„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 13 Juni 1897. Buitenland. om het begrip „gezag" en „overheid leer der anti-revolutionairen te ontwikkelen en de vergadering duidelijk te maken, hoe de Bij bel de grond is, waarop de geheele staatsleer der A. R. partij ls gebouwd. Daarna ging de spreker over tot de behandeling van het programma der partij, vooropstellende, dat de afgevaardigde naar de Tweede Kamer rekenschap is verschuldigd in de eerste plaat; aan God. Hoewel niet tevreden met de laatste uitbreiding van het kiesrecht, meent de A. R. partij, eerst moeten zien, hoever we met dit kiesrecht opschieten, voor naar een grootere uitbreiding wordt gevraagd. Immers, wanneer men een hei- stellenden zieke dadelijk een groot stuk biefstuk geeft, eet hij zich dood. In 1874 reeds heeft het ministerie van Lijn den gezegd„er moeten kamers van arbeid komen. En nu hebben we die kamers gekregen. Zijt ge nu tevreden? O, neen, zegt spreker, wat we hebben gekregen zijn geen kamers van arbeid maar gevangenissen. De ruzie wordt er mee be dwongen, maar de arbeid is er niet mee gehol pen. Maar we zullen afwabhten en eerst zien, hoe die wet werkt. "Wat de pensioneering aangaat, zegt spreker, dat de werkman, die 30 a 40 jaar hard heeft gewerkt, een rustigen ouden dag moet hebben Wel zijn er patroons, die den werkman een paar gulden in de week pensioen geven, maar dit is een gunst, terwijl het een recht moet zijn. Spreker beschouwde pensioen als loon en pen sioneering als eene onderlinge verzekering der arbeiders. Of de werkgever een deel der premie moet betalen, weet de spreker niet; doch de A. R. partij is voor verplichte pensioneering met aanvankelijke ondersteuning uit de schatkist. Met de A.-R. partij is spreker voor invoerrech ten op 't graan. Wel zegt men, dat het brood duurder zal wor den en de aibeider het kind van de rekening zal zijn, maar van die verhoogde broodprijzen gelooft spreker nog niet veel. Bovendien leeft de arbeider nu op kosten van den boer en dat mag niet Voor den handel worden dure kanalen gegra ven, daarvoor heeft men alles over; het wordt tijd, dat er voor den landbouwer ook eens wat wordt gedaan. Vervolgens verklaart de spreker zich voor de „Vrije school." Iedereen moet onderwijs voor zijne kinderen geheel bekostigen. Alleen, die niet betalen kan, moet geholpen worden. De liberale regeering houdt de ouders van 't betalen af; daar man keert nog maar aan, dat ze vraagt: „hoeveel wil je toe hebben." De collegegelden aan de hooge scholen moeten ook de kosten van het onderwijs geheel dekken Of die, zooals nu, al bepaald worden op f200, dat geeft den arbeider toch nietsdie kan even min f200 betalen als f1000. Spreker eindigt zijne rede met het hoofdstuk Justitie, waarbij hij opkomt voor de rechten der vrouw en de opheffing van het verbod naar 't onderzoek van het vaderschap. Voor het debat meldden zich aan de heeren Kempers en Melchers. De heer K. wenscht 't een en ander in 't mid den te brengen omtrent de protectie. Hij zegt, dat de protectie niet is een algemeen belang, maar een belang van enkelen. Het ge heele Oosten van ons land zal door de verhoogde graanprjjzen en de daarmede gepaard gaande ver hooging van alle veevoederprijzen schade lijden. Daar brengt de boer geen graan aan de markt, daar is de boer tevens landbouwer en gebruikt het graan, dat hij verbouwt, in zijn boederij. Hoe de heer van Oversteeg durft beweren, dat het brood niet duurder zal worden, begrijpt de heer K. niet. De candidaat, tot wiens aanbeveling de rede van den heer van 0. moet dienen, verklaarde onlangs zelf in de te Broek gehouden vergadering, dat de verhooging der broodprijzen voor een gezin met drie kinderen op f10 zal komen. Laat dit eens zoo zijn, zegt de heer K., dan is dit het gemiddelde bedrag, maar vergeet niet, dat voor een arbeidersgezin brood het hoofdvoedsel is, dat na het gebruik van een schraal middagmaal de kinderen al heel spoedig weer vragen om een boterham, terwijl dit met de kinderen