Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 37.
Zondag 12 September 1897.
6e Jaargang.
Zij, die zich met 1 Oc
tober a.s. op dit blad wen-
schen te abonneeren
ontvangen de tot dien
datum verschijnende
nummers GRATIS.
N ieuwstij dingen.
Feuilleton.
DE GEHEIMZINNIGE MISDAAD.
NIEUWE
lanqëdijker mum
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 et-, franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
J. II. KEIZER.
BUREEL:
Hoordscliarwoiule.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
DE UITGEVER.
Dezer dagen zag men te BREDA een moe
der met klompen in de hand, naar haar werk
huis gaan; tegelijkertijd zag men eene jonge dame
(haar dochter) op een fiets gezeten, begeleid door
een cavalier, óók op de fiets!
ZAANDAM ontving een gouden medaille,
welke, als blijvende herinnering aan de gehou
den Czaar Peterfeesten, op het gemeentehuis zal
bewaard worden. Het opschrift in het Russisch
luidt, vertaald: „Genadiglijk vereerd door Z. M.
den Keizer aller Russen, Nicolaas II, aan de stad
Zaandam, ter herinnering aan de viering van het
200-jarig jubileum van het verblijf van Czaar
Peter den Groote te Zaandam".
ATJEH
Uit Atjeh zijn eenige officieele telegrammen
openbaar gemaakt.
Het eerste, betreffende de bestuursregeling
die ter noordkust van Atjeh getroffen ia als ge
volg van de krijgsverrichtingen aldaar in de
vorige maand, luidt: „Toekoe Bintara Pinang
aanvaardt het bestuur over de moekims Pakan
Baroe en Pekan Soth, en bezet aldaar drie pun
ten. Een compagnie gaat terug naar Koto Rad
ja; de drie overigen blijven voorloopig te Segli."
Het tweede telegram luidt: „Gisteren had in
het dal van Lamteh in Lepoog een gevecht
plaats met sterke benden van Toekoe Oemar,
wier klewangaanval driemaal werd afgeslagen.
Gesneuveld drie fuseliers en gewond één officier
en twee militairen beneden dien rang."
LOMBOK.
(Officieele telegrammen). I. Een colonne is
van Ampenan (aan de kust) via Narmanda naar
Soeraije (eene dessa: dorp) in de onderafdeeling
van Midden-Lombok) opgerukt om een groote
rooverbende uit de Prajasche bosschen te ver
drijven en onschadelijk te maken.
II. De rooverbende is verdreven uit hare ver
schansing aan den noorderrand van het bosch
van Praja, met achterlating van 20 dooden. De
vervolging wordt voortgezet.
Gesneuveld zjjn een officier en één fuselier,
gewond één fuselier.
TROUWE HOND!
Zaterdag werd te Waddingsveen een jonkman
grafwaarts gedragen. De hond van den overle
dene volgde het lijk en. toen de dragers weder
huiswaarts gingen, bleef de hond op den doo-
denakker. Het dier ligt tot heden nog op het
graf zijns meesters.
WAARDELOOZE MUNTBILJETTEN!
Te Zevenaar is een muntbiljet ter betaling
aangeboden, dat uit zestien aaneengeplakte dee-
len bestond. Het ergste was, dat de stukjes niet
bij elkander behoorden, zoodat het biljet ongel
dig was. Om dit te verbergen waren over de
letters en nummers inktvlakken gemaakt.
ARMENWET.
Onlangs werd medegedeeld dat de minister
van binnenlandsche zaken voornemens zou zijn
een Staatscommissie te benoemen om een rap
port over wenschelijke wjjzigingen in de armen
wet uit te brengen. „Het Vad." weersprak dat
gerucht door de verzekering, dat men „ter
plaatse waar zulks bekend moest zjjn", niets
daarvan afwist.
Yan iemand, die in deze zeer goed onder
richt is, verneemt nu de „Amst. Ct." dat de
minister van binnenlandsche zaken voornemens
is een wijziging der armenwet zoo spoedig mo
gelijk bij de Volksvertegenwoordiging aanhan
gig te maken en dat men aan zijn departement
reeds met de voorbereidende werkzaamheden
voor de samenstelling van dit ontwerp bezig is.
Zonder dat Zijne Majesteit Chululangkorn
er eenige aanleiding toe heeft gegeven heeft de
Haagsche spraakmakende gemeente hem in plaats
van Koning van Siam, Koning van Schiedam ge
titeld. Hij is nu weg, de Koning, om via Brus
sel te Parijs met Hanotaux de Mekongtroebelen
van een jaar geleden te bepraten, of niet. Naar
zijn uiterlijk te oordeelen is handige diplomatie
hem niet vreemd, en levendig doortasten een zijner
eigenschappen
Van die laatste hoedanigheid zag ik een hoofd
agent blijk geven even voordat Sire uit het Pa
leis naar het station reed op weg naar Amsterdam.
Het Heulstraatje, dat druk bereden en betre
den straatje schuin over het Paleis naar het
Voorhout, stond op dat oogenblik vol met karren
die alle snel moesten worden verwijderd omdat
met een haastig, galoppeerend heen en weer ge
rij van leege hofkoetsen een boodschappendienst
tusschen het Hotel des Indes en het Paleis werd
gesoigneerd. Ter bespoediging trok de hoofdagent
in quaestie een kar vol met peren, waarvan de
bestuurder zoek was, op zij. De ruk deed vele
peren tuimelen. De eigenaar schoot toe, men
hielp hem, maar toch ging 't een treuzelgang
met de vergaring der gevallen vruchten Toen
haalde de hoofdagent een geldstuk uit zijn zak,
de een zei dat 't een dubbeltje was en de ander
meende dat 't was een kwartje gaf 't den
pereneigenaar en riep tot eenige ijdelende straat
jongens grabbelen, jongens.
