Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 16. Zondag 18 April 1897. 6e Jaargang. De Verkiezing. Mr. EFokker. Plaatselijk Nieuws. N ieuwstij dingen Feuilleton. IMZIKNIGE MISDAAD. NIEUWE LAliGEDIJKER Uil HiVI. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post ÖO ct. UITGEVER: J. H. KEIZER. BUREEL: Hoordscliarwoude. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Yan 15 regels 30 ct-, elke regel meer ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Onderstaande polemiek op het in de Alk- maarsche Courant van 14 Apriljl. voorkomende artikel, is geschreven ,om te worden geplaatst in de „Algemeene Gids," doch werd ook ons ter plaatsing toegezonden. Hierdoor hebben wij laten vervallen hetgeen wij over de verkiezing hadden willen zeggen, doch hebben nu met enkele noten dit artikel toegelicht en voor onze lezers verduidelijkt. KAMERVERKIEZING. Door de Centrale Liberale Kiesvereeniging werd met 13 geheele stemmen de candidatuur van Mr. NV. v. d. Kaaij gesteld. Haar geestverwant de Liberale Kiesvereeniging Eensgezindheid, kan bij deze verkiezing geheel buiten beschouwing blijven, daar zij, naar aan leiding van het jongste besluit, dat de candidaten der Centrale Liberale Kiesvereeniging ook steeds de haren zouden zijn, als Kiesvereeniging hare zelfstandigheid geheel heeft prijsgegeven. Deze candidaatstelling geheel in strijd met het manifest der 83 Liberalen J) harer kleur, ge heel in strijd met de adviezen der dagbladen harer eigene richting, 2) kwam op officieele wijze tot ons door het hoofdartikel in de Alkmaarsche Courant van 14 April jl. Het orgaan dier partij had zich blijkbaar we der eens ernstig boos gemaakt. Kaar hare mee ning natuurlijk terecht. Nu aangenaam is het niet, wanneer zich het aaneen gesloten democratische gedeelte der libe rale partij plaatst tegenover een kliekje van der tien personen, dat nog altijd droomt van vroegere dagen, toen de Centrale Liberale Kiesveieeniging, aangevoerd en gesteund door mannen van be- teekenis, werkelijk eene kracht was in dit distrtct. Die dagen zijn echter voorbij. De oude paladijnen zijn heengegaan en hunne plaatsen werden niet weder bezet. Ja, zooveel moeite had men de gelederen, zij het dan ook eenigszins, aan te vullen, dat men zich moest wenden tot mannen, die feitelijk niet tot de libe rale partij hooren, daar zij eenige jaren geleden tegenover de candidatuur van der Kaay, meer conservatieve elementen plaatsten. Wanneer men nu tegenover eene dergelijke vereeniging, die in alle naden en voegen dreigt uiteen te barsten, een aaneengesloten partij ziet, is het eenigszins te begrijpen, dat het orgaan dier vereeniging boos wordt. Maar men moet niet in zijne boosheid aan de te genpartij de grofste onwaarheden naar het hoofd slingeren, en dat heeft de Alkmaarsche Courant in haar nummer van 14 April, wel gedaan, waar zij in haar artikel spreekt van het proclameeren van candidaten achter onzen rug om. (Ook hier wordt dus bevestigd dat eene uit- noodiging toi de Centrale Liberale Kiesvereeni ging te Alkmaar is gericht.) Red. Deze onwaarheid en de verdere onjuistheden in dat artikel zullen wij hier niet releveeren, daar zij in de openbare vergadering van 13 April, gehouden door de Politieke Vereeniging „Voor uitgang" genoegzaam zijn aangetoond en we der- legd. Wij kunnen dan ook in al die boosheid niets anders zien dan wrevel, ontstaan door het gevoel van onmacht, door het gevoel, dat men den grond onder zijne voeten voelt wegzinken. En hoe kan dit ook anders, waar men in boven genoemde vergadering een der meest ontwikkelde leden der Centrale Liberale Kiesvereeniging hoorde zeggen „dat het zeker niet van een opgewekt „po litiek leven getuigde, dat het program „der Liberale Unie zelfs nooit in de „Centrale Li berale Kiesvereeniging was „ter sprake ge bracht." 