der'gegoe den, die een flink stevig middagmaal hebben ge bruikt, niet het geval is. Voor het gezin van een arbeider zou dan, indien de berekening van den Heer Van Asch van Wij k omtrent de gemiddelde ver hooging juist is, dit kan komen op misschien f58 en voor den gegoede op f 5. Maar deze cijfers zijn nog veel te laag. De bouwers aan de Langedijk redeneeren als volgt: Wordt het graan duurder, dan wordt er meer graan en minder kool verbouwd; dienten gevolge zullen de koolprijzen rijzen. Maar de heer K. zou de bouwers dan wel eens het volgende ter overdenking willen geven De laatste 20 a 25 jaren is er steeds meer land voor den groentebouw gescheurd zijn daar mede ook tegelijkertijd de koolprijzen langzaam gedaald Immers neen. Welnu, hoe kunt gij dan ver wachten, dat de koolprijzen zullen stjjgen, wan neer de toestand van vroeger terugkeert en min der kool wordt verbouwd En voor de arbeiders acht de heer K. de graanrechten een groote ramp. Hoewel niet al 't land in deze streken voor den graanbouw ge schikt is, zal men het toch zooveel mogelijk be proeven. Er zal daardoor veel minder werk zijn dan met den groentebouw van heden, waarvoor zooveel handen noodig zijn en waarbij geen machines kunnen gebruikt worden, terwijl de weinige arbeid, dien de graanbouw eiseht, als dan nog met machines zal worden verricht. De strijd van den arbeider met den grooten con current, de machine, zal dus nog veel zwaarder worden. De heer K. betreurt het ten zeerste, dat de a.-r. partij ook weer de schoolkwestie op den voorgrond heeft geplaatst. Nog korten tijd gele den schreef de Standaard„Onrecht en ver- drukkigg houden nu op. Overtuigd van onzen plicht gedaan te hebben, door aan de beëindiging van den schoolstrijd te hebben medegewerkt, gaan wij den nieuwen toestand tegemoet." En terwijl de Standaard ook zegt, dat zonder oplossing van den schoolstrijd ons land ten ver- derve gaat, brengt de a.-r.partij het land weer in beroering door den schoolstrijd weer aan te kondigen. Wel zeggen de a.-r., dat de liberalen zijn be gonnen door leerplicht te vragen, maar dat is niets anders dan een stok, dien zij gezocht heb ben, om den liond te slaan. Leerplicht heeft met de hoedanigheid van het onderwijs niets te maken, maar betreft alleen het al of niet deelnemen er aan. De heer Melchers brengt hulde aan de popu laire wijze,waarop de heer vanOversteeg zjjne rede heeft gehouden, hoewel hij het zeer afkeurt, dat de a.-r. altijd overal het geloof bijhalen. De heer M. vindt publieke vergaderingen niet geschikt voor een theologisch debat; men moest wat minder gaan doen aan redeneeringen maar wat meer aan de practijk. Men moet niet de stoffelijke en geestelijke belangen tegenover elkaar stellenwaar honger is, is geen ruimte voor geestelijke ontwikkeling. Maak de omstandigheden gunstiger, dan zal met de meerdere stoffelijke welvaart de geeste lijke ontwikkeling wel komen. De heer M. stelt de leer van Kant omtrent het ontstaan der aarde, en die ook de zijne is, tegenover het scheppings verhaal der anti-revolutionairen. Do A. R. partij zit met een moeilijkheid. Er is altijd gezegt: „'t gezag is van God ge geven." En hoe nu in een democratischen tijd den tegenwoordigen te rechtvaardigen den drang van 't volk naar andere wetten. Nu hebben de A. R. wel een stelsel van machtskringen uitgedacht, maar eigenlijk zitten ze met de democratie verlegen, die de Souvereini- teit van 't volk tegenover het gezag stelt. De A. R. willen huismanskiesrecht, maar wor den dan niet zij uitgesloten, die geen hoofd van een gezin kunnen worden? Zonder algemeen stemrecht is alles half werk. Door de veranderde voortbrengingswijze, door de machine, is een strijd van belangen ontstaan, de strgd tusschen kapitaal en arbeid. De arbei der, die niets dan zijn lichaam heeft, wordt tegen de machine niet beschermd, maar nu het grond bezit in gevaar komt, roept men om bescherming. De gevolgen van protectie kan men zien aan de Mac. Kinley tarieven in N.