Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. TSr°. 25. Zondag 13 Juni 1897. 6e Jaargang. TB! STEMBUS. Mr. E. Fokker. Nieuwstijdingen. DAG DER STEMMING. Feuilleton. DE GEHEIMZINNIGE ISDAAD. N JEU WE MIMIJIM COURAST Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post 0O ct. UITGEVER: J. II. KEIZER. BUREEL: Noordscharwoude. PRIJS DER AD VERTENTIÉN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Wij zullen onze lezers niet vermoeien met eene herhaling te geven van hetgeen door verschil lende bladen, van allerlei richting, ten voor- of ten nadeele van de gestelde candidaten in dit kiesdistrict is gezegd. En daartoe zouden wij onwillekeurig geraken, wanneer wij de bekwaamheden van onzen can- didaat gingen opsommen en hem op die wijze wilden verdedigen. Politieke redevoeringen zijn gehouden, öf door den toekomstigen afgevaardigde zelve öf door hem die de verdediging der candidatuur van den man van gelijke politieke richting op zich had genomen. En, hoe goed overdacht en doorgewerkt, hoe fijn gestileerd, hoe hartstochtelijk uitgesproken ook, op het einde heeft de debater er voor- gezorgd dat de gloed, die uitging van zijne rede werd gebracht tot op gewone temperatuur. Zoo gaat het altijd. Ileusch bekwame woordvoerders, maatschappe lijk ontwikkelde mannen met ruimen gezichts kring, die in de school des levens genoeg wijs heid vergaarden om te kunnen beoordeelen en aangeven de richting waarin moet worden ge stuurd, zien zich aangevallen door leerlingen van diezelfde school, omdat het verschil van le vensloop verschil van begrip heeft doen ontstaan. Deze strijd zal blijven. Verschillende stroomingen zullen altijd zijn waar te nemen, omdat het begripsverschil even natuurlijk is, als verschil van karakter, even na tuurlijk als de mate van liefde tot zijn naaste, tot zijn medemensch, tot den verongelijkten stand bij den een verschilt bij die van den ander en zal blijven verschillen. Er is een verongelijkten stand. Ook die heeft niemand kunnen verhoeden, maar wat wij wel verhoeden kunnen, dat die stand, de voort brengende klasse, de dreigende hand opsteekt en vraagt om zijn rechten. Gevraagd heeft hij reeds, doch gedreigd Er is voldaan aan zekere eischen. Een opsom ming van hetgeen tot stand is gekomen is heusch onnoodig. Wij willen alleen noemen, de uitbrei ding van het kiesrecht. Hiermede is iets verkregen,nu juist niet datgene wat gevraagd werd, doch het kiezerscorps is er aanmerkelijk door uitgebreid. Van het verkregen kiesrecht gebruik maken is een plicht, waartoe wij niet genoeg kunnen aansporen. Doch ernstig overwegen op wien men z'n stem zal uitbrengen is nog duurder plicht, dien wij hebben te vervullen. Wie het best de belangen van land en volk kan behartigen in de Tweede Kamer, is een vraag, die men zich zelf meet stellen, voordat het open vakje op het stembiljet wordt zwart gemaakt. Wij spraken over arbeidersbelangen. Die stellen wij voorloopig voorop. En nu is het misschien waar, dat hetgeen de vooruitstre vende Liberale partij wil, kant nog wal raakt met het wenschen en willen der 8. D. A. P., wij zouden niet gaarne ons hooren beschuldigen van de arbeidersklasse geen goed hart toetedragen. Het komt ons voor dat in de eerste plaats noodzakelijk is mede te werken aan de verwe zenlijking van datgene, wat in het program vin Urgentie van de Liberale Unie is opgenomen. Doch daaraan medewerken, daaraan da gelijks arbeiden, is noodzakeljjk. Arbeiden aan iets wat toch niet in jaren kan worden bereikt is krachtsverspilling, direct het algemeen belang tegenwerken. Wie tracht verder te springen dan de stok lang is, ondervindt allicht de nadeelige gevolgen daarvan en