Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. W. 30. Zondag 25 Juli 1897. 6e Jaargang. Plaatselijk Nieuws. N ieuwstij dingen. Feuilleton. DE GEHEIMZINNIGE ISDAAD. NIEUWE UMIHJ COURAST Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidsciiarwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 et., franco p. post ÖO ct. UITGEVER: J. H. KEIZER. BUREEL: Hoordscliarwoude. PRIJS DER ADVERTENTIÊNs Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Door het bestuur der Landbouw- en Han delsvereniging te Broek op Langedijk, is een verzoekschrift ingediend bij het Collegie van Hoofdingelanden van den polder Geestmer-Am- bacht, (Oosterdijk en Molengeersen.) Dit adres is voorzien met 121 handteekenin- gen en behelst het volgende verzoek BROEK OP LANGEDIJK, 19 Juli 1897. Aan het collegie van Hoofdingelanden Oosterdijk en Molengeersen) van het Geestmer-Ambacht. Geven met gepasten eerbied te kennen, de ondergeteekenden, allen landbouwers van de gemeente Broek op L., St. Pancras, Zuid- scharwoude, Noordscharwoude en Koedijk, dat door de langdurige droogte en zeer lagen waterstand, vele hunner te veld staande ge wassen, zoowel op de lage groetlanden als op de hooger gelegene akkers, zich niet kunnen ontwikkelen, kwijnende zijn en schraal op schieten, treurende even als bloemen in pot ten, die tevergeefs op water wachten. De schade door dien schralen groei der ge wassen voor den landbouwer ontstaan, isgroot en onberekenbaar, en drukt zeer zwaar. Wat in deze opmerkelijk is, dat de lage groetlanden het ergste kwijnen, waarvoor ondergeteekenden als oorzaak houden, de aan merkelijk dunne laag teelaarde op de groet landen aanwezig, waarvan het gevolg is, dat zij veel sneller uitdrogen. Het is bij ieder praktisch landbouwer een erkende waarheid, dat als de stand van het water in de slooten, beneden de teelaarde is, de gewassen er niet meer door gedrenkt wor den; en wanneer dan in de lange zomerda gen, zonneschijn, en zeer schaars regen ons deel is, de vruchten kwijnen moeten. Overtuigd dat ook Uw Collegie het hooge belang van den landbouw, die milde bron van welvaart voor onze geheele streek, zeer ter harte gaat, wenden wij ons vrijmoedig tot U, met het beleefd, doch dringend verzoek, hier in zoo mogelijk te voorzien door naar hun bescheiden meening, zoo lang de droogte duurt, meer water in te laten, opdat onze groentenbouw, het eenige middel van ons be staan, door de langdurige droogte en lagen waterstand niet mislukke. Nogmaals ons verzoek beleefd aan de wel willendheid van Uw geacht Collegie aanbeve lende, hebben wij de eer te zijn, van U Wel edelen, de onderdanige dienaren C. Wagenaar J.Gz., Voorz. A. Dirkmaat, Secr. D. Wagenaar, Penn. D. Slot. S. Zeeman. P. Gootjes. A. Oudes. P. Kostelijk. Lang-edijk. Er heerscht aan de Langedijk door de langdu rige droogte watergebrek en als altijd in die om standigheid gaan ettelijke Langedijkers dan wa ter halen van Schoorldam, dat zij aan waterlooze burgers voor goed geld verkoopen. Den 19en kwam de treklijn van een der water schuiten, geladen met 12 akshoofden duinval, in aanraking met een lijn van een marktschuit, ten gevolge waarvan de schuit kantelde en haar in houd in het water liet stroomen. Ook een der op varenden geraakte uit de schuit en bekwam ge lukkig geen verder ongeluk dan een nat pak. Den 20en moesten de waterhalers om nieuwen voorraad naar Schoorldam. Aan den Kolfwedstrijd van Hollands Noor derkwartier gehouden 20 en 28 Juli jl. ten huize van den heer G. Slotemaker te OUD-KARSPEL werd door 56 personon deelgenomen. De le prijs werd behaald met 130 p. door S. Evers; 2e pr. met 130 p. door H. Ton 3e pr. met 128 p. door R. II. v. Dort, allen te Oud- Karspel; 4e pr. met 127 p. door A. Kist Zuid- scharwoude; 5e pr. met 124 p. door J. Wester man Barsingerhorn6e pr. met 119 