Nieuwe Langedijker Courant" van Zondag 18 April 1897. Buitenland. Bij den veehouder P. Graveland te Haas trecht, had een zeug zes biggen en op denzelf den dag de hond vijftien jongen geworpen. De zeug werd ziek en moest worden geslacht; het hondenkroost ging den weg van de meeste jonge honden op en de biggen werden nu aan den hond gegeven, die ze met liefde zoogt en trouw ver pleegt. In het noorden des lands zijn de nachten, den laatsten tijd, nog zoo koud, dat de grond 's morgens hard bevroren is, zoodat men er over kan loopen, zonder in den anders zachten bouw grond indrukken*achter te laten. De jonge plantjes (kool, moes, klaver enz.) hebben het hard te ver antwoorden, zijn ten deele al omgekomen. De rogge is op vele plaatsen zeer achterlijk, heeft hier en daar maar even het leven. En wij be leefden het wel, om dezen tijd, dat ze reeds in de aar schoot! H ALFSLETEN SCHOENEN MET ZUURKOOL. Advertentie «uit het „Advertentieblad voor Gro ningen en Omstreken." Beleefd verzoek ik gunst. Zoowel voor groote als kleine voeten, daar ik ruim gesorteerd ben in sterke halfsleten schoenen. Tevens heb ik de zuurkool op 3 ct., puike snij- boonen 6 ct., 5 liter aardappelen, jammen, 13 ct., 25 liter 40 ct., idem jammen 5 liter 10, 25 liter 30 ct. Den lsten Paaschdag gesloten. EEN GESCHENK. Zooals men weet, had de sultan van Koetei (op Borneo) het voornemen onze Koningin eenige geschenken te doen toekomen. Aan dit voornemen is thans uitvoering gege ven. Te Marseille arriveerde dezer dagen het stoomschip Salak van de Rotterdamsche Lloyd. Hierop bevonden zich onder geleide van den heer A. J. A. F. Eerdmans, assistent-resident van Koetei de Pangaran Adipatie sultan Moeda van Koetei met zijne echtgenoote, benevens zijn beide broeders met name Pangaran Mangkoe Negoro en Pangaran Sasro Negoro. Zij hebben zich rechtstreeks per spoor naar Amsterdam be geven om van daar uit bg den minister van koloniën ter audiëntie te gaan, waarna zij hunne opwachting bij H. M. de Koningin zullen maken. De Sultan Moeda zal uit naem des Sultans H. M. de Koningin eenige prachtige geschenken overhandigen, waaronder zeven gouden ringen bezet met de grootste en kostbaarste diamanten, welke ooit op Borneo gevonden werden. Hun plan is zich een jaar in Europa op te houden. Zij zullen onder geleide van den heer Eerdmans de voornaamste steden bezoeken ten einde zich op de hoogte te stellen van de verschillende tak ken van industrie en fabriekswezen. Met de op gedane ondervinding hopen zij de verdere bescha ving van het sultanaat Koetei in Borneo te be vorderen. VAN EEN BRABANTSCII MOEDERTJE. Onder het opschrift „Moederliefde" schrijft de „N. Bred. Ct.:" Zij is een eenvoudig vrouwtje,een arbeidersmen- schje; en woont te Eindhoven, terwijl heur jon gen, loteling van de jongste lichting, te Breda in garnizoen ligt. Hoe of haar jongen 't wel maken zou? Een dezer Zondagen meldde zij zich aan bij den com mandant der wacht aan een onzer kazernes, en vroeg naar haar zoon, die, verheugd en ver baasd tegelijk, moeder ontving, en medenam naar de R-K. Militairen-Vereeniging in de Zwaanstraat. Daar kreeg het vrouwtje een kop koffie en een boterham, en vertelde zij, dat zij 's nachts om 12 uur uit Eindhoven was gegaan, en al loopend den verren afstand naar hier was geto gen. Eenige uren bleef 't moedertje hier, overge lukkig, bewonderend haar jongen in 't nieuwe soldatenpak. Toen gaf zij hem wat flinke kussen, en trok weer welgemoed naar huis, den langen weg op naar Tilburg, verder naar Eindhoven "Wat moederliefde vermag! SOLIEDE GELDBELEGGING. Te Loosdrecht is voor f 1300 een perceel ver kocht, waarop circa f6000 hypotheek rustte. Als een staaltje van Hollandsche beleefd heid deelt het Dagblad het volgende mede. Te ROTTERDAM werd Vrijdagmiddag een aanzien lijke dame uit Den Haag, die naar den zin van het publiek wat te elegant gekleed was, zooda nig bemoeilijkt, dat