Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 34. Zondag 22 Augustus 1897 6e Jaargang. N ieuwstij dingen Feuilleton. EE GEHEHZIMBB MISDAAD. NIEUWE LAMMS! mimi Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 et-, franco p. post OO ct. UITGEVER: J. H. KEIZER. BUREEL: .ioortlscharwoiide. PRIJS DER ADVERTENTIËN; Van 15 regels 30 ct.s elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Mocht dit jaar de kermis te Oud-Karspel van eenigszins meer beteekenis heeten doordat de Heer Hart met zijn wel ingerichte tent was gearriveerd en met zijn uitgelezen gezelschap accrobaten drie voorstellingen heeft gegeven, welke druk werden bezocht, ook te dezer plaatse zal de heer Hart ter gelegenheid der kennis zijn tent opslaan op het erf van den heer Jb. Oot- jers. Voor velen dunkt ons, zal dit eene welkome tijding zijn. Onze correspondent te SCHAGEN schrijft KINDERWOORDEN. Zij was het gebeurde in den omtrek onzer gemeente van haar man weggeloopen met een anderen man, achterlatende haar kinderen. In den nieuwen toestand bleef zij echter niet lang, want Donderdag keerde zij weer huis waarts, ontvangen door de buren met luid klin kende ketelmuziek. Een der kinderen, niet wetende, wat de be teekenis is van dergelijke muziek en verheugd, dat „moeder?" weer thuis was, riep: „O, moe der, wat zijn de buren blij, dat U weer terug is 1" De buren hoorden die woorden ende muziek verstomde. (Historisch). AARDAPPELEN. De zware regens der laatste dagen zjjn voor de aardappelen, vooral voor die op kleigronden van groot nadeel. De enkele zieken vermeerde ren met den dag, wijl de late aardappelen nog niet rijp zijn en het loof erg wordt aangetast. De zandaardappelen hebben minder last, omdat ze verder in groei zijn en het water spoediger wegvloeit. De heer P. Stadt, directeur der zangver- eeniging „Euterpe" te SCHAGEN heeft als zoo danig bedankt, waarom de vereeniging Donder dag j.l. heeft besloten zich te wenden tot den oud-directeur den heer Jb. Denijs met het ver zoek of hij genegen zou zjjn wederom het direc teurschap op zich te nemen. In den heer Stadt verliest „Euterpe" een hoogst verdienstelijken leider, die moeielijk te vervangen zal zijn. In een buitengewone vergadering van den Raad der gemeente Schagen den 19en gehou den, werd met algemeene stemmen besloten den heer D. Kramer alhier te ontheffen van zijn verplichting de Rjjkslandbouw-winterschool te bouwen voor de som van f5973 waarvoor hij als aannemer voor dat werk had ingeschreven. In het adres, waarin de heer Kramer om ont heffing verzocht, deelde adressant mede, dat hij zich bij het transporteeren eener geldsom ver gist had, tengevolge waarvan de einduitkomst zijner begrooting ongeveer f 1000 te laag kwam. De herbesteding zal nu gehouden worden op Dinsdag 24 Augustus des avonds 7 uur, terwijl de oplevering van het gebouw op een week la ter bepaald werd. Onze correspondent te SINT PANCRAS schrijft Bij het 1.1. Maandag en Dinsdag te Amster dam gehouden examen voor de hoofdacte slaagde onder meer de heer P. Yredenduin, onderwijzer alhier. Onze dorpsgenoot, de heer F. Nobel, is be noemd als adjunct-ingenieur bij het Technisch Bureau aan het Departement van Koloniën te 's-Gravenhage. De kool op het dezen zomer alhier van Rijkswege aangelegde proefveld staat best. Het veld, dat 25 snees groot is, is in achten verdeeld, en deze stukken zijn op verschillende wijzen met hulpmeststoffen bemest. Hoewel nog geen groot verschil is te bespeuren tusschen den stand der gewassen op deze 8 stukken staat de kool toch aanzienlijk beter dan op den daarnaast liggenden akker, die uit minstens, even goeden grond bestaat en met modder bemest is. HET NIEUWE GEWEER. Het vermoeden, dat het barsten van een ge weer bij de schietoefeningen op de Zeisterheide aan onnauwkeurigheid in de samenstelling der. munitie zou te wijten "zijn, kan eenigzins beves tigd worden door de mededeeling, dat reeds vroe ger onbruikbare