p. door K. Quant Warmenhuizen; 7e pr. met 116 p. door C. Kossen Koog a/d Zaande Serieprijs met 44 p. door Tensen te Schellinkhout. Tegelijk werd prijsbiljarten gehouden waaraan deel namen 16 personen. De le pr. Jan Helder Kolhorn; de le premie Klaas Quant Warmenhuizen; de 2e premie C. Bijpost Dirkshorn. Alle prijzen bestonden in .contanten uitgezon derd de Serieprijs. Bij de op Maandag 19 Juli j.l. gehouden herstemming voor een Lid van de Prov. Staten van Noord-Holland, Hoofdkiesdistrict Schagen werden uitgebracht 3633 geldige stemmen, waar van 2023 op den Heer L. van de Vijzel, bur gemeester van Sint Pancras en 1610 op den Heer Koomen, burgemeester van Winkel. Gekozen alzoo de Heer L. van de Vijzel. NEDERL. ONDERW. GENOOTSCHAP. Uit het jaarverslag van bovengenoemd genoot schap blijkt, dat deze groote onderwijzersvereeni- ging in een bloeienden staat verkeert. Niet min der dan 9 nieuwe afdeelingen werden in 1896 Opgericht, terwijl er geen enkele moest worden opgeheven. Het ledental klom van 5395 tot 5500, het aantal afdeelingen van 205 tot 214. Bevre digend mag ook heeten, dat het batig saldo over 1896 bij een uitgaaf van f7806,785 f758,785 telt, hoewel daar tegenover staat, dat in 1897 de grootst mogelijke zuinigheid moet worden toege past, wil men rondkomen. Als nieuwe hoofdbe stuursleden traden in 1897 op de heer P. de Geus en W. P. Hildebrand. Groote werkzaamheid is ontwikkeld voor de pensioenbeweging. In enkele weken tijds werden 8700 handteekeningen van onderwijzers op een adres bijeengebracht, dat over deze zaak aan de ïegeering zal worden aangeboden. Ook andere belangrijke zaken vroegen in 1896 de aandacht en de behartiging van het Genoot schap, dat immer op waardige wijze de belangen van het onderwijs en de onderwijzers in Neder land heeft gediend. Den 23en had te SCHAGEN de derde jaar- lijksche markt van luxepaarden plaats. Bijna 180 paarden werden ter markt aangevoerd, waarvan een groot aantal 4 en 5 jarige, minder 2 en 3 jarige dieren. Vooral in eerstgenoemde was de handel leven dig en werden goede prijzen besteed; Voor 4 en 5 jarige van f450 f675, voor 2 en 3 jarige van f 250 f 500. Ook deze markt heeft weer bewezen, dat de nieuwe jaarmarkt in een bepaalde behoefte voorziet en gebleken is, dat paarden- houders, die hunne dieren thuis hadden verkocht beter hadden gedaan met ter markt te komen, dewijl de vele Fransche en Duitsche koopers toonden tegen goede prijzen grage koopers te zijn. HOE EEN BOERTJE OM ZIJN EIERS KWAM. Uit den oogsttijd. Aan „Limb. Koer." wordt uit Oirsbeek geschre ven 't Was Maandag, 's Morgens vroeg was hij met een zwaar hoofd opgestaan, zijn vrouw had de koffie gereedhij dronk een enkele tasch, maar liet het brood onaangeroerd. Zijne maag was wat van streek wegens de vele pintjes van gisteren Zondag. Met haak en zicht en hoofdpijn was hij naar zijn akker getogen. De frissche morgen lucht en de zware arbeid hadden zijn hoofdpijn langzaam doen verdwijnen, hij werd zelfs een jeukerig gevoel gewaar in zijne maag en 't was nog geen acht uur, toen hij reeds verlangend den weg opkeek, of zijne vrouw niet kwam met het tweede ontbijt; en te half negen vreesde hij dat ze hem zou vergeten. Maar dat was toch niet het geval. Neen ze zou de hem toegedachte portie zelfs degelijker maken, want zijn werk was zwaar en 's morgens had hij niets gebruikt. Doch zelve had ze geen tijd om het te brengen. De Maandagmorgen is in een huishouden steeds drukker dan andere da gen der week. Kleeren moeten opgeruimd of ge reed gelegd worden, de veestal vordert dubbel werk. En daarom zou Bertus naar vader „de koffie" dragen. „Bertus, jongen, vader is aan 't zichten in het daljij zult hem koffie dragen, moeder kan niet En om den jongen wat aan te wakkeren, die nog niet veel blijken van dankbare vrolijkheid gegeven had over