zou beter hebben gedaan de brug te zoeken die eveneens lijdt naar het goede doel, al is 't langs een omweg. Evenals te Ylissingen de Heer G. Th. W. Kotte, Candidaat der Soc. Dem. Arbeiders partij zijn candidatuur in het district Middelburg hoeft ingetrokken en door hem den heer Mr. E. Fok ker wordt aanbevolen, eveneens had de heer Kuikhoff, de candidaat van de arbeiderskiesver- eeniging „Vooruit" te Zuidscharwoude het van veel doorzicht getuigende voorbeeld kunnen vol gen van den Heer Kotte, om de grootst mo gelijke eensgezindheid en samenwerking te ver krijgen van alle vooruitstrevend hervormingsge- zinden. Daarom is het noodzakelijk, dat allen die de candidatuur van den Heer Mr. E. Fokker wil len steunen, hunne taak als kiezer vervullen. Wie met ons van meening is dat door krachtig voorwaarts treden zonder in koortsachtige haast of overijld handelen naar het beoogde doel te jagen voet voor voet moet worden over wonnen datgene wat tegenhoudt en remt; wie de zekerheid wil hebben dat zijn stem zal heb ben medegewerkt een man aftevaardigen naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die op waar- dige wijze zal vertegenwoordigen een zeker deel i van het Nederlandsche volk, van een district dat noodig heeft een onpartijdig vertegenwoordiger, die steeds zal'ijveren voor algemeene belangen, billijkheid en rechtvaardigheid voorop stelt, die stemt a. s. Dinsdag 15 Juni e. k. De dag der stemming Dinsdag 15 Juni nadert. Wij herinneren er aan, dat niet meer als vroeger de stembiljetten aan huis bij de kiezers worden bezorgd, dat dus het stembiljet niet meer thuis kan worden ingevuld. Eiken kiezer behoort heden een oproe- pingskaart aan huis bezorgd te zjjn. Die oproepingskaart is geen stembiljet, maar dient slechts om den kiezers toegang tot de stem bus te geven. Zonder oproepings-kaart kan men niet tot de stembus komen. Daarom moet die kaart zorg vuldig bewaard worden, om haar op Dinsdag 15 Juni te kunnen vertoonen aan den voorzitter van het stembureau. Eerst na dat vertoonen, ontvangt men uit de handen van den voorzitter een stembiljet waarop de namen der officieele candidaten gedrukt voor komen, in alphabetische volgorde. Dan hebt ge niets anders te doen, dan uw candidaat zwart te maken. Nemen wij als voorbeeld bet district Alkmaar waarvan het stembiljet er ongeveer als volgt uitziet Namen. Van Asch van n Fokker Wjjck Van Kuijkhoff IJ a Van der Kaay Voornamen. Jhr. Mr. T. A. J. Mr. E. J. G. Mr. W. •Met dat stembiljet gaat de kiezer naar een lessenaar, in de zaal aanwezig, en maakt daarop het witte vakje vóór den candidaat, op wien hij zijn stem wil uitbrengen, zwart met een potlood. Indien de kiezer b. v. den heer Fokker wil stemmen, bestrijkt hij het witte vakje vóór diens naam met het potlood. - Het is van belang er op te wijzen dat elke Voorzitter van een stembureauvolgens art. 90 der Kieswet, verplicht is, Dinsdagavond 15 Juni, terstond nadat alle bij zijn bureau inge komen stembiljetten zijn geopend en vóórdat die verzegeld worden of proces-verbaal van de stemming wordt opgemaakt, bekend te maken het getal der geldig uitgebrachte stemmen, dat in het geheel en dqt op elk der candidaten is uitgebracht. Onze correspondent van St. PANCRAS schrijft In het lokaal van den Heer P. Greenw alhier trad Dinsdagavond op uitnoodiging van de anti revolutionaire kiesvereeniging „Nederland en Oranje" te Broek op Langedijk de heer Jb. van Oversteeg van Amsterdam voor de kiezers op om het program der partij te ontwikkelen ter aanbeveling van den candidaat voor de Tweede kamer, den heer Jhr. Mr. T. A. J. van Asch van Wijk. De zaal was goed bezet. De voorzitter van „Nederland en Oranje," de