-Amerika. Gedurende een zeer korten tijd ging daar de binnenlandsche nijverheid hard vooruit. Uit Europa trokken dui zenden en duizenden naar Amerika. De binnenlandsche markt werd overstroomd en nu is het er veel ellendiger dan voorheen. Alles is in handen van monopolisten en men heeft er de heerschappij van enkelen over velen. De heer van Oversteeg antwoordt den heer Kempers, dat in het Oosten des lands de boeren gedupeerd worden door de sluiting der grenzen voor het vee. Door de verandering van bouw- in weiland zouden er nog minder arbeiders noodig zijn. Ja, juist, zegt de heer van O., die leerplicht, dat is 't juist, waarmee jelui liberalen den school strijd weer zijn begonnen. En waar eidigt leerplicht. Met 16 jaar? Waarom niet met 18? De liberalen willen maar ontwikkelen, maar zij zoeken alles in 't hoofd en vergeten daarbij 't hart. De heer van Oversteeg antwoordt de heer Melchers, dat onze vaderen reeds bij de afzwe- ring van Pilips hebben gezegd, dat de vorst er is om 't volk en dat ook Paul Kruger zegt: de souvereiniteit berust bij 't volk. En wat de kieswet betreft vraagt de heer v. O.- „mag een democratische partij niet wachten met een eigen schap, die van beslistheid overtuigt?" De man van het kapitaal is de rentmeester van dat kapitaal, evenals de arbeider de rent meester is van zijn lichaamskracht. Wat het algemeen stemrecht aangaat, zegt de heer O. „We moeten wel bedenken, dat de men- schen, die niets bezitten, het meest in aantal zijn." De monopolies in Amerika staan in geen ver band met de beschermende rechten. Nu komt de heer Melchers nog eens aan 't woord om te zeggen, wat de S-D. arbeiderspartij wil. Zij wil niet alles gelijk maken, zooals de tegenstanders zoo gaarne zeggen; zij wil den grond, de fabrieken, de machine in handen van allen. De heer M. waarschuwt er nogmaals tegen om overal 't geloof bij te halen en daardoor de ar beiders te verdeelen. Hij beweert dat de A-R. lartij den schoolstrijd weer aanvangt om den ar leiders een rad voor de oogen te raaien en de voorgespiegelde soci- hervormingen daardoor zoolang mogelijk van de baan te houden. Nadat de heer van Oversteeg nog eens het woord heeft gevoerd, wordt de vergadering om kwart over elf door den voorzitter met dankzeg ging gesloten. Op de Woensdagavond in het lokaal van den hoer P. Vet te BROEK OP LANGEDIJK gehouden vergadering, van de „Naa.nlooze Land bouw en Handelsvereeniging" zijn de volgende besluiten genomen: a. Om bp de a. s. bloemkoolveilingen bedoeld product niet aan 't station Noordscharwoude af te leveren, dan tegen vergoeding van een gul den per vaartuig, om, wanneer door verzet tegen de door deVereeniging'vastgesteldegewichts- hoeveelheid, belemmeringen bij den verkoop der aardappelen mochten ontstaan, deze dan voor re kening vereeniging te koopen, en van de hand te doen. Alsdan zullen de leden in de gelegen heid gesteld worden om rentelooze aandeelen te nemen, en bij eventueelen aankoop van partijen aardappelen der vereeniging, het daarvoor be- noodigde kapitaal te verschaffen. Ook te Warmenhuizen heeft de Landbouw en Handelsvereeniging te Broek op Langedijk succes gehad niet haar optreden op j.l. Donder avond. Allen, ter vergadering aanwezig, verklaarden ten zeerste ingenomen te zijn met het streven der vereeniging en beloofden te zullen mede werken ter bereiking van het goede doel. Een commissie van drie leden werd benoemd om om ook anderen optewekken lid of begunstiger te worden der vereeniging en te winnen voor liet doel dat de vereeniging beoogt. Tijdens de vergadering traden 8 leden en 2 begunstigers toe. In een onderhoud van een redacteur van het Hbl. antwoordde de heer N. G. Pierson op de vraag, wat er opmerkelijks was bij deze ver- ,Ik vindt het gering aantal socialistische can- didaten een eigenaardig verschijnsel. De socia- lisien zjjn zeer achteruitgegaan. De beweging neemt blijkbaar met den dag aan krachten af. Het is in ons land een groot verschil met het geen in Duitschland en België geschiedt." „En waaraan