Traag Advertentiën van 1--5 regels 30 cent, elke regel daar boven 5 cent. Cognac Medicinal la Croix Rouge, D. Stam Kz J BÖSSERT Hzn, Verkoop en Reparatie onder garantie. DE H0LLANDSC11E LELIE Heeren- Jongeheeren- Kleeding-Magazijnen LUSTRE- &DRILG0EDEREN. MdssEIag voer Kleediag naar Haat. (JEBR. FORTUIN, Hoordhollandsch Grondcrediet. Hypotheekbank Van Nieuwkuyk's Sclioenmagazyn Feuilleton. EE GEHEIMZINNIGE K8DAAD. MerkGrande Champagne a f 3,50 Petite Champage 2,50 Aanbevolen door h.h. Doctoren. Prima Oude Jenever, van HULSTKAMP, HOPPE enz. Verkrijgbaar bij Noordscharwoude. Mient B 6, ALKMAAK. MAGAZIJN van Horlogiën, Pendules, Regelateurs, Wekkers en Barometers, Goud, Zilver, Diamanten, Koralen en Haar werken. r ZIE ETALAGE. Inkoop hoogste waarde. Bij den ondergeteekende verschijnt J iederen Woensdag: "Weekblad voor Dames ONDER HOOFDREDACTIE VAN Mevr. S M. C. van Wermeskerken-Junius (Johanna van Woude.) „De Hollandsclie Lelie" is liet eenige Week blad in Nederland voor Dames uit de hoog ste en beschaafdste kringenlet hierop voor uwe advertentiën. Prijs per jaargang f 4,50 fr. p. p. f5,- Proefnumniers gratis, Amsterdam. L. J. VEEN. r Ontvangen eene flinke collectie Langestraat B. 102, Alkmaar. TE ALKMAAR. Valteekend Maatschappelijk Kapitaal f 1.000.000. Directeur J. F. MOENS. De VENNOOTSCHAP verstrekt gelden op le hypotheek en geeft 31/, pandbrieveu uit in stukken van 5000, 1000, 500 en 100 gulden. A^ent te «ud-Karspelde Heer J. VIS. HOUTTIL B 16, ALKMAAR. Bij deze noodigen wij onze geachte begunstigers van LANGEDIJK en Omstreken beleefd uit tot een bezoek aan ons magazijn. Dat magazijn is weer overvloedig voorzien van de nieuwste modellen DA 111 Es- LAARSJES A IIEERENBOTTINES, die uitmunten door degelijkheid, sierlijk heid en goede snee. Tevens maken wij een ieder opmerkzaam op hare prachtige en volledige sorteering, en herinnert dat alle goederen tegen ongekend lage prijzen zullen worden verkocht. Ook vestigen wij de aandacht aan heeren schoenmakers op een nieuw soort prima. Zoolleer van 3-jarige looiïng. Vraag prijsopgaaf en probeer hetGewis verlangt men geen ander. 12.) Op denzelfden dag, dat mr. Kenueth Ford u gezegd heeft, dat zijn zaak met de weduwe Lecomte geregeld was, verliet Nora ons om zich naar Engeland te be geven. Hij zou haar den volgenden mor gen van Charing-Cross afhalen om haar naar het huis van mrs. Masterton te brengen en sedert het uur, waarop wij van Nora aan het station te Parijs afscheid namen, mr. Wedgwood, hebben wij niets van haar gehoord. De advocaat keek hem ontsteld aan en vroeg Maar mijn hemel, waarom hebt ge dan zooveel tijd verloren laten gaan? Zij moet nu dus reeds drie weken in Engeland zijn. Gij hadt veel vroeger een onderzoek moeten doen. Claude boog het hoofd en zeide op droe- vigen toon Ik weet het, wij hebben een vreese- lijke fout begaan, maar wij deden het uit goede bedoeling. Vooreerst zaten wij met gebonden handen, omdat wij het adres van mrs. Masterton niet kenden en dan had den wij nog andere omstandigheden tegen ons. Vier dagen nadat Nora ons verlaten had, stiert mevrouw Lecomte en Beatrix, de tweelingzuster van Nora, werd tenge volge van den angst over haar zuster en het verdriet over den dood van haar grootmoeder, door een zenuwziekte aan getast. Begrijpt gij thans onzen toestand, mr. Wedgwood? Wij hoopten nog altijd dat Nora naar een zoo afgelegen gedeelte van Engeland was vertrokken, dat zij nog niet had kunnen schrijven, wij moesten eerst de grootmoeder begraven en de zus ter van haar levensgevaarlijke ziekte red den en daarmee is de eene week na de andere verloopen. Wie van ons had over moeten komen om een onderzoek in te stellen? Mqn tante verpleegde Beatrix en kon haar