3) Wanneer men verder van den met dertien stem men gekozen candidaat weet, dat hij verklaarde, de candidatuur alleen dan te aannemen, indien althans geacht werddat zijn naam in deze verkiezing geen verdeeldheid zou brengenter wijl een ieder in het district toch weet, dat op dat oogenblik door de geheele democratische li berale partij, zoomede door de Kiesvereenigingen te Heer-Hugowaard en Heilo, reeds een ander Candidaat gesteld was, dan meenen wij in den geest van Mr. v. der Kaay te handelen, wan neer wij ook uit zijn naam de liberale kiezers dringend aanbevelen, Donderdag 20 April te stem men op Zie ons nr. van 4 April jl. De „Nieuwe Rotterdamsehe Courant" schreef o.a. Om tot eenheid te geraken onder de liberalen in een kiesdistrict,schynt ons de teAlkmaar gevolgde wyze van handelen niet bijster gelukkig toe. Daar hebben de kiesvereenigingen van een der liberale fracties gezorgd spoedig met een candidaat gereed te zijnen zullen zy' nu dien candidaat handhaven, als er door de kies vereenigingen der andere fractie een ander candidaat mocht gesteld worden. Dat is zeker niet de juiste manier om tot eenheid te komen. De andere fractie heeft evenveel recht om haar candidaat, gesteld na den candidaat der eerste fractie, te handhaven. De vraag, wie het eerst een candidaat stelde, mag niet beslissend zyiidan zou eenvoudig die fractie triomfeeren, die het snelst by de hand was om de andere een vlieg af te vangen. Voor het stellen van een candidaat had er dus overlog tusschen de kiesvereenigingen der beide frac ties moeten plaats hebben om tot een gemeenschap- pelijken candidaat te geraken, indien men daarop prijs stelde. (Wy kunnen onzen lezers mededeelen, dat ook tot de Centrale Kiesvereeniging de uitnoodiging tot het bijwonen eener vergadering is gericht om de zoozeer gewensehte samenwerking te verkrijgen. Naar wordt beweerd, schjjnt'die uitnoodiging het bestuur niet te hebben bereikt). Red. Nu intusschen is mr. E. Fokker gesteld, en door tegen hem over een anderen candidaat te stellen, zou de stry'd tusschen de twee liberale fracties ontbran den. Wy meenen, dat dit vermeden behoort te worden. Laat nu ook de andere fractie zich by de candidatuur- Fokker aansluiten. Zij kan dit thans te gemakkelijker .doen, daar de gekozene vermoedelijk niet eens eene Kamervergadering zal bijwonen, tenzij hy de sluiting der zitting mocht willen bijwonen. 3) Het was, blijkens het verslag in de Alkmaarsche Courant" de heer Mr. Boelmans ter Spill, die zich aldus uitliet, terwijl bovendien door hem werd verklaard „dat men goed gedaan had, wanneer men de can didatuur van Mr.Fokker had gesteund." De „Schager Courant" laat zich daarover als volgt uit: Dus de centrale kiesvereeniging te Alkmaar, waar van de heer Boelmans ter Spfil nog lid is,"heeft geen beginselen en daar er in de zaal genoeg personen aanwezig waren, die als lid van die vereeniging had den kunnen en ook moeten protesteeren, wanneer zy van het tegendeel overtuigd waren, kunnen wy de uitspraak van den heer Boelmans ter Spill voor waarheid aannemen. Wij zouden den lieer Mr. v. d. Kaay dan ook wel willen vragen, of hij voor dergelijke zeer vereerende candidaatstelling maar niet zou bedanken. Het aantal zieken aan de Langedijk is de laatste weken buitengewoon groot, vooral in de dorpen BROEK en OUD-KARSPEL. Alleen in Broek is het l/3 gedeelte der be volking d. i. 500 menschen, sukkelende aan zware verkoudheid, influenza en meer dergelijke ziekten. Men zegt wel eens, dat de voorjaarswind de ziekten wegwaait; de voortdurende winden in dit voorjaar maken dan zeker eene uitzonde ring op dien regel. Onze correspondent te St. PANKRAS schrijft: De „geest" begint door de kleurenpracht der tulpen reeds weder een fraai aanzien te krijgen. De lust voor de bollenkweekerij begint echter eenigszins te verflauwen. NVel is de bollenteelt hier voor allen een bij zaakje en wordt een „bollenkraampje" als een spaarpotje beschouwd, zoodat de kweekers niet genoodzaakt zijn de bollen tegen eiken prijs te verkoopen, maar het wachten op hoogere prijzen heeft toch reeds zoo lang geduurd, dat sommigen