schrijft u toe, dat het socialis me bij ons zoo verzwakt is?" „Wel in de eerste plaats aan het goedkoope brood en in de tweede plaats aan de groote vrij heid, die hun gelaten wordt om hunne ideeën te verkondigen en te verspreiden." IIANNEKEMAAIER8. In Friesland hebben de Duitsbhe grasmaaiers allen werk gekregen. Sommige boeren, die in 1896 Friesche maaiers in dienst hadden, hebben nu Duitsche gonomen, omdat eerstgenoemden te veel sterken drank bij het werk gebruikten. Het maailoon is dit jaar f2 a f2.50 per „mad". Een beste maaier legt per dag een „mad" neer. EEN STUDENTENGRAP Twee studenten leenden bij hun bekenden alle wekkers, die zij krijgen konden. Eindelijk hadden zij er 20 bijeen. Met deze stegen zij de kamer op van hun vriend, die juist afwezig was. In een der kastjes, dat zich daar bevond, stelden zij deze wekkers op, richtten ze en slo ten ze weg terwijl zij den slsutel van de kast meenamen. Met de nachtrust van het arme mensch was het natuurlijk gedaan, want elk half uur ratelde een wekker, en toen eindelijk tegen de morgen alle wekkers afgeloopen waren en de arme door een morgendutje zijn schade dacht te kunnen inhalen, kwamen zijne goede vrienden en „vroegen hem naar zjjn gezondheid!" Een eigenaardige vergissing heeft plaats ge had bij het samenstellen van den candidatenlijst voor den candidatuur Korver, wat voot deze minder aangenaam was. Een van de candidaat- stellers meende reeds nu te kunnen stemmen en had in plaats van zijn eigen naam dien van den candidaat op de lijst geplaatst. Bij het plaat selijk bestuur is daarvan kennis gegeven en na gedaan onderzoek door den burgemeester onder staande bekendmaking uitgevaardigd: „De Burgemeester der gemeente Helder ver klaart op den eed hij de aanvaarding van zijn ambt afgelegd, dat op heden Woensdag 9 Juni 1897, in tegenwoordigheid van de heeren J. Graaff, J. P. Sweering en K. Zeeman, allen wonende te Helder, voor hem verscheen de hr. Pieter Koomen, van beroep slager, mede wonende aldaar, die te kennen gaf, dat hij, toen hem ten behoeve van den heer J. Korver een candidaten lijst voor de verkiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal ter onder- teekening werd aangeboden, in de meening ver keerde dat het de bedoeling was de naam van den candidaat te vermelden, en dat hij daar door op die lijst geschreven heeft „J. Korver" in plaats van „P. Koomen." Helder, 9 Juni 1897, De Burgemeester voornoemd, (w. g.) VAN STEIJN. Den 10 trad in hot lokaal Céres te SCHA- GEN de candidaat der anti-rev. en katholieken in ons district als spreker op voor een vrij tal rijk gehoor. De heer Van Asch van Wijck ver dedigde in ecne uitvoerige rede vooral het pro tectionisme, de gelijkstelling der bijzondere met de openbare lagere school en meer punten van het anti- rev. program. Van de gelegenheid tot debat werd door de heeren Roep, Meijer Drees en Van Rossum gebruikt gemaakt. De eerste om den vrijhandel te verdodigen, de tweede om de opvoedkundige kracht der openbare school in het licht te stellen, de derde om te vragen waar de anti-rev. nu met hun dienstplicht bleven. Na beantwoording der verschillende opmerkingen sloot de voorzitter de vergadering. HET BESPROEIEN VAN TUINEN. Terwille van onze lezers, die zich in een tuin verheugen, nemen wij het volgende uit een landbouw-blad over betreffende het besproeien der bodden Het gieten van bloem- en groentebedden schijnt een zeer eenvoudige zaak en toch wordt er on eindig vele malen bij gezondigd. De hoofdfout is, dat men meestal te dikwijls en te weinig op eenmaal giet. Daarbij wordt dan de oppervlakte bevochtigd, en bij de wortels der planten komt weinig of wel in 't geheel geen water. De bla deren der planten zien er dan na het gieten zeer goed uit, maar niettegenstaande men eiken dag giet, willen de planten in het geheel niet groeien. „Maar men kan niet alle dagen zulke groote hoeveelheden water aandragen" zal men denkelijk in 't midden brengen. Daarop zij dadelijk geantwoord, dat zulks ook volkomen