patronen in de pakjes waren aangetroffen. Ongeveer een maand vóór het be kende ongeval is bij een jagerkompagnie gedu rende eene schietoefening een pakje patronen geconstateerd, waarin onderscheidene hulzen de buskruitlading misten. Omdat zulke onrustbarende geruchten aan gaande de soliditeit van het geweer de ronde doen, dient er op gewezen te worden, dat de deugdelijkheid van het nieuwe wapen niets te wenschen overlaat. Er is echter, met het oog op de groote gevaren, aanleiding, op een verscherpte zorg bij de vervaardiging der patronen aan te dringen. A v d p. HENDRIK DE JONG. Even over achten werd Hendrik De Jong Woensdagmorgen onder een stortbui uit de straf gevangenis aan den Amstelveenschen weg te Amsterdam ontslagen. Hij was gekleed in het zelfde pak waarin hij gekomen wasdonkere broek en jas, een wit vest en een staande boord terwjjl hij een licht grijze pet op had. In zijn linkerhand droeg hij een keurige, nette koffer, met een nikkelen plaatje, waarop met groote letters gegrift was H. D. J. Yreemd keek hij rond en liep allereerst een sigarenwinkeltje op den Overtoom binnen. Toen hij hier uit kwam sprak een medewerker van het „Nwsbl. v. Ned. hem aan en verzocht om een onderhoud. Nadat hij eerst goed geïnfor meerd had, wie hij was, was hij hiertoe bereid. Hij had een vol gezicht, thans omringd door een lichten ringbaard, een smal voorhoofd, met lichtgrjjzè oogen donker haar en donkere wenk brauwen. Onder het spreken trok hij telkens zenuwachtig met den mond, terwijl de neus vleugels trilden. Gij zijt zeker verheugd weer „vrij" te ?ijn Ja, mijnheer, het is verschrikkelijk 3 jaren gezeten te hebben. Ik was dol blij van morgen. Ik heb gehoord dat gij u in de gevangenis goed gedragen hebt. Hebt ge daarvoor ook be wijzen Zeker. Ziet u maar. Hij liet de officieele stukken zien, waaruit bleek, dat hij het eerste jaar met het ljjnen van koffers en het pasklaar maken van daarvoor benoodigd leerwerk verdienS had f61,88; het tweede jaar f81,50 en f95,50 in het derde jaar. Na aftrek van de kosten van verschillende zaken, die hij uit de cantiue had gehad, bleet er een som over van f 159,94. Hoeveel koffers hebt ge in het geheel ge monteerd Vijf-en-twintig duizend en dertig, terwijl ik een dubbel aantal gelijnd hebt. De chef van de koffermakerij, de heer G. Aschbacher was zoo tevreden over mijn werk, dat hij mij deze jn.oeie koffer cadeau gaf. De Jong's sigaar ging onder het praten onop houdelijk uit. Ja, zei hij, dat komt omdat ik in geen drie jaren gerookt hebt. Alles is zoo vreemd voor me. In het bewijs van ontslag uit de gevangenis stond zijn gedrag als goed genoteerd. Dacht ge nog aan gratie voor uw goed gedrag Ja, doch ik kreeg het niet. Een bierbrou wer, die zijn vrouw vermoord had, kreeg drie maanden gratie en hij paste slecht op Ik ben een ongelukskind. Wat deedt gij in uw vrijen tijd? Ik las veel Engelsche boeken en schreef brieven, doch ik wilde nooit, dat mijn familie terugschreef. Waarom niet? Omdat alle geschrijf doorspekt was met bijbelteksten en ik ben liberaal! Wat denkt ge nu te doen Ik zal probeeren als kok of hofmeester een plaats op een schip te krijgen. Ik ga dan naar Australië, omdat ik daar veel vermogende vrienden heb. Wie zijn dat? Dat zeg ik niet. De rechtbank heeft er destijds ook moeite genoeg voor gedaan. Krijgt ge als afgekeurd militair nog pen sioen Ja, doch ik kan het alleen hier te lande innen bij den rijksbetaalmeester te Arnhem. Ik had het geld gaarne in Engeland ontvangen, doch de minister heeft op mijn daartoe gedaan ver zoek ontkennend geantwoord. Op een vraag omtrent de verdwenen vrou wen ging hij de geheele bekende geschiedenis nog eens oprakelen hij sprak daarbij met min achting over de rechterlijke macht en geraakte in woede toen hij vertelde, hoe eens op een dag men hem een verdronken vrouw vertoond en gevraagd had of het een der gezochte vrou wen was. Ik weet van niets, mijnheer, van