er ernstig over denken om hun bollenzaakje van de hand te doen. De Langedijker jeugd, die gewoon is hier bouquetten te komen halen, kan nog wel een dag of wat haar komst uitstellen, daar alle soor ten van tulpen nog niet hare knoppen hebben geopend. Door de Langedijker Landbouw- en Han- delsvereeniging werd Donderdagavond in het lo kaal van den Heer Greeuw te St. PANKRAS eene vergadering gehouden. Met de voorstellen aangaande het verkoopen van aardappelen enz. bij het gewicht konden ook de Pankrasser leden zich vereenigen. In zijn geheel is de Bijbel tot nog toe in 108 talen en tongvallen uitgegeven. Zij betreffen uitsluitend de volledige uitgaven. Met de ver tolkingen van het Oude en Nieuwe Testament afzonderlijk zijn er ongeveer 400. Op eene enkele uitzondering na, zijn deze vertalingen allen in deze eeuw door zendelingen, of ten behoeve ven zendelingsvereenigingen be werkt. Het Britsch- en buitenlandsch Bijbelgenoot schap, in 1204 gesticht, heeft er 80 voor de missie onder de heidenen doen samenstellen. Gevaarlijke gewoonte van sommige huis vrouwen Ernstig wordt gewaarschuwd tegen het ge bruik om bij het boterhammen maken het brood stijf tegen de borst te drukken. Verscheidene gevallen zijn aan te halen, waarbij de telkens herhaalde schok ten slotte kanker in de borst veroorzaakte. Bij eenige oefening kan men het brood best vrij in de linkerhand houden en het anders op eene broodplank leggen. 2.) Och, hadden we het maar geweten mylady, jammerde zij. Er is nog geen vonkje vuur in het salon en alle meubelen zijn nog met hoezen overtrokken, want als mijnheer de graaf hier is, dan bewoont hq alleen de bibliotheek. Toen Gertrude echter alleen was op de kamer die in alle haast voor haar in ge reedheid was gebracht, barstte zij, ondanks den moed, dien zq getoond had, in tra nen uit, Een slecht voorteeken voor haar huwe lijksgeluk. TWEEDE HOOFDSTUK. In een der armoedigste wqken van Pa rijs woonde een gezin, dat slechts uit drie personen bestond, allen van Engelsche af komst, hoewel twee nooit een ander land gezien hadden dan Frankrijk en de derde, een dame van zeventig jaar, zeer jong in Frankrijk was gekomen, om op een meis jeskostschool Engelsch te onderwazen en sedert haar vaderland niet weergezien had Een paar jaar later was zij gehuwd en toen haar man kort daarop stierf, was zij met een dochtertje achtergebleven. Het dochtertje van de weduwe Lecomte groeide op tot een beeldschoon meisje en de moeder dacht, dat zij een schitterende partij deed, toen zij huwde met een zekeren heer Charles, een jongmensch met een knap voorkomen en die rijk genoeg was, dat hij niet behoefde te werken om in zijn onderhoud te voorzien. Mevrouw Lecomte kwam bij het jonge paar inwonen, zij hield van haar schoon zoon bijna evenveel als van haar dochter en was overgelukkig, toen zij een jaar la ter grootmoeder werd over een tweeling, mooie, gezonde meisjes, maar het geluk van het gezin scheen niet van langen duur te mogen zijn. Toen de tweelingzusters reeds een paar jaar oud waren, moest mr. Charles, die «en Engelschman was, wegens dringende familieomstandigheden eensklaps naar En geland vertrekken, maar hij beloofde zijn vrouw dat hij, over een paar dagen schrij ven en binnen veertien dagen terugkomen u. Drie weken verliepen er evenwel zonder dat er taal of teeken van den afwezigen echtgenoot werd ontvangen. Maguerite Charles en haar moeder verkeerden in doodelijke ongerustheid en de jonge vrouw hield zich overtuigd, dat alleen ziekte haar echtgenoot kon gedwongen hebben haar in zulk een angst te brengen. De oude mevrouw Lecomte bedacht eens klaps, dat zij niets met zekerheid van haar schoonzoon wist, dat hij nooit iets over familie of afkomst had gesproken. Er kwam nu een geheime vrees in haar op, dat Charles misschien tot een hoogadellijke familie behoorde, die mogelijk pogingen gedaan had, om hem van zijn gezin te vervreemden. Eindelijk, toen de angst der beide vrou wen ten toppunt