de politie haar niet kon be schermen en zij een rijtuig naar het station Delfsche Poort moest ontbieden. Nu de leg- en broedtijd der vogels nadert, mag men er wel eens aan denken, dat men door het verdrijven en dooden van lijsters, in 't bij zonder van zanglijsters of merels, zichzelf groote- lijks benadeelt. Want behalve, dat deze vogels veel insecten verorberen, maken ze ook zeer ijve rig jacht op de zoo schadelijke slakken, en zulke vogels zijn er juist bijzonder weinig. WAAR EEN SCHUTTERSPATROONTASCH AL NIET VOOR DIENT. De Delftsche schutters werden dezer dagen ver blijd met nieuw leêrgoed, daartoe moest natuur lijk het oude ingeleverd worden. Een der landsverdedigers komt met een bedrukt gezicht bij den luitenant-kwartiermeester en ver telt dezen, dat hij onmogelijk zijn oude leergoed kan inleveren, omdat het zonder zijn voorkennis was weggegeven. De arme drommel, die er gelukkig mee ge maakt was, had o.a. van de patroontasch zoo goed en zoo kwaad als het ging een paar schoenen gemaakt. 17e ALKMAARSCHE PAASCHTENTOON- STELLING. Trekkingsljjst van de Verloting, ge houden op Maandag 12 April jl., in het lokaal „Harmonie", ten overstaan van den Notaris Mr. A. P. H. de Lange, te Alkmaar. Lot- numm. 20 slechtvork 52 zweep 72 varken 146 varken 152 greep 193 zweep 241 tuig met borststuk 309 rijtuigdeken 346 kleerenrek 412 koeschaar 480 roomschaal 481 sportkar 526 rijtuigdeken 531 roomschaal 561 tuinhark 577 hoofdstel 611 reistasch 621 hondenhalsband 637 emmer 640 wagenhaam 648 roltapijtschuier 656 paardensehaar 675 tuinhark 689 tilbury 770 reistasch 790 hooivork 806 zweep 823 hondenhalsband 860 leidsels 966 thermometer 979 slechtvork 1011 rijtuigdeken 1071 sportkar 1076 hooivork 1123 koffer 1130 greep 1288 tuingieter 1307 koffer 1366 greep 1450 zweep 1484 kaaspers 1536 roltapijtschuier 1574 stalgrim 1634 sportkar 1638 worstmolen 1684 hooivork 1687 tuingieter 1726 ballastscliop 1764 schaap met lamm. 1827 varken 1864 ballastschop 1870 sportkar 1889 cylindermangel 1974 bascule 2056 greep 2074 slijpsteen 2164 rfituighaam 2245 hoofdstel 2261 slechtvork 2286 roomschaal 2297 stalgrim 2368 leidsel 2424 stier 2426 varken 2491 familieschaal 2495 halsjuk 2498 schaap met lamm. 2542 hooivork 2570 vogelkooi met standaard 2641 os 2644 rfituigdeken 2713 tuinhark 2758 hondenhalsband 2897 veiligheidsbit 2912 leidsel 2915 greep 2982 grasschaar 3017 botertfin 3066 thermometer 3159 hooivork 3162 tuinbank 3248 schapenschaar 3328 schaap met lamm. 3415 parapluiestandaard 3423 bak wagen] 3470 deken met singel 3472 veiligheidsbit 3515 veiligheidsbit 3521 hoofdstel 3539 kamerthermometor 3541 hegschaar 3608 vogelkooi met standaard 3613 varken 3661 hoofdstel 3760 varken 3761 koffer 3816 stalgrim 3838 cylindermangel 3854 greep 3862 botertijn 3926 leidsel 3936 rijtuighaam 4027 halsjuk 4075 rafeldek 4102 kookpot 4116 hooivork 4121 hooivork 4150 ram 4161 emmer 4162 gebit 4210 halsjuk 4231 kamerbezem 4260 hooivork 4281 roomschaal 4331 portemanteau 4341 reisdeken 4358 wagenhaam 4413 hooivork 4464 kaaskliener 4489 hark 4619 ballastschop 4640 kaastobbe met schamel 4658 rijtuigdeken 4659 roomschaal 4786 koffer 4800 filter 4827 rijtuigdeken 4882 thermometer 4895 koe 489,7 slijpsteen 4934 halsjuk WIELRIJDERS. Voor de rechtbank te A. stond dezer dagen weder eens een rijwieldief terecht. Hij was vreem deling en had in een hötel hier ter stede gelo geerd. In de openbare zitting werd ook de hotel houder gehoord. Een der vragen was: „Had hij het rijwiel bij zich?" „Ja!" „Hoe zag hij er uit toen hij bij u kwam Hotel houders gaan nog al eens op het uiterlijk af, niet waar „Ochantwoordde de hotelhouder gemoede lijk. „Wielrijders zien er gewoonlijk niet erg oogelijk uit." OOK EEN ADVERTENTIE. „Laatste nouveautés in antiquiteiten." SPIRITISME. In het „Spiritistisch Weekblad" van 3 April jl. komt, onder den titel „Bekeerd", een verhaal voor van