MOM-lagazijncii,
eigengemaakte KleedingsUkken
Heereu-, Jougeheeren- Kinder-
ALKMAAR PURMEREND.
gV Grootste keuze van uitsluitend
GUSBB. FOBTUIN.
Ï8T61S eiss NIEUWE raralis
I. VISSEK Jz.,
Advertentiën van 1—5 regels 30 cent, elke regel daar boven 5 cent.
Aanbevelend,
LANGESTRAAT, ALKMAAR.
H till -8§IS^|1
«H jmi'ui'lst
s 11*11 |?t; Jj
SC -*§ s IT i
J o
1 tÖ
Gebruikte Rijwielen
in ZEER goeden staat,
van af 40.-—.
KIEVITS' LIJDEN
„MEERENBERG."
J. B0SSERT Hzn.,
Verkoop en Reparatie onder garantie,
i g
j» S-S
•p-i -S.s eis'S'asassgs
pH S Sf g^Ia^o
n 2 oȤii
"1 S ®Sl I £8^-2-2s*
53 "»|,a-"3 '-ïg-3 S
fl"} .S-S c-o 8 2 -S
>ÉW V bDN S<5®'$>oo^
2ê ju*- g"Sjs-s^'s.^g 6dS
as p 'g.Sgl S O
-d SS 8| §|g"§ g
agd-sSH'^s
O §'s|pi^-§
H (D g S A 3
w-^S ..t0s-P8)l
PS§i^-§-S?2
s °M
"-ö
fcO,®
1!^
2:Sp,§>ö.g a a
|S° X
H I I I C3 c
niet Luchtbanden,
tegen zeer concurreerende
prijken, bij
OUD-KARSPEL.
XLIe Jaargang van »E 15AZAR, »ames-Modegids.
bevattende DAMES- en I^INDERMODES, benevens HANDWERKPATRONEN,
IEDERE WEEK VERSCHIJNT EEN NUMMER. IBg
In ieder N°. tekst, zwarte platen, modekroniek, feuilleton, enz. enz.
le Uitgavezonder gekleurde platenniet 3 snij patronen en 3 groote geknipte patr. Per 12 nrs. ƒ1.25; p. post ƒ1 .40 i
2e als de leuitg., met daarenboven 6 gekleurde platen-1.75; -1.90
3e le 12 gekl. pi. en 1 bijzonder geknipt patr. bij liet (ie ar. -2.50; -2.65
4e Ze bij het 6e nr. 1 geknipt patroon naar keuze; bij het
12e nr. een gekleurd fraaie-handwerkpatroon.3.— -3.25
iHI Uitgave van GEBR. BELINFANTE, te 's-Gravenhage.
Wagenstraat 100-102,
Versehenen en alom verkrijgbaar:
IN HEI KRANKZINNIGENGESTICHT
Naar officieele stukken en bescheiden be
werkt door
C. J. H. VAN OOIJ.
Prijs 30 cents.
Mede verkrijgbaar bij den Uitgever dezer
Courant.
Mient B 26, ALKMAAR.
MAGAZIJN
van Horlogiën, Pendules, Regelateurs, Wekkers
en Barometers, Goud, Zilver, Diamanten, Koralen
en Haarwerken.
ZIE ÉTALAGE.
Inkoop hoogste waarde.
eer nog hooger gespannen dan tot kalmte
gebracht.
Nog nooit had Beatrix Charles een zoo
vreeselijken nacht doorleefd; wanneer zij
de oogen sloot, dan vervolgden haar de
akeligste visioenen en wanneer zij wakker
bleet, dan maakte de angst over haar zus
ter haar bijna waanzinnig.
Eindelijk, tegen den morgen, viel zij in
een zwaren, afmattenden slaap, waaruit zij
loom en onverkwikt ontwaakte, om tot de
ontdekking te komen, dat de eerste post
reeds voortyj was.
Zjj wierp snel haar ochtendjapon over
en ging naar de buren om te vragen of
de brievenbesteller ook iets voor haar had
Niets 1
In de grootste opgewondenheid kleedde
zij zich en tegen den tijd van de tweede
post schoof zjj het raam open en keek door
de straat.
Ja, daar in de verte naderde de brie
venbesteller. Hij stak telkens de straat
over, gaf nu hier dan daar een brief af,
maarhaar huis ging hij voorbij
Zoo deed Beatrix bij elke post en tel
kens werd zij teleurgesteld.
De Donderdag liep ten einde, Nora was
Maandag reeds vertrokken en nog was er
geen bericht van haar ontvangen.
Grootmoeder en kleindochter waren ra
deloos van angst.
DERDE HOOFDSTUK.
Nog nooit was een meisje van nederige
afkomst door de groote wereld met zoo
veel hartelijkheid ontvangen als de gravin
van Ohatterly.
Zij was de eenige dochter van een een-
voudigen dorpsgeestelijke geweest; zij had
geen voorname bloedverwanten; haar
eenige broeder zwierf als een avonturier
in de binnenlanden van Afrika om goud
te zoeken, maar toch werden de poorten
van alle kasteelen in Northshire wijd ge
opend voor Getrude Monkton, gravin van
Chatterly, toch achtte elk haar hoog en
verklaarde dat zij veel te goed was om
de echtgevoote te zijn van den somberen,
onvriendelijke!! graaf van Chatterly.
Algemeen was men van oordeel dat de
zeven jaren, die de graaf op reis had door
gebracht, hem niet aangenamer in den
omgang hadden gomaakt.