niets Eerst is mijn wettige vrouw met mr. Wilson, den Amerikaan, er vandoorgegaan en later heeft Maria Schmitz mijn fortuin opgemaakt, maar waar ze gebleven zijnik weet het nietHoe kan ik het ook weten Uw fortuin, zegt gij Hoeveel bezat ge wel Zeventien duizend gulden. Dat had ik verdiend aan de sheelbank te Calcutta. De Jong haalde thans een hoop papperassen voor den dag. Een boekje blonk uit door den inhoud. Alles was keurig net geschreven. Wat is dal voor boekje? Odaar schrijf ik „gedachten" in en ge dichten. Wij lazen daarin o.a. een gedicht op den verjaardag van Koningin Wilhelmina Wilhelmina van Nassoue, Juicht nu ons eerlijk hart In God en Haar vertrouwen Haar hart is voor 't Vaderland. Laat vrij die Koningin dan bouwen Op 's Hemels onderstand Onder de aphorismen, die hij in zijn cel neerschreef, behoort deze „Er schijnen menschen gevonden te worden, die er een zekeren wellust in scheppen om an deren in het oog van het publiek te benadeelen en die den afschuwelijken grondregel tot den hunnen makenII en restera toujours quelque chose, menschen, wier gekrenkte eigenliefde naar een voorwerp zoekt om hare gal over uit te braken, voor welken de deugd van anderen een doorn in het oog is en die het koste wat 't wil, iemand behoeven, aan welken zij hun nijd kun nen koelen." Zijt ge over de behandeling in de gevan genis tevreden Zeker. Deedt ge mede aan de relletjes der laat ste dagen Neen, dat deden alleen socialisten en op roerkraaiers de slechte menschen, de ondeu- 20.) Gij zoudt toch nog wel een meisje kunnen ontmoeten, waarop ge verliefd werdt, hoe moeielijk ge ook te bevredigen zijt, hernam zij. Ik kan die hoop niet op geven. Gij moet het doen, moeder, zeidehij ernstig. Ik heb het u nooit willen zeggen, maar nu zie ik in, dat het toch maar het beste is. Ik zal nooit trouwen, want de eenige vrouw die ik ooit heb bemind, is voor altjjd voor mij verloren. Lady Edith geloofde nu, dat hij in Indie een meisje had leeren kennen en liefheb ben, dat hem door den dood ontrukt was. Weinig vermoedde zij, dat het hart van haar zoon nog volkomen vrij was, toen hij in zijn vaderland terugkeerde, maar dat hij zich daar een vreeselijk verdriet op den hals had gehaald door liefde op te vatten voor een vrouw, die reeds aan een ander toebe hoorde Gertrude. Dat was het geheim van Kenueth Ford, een geheim dat hij tot aan zjjn dood toe hoopte te bewaren. Nog voordat hij het zelf wist, was het onheil geschied, hij besefte zijn ongelukkige liefde eerst, toen deze reeds diep wortel had geschoten in zijn hart, maar hij bezat zelfbeheersching genoeg om elke misdadige gedachte daarin te bedwingen. Hij wilde Gertrude eerbiedigen, haar vriend en be schermer zijn. Nooit zou hij of iemand anders mogen vermoeden, dat hij slechts ongehuwd bleef, omdat zij de eenige vrouw op de geheele wereld was, die hij tot de zijne zou willen maken. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. Zonder de ziekte van lord Chatterly zou het wellicht groote moeielijkheden na zich gesleppt hebben, een ontmoeting tusschen Cecil Monkton en zijn zuster te bewerk stelligen. Thans echter kwam Kenueth Ford dage lijks op het kasteel, om naar zijn neef te vernemen en reeds den dag die volgde op den avond waarin Cecil Monkton zich aan Kenueth Ford had bekend gemaakt, liet deze aan lady Chatterly verzoeken hem te willen ontvangen en deelde hjj haar in korte, eenvoudige woorden de waarheid mede. Gertrude staarde hem ongeloovig aan en zeide Maar ik heb zijn dood aangekondigd gezien, ik heb het bericht in een courant gelezen. Eenigszins verlegen zei Kenueth Ford: Wanneer ik in uw plaats was, dan zou ik trachten dat te vergeten. Ik ben er zeker van dat mr. March hij wil zich voorloopig nog zoo blijven noemen de volle waarheid heeft gesproken. Wanneer gij er een bewijs voor verlangt, denk dan aan de woorden, die Chatterly sprak op den avond dat hij ziek werd: hij meende den geest