ongeveer den volgenden inhoud: Vóór ettelijke jaren viel het een onzer hoog leeraren op, hoe een zijner studenten, die bekend stond om zijn vroolijk humeur, in enkele dagen geheel van stemming was veranderd en droef geestig scheen te worden. De professor vroeg naar de oorzaak. De student antwoordde, dat reeds eenige avonden achtereen, 's avonds om 9 uur, de deur zijner kamer openging, de lamp van zijn tafel werd genomen en uit de deur gedragen, zonder dat de student een mensch ontwaarde. Volgde hij de lamp, dan was hij getuige van schrikverwekkende gebeurtenissen. De lamp kwam ook steeds vanzelf terug. De professor vroeg nu of hij daar eens bij mocht zijn. Aarzelend stemt de student toe. 's Avonds is de professor present. Om 9 uur dezelfde historie. De professor volgt met den tegenstribbelenden student de lamp. Deze gaat bij een trap op naar een zolder. De twee heeren volgen. Ze zien dien zolder veran derd in een gerechtszaal: een tafel met groen kleed, voorts tal van rechters in toga. Een dezer schrijft. De professor gaat achter hem staan en leest de regels, die hem het schandeljjk leven van den student verhalen. De professor vraagt den student: „Is dit alles waar?" Meer dood dan le vend antwoordt de student: „Ja!" „Dan op de knieën, en God om vergiffenis ge vraagd", zegt de professor. Beiden knielen, en do hoogleeraar gaat voor in het gebed. 't Visioen verdwijnt! Sedert dien tijd is de student werkelijk bekeerd. En dan volgt ten slotte: Deze gebeurtenis is ds. Huet naverteld, die het had uit den mond van prof. J. II. Gunning. Twee katholieke studenten der geneeskunde schreven, naar een hunner in „De Tijd" mede deelt, daarop aan prof. J. H. Gunning, te Leiden. Het antwoord van den hoogleoraar luidt in zijn geheel als volgt: „Gelijk ik reeds aan een dame te Helder ge meld heb, die mij er over schreef, is deze ge- heele geschiedenis mij onbekend en dus ook niet door mjj aan ds. Huet medegedeeld. De profes sor in dat verhaal heeft gehandeld zooals ik zelf zou hebben gehandeld. Maar ik zou er bij gezegd hebben„Jonge man, laat uw zonde u niet daarom verlegen en bedroefd maken, omdat do menschen haar nu weten, maar omdat gij tegen God hebt misdreven. En laat ook uw bekeering zich niet gronden op spiritistische ervaringen, maar alleen op Gods vergevende genade in Jezus Christus. „Geheimhouding van het geschrevene verlang ik zoo weinig, dat gij dezen brief aan ieder moogt laten lezen, ja zelfs hem in het spiritistisch blad, waarin de geschiedenis stond, mijnentwege moogt publiceeren, maar dan in zijn geheel". DE KIKVORSCH. De kikvorsch, door de spes patria ook wel pui of puid genoemd, maar door de geleerden met den meer deftigen naam van agua cicra aange duid, is voorzeker het meest bekende dier onzer slooten. Niet alleen treft men hem echter in de slooten aan, ook vertoont hij zich op het land en springt daar rond als een jeugdige studend die op zijne kamer de kunstbewerking van „ont groenen" ondergaat. Nu moet men echter niet denken, dat de kikvorschen die „vrije- en orde oefening" den studenten hebben afgekeken, neen ik geloof eer het tegendeel. Omdat de kikvorsch zoo voor „zijn nat en zijn droog" is, noemen de geleerden hem amphibie dat wil zeggen tweeslachtig dier. De kikvorsch is een merkwaardig dier, wiens levensgeschie denis en lotgevallen door menig dichter bezon gen is. Op de schoolbanken zongen wjj reeds uit volle borst Daar waren zeven kikkertjes Al in een boerensloot Het water was bevroren, Zij waren bijna dood. En wie herinnert zich niet de geschiedenis van dien kikker, die zoo groot en dik wilde zijn als een os, doch zijne verwaandheid duur moest be talen? Daar Lafontaine echter ons deze geschie denis verteld heeft, is het bijna zeker, dat die kikvorsch in quaestie in Fransche wateren zijn verblijf had. De Hollandsche kikkers zijn veel nederiger en zelfs groote vijanden van opgeblazen heid. Nu