VAN DIJK.
Jaargang van DK BAZAR, Dames-Modegids,
I bevattende DAMES- en KINDERMODES, benevens II AND WERKPATRONEN,
w IEDERE WEEK VERSCHIJNT EEN NUMMER,
In ieder N°. tekst, zwarte platen, modekroniek, feuilleton, enz. enz.
le Uitgavezonder gekleurde platenmet 3 snij patronen en 3 groote geknipte patr. Per 12 nrs. f\.25 p. post ƒ1.40
2e als de le uitg., met daarenboven 6 gekleurde platenj -1.75' -1.90
3e le „12 gekl.pl. en 1 bijzonder geknipt patr. bij het 6e ur. -2.50- -2!65
4e 3e b(j het 6e nr. 1 geknipt patroon naar keuze; bij liet
12e nr. een gekleurd fraaie-handwerkpatroon.3.— -3.25
Uitgave van GEBR. BELINFANTE, te 's-Gravenhage.
Wagenstraat 100-102.
komen klopte zij aan de deur der ontvang
kamer van lord Chatterly.
De graaf veroorloofde zich namelijk de
weelde er behalve zijn slaapkamer ook nog
een ontvangkamer op na te houden, een
vertrek dat wel keurig gemeubileerd was,
maar waardoor hij niettemin een hoogen
huurprijs betaalde.
Op jiaar kloppen werd geantwoord met
een vrij luid:
Binnen!
Toen zij de kamer binnentrad, stond een
man van middelbaren leeftijd met een ge
bronsd en ernstig gelaat en een koele
trotsche houding van zijn stoel op en ver
welkomde haar met een korten doch vrien-
delijken groet.
Hij schoof een bamboese fauteuil voor
haar bij, maar het meisje schudde het hoofd
en bleef staan met de hand steunend op
de eenigszins wankelige tafel en de mooie,
blauwe oogen neergeslagen, zoodat zij den
ernstigen blik van den graaf niet behoefde
te ontmoeten.
Zijt gij gekomen om mij uw antwoord
te brengen, miss Monkton, vroeg hij zacht.
En is dat antwoord zoo als ik het gaarne
zou wenschen?
Zooeven, toen zij haar broeder eenige
troostende, bemoedigende woorden toesprak,
had de stem van Gertrude Monkton ge-
heel anders geklonken, als nu zij den graaf
antwoordde
Gij hebt mij gisteravond gevraagd, of
ik uw vrouw wilde worden, zeide zij ernstig,
en ik heb u daarop geantwoord, dat ik u
niet bemin en dat ik, zoolang mijn broeder
leeft, hem nimmer wil verlaten.
Lord Chatterly boog.
En ik antwoordde daarop, sprak hij,
dat uw liefde door den tijd wel voor mij zou
ontwaken en dat ik geduldig dien tijd zou
afwachten nu het door de laatste dwaas
heid om het niet erger te betitelen
van uw broeder voor u onmogelijk was ge
worden, langer bij hem te blijven.
Ik zou bij hem gebleven zjjn, ik zou
niet hem mee getrokken zijn, al ware het
naar het onherbergzaamste oord der wereld,
maar hij wil mij niet meenemen, hij zegt
dat het leven bij de goudmijnen niet ge
schikt voor mij is.
Het verheugt mij dat hij nog zpoveel
verstand heeft. Dus, Gertrude, wilt ge mij
gelukkig maken, stemt ge er in toe mijn
vrouw te worden?
Ik wil uw vrouw worden, wanneer
gij dat nog wenscht, nu gij weet dat ik u
niet bemin, maar slechts onder één voor
waarde.
Ik wensch het met onstuimige be
geerte, Gertrude, noem mij uw voorwaarde,
Een donker rood kleurde de wangen van
Gertrude Monkton.
Zij was een fier meisje en het stuitte
haar tegen de borst, iemand om hulp te
viagen, nog een oogenblik werd er in
haar binnenste strijd gevoerd, maar de
liefde tot haar broeder behaalde de over
winning.
Halfluid hernam zij:
-- Gij weet dat mijn broeder geruïneerd
is, hij heeft geen andere vooruitzichten,
dan zijn geluk in de goudmijnen te gaan
beproeven, maar ook daar kan hij niet
heengaan, wanneer niemand hem helpt,
Wanneer ik met u trouw lord Chatterly,
dan moet gij aan Cecil tweehonderd pond
geven om hem in zijn onderneming voort
te helpen.
Het gelaat van lord Chatterly bleef on
veranderlijk, het vertoonde niet de minste
verrassing.
Ik zal u het geld geven, zeide hij op
koelen toon, nog heden kunt ge het aan
uw broeder ter hand stellen, zijt gij daar
mee tevreden.
Zij knikte met het hoofd, maar kon geen
woord spreken, het was haar alsof haar
keel werd dichtgesnoerd. Zij had geen spijt
van hetgeen zij gedaan had, want zij deed
het voor Cecil en voor hem was zij zelfs
nog tot zwaardere offers bereid geweest,
maar niettemin beschouwde zij de zaak in
het ware licht. Zij wist zeer goed, dat zij
zich verkocht, dat het rolletje banknoten,
dat de graaf haar gaf, de prijs voor haar
vrijheid was.
Lord Chatterly beminde haar, dat wist
zij, hij was rijk en menig meisje zou haar
om haar huwelijk benijden, maar Gertrude
Monkton was niet eerzuchtig van karakter,
voor zichzelf zou zij liever van den morgen
tot den avond gewerkt en van brood en wa
ter geleefd hebben, doch zij deed het voor
Cecil.