van uw broeder gezien te hebben. Ik weet toevallig dat mr. March op denzelf den avond in het park, dicht bij het kasteel gewandeld heeft. Maar gij hebt gezegd, dat hij zeer rijk is. En wanneer dat nu eens zoo was, zou het daarom een bewijs zijn dat hij niet is voor wien hij zich uitgeeft? Het rad van Fortuna draait dikwijls genoeg en de wis pelturige godin kan Cecil ook wel eindelijk eens toegelachen hebben. Gertrude strekte bevend en onzeker de handen naar Kenueth uit, zooals iemand doet, die in diepe duisternis rondtast. Zij zou op den grond gevallen zijn, wanneer Kenueth haar niet opgevangen had. Hij droeg Gertrude naar een fauteuil en behalve dat zijn gelaat bleeker was dan gewoonlijk verried niets den strjjd die er in zjjn binnenste gevoerd werd. Met bevende stem zeide lady Chatterly Ik kan u er nooit genoeg dankbaar voor zjjn. O! neet Kenueth, ik had mijn broeder Cecil zoo lief en het maakt mjj buiten mijzelve van geluk te weten, dat hjj als uit den dood herrezen is. Mr. March echt het verstandiger, her nam Kenueth Ford, zijn wij kunnen wel zeggen opstanding voorloopig voor Chatterly verborgen te houden. Hij zegt hem beleedigd te hebben, sedert hij op Cop- sigh woont. Ja. Reginald wordt reeds woedend alleen bij het hooren van den naam March, maar zeg mij eens, neef Kenueth zoudt gij tot een ontmoeting tusschen mij en mijn broeder willen meewerken? Ik heb daar reeds met moeder over gesproken en zij heeft mij gezegd dat, zoo dra gij op Lane-house komt, zij een bood schap naar mr. March zal zenden, om hem te doen weten, dat gij er zijt. Het is be ter dat deze ontmoeting bij ons plaats heeft, dan dat gij naar Copsleigh gaat, te meer daar het voorloopig nog geheim moet blij ven dat mr. March uw broeder is. Wat zijt gij toch goed en ik ben eens nog wel zoo ondankbaar geweest om te ge- looven dat gij niet van mij zoudt houden. Toen gij uit Indië moest terugkeeren ver beeldde ik mij, dat gij zoudt meenen dat Reginald wel iet^ beters had kunnen doen, dan een arm meisje te trouwen. Kenueth onderdrukte iets dat naar een zucht geleek. Aan zoo iets heb ik nooit gedacht, zei de hij halfluid. Ik zou niets liever wenschen, dan een broeder voor u te zijn, Gertrude, maar nu Cecil teruggekeerd is zult gij geen ander meer noodig hebben. Zij schudde het hoofd. Gij zijt in den laatsten tijd meer dan een broeder vcor mjj geweest, antwoordde zij, en dat zal ik ook nooit vergeten, ook niet nu Cecil teruggekeerd is. Nog denzelfden avond ontmoetten bloe der en zuster elkaar in het salon van Lane- house, Lady Edith en haar zoon waren fijnge voelig genoeg, om bij deze ontmoeting niet tegenwoordig te willen zijn. Broeder en zuster stonden een oogenblik zwijgend tegenover elkaar. Zij waren van elkaar gescheiden toen hij een eigenzinnig, avontuurlijk jongmensch en zij een schoone maar treurige bruid was. Die tien jaren hadden hem in een ern stig, bijna somber man doen veranderen en haar een nog altijd schoone, maar te vens nog altijd treurige vrouw doen blijven. Cecil. Gertrude. Dat waren de eenige woorden, waarmee zij het stilzwijgen verbraken, maar daar bij keken zij elkaar aan met oogen, waar uit een geheele wereld van teederheid en verrukking sprak. Geen van beiden roerde lord Chatterly of het huwelijk van Gertrude aan, hetscheen wel alsof zij vooruit hadden afgesproken alle treurige gedachten te verbannen, die het geluk van het wederzien zouden kunnen verstoren. Ik heb uw dochtertje gezien, zeide Cecil na een korte pauze. Wat is zij een lief kind. Zij koestert reeds een onbegrensde genegenheid voor mij, zonder nog te weten dat ik haar oom ben. Die lieve, kleine Fhil, zij is mijn groot ste geluk. En de Ford's zijn uw trouwe vrien den. Ik heb nog nooit twee menschen ont moet, die mij zoo goed bevallen zijn, als lady Edith en haar zoon. Kenueth is een buitengewoon edel mensch.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1897 | | pagina 1