ziekebed geen ooger.blik verlaten. Mijn oom moest zijn praktijk waarnemen en mocht zich daarom ook niet op reis begeven en bovendien wisten wij, datmr. Kenueth Ford de naaste, misschien de eenige bloedverwant van Nora en Beatrix was. Ik ben met Nora verloofd, maarzoo- lang zij nog minderjarig is, kan ik geen aanspraken op haar laten gelden. Eerst nadat drie brieven aan mr. Ford, de een al dringender dan de andere, onbeant woord gebleven waren, besloot ik naar Engeland te gaan. Ik overtuigde mijn oom dat ik, als verloofde van Nora, het recht had om onderzoek naar haar te doen. Ik bekommerde mij er niet verder om, dat zelfs mr. Kenueth Ford zich daarover be- leedigd had kunnen voelen, zoodat hij geen penning meer voor de tweelingzusters zou willen uitgeven. Wij hadden hem geschre ven, hij had dus onze brieven maar moe ten'beantwoorden en ophelderingen geven, Waarom heeft hij dat niet gedaan? Daaromtrent kan ik u opheldering geven, antwoordde mr. Peter Wedgwood ernstig. Mr. Kenueth Ford heeft uw brie ven niet beantwoord, omdat hij ze nooit ontvangen heeft. Waar zijn ze dan? Hier. Toen ik nog de rechtsgeleerde raadsman van mr. Ford was, hebben wij afgesproken, dat, wanneer er hier brieven voor hem kwamen, ik hem daarvan door een advertentie in de Morning-Post zou kennis geven onder een vooraf bepaald motto. Ik geloofde vast en stellig, dat er hier geen brieven meer voor hem zouden komen, toen hij den lOen September mijn kantoor verliet, maar toch heb ik hem op de bovengenoemde wijze de ontvangst van uw brieven meegedeeld. Hij heeft er vol strekt geen acht opgeslagen, de brieven liggen in mijn schijfbureau en ik kan ze u laten zien, als gij dat wilt. Claude schudde het hoofd, die brieven zouden bij hem al te treurige herinnerin gen hebben opgewekt, wanneer hij bedacht onder welke angstige spanning zij verzon den waren. Gij kent de wereld, mr. Wedgwood en weet wat daarin omgaat, zeide de jonge man op ongekunstelden toon. Zoudt gij mij eens, onder eenvoudige bewoordingen, willen zeggen, hoe gij over deze zaak denkt? Ik denk, dat het er tamelijk donker uitziet, antwoordde de advocaat. Wanneer het meisje nog leefde en gezond was, dan zou zij wel geschreven hebben; wanneer haar in den trein of op de boot iets over komen was, dan zou zij haar neef niet heb ben ontmoet en dan had deze wel onder zoek naar haar gedaan. Ik zou zeggen.dat hij haar wel ontmoet heeft en dat hij haar om een ïeden, die hem alleen bekend is, van haar familie verwijderd houdt- Maar waarom? Mr. Wedgwood beantwoordde deze vraag met een wedervraag: Hebt gij ooit iets anders van dien mr, Kenueth Ford gehoord, dan dat hij in be trekking stond tot mevrouw Lecomte? Hebt gij zijn naam ooit door iemand anders hoo- ren noemen? Nooit. Niet? Ja, wacht eens, toch. Mijn oom had in het voorjaar onder zijn patiënten een jongen geestelijke, die gedurende eenige jaren in Indië was geweest en daar een zekeren Kenueth Ford gekend had, die een vriend van hem was. Zoo. En heeft hij u misschien ook gezegd hoe oud die mr. Ford was? vroeg de advocaat verder. Neen, maar hij sprak over hem als van een veel jonger man, dan wij ons mr, Ford hadden voorgesteld. Welnu, mr. Desney, omdat Kenueth Ford mijn cliënt was, zou ik het u mis schien niet mogen zeggen, maar ter wille van uw vader wil ik u van een dwaalspoor terughouden. Ik zal u thans iets meedee- len waarvoor ik u met mijn eer als rechts geleerde borg sta. Of er zijn twee heeren geëigend. Hoedat Verleden jaar bracht ik mijn zomer- vacantie aan het strand van Nortshire door, Onder de uitstapjes, die ik in den omtrek dat hij kort geleden nog een onbemiddeld r GL„uah1,t mori xmzoo vnnr 710Y\7Plf nfill WPl 11KS tach- zoekt: Vooreerst