deze blijde boodschap, volgde „Yoor Bertus is er ook een boterham hij Bertus, een loeris van een jongen, ging suk kelend en treuzelend op weg. Hij sloeg zijn oog van koffiepot op boterhammenkorfje en dan weer van 't korfje op den koffiepot. En eindelijk wordt hem de nieuwsgierigheid te machtig. Hij opent het korfje: „Drie eitjes voor vader! Daar mag Bertus ook één van hebben!" En na deze korte overweging hurkt hij neder, tikte een eitje, schilde en pelde het en smulde het op, smekkend en slurpend, Heerlijk! En de loeris sukkelde verder, 't Werd warm, zeer warm. Dat merkte Bertus maar weinig. Het oogpunt, waarop al zijne geestes werkzaamheid gericht was lei in het korfje. Weer werd het korfje geopend. „Twee eitjes voor Vader! Bertus mag met Vader deelen, Ber tus is toch Vaders jongen!" Weer zat hjj neder, tikte, schilde en pelde één der eitjes, verorberde het slurpend en smekkend en sukkelde vervol volgens verder 't Werd hoe langer hoe warmer! 't Moet on- 16.) Wel Maud, vroeg Paul, zijt ge niet bang dat het morgen nevelachtig weer zal zjjn? Dat zoudt ge aan uzelve te wijten hebben, meisjelief, want ge hebt voor uw bruiloft wel de ongunstigste maand van het geheele jaar uitgekozen. Ik zou zeker gaarne hebben, dat het morgen mooi, helder weer was, antwoordde Maud openhartig, maar wanneer ik bijge- loovig was en mij inbeeldde dat een trie stige bruilofsdag ongeluk voorspelde, dan had ik niet in November willen trouwen, maar zou tot het voorjaar gewacht hebben. En vindt ge het nu prettig, in North- shire te moeten wonen? Ik ben met alles zeer ingenomen, be halve met Zjj aarzelde. Kom, zeide Paul vriendelijk, vertel mij maar gerust wat er nog aan uw geluk ontbreekt, zusje. Zijn het geldelijke zorgen Ge weet, moeder en ik willen je bruidschat wel vergroten, wanneer u denkt dat ge aan uw inkomen niet genoeg zult hebben om van te leven. Mijn goede, beste PaulNeen, over geld is het niet, wij zullen zoo goed als rijk zjjn. Ik heb er met Jim niet over gespro ken, omdat ik zjjn vreugde niet wil beder ven, maar ik ben zeer angstig voor dien lord Chatterly. Ik geloof niet dat ge veel met hem in aanraking zult komen, Maud; lord Chat terly is een zeer ongezellig mensch en nu de Fcrd's zoo dicht bij u in de buurt wo nen, behoeft ge niet naar het kasteel te gaan om gezelschap te hebben. Dat bedoel ik niet. Luister eens, lieve Maud, g(j hebt iets op het hart en nu zou het beter zijn, dat ge er met mij over spreekt, want Jim is al even zwaartillend als gij, maar ik als no taris vat de zaken steeds van de kalmste ;ijde op, daarom zeg mij ronduit, wat h op het hart ligt. Herinnert ge u het arme meisje, dat op dien dag toen Jim naar Salton ging dood n een spoorwegcoupé aan het station gevon den werd? O! nu begrijp ik al wat ge bedoelt. Ge verbeeldt u dat de graaf van Chitterly misnoegd op Jim is, omdat hjj dat arme tind toch een kerkelijke begrafenis heeft egeven ofschoon mylord van meening was, at zij zelfmoord had gepleegd. Mijn beste Vlaud, daar zal lord Chatterly zich weinig over bekommeren. Hij was zeer onrechtvaardig in zijn oordeel omtrent haar, zeide Maud zacht. Dan woont daar ook nog die vreemdeling, mr. March, van wien gij ons verteld hebt. (im zegt, dat lord Chatterly een afschuw van hem heeft en al het mogelijke heeft gedaan om hem uit Northshire te verdrij ven. Dat is alles wat ik over lord Chatterly ïeb gehoord en En daar maakt ge uit op, dat hij een soort van menscheneter is, nietwaar? Nu ik ken lord Chatterly, wel is waar opper vlakkig, en hoewel ik hem nu juist niet als een aangenaam mensch beschouw, geloof ik toch niet, dat ge bang voor hem behoeft te wezen. Denkt gjj dat mr. March een plezierige buurman zal zijn, Paul? Hjj heeft op mij een zeer gunstigen indruk gemaakt, Maud, en op Jim eveneens, ik denk dus dat hij u ook wel