heer Dirkmaat opende de vergadering met ge bed, waarna de heer van Oversteeg het woord verkreeg. De spreker betreurde het, dat bij de verkie zingen voor zoo velen de geldkwestie alles is en de eenige vraag is„Krijgen we nu meer cen ten Wel beteekenen de stoffelijke vragen veel, maar zij moeten niet zoo overheerschend zijn, dat alle andere vragen worden verdrongen. De mensch is iets anders dan een ontwikkeld dier. Spreker leeft in de overtuiging, dat er een leven is na dit leven en dat de mensch het aanzijn heeft gekregen niet om zijns zelfs wil, maar om de wil van Hem, die het aanzijn gaf. Op staatkundig terrein is de eerste vraag „Wie heeft het gezag De koningin vertegenwoordigt het gezag. „Hoe komt ze daaraan Van God. „Hoe komt God er aan?" God is de oorsprong van alle gezag. Zoo ging de spreker een geruiraen tijd door 10.) Den volgenden morgen vertrok hij per spoor naar Rainham en begaf zich daar naar den postdirecteur, ten einde dezen om inlichtingen te vragen. Toen Kenueth hem, behalve het doel van zijn komst, nog het een en ander omtrent het onderzoek had meegedeeld, zeide de postdirecteur: Het is niet mogelijk, dat de jonge dame naar »The Firs" wilde gaan, hoewel de president van het gerechtshof dat schijnt te veronderstellen. Maar zie eens, merkte Kenueth Ford aan, het eenige stukje papier, dat wij bij haar gevonden hebben, bevatte de woor den »The Firs" en zij had een spoorkaartje naar Rainham. Om haar spoorkaartje bekommer ik mij niets, bromde de postdirecteur. Er is hier maar een huis dat »The Firs" heet en dat kan het doel van haar reis niet ge weest zijn. De dochters van den ouden predikant van Rainham hebben het huis destijds gehuurd, het laten verbouwen en tot school inrichten. Die dames hebben jaren lang haar kostschool gehouden, tot dat zij geld genoeg hadden om er rustig van te kunnen leven en zes maanden ge leden hebben zij Rainham verlaten. Haar nicht heeft de school overgenomen, maarlvreemdeling was, hij buitengewoon veel zet die in een veel grooter huis voort en medelijden had met het arme, eenzame sedert staat »The Firs" te huur. schepseltje en dat hij gaarne de geheele be- Kenueth ging naar huis, overtuigd dat gravenis voor zijn rekening wilde nemen er te Rainham geen spoor te vinden was. Bovendien wilde hij een belooning vari Verondersteld dat de jonge dame, die honderd pond op de ontdekking van den nu dood in het hotel »De blauwe Leeuw" eenmaal een leerlinge van het insti tuut »The Firs" geweest was en naar haar school terug wilde keeren, om wellicht bij haar onderwijzeressen bescherming te zoeken, dan was het feit, dat zij niet wist dat de school in andere handen was over gegaan, al bewijs genoeg, dat er tusschen de oude dames en haar vroegere leerlinge geen kennismaking was aangehouden. Het zou dan ook niets gebaat hebben, bij de voormalige onderwijzeressen een onder zoek in te stellen. Lady Edith was nog wel van meening, dat men den dames Bell, zoo heetten de gewezen kostschoolhouderessen, er een brief over schrijven kon zij zeide dat, wanneer de ongelukkige jonge vreemdelinge eens haar leerlinge was geweest, zij althans den naam en het adres van haar ouders of verdere bloedverwanten wel zouden kennen, maar daar niemand haar gevoelen deelde, drong de moeder van Kenueth er niet verder op aan. Alvorens men het onderzoek voortzette, werd de vreemdelinge begraven. Algemeen was men te Salton van meening, dat zij niet in een armengraf mocht worden ge legd. Het denkbeeld was uitgegaan van mr. March. Hij zeide dat, daar hij jzelf een moordenaar stellen, maar de president van het gerechtshof verzocht hem daarmee te willen wachten, tot het onderzoek