was hij een knaap van vijftien jaar ongeveer, toen mevrouw Le comte de eerste ondersteuning voor haar kleinkinderen ontving en ik weet toevallig maakte, was er ook een naar Chatterly, een bekoorlijk, klein dorp, eenige mijlen van de zee verwijderd. Daar woonde des tijds zekere mr. Kenueth Ford met zijn moeder, een weduwe en toevallig ontmoette ik hem in een gezelschap, waarvan iemand hem aan mij voorstelde. Hij was niet mijn cliënt, maar een mij geheel onbekend man. Ik heb een scherp gezicht, mijn cliënten ken ik zeer goed en ik zou mr. Kenueth Ford onder iedere vermomming herkend hebben, maar deze man verschilde hemels breed met hem. Vooreerst was hij een hoofd grooter, dan was hij een vroolijk jonpmensch met een rondborstig voorkomen en in zijn manieren had hij iets, dat ter stond menschen, die geruimen tijd in Indië zijn geweest, doet herkennen. Hij was dan ook nog niet lang in Europa terug en sprak over de Indische toestanden op een wijze, die duidelijk aantoonde, dat hij er goed mee op de hoogte was. Nu geloof ik vast en stellig dat hij dezelfde mr. Kenueth Ford is, waar de patient van uw oom over sprak. Dat kan, maar Wacht nog een oogenblik. Zooals van zelf spreekt werd ik nieuwsgierig en vroeg hem rondweg: Hebt gij een naamgenoot, mr. Ford? Ik geloof dat er nog wel een half do zijn menschen zijn, die Kenueth Ford hee- ten, antwoordde hij. Hebt ge er een gekend? Ja. Ik hoop toch niet dat hij op mij ge leek? Een naamgenoot is mij onverschillig maar een dubbelganger kan iemand in de grootste onaangenaamheden brengen. Ik stelde hem gerust, door te zeggen: Neen, neen, hij geleek volstrekt niet op u. Misschien zag ik er eenigszms ontsteld uit, want de jonge man voegde er bij In onze familie is geen andere Ke nueth Ford, want mijn grootvader, mijn vader en ik zijn allen eenige zoons. Claude vroeg: Zoudt ge mij ook een beschrijving van uw cliënt willen geven? Zeker. Hij was van middelbare grootte en zijn houding was eenigszins gebogen waardoor hij nog kleiner toonde. Zijn haar en baard, die beiden zeer lang en sneeuwwit waren, gaven iets patriar chaals aan zijn uiterlijk. Claude keek met bedrukt gezicht voor zich uit. man was, die voor zichzelf nauwelijks tach tig pond per jaar had. Maar wanneer hij dien naam Kenueth Ford slechts aangenomen heeft, dan is de heele zaak toch zeer verdacht, zeide Claude. Ja, antwoordde mr. Wedgwood en daarna leunde hij met het hoofd op den rug van zijn stoel en verzonk in diep ge peins. U weet nog iets! riep Claude plotse ling uit. Mr. Wedgwood, wat ik u smeeken mag, help mij toch zooveel ge maar eenigs zins kunt, bedenk wat mijn lieveling mis schien op het oogenblik lijden moet. De oude advocaat zag hem bewogen aan. Ik denk daar aan iets, wat ik in de courant gelezen heb, kort nadat mr. Ke nueth Ford voor het laatst hier war. Men gaf het signalement op van een man, van wien men niet wist of hij iets gedaan had maar die met een jonge dame van Londen naar York gereisd was en eenige uren la ter werd die jonge dame dood in den trein gevonden. Ik weet nist of men haar ouden reisgenoot verdenkt haar te hebben ver moord, maar in elk geval wil men hem op sporen. Het signalement van dien man stemde nauwbeurig overeen met mijn cliënt. De donkere oogen van Claude keken den advocaat doordringend aan en hij vroeg: Was Nora die jonge dame, mr. Wedg wood Dat weet ik niet, mijn jonge vriend, antwoordde mr. Wedgwood, anders zou ik het u zeker al gezegd hebben. De couran ten hebben niet veel omtrent deze zaak vermeld, niet half zooveel als zij anders over dergelijke geheimzinnige gebeurtenis sen doen. Gij moet weten, dat het in een afgelegen hoek van Engeland plaats had en dat de gemoederen juist warm gemaakt