Toen zij in de gelagkamer terugkeerde,
zat haar broeder daar nog op dezelfde plaats
als toen zij heenging en met dezelfde moe-
delooze uitdrukking op zijn gelaat.
Zij boog zich over hem heen en kuste
hem op het voorhoofd.
Gij kunt naar de goudvelden vertrek
ken wanneer gij wilt, Cecil, zeide zij, ik
heb twee-honderd pond voor u meegebracht,
Gertrude! riep hij uit, hoe zijt ge
daaraan gekomen? Chatterly zal u dat geld
niet geleend hebben.
Hij heeft het mij gegeven.
Gegeven?
Cecil, beste jongen, ik heb iets voor
u verzwegengisteravond heeft lord Chat
terly mij ten huwelijk gevraag.
En ge hebt toegestemd?
J a
Om niets Ier wereld zou zij haar broeder
bekend hebben, dat zij zich vrijwillig had
verkocht; Cecil moest veronderstellen, dat
zij reeds de verloofde van den graaf was,
toen zij het geld van hem aannam.
Zij ging voort:
Maar, lieve Cecil, ik zou u nooit ver
laten hebben, zoolang ge mij hadt noodig
gehad. Wanneer ge mij naar de goudmijnen
hadt willen meenemen, dan zou lord Chat
terly eenvoudig op mij hebben moeten
wachten
Peinzend zeide Cecil
Dertig-duizend pond rente en een
der rijkste landgoederen in Northshirè,
wel, wel, Gertrude, dat hebt ge goe'd over
legd.
En wanneer gij naar Engeland terug
keert, Cecil, dan komt pe terstond bij ons.
Waar mij.h huis is, daar is ook het uwe.
Cecil haalde twijfelachtig de schouders op.
Hm, wat zal lord Chatterly daarvan
Owat ik wil, dat zal ook hij willen.
Gij belooft mij dat ge komen zult, niet
waar Cecil?
Ik zal in Northshirè bij u komen,
liet kind, zoodra ik een vermogen bijeen
heb, maar dat zal nog lang duren en ik
geloof niet, dat men mij in Engeland zal
zien, zoolang ik niet rijk en onafhanke
lijk ben.
De bruiloft werd bespoedigd, want lord
Chatterly verlangde er naar Engeland weer
te zien en Cecil wilde zijn fortuin gaan
zoeken in de goudmijnen van Afrika. Broe
der en zuster hadden in de laatste dagen
slechts zeer zelden gelegenheid elkaar al
leen te spreken en beiden vermeden dat
ook want elk bewaarde een geheim voor
den ander.
Gertrude wilde Cecil niet doen vermoe
den, dat zij alleen om zijnentwille met dien
somberen, ernstigen graaf Van Chatterly
huwde en haar broeder wilde haar niets
meedeelen, van een gesprek dat hij met den
graaf gehad had, toen zij elkaar voor het
eerst sedert de verloving ontmoetten.
Had het meisje slechts de helft van dit
gesprek vernomen, dan zou zij op het
laatste oogenblik nog de verlooving verbro
ken hebben.
De graaf had op hooghartigen toon ge
zegd
Onthoud dat wel, Cecil Monkton, ik
wil niet dat- mijn echfgenoote met bedel
brieven van arme bloedverwanten zal lastig
gevallen worden. Wanneer gij op de goud
velden niet slaagt, dan behoeft ge op geen
ondersteuning van Lady Chatterly te re
kenen.
Cecil had daarop minachtend geglimlacht.
Gij hehoeft niets le vreezen, mylord,
ik zal bij niemand komen bedelen en wel
het allerminst bij een vrouw, wanneer ik
niet rijk word, dan zullen gij en Gertrude
nooit meer iets van mij hooren.
Zeven jaar lang was het prachtige kas
teel Chatterly in Nortshire gesloten ge
weest.
De dorpsbewoners begonnen reeds onder
elkaar te mompelen, dat hun landheer niet
spoedig verzadigd was van zijn reislust, toen
men eensklaps het bericht vernam, dat de
graaf op de terugreis was en wat groot op
zien baarde in de geheele landstreek, hij
keerde niet alleen terug. Hij betrad het oude,
trotsche kasteel met een dame aan den arm
en stelde deze aan de gezamenlijke bedien
den met den intendant en de huishoudster
aan het hoofd, als lady Catterly voor.
De intendant en de huishoudster, een
oud achtenswaardig echtpaar, stonden spra
keloos van verbazing toen zij dit hoorden.
Men had nog geen woord van dit huwe
lijk te Northshirè vernomen en mrs. Jor
dan, de huishoudster, was radeloos, daar zij
niet wist waar zij de nieuwe meesteres zou
huisvesten. Ook haar echtgenoot wrong zich
wanhopig de handen.
De jonge gravin glimlachte evenwel om
de ontsteltenis der oude lieden eji zeide
vriendelijk
Maak u toch niet zoo ongerust, ik
weet wel dat gij mij niet verwachttct en
daarom spijt het mij, dat wij u er vooraf
geen kennis van konden geven, maar ik
weet zeker dat ik mij in alle vertrekken
van dit oude, prachtige kasteel thuis zal
gevoelen.
Deze vriendelijke toespraak deed mrs.
Jordan weer een weinig van haar verlegen
heid bekomen.
Wordt vervolgd.)