geëin digd zou zijn. Het was een grootmoedige aanbieding zeide mr. Brister tegen lord Chatterly. Men vindt altgd dwazen, die bereid zijn hun geld in het water te werpen, spotte le graaf. Trouwens kan men volkomen veilig deze belooning stellen op het vinden van een man, die niet eens bestaat. Ik begrijp u niet. Het meisje pleegde zelfmoord, mr. March behoeft dus niet te vreezen, dat iemand ooit die belooning zal verdienen. Dat ben ik niet met u eens. Het schijnt mg een zeer geheimzinnig geval toe. O zij was jong en schoon en daarom wil niemand een kwaad woord over haar hooren. Wanneer zij zeventig jaar of leelijk was, dan zou men wel anders denken. Waarom hebt gij zulk een vooroordeel tegen haar? Ik? Een vooroordeel? jriep de graaf op .hoogen toon. Gij gaat wel wat te ver, mr. Brister. Neem mij nietkwalijk,zeide de rechts geleerde op zoo viendelijken, openhartigen toon, dat niemand verstoord op hem had kunnen zjjn, maar gij zijt de eenige, door wien ik zulk een streng oordeel over dat arme kind heb hooren uitspreken en daar gij de laatste zijt, die met haar gesproken heeft, had men kunnen verwachten, dat gij nog wel iets meer belang in haar zoudt stellen dan wij. De graaf glimlachte. Nu, om u de waarheid te zeggen, die geheele zaak verveelt mij vreeselijk. Mijn vrouw is er zoo door ontsteld, dat zij er half zenuwziek van is en bovendien heb ik een afkeer van geheimen. Het voorval scheen wel een geheim te zullen blijven. Ook het verder onderzoek leidde tot niets er werd geen spoor gevonden hoewel er nieuwe vermoedens waren gerezen. Men had het meisje te Kings-Cros in gesprek gezien met een ouden heer. Hij had lang, wit haar en een zwaren, witten baard zijn houding was eenigs- zins gebogen. Men had gezien dat hij te Londen met haar in den trein stapte, maar hij had dien te York verlaten. Dit stemde over een met de verklaring van lord Chatterly, dat hij haar te York alleen gezien had, maar verder was er geen spoor van den ouden heer te ontdekken. Hg en het meisje schenen op vriend- schappelijken, doch niet op vertrouwelij- ken voet tot eikaar te staan. Zij waren niet samen te Kings-Cros aangekomen maar hadden elkaar in de wachtkamer van het station ontmoet, dat was alles. Of de vreemdeling met het witte haar een gewetenlooze schelm was die het arme meisje in koelen bloede had vermoord, dan wel slechts iemand die toevallig met haar kennis gemaakt en tot York met haar meegereisd was, kon niemand zeg gen. De uitspraak van de jury luidde, dat de overledene door vergift om het leven was gekomen, maar wie haar dat vergift had ingegeven, daaromtrent kon men niets met zekerheid zeggen. De politie had een photographie geno men van de doode en bewaarde die bjj haar reistaschje, haar mandje en haar klee deren, voor het geval dat haar familie na sporingen zou doen, en zoo geraakte de zaak wel niet in het vergeetboek, maar toch keerde de rust te Salton terug de rust na een storm. ACHTSTE HOOFDSTUK. Jim Cartwright was naar Londen terug gekeerd. Hij hoopte dat hjj Maud zou kunnen overhalen om nog in October met hem te trouwen, zoodat zij terstond na hun huwelijk de pastorie zouden kunnen be trekken. Intusschen volbracht de predikant mr. Jones nog zoolang den dienst, hoewel hij noch bij zijn meerderen, noch bg zijn ge meentenaren gezien was en laatstgenoem den vooral met verlangen naar den nieu wen predikant uitzagen. Groot misnoegen had hij onder de brave dorpelingen opge wekt door zijn weigering, om het lgk van het in de spoorwegcoupé gedoode meisje een kerkelijke begrafenis toe te staan, om dat, naar hg zeide, men niet weten kon of

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 1