Op zijn acht-en-dertigste jaar zag hij er
oud genoeg uit om de vader van zijn vrouw
te kunnen zijn. Hij had haar lief, maai
hij was zoo gierig, dat hij geen schilling
meer voor haar uitgaf dan strikt noodza
kelijk was.
Hoewel hij een jaarlijksch inkomen had
van dertig duizend pond sterling, leefde
hij zoo bekrompen als de armste land
jonker.
Hij bestuurde zijn landgoed met de uiter
ste nauwgezetheid en bracht bezuinigingen
aan waar hij kon.
De graaf en de gravin van Chatterly ge
noten de gastvrijheid van alle landeigenaars
uit den omtrek en daarvoor gaven zij twee
diners in den winter en twee groote tuin
feesten in den zomer, maar in jaren was
tiet niet voorgekomen dat er een gast op
iet kasteel overnachtte.
De geheele verdieping der logeerkamers
werd nooit gebruikt en zooals mrs. Jordan,
le huishoudster, dikwijls tegen haar man
verzekerde, zou het zonder het vroolijke
kind in het kasteel even ledig en eenzaam
zijn als toen de graaf op reis was.
Het kind, niet de kinderen, dat was
een der grootste zorgen van lord Chatterly.
Tien jaren was hij getrouwd, en hij had
nog slechts één dochtertje vanjacht jaren,dat
zijn roemrijk geslacht zou vertegen woord!
gen. Er waren meer kinderen geweest: een
burggraaf Thorn, die den rang en titel van
zijn vader zou erven, maar die voor de
oogen van den graaf was doodgevallen, en
nog een dochtertie, dat slechts een paar
uur geleefd had.
De eenig overgeblevene, lady Phillis,
was een vroolijk, aanvallig kind, maar de
dienstboden fluisterden elkander treurig toe
dat de graaf het kind haatte, omdat het
gespaard gebleven was, terwijl haar broe
der omkwam.
Zooveel is zeker, dat de graat nooit eenig
blijk van liefde voor zijn dochtertje overhad
Niemand wist daar een oorzaak voor te
noemen, want het kleine meisje was een
Chatterly van top tot teen, niet het ge
ringste in haar herinnerde aan de burger
lijke afkomst van haar moeder.
Zij was het sprekend evenbeeld van haar
grootvader, lord Charles Thorn, van wien
een groot portret in een der zalen hing,
geschilderd toen hij nog een knaapje was
van denzelfden leeftijd als Phillis en ieder
een verklaarde dat dit portret evengoed
lady Phillis in jongenskleeren kon voorstel
len. Wanneer men echter tegen den graaf
deze vergelijking maakte, dan werd hij
woedend, hoewel men niet wist waarom.
Lady Gertrude Chatterly was niet ge
lukkig.
De dood van haar kinderen, het verlies
van haar broeder hadden haar bedroefd en
neerslachtig gemaakt, maar er was nog iets,
wat haar het leven verbitterde.
Het was zoo moeielijk met den graaf om
te gaan. Hij had zijn vrouw lief, maar toch
krenkte hij haar diep door zijn koele terug
houdendheid tegenover het eenig overgeble
ven kind en iedereen in den omtrek sprak
daar ook afkeurend over.
Toch had de arme Gertrude nog een
vriendin, voor wie z\j haar hart kon uit
storten.
Twee mijlen van het kasteel verwijderd
lag een bekoorlijk landhuis, Lane-house ge
naamd, dat bewoond werd door lady Edith
Ford, een tante van den graaf.
Toen zij als weduwe in zeer bekrompen
omstandigheden achterbleef, had haar broe
der de vader van lord Chatterly haar
dat huis voor haar geheele leven als woon
plaats aangeboden, terwijl hij de noodige
rpaatregelen nam, dat niemand haar er ooit
uit zou kunnen verdrijven. Zijn eigen vrouw
was gestorven en zijn drie zoons waren nog
ongehuwd.
Hoe gierig de tegenwoordige graaf van
Chatterly ook was, toch had hij er nooit
aan kunnen denken, zijn tante uit Kane-
house te verdrijven, maar toen de eenige
zoon van lady Edith onverwacht een grootte
erfenis kreeg, verzocht hij lord Chatterly
zijn moeder en hem als gewoone huurders
te beschouwen en een billijken huurprijs
voor Lane-house te berekenen.
Lord Chatterly was er volstrekt de man
niet naar om zulk een verzoek af te wij
zen.
Kenueth Ford, de zoon van lady Edith,
was eerst sedert een paar maanden weer
thuis.
Hij had een betrekking in Indië bekleed
en zou daar misschien het beste gedeelte
van zjjn leven doorgebracht hebben, wan
neer z\jn peetoom hem niet tot universeel
erfgenaam had gemaakt. Kenueth was nooit
zeer vriendschappelijk gezind geweest je
gens zijn neef Reginald den tegenwoor-
digen lord Chatterly en ook na zjjn te
rugkeer waren zij in het oogloopend koel
tegenover elkaar, terwijl Kenueth zooveel
mogelijk de gravin van Chatterly ontweek
en nooit instemde met de lofredenen die
zjjn moeder wier gunstelinge lady Ger
trude was op haar hield.
Zelfs tegen lady Edith sprak Gertrude
slechts zeer zelden over haar verdriet, maar
op zekeren Septemberdag, toen haar leed
nog zwaarder te dragen scheen dan ge
woonlijk liet zij zich met meer openhar
tigheid tegen de weduwe uit als zjj anders
deed.
(Wordt vervolgd.)
Gedrukt bij J. H. KEIZER, te Noordscharwoude.