trekken wij zulke partij niet voor „onze" kikkers; omdat volgens het zeggen in Nederland veel kikkerbloed zit en Lodewijk XIV ons bestem pelde met den eerenaam van „ellendig kikker volk," maar alleen om der waarheid wille. Dat de Franschen tegenwoordig veel van onze kikkers houden, bewijst het groote aantal dat jaarlijks de grenzen overtrekt; doch dit komt niet uit overgroote liefde voor onze groengerokte kwa kers maar alleen uit een gastronomisch oogpunt. De kikkers hebben namelijk dikke met vleesch- bezette dijbeenderen, welke voor de Fransche magen eene bijzondere lekkernij schjjnen te zijn. En daar „de koning der schepping" over leven en dood zijner onderdanen beschikt, worden jaar lijks duizenden en duizenden arme kikkers ge vangen. Dit vangen geschiedt met een schepnet, korf of mand en zij, die in zulk een net, korf of mand terecht komen, worden zonder vorm van proces om het leven gebracht en in stukken ge sneden. Het grootste gedeelte des lichaams wordt weggeworpen. Alleen de achterpooten worden netjes schoongemaakt, bij 12 paren aan dunne stokjes geregen en daarna tusschen ijs in man den gepakt en per spoor direct naar Parijs ge zonden. De kikvorsch staat niet alleen bij den gastro noom, maar ook bij den geleerde in hoog aan zien. Ja, die kleine kikker bewijst de wetenschap groote diensten. Niet alleen omdat hij, bij het nemen van geneeskundige proeven, zonder „kik of mik" alle mogelijke operaties ondergaat, maar vooral omdat de spieren van een zijner voorva deren zulke bewegingen uitvoerden, dat. h.ij de geleerden bracht tot de uitvinding van het gal- vanisme en men tegenwoordig nog spreekt van kikvorschenstroom. Ook aan den landbouw bewijst hij onbetaal bare diensten. Zijn voedsel bestaat bjjna uitslui tend uit slakken en regenwormen, dieren die aan de in het veld staande gewassen veel schade kunnen berokkenen. En toch toen voor eenige jaren in ons land eene wet tot stand kwam tot bescherming der voor den landbouw nuttige die ren, was er geen enkel Kamerlid, dat zich des kikvorschen gedachtig was. Onze Belgische naburen handelen daarin wij zer en hebben aan het kikkervangen en dooden paal en perk gesteld. Zelfs is de Belgische mi nister van landbouw van plan den handel in en het vervoer van kikvorschen in Belgie te ver bieden. Ook de paling en de ooievaar helpen een handje mee tot verdelding van deze nuttige dieren. De scherpzinnige lezer zal begrijpen, dat tenge volge van al deze vervolgingen slechts weinigen hunner een natuurlijken dood vinden of zooals wij dat noemen op hun eigen bed sterven. In weerwil echter van dit moorden plant het geslacht der kikvorschen zich met on vermoeiden ijver voort. In zekeren tijd van het jaar betoonen de beide seksen elkaar de grootste teederheid. Onder lang durige omhelzingen zweren zij elkander eeuwige trouw maar alsof het menschen waren wan neer de wittebroodsweken voorbij zijn, laten ze elkaar links liggen en moet ieder maar voor zich zelf zorgen. Dat egoïstisch karakter van den kikvorsch straalt zelfs door in de verhouding van de ouders tot de kinderen. Het eierenleggen is eigenlijk het eenige wat de moeder voor hare jongen doet, want het uitbroeden van die eieren, de slijmachtige massa's met donkere punten, die in onze slooten drijven, laat zij met onwrikbaar vertrouwen aan de lieve zon over. En zijn de kinderen eenmaal voorspoedig ter wereld gekomen, ook dan is er geen vader of moeder, die hunne eerste schreden op het pad der deugd leidt of hen waarschuwt voor de listen en lagen, die aan een argeloozen jeugdigen kik vorsch in een sloot gelegd kunnen worden. Het kleine, ronde, bijna zwarte bolletje, waar aan men niets ontdekt, dat aan een levend schep sel doet denken, dan een klein, trillend staartje waarmede het zich door 't water voortbeweegt, zwerft hulpeloos rond en ontwikkelt zich lang zaam tot een welgevormden kikvorsch zonder dat hij daarvoor