onnoodig is. Wanneer bij warm, droog weer elke week éénmaal werkelijk gegoten wordt, zoodat het water tot de wortels doordringt, is dat bijna steeds voldoende. Het beste is, om voor het gieten met den hark rillen te maken en daarin het water te storten, die het dan in den ondergrond brengen. Men zal dan weldra de gevolgen van het gieten kunnen waarnemen. Hoeft men gier ter beschikking dan voege men daarvan een weinig bij het water, waarmede men begiet. Ook bij droog en heet weder zal dat niet schaden integendeel. Bij uitnemendheid gevaarlijk is het begieten met behulp van de slang der waterleiding, en deze handeling moet* dan ook alleen aan deskun dige handen worden toevertrouwd, daar bij on geschikte en zorgelooze besproeiing op die wijs ten gevolge van de te groote druppels de aarde veel moer gesloten wordt dan bij het gieten uit den gieter. liet water met zulke groote druppels neergevallen, dringt dan veel moeielijker den bo dem in en er vormt zich veel eerder eon korst, wat in hooge mate nadeelig is En als het ee- nigszins mogeljjk is, moet na afloop van elk gieten van de hark gebruik gemaakt worden, want dan blijft de vochtigheid veel langer in den bodem. VERKIEZINGEN. Den 5 werd in het Café Central eene vergadering gehouden van de besturen der afdeelingen Alkmaar en cmstr., Schagen en Heerhugowaard van den Bond van Nederlandsche onderwijzers en de kiesvereeniging „Vooruit" aan de Langedijk ter bespreking van de can didatuur van den heer van Kuijkhof, onderwijzer te Rotterdam. In die vergadering hebben de Bondsafdeeüngen gemeend, haar besluit, om de candidatuur niet te steunen, te moeten handhaven. WIELERNIEUWS. Ter waarschuwing! In de laatste vergadering der soeiété médicale des Hapitaux de Paris deelde dr. Petit vijf plotselinge sterfgevallen mede, voor gekomen bij hartlijders, tijdens of onmiddelijk na een fietstocht. Hij acht het fletsrijden voor hartlijders gevaarlijk, tenzij het met de grootste voorzichtigheid plaats hebbe, zoo ook voor tering lijders. In eene der laatste zittingen van het Eth- nographisch Genootschap te PARIJS zijn on langs zeer verrassende waarnemingen ter sprake gekomen, welker verklaring verre van gemak kelijk is. Zij betreffen vooral de Japanners, Het is al gemeen bekend, welke moeite dit volk, na de om wenteling van 1868, gedaan heeft, om zich do Europeesche beschaving aan te passen, en hoe goed haar dit reeds gelukt is. Op zichzelve is deze gedaanteverwisseling reeds een zeer opmerke lijk zielkundig verschijnsel. In nog hoogere mate is dit echter de physieke transformatitie, die er mede gepaard is gegaan. De Heer Albert Gaut- tard wil namelijk opgemerkt hebben, dat ver scheidene Japanners, sedert zij de levenswijze der Westerlingen hebben aangenomen, geene scheefstaande oogen en uitstekende oogbeenderen meer hebben, dat bovendien velen der in de laatste jaren geboren kinderen volstrekt geen platte neuzen meer hebben zooals hunne ouders en evenmin de gele gelaatskleur, welke dezen eigen was. Omgekeerd hebben ook wel enkele Europeëers, sinds zij zich voor gooed in japan hebben geves tigd, de rooskleurige vleeschkleur hunner huid verloren en, wat erger is, zijn ook hunne oogen schuin gaan staan! De typus van een ras zou dus grootendeels afhankelijk zijn van den invloed der talrijke fac toren, welke de omgeving van stoffelijke en ze delijke werkzaamheid uitmaken, die men de be schaving noemt, of, met andere woorden, heeft verandering van beschaving verandering van ty pus tengevolge. Al meer trouwens is iets dergelijks opgemerkt. Reeds vroeger is door den Heer Adhémar Leclerc. Fransch resident in Cambodja, aangeteekend, dat enkele Franschen, die daar zijn komen, al na een tamelijk kortstondig verblijf in hun doen en laten niet alleen, maar ook in hun typus, op verwon derlijke wijze op inboorlingen zijn gaan gelijken. Plaatsgebrek noodzaakt ons de burgerlijke stand en buitenlandsche berichten achterwege te laten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 2