was gestegen kwam er bericht, niet van den vermiste maar van een bloedverwant, die onderteekende Ke- nueth Ford. Mr. Ford deelde met veel omzichtigheid een noodlottige tijding mede: hij meldde dat zijn neef, mr. Charles, bij een spoor wegramp zwaar gekwetst was geworden en reeds stervende was, toen hij tot het be wustzijn terugkeerde; het was daarom te laat om nog om zijn vrouw te telegrafeeren. Mr. Ford schreef verder dat, ofschoon hij zelf niet rijk was, hij gaarne de weduwe van zijn neef wilde ondersteunen en daarom, zoodra hij zich een weinig van zijn droef heid had hersteld, naar Parijs zou komen om met mevrouw Charles het een en ander te bespreken. De moeite van die reis werd hem bespaard want de ongelukkige Marguerite werd door dit droevige bericht zoo heftig aangedaan, dat zij twaalf uren later stierf. De oude mevrouw Lecomte bleef nu met de tweelingzusters achter, die niemand an ders hadden, om voor haar te zorgen. Zij schreef terstond aan mr. Ford, deelde hem het nieuwe sterfgeval mede en voegde er bij dat zq hoopte, dat hij iets voor de arme weezen doen zou. Hij antwoordde per om gaande, dat hij een vrijgezel was en de kinderen daarom niet bij zich in huis kon nemen, maar wanneer mevrouw Lecomte zich met de opvoeding wilde belasten, dan wilde hij gaarne per jaar tachtig pond af staan. Met die som was de grootmoeder zeer tevreden, tij een weinig spaarzaamheid kon zij er met haar kleinkinderen wel van leven. Het geld werd zeer geregeld ontvangen, maar de weldoener toonde nooit de minste belangstelling in de tweelingzusters. Jaren verliepen en de kinderen waren opgegroeid tot beeldschoone meisjes van twintig jaar, terwijl in het vriendelijke ge laat van mevrouw Lecomte menigte rimpel was gekomen. Zij begon zeer duidelijk te voelen, dat zij oud werd en drong er bij de meisjes met nadruk op aan, dat zij een loopbaan zou den kiezen om in haar eigen onderhoud te voorzien, toen haar, zonder eenige voorat- gaande waarschuwing, een vreeselijke ramp trof. Het jaargeld, dat mr. Kenueth Ford gedurende achttien jaren met de grootste nauwgezetheid had gezonden, bleef eens klaps weg. De oude grootmoeder wachtte eenige da gen in toenemende ongerustheid en schreef ten slotte aan een advokaat, die haar eens, toen mr. Ford op reis was geweest, in zijn naam het geld had gezonden. Het antwoord kwam per omgaande, maar was niet geschikt om de oude vrouw ge rust te stellen. De advokaat schreef, dat mr. Ford nog eefde en volmaakt gezond was, maar hem geen order had gegeven, geld naar Parijs te zenden. De arme vrouw stond als versteend, toen zij dezen brief las. Er was maar een man, wien zij om raad kon vragen doktor Bolton, een Engelschen geneesheer, die sedert het huwelijk van de arme Marguerite het gezin behandeld had en, te meer daar hij een landgenoot was, spoedig de huisvriend werd. Hij kende dan ook de geheele geschie denis van den dood van mr. Charles en de edelmoedigheid van mr. Ford. Hij was ook altijd een oprecht vriend van de tweeling zusters geweest en zijn belangstelling was nog toegenomen sedert een neef van hem verliefd was op een van haar, die Nora heette. De verloving was nog niet publiek, daar de jonge man nog geen vaste positie had. Mevrouw Lecomte zette haar zwarten hoed op en begaf zich met den brief naar dokter Bolton. De geneesheer was thuis en zat in zijn huiskamer, in zijn gemakkelijken leunstoel, zijn courant te lezen, terwijl zijn vrouw met een handwerkje tegenover hem zat. Na den brief gelezen te hebben, vroeg hij aan de weduwe: Is het geld wel eens over den tijd gekomen? Nooit. Mr. Ford kan ten naastenbij weten hoe oud de meisjes zijn en denkt waar schijnlijk, dat zij op twintig-jarigen leeftijd wel in hun eigen onderhoud kunnen voor zien. Sedert den dood van mijn dochter, zeide mevrouw Lecomte met een zucht, heb ik slechts een brief van mr. Ford ont vangen, die waarin hij beloofde mij een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 1