zal beval len. Verder weet ge ook. dat lady Chatterly de vriendin uit onze kinderjaren, Gertrude Monkton is. Ge zult u nog wel herinneren, hoe dikwijls wij in de oude pastorie van haar vader hebben gespeeld. Gertrude is het mooiste meisje dat ik ooit gezien heb. Ik was nog een knaap van zeventien jaar, toen zij met haar lichtzinnigen broeder Cecil de wijde wereld introk, maar toch heb ik haar nooit kunnen vergeten. Er waren zeer veel geschenken voor den jongen predikant en zjjn bruid ontvangen en behalve die, welke door oude vrienden gezonden waren, bevonden er zich drie van aanstaande gemeentenaren van Jim Cart- wright, die de karakters van de gevers merk waardig teekenden. Lady Edith Ford en haar zoon Kenueth zonden een kostbaar oud-porceleinen servies, een zeldzame antiquiteit, dat in het salon der jonge predikantsvrouw zeker waardig zou prijken; mr. March had een geheele verzameling merkwaardigheden gezonden uit de tropische landen, die hjj bezocht had, en lady Chatterly, die den tijd niet verge ten had, toen Maud door haar kindermeid door den tuin der oude pastorie gedragen werd, terwijl haar oudere broeder met de kinderen van den predikant speelde, had een klein schilderij gemaakt van de pastorie en den tuin en dat, ineen breede vergulde lijst, onder haar eigen naam gezonden. Van den graaf van Chatterly was geen geschenk ontvangen. Het weder scheen den jonggehuwden goed gezind. Ofschoon het November was scheen de zon helder en in haar vriendelijke stralen wandelde Maud Cartwright aan den arm van haar echtgenoot de kerk uit, waar zoo even de band voor het geheele leven gelegd was. De hulpprediker van Jim Cartwright was reeds te Chatterly aangekomen en de pa storie werd geheel opnieuw gemeubileerd. Nu hun huis geheel tot de ontvangst van het jonge paar gereed was, konden zij zich wel het genot veroorlooven van eenige we ken in het buitenland alleen voor hun ge luk te leven. Zij vertrokken naar Parijs en huurden daar kamers in een klein rustig hotel nabij de Champs Elysées, waar mr. en mrs. Cart wright de eerste dagen van hun huwelijk beleefden. Zij vermoeiden zich niet om alles te Pa rijs te willen zien. Eiken dag gingen zij wel uit en telkens ergens anders heen, maar zij maakten geen afmattende tochten en bepaalden zich tot de bezienswaardigheden, die in den reisgids waren aangegeven. Op zekeren middag, toen het te hard re gende om het uitstapje te maken, dat zij voorgenomen hadden, sloeg Jim voor een ge sloten rijtuig te nemerf en een bezoek te gaan brengen aan iemand van wien hij toen hij de laatste maal, op zijn terugreis van Indië te Parijs veel vriendschap had ondervonden. Dokter Bolton is eer een vriend dan een geneesheer voor mij geweest, Maud, zeide hij, en ik was in het afgeloopen voor jaar zoo ziek, dat ik zonder zijn hulp mis schien nooit levend in Engeland zou terug gekeerd zijn. Ik ben al dikwijls van plan geweest hem een bezoek te gaan brengen, wanneer ons tijd genoeg overbleef en ik zou gaarne willen dat gij meegaat. H(j is een gezellige, oude man en hij heeft een aller liefste vrouw, ik geloof wel dat het u zal bevallen met hen kennis te maken, hoewel zij volstrekt niet tot de rijkelui behooren en in een eenvoudige buurt van Parijs wonen. Maud stemde met dit plan volkomen in en om drie uur reden zij, onder een stort regen naar het door Engelschen zeer wei nig bezochte gedeelte van Parijs, dat op den tegenovergestelden oever van de Seine ligt. Dokter Bolton was nog niet thuis, maar het dienstmeisje zeide, dat hij hoogstens een kwartier zou wegblijven en verzocht den bezoekers daarom binnen te komen en zoolang te wachten. Weinig vermoedden zij, dat het lot van twee menschen door dit bezoek zou wor den beslist. Maud wilde gaarne kennismaken met den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 1