zgn ouders een greintje dankbaar heid verschuldigd is. Ofschoon er dus geen familieband onder de kikvorschen bestaat, leven deze dieren toch heel gezellig in groot getal bij elkaar en zijn zulke groote liefhebbers van muziek dat zij in den avond van eiken zomerschen dag gezamenlijk groote concerten geven, waarmee zij den lof van hemel en aarde bezingen en die zeker veel min der eentonig zouden zjjn)eals er wat meer tenors onder waren maar 't zijn al te gader baritons. Bilt KT A Op Kreta is het een rommel, zoo schreef eenige dagen geleden een buitenlandsch blad en dat terecht. De admiraals hebben tot dus ver nog niet de minste orde in den chaos kun nen brengen. Spijt al hun machtsvertoon ter zee staan ze te land tamelijk wel machteloos. De Mohammedanen die te Sitia door de op standelingen belegerd worden, lijden gebrek aan water. De putten in de stad zijn niet voldoende en telkens als de Mohammedanen een poging doen om water te halen uit een put buiten de stad, worden zij door de opstandelingen terug gedreven, in weerwil van den steun, dien het geschut der vreemde oorlogsschepen hun ver leent. Ook Kisamo Kasteli is nu geheel ingesloten. Vier kannonnen hebben de Kretensers opgesteld tegenover het fort, dat door 150 Turksche sol daten bezet wordt. Dezer dagen zonden ze aan den commandant van het Oostenrijksche oorlogs schip bericht dat zij, daar de internationale vloot zich tot heden altijd vijandig tegen hen gedragen had, met geweld elke poging van de oorlogsbodems, om hun plannen te weerstreven zouden tegengaan. Nen verwacht nu, dat de op standelingen hun kanonnen tegen de irenclads zullen richten, als laatstgenoemden het vuur openen. De Oostenrijksche admiraal zou naar Kisamo vertrekken. Er is nu besloten dat de enkele Mohammedaansche gezinnen die daar nog geble ven waren, ingescheept zullen wordenook zal men twee blokhuizen in de lucht laten springen om te beletten dat de opstandelingen ze bezetten. Nu het op Kreta zoo'n warboel is en blijft, heeft ook de Porte, met al haar respect voor de mogendheden, tegenover hen weer iets meer durf gekregen. In de Grieksche kamer heeft minister De- leyannis een krediet van 23 millioen drachmen voor oorlog en marine gevraagd, waarvan acht tien en een half millioen voor het departement van oorlog. Daar het onderhoud van het leger dagelijks een half millioen kost, kan deze som niet lang strekken. Een beslissing moet dus spoedig volgen de tegenwoordige toestand is voor de schatkist op den duur onhoudbaar. De Times-correspondent houdt het er voor, dat de Grieken een uittartende politiek volgen, om den Sultan te dwingen het eerst den oorlog te ver klaren. Zou op het a.s. Paaschfeest reeds de zwarte schaduw worden geworpen van een oor log, met al den aankleve van dien, tusschon de beide landen We mogen het afbidden maar als het gebeurt, dan dragen de groote Christen- Staten ten dezen de zwaarste schuld, hoezeer ze ook zullen pogen hun handen in onschuld te wasschen. In goed ingelichte kringen te Weenen wordt beweerd, dat een oorlog tusschen Grieken land en Turkije onvermijdelijk is. Een Engelsch eskader, sterk negen schepen, is onverwacht te DURBAN, (Zuid-Afrika) aan gekomen. Het doel van het zenden dier schepen en hun bestemming zijn onbekend. Een lid van het Chineesche Gezantschap te LONDEN, dat onlangs een voetbalwedstrijd bij woonde, geeft daarvan in een Pekingsch blad de volgende beschrijving„De kloeke jonge lieden vallen op elkander, slaan om zich heen, trappen op elkaar, schrammen zich het aange zicht, verwonden elkander, verrekken armen en beenen, breken hunne neuzen en slaan elkander bijna dood. Eindelijk haalt men den overwin naar met verwarde haren en de kleeren vol vuil, stof en bloed, onder een hoop ontwrichte leden, gebroken sleutelbeenen en bebloede hoof den van daan. De dokters brengen de versla-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 2