waren door een moord in het East-End van Londen. Ik heb echter de courant bewaard en ik zal u het bericht laten lezen, dan kunt ge er zelf uw gevolgtrekkingen op maken. Het meisje moet den elfden Sep tember naar Nortshire vertrokken zijn en de omstandigheid dat niemand haar her kend heeft, bewijst dat zij in die streek een vreemdelinge was. De advocaat nam uit een lade van zijn schrijfbureau twee couranten uit North- shire, waarvan de een het bericht over het vinden van het doode meisje in de spoorwegcoupé aan het station te Salton meedeelde en de andere een verslag gaf over de lijkschouwing en de uitspraak der die mrs. Masterton moest wonen. Omr. Wedgwood, waarom moest zij, nog zoo jong, zoo rein en zoo onschuldig, sterven. Wat had zij jegens dien Kenueth Ford misdaan, dat hij daar het leven ontnam? Wanneer dat meisje werkelijk miss Nora Charles is, zeide de advocaat dan staan wij hier voor een sluw overlegd en lang van te voren beraamd plan. De man, die zich voor Kenueth Ford uitgaf, nam zijn berekeniug zoo, dat zij nabij de woonplaats van den echten Kenueth Ford gevonden moest worden ten einde de verdenking op hem te doen vallen. Ja, dat schijnt zoo. Ohij is een behendige schurkriep de advocaat wanhopig uit. Hij was er wel op voorbereid, dat er bloedverwanten of vrienden van het arme kind naar Eugeland zouden gaan om haar bij Kenueth Ford te zoeken. Hij hoopte dat hun vermoedens op een onschuldige zouden vallen. Gelukkig heeft de jonge man, dien ik destijds in Northshire heb leeren kennen, niets te vree zen, want hij kan bewijzen, dat hij tijdens het plegen van den moord thuis was. -Ik begrijp u diet, zeide Claude. Toen miss Nora Charles Dinsdagmor gen in Engeland kwam en met den trein van tien uur voormiddags naar het noorden verder reisde, was het onmogelijk dat zij een man gezien of niet hem gespreken kon hebben, die, toen de trein met haar lijk het station van Salton binnenreed,daar op het perron stond. Daarin was Claude Disney het met hem eens. Het komt mij voor, voegde hij er bij, dat Kenueth Ford. de echte, een vijand heeft, die zijn naam heeft gestolen om hem op de een of andere wijze in het verderf te stor ten. En die dat reeds achttien jaren ge leden heeft gedaan, hernam de advocaat. Het is geen plotseling toegeven aan de verzoeking geweest. Wanneer ik mij niet vergis, dan was het lot van dat arme meisje reeds lang vooraf bepaald. En er is geen spoor van den misda diger te vindenriep Claude hartstochte lijk uit, maar ik stel het tot mijn levens doel, de waarheid aan het licht te brengen Maar daartoe moogt ge niets openlijk doen. Waarom niet? vroeg Claude driftig. Ik vertrek heden naar Salton, ik zal ver klaren, dat die jonge vreemdeliuge Nora Charles heette, ik zal aangifte doen bij de justitie dat Het schijnt mij toe dat wij een berg jury van bezwaren te overkomen hebben, riepj Mr. Wedgwood ging aan het venster hij uit. Ik zeide tegen mijn oom, dat, wan neer ik maar eenmaal in Engeland was, het mij wel gemakkelijk zou vallen mijn lieveling terug te vinden en thans, nu ik hier ben, komt het mij bij den eersten stap dien ik doe, het onderzoek naar den man, die haar hierheen lokte, reeds als een hope loos geval voor KS7oWdem»7di«Tirdi» staan en keek naar buiten om den armen jongen man tijd te laten, van zijn ontroe ring te bekomen, die het gelezene bij hem te weeg moest brengen. Na een lang stilzwijgen zeide Claude met schokkende stem: Er valt niet langer aan te twijfelen, zij is het, mijn arme Nora, alles stemt nauwkeurig overeen, de beschrijving der kleederen, die zij gedragen heeft en zij was Wordt vervolgd. Gedrukt bij J. H. KEIZER, Noordscharwoude.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 4