In minder dan geen tijd was het aanzienlijke
restant peren weg, de man met de kar ver
dwenen en de straat schoon, 't Is te hopen, dat
deze geniale daad den hoofdagent geen finan-
ciëel nadeel berokkene, m. a. w., dat hij zijn
dubbeltje of kwartje uit de onvoorziene uitgaven
der politiebegrooting terug krijgt.
DROOGMAKING DER ZUIDERZEE!
Men verzekert, dat de Regeering het ernstig
voornemen heeft de zaak van de droogmaking
der Zuiderzee ter hand te nemen en daarom
trent voorstellen voor te bereiden.
Dichtbewerkte kanten voiles zijn op den
duur schadelijk voor de oogen, vooral indien
die voiles nog van moesjes voorzien zijn.
GESTIKT.
Door het te dicht toedekken van een jong kind
te Hontigehage (Fr.) dat naast de moeder op bed
sliep, is dit gestikt.
VERSCHRIKKELIJK.
Zaterdagavond, tijdens het onweder, was de
vrouw van den arbeider Okko Blaauw, wonende
bij het Schildmeer onder Siddeburen, met haar
ziek kindje, dat te bed lag, alleen thuisde man
deed eene boodschap naar het dorp. Vrouw Blaauw,
medelijden hebbende met haar schapen, die bij
zulk onweder buiten moesten zijn, ging even heen
om de dieren in het hok te brengen. Terwijl zij
hiermede bezig was, kwam er een zeer zwar.
slag. Het zieke kind riep herhaaldeljjk aan moe
der, maar moeder kwam niet, en toen vader thuis
kwam, vond hij zijne vrouw dood bij het schapen
hok liggen. De bliksem had haar gedood.
Een lezer deelt deze drie-en-veertig voor
teekens van regen mede
De holle wind kent perk noch palen.
Het zwerk verandert keer op keer.
Ik zie de kwik in 't weerglas dalen.
Het schoorsteenroet rolt druppëlend neer.
Het vocht begint den muur te ontvloeien.
De zwaluw scheert langs't spichtig gras.
De vlieg verstoort dejogge koeien.
De kikvorsch kwaakt in d' enge plas.
Flink, mijn patrijshond, zit te droomen.
Het stof draait dwarlend in de vliet.
De visschen spart'len op de stroomen.
Het regende ook op Sint Margriet.
Hebt gij den stank der gracht geroken
Zaagt gij dien fraaien regenboog
De zon is nev'lig neergedoken.
Ondraaglijk kwelt me een eksteroog.
De huiskat strijkt haar fulpen wangen.
Gesloten is de pimpernel.
De meerle fluit haar zoetste zangen.
Ei hoor, wat piept de krekel fel
Het loeiend vee wil 't veld verlaten,
't Verschiet schijnt ons nabij te zijn.
Ik hoor d' onruste schapen blaten.
Aanhoudend knort het ronkend zwijn.
De slakken zijn met zand bestoven.
De padden kruipen ginds en her.
De klaver heft de kruin naar boven.
Flauw glinstert zelfs de grootste ster.
De pauw verheft zijn schelle kreten.
Het rijpaard trapt vol ongeduld.
Mijn hond wil gras voor been'dren eten.
Zie hoe een kring de maan omhult.
De glimworm blinkt in vollen luister.
De koekoek roep in 't eenzaam woud.
Het is, schoon zomer, taamlijk koud.
De ganzen gagg'len, eenden kwaken.
De gladde zuring krimpt ineen,
Het hout zet uit met hoorbaar kraken.
Het vocht ontwelt den blauwen steen.
De kraaien storten zwierend neder.
In gang en kamer kruipt de spin.
De boomvorsch spelt onstuimig weder.
De nieuwe maan viel Maandag in.
Zooals onze lezers zullen merken, is hier van
alleswaar en onwaar, en is hier lest niet
best.
23.)
Ik heb u openhartig mijn zienswijze
meegedeeld, gij zet uw leven op het spel,
indien gjj naar Northshire gaat, en wanneer
het geluk van een zoo braaf, eerljjk en
rechtschapen jongmensch als bij voorbeeld
mr. Claude Dusnej, daarvan afhing, dan zou
ik al mijn best doen, u van uw plan af te
brengen.
Maar dat is niet het geval, er is nie
mand die bijzonder belang in mij stelt, of
in wien ik belang stel.
Welnu, als dat zoo is, dan wensch ik
u van ganscher harte geluk toe in uw onder
neming.
En ge wilt mij helpen?
Waar ik kan, ik stel er mijn eer in
want gij zijt een moedig meisje.
Mrs. Verity en haar zoon hadden een
groote genegenheid voor Beatrix opgevat
en Paul verklaarde zelfs rondborstig, dat hij
haar voor veel te goed hield om naar Norths
hire te gaan.
Dat neemt evenwel niet weg, zeide
hij, dat men daar zeer achtenswaardige
menschen heeft, mijn zuster Maud en haar
echtgenoot Jim Cartwright nog niet mee
gerekend. Mr. March, een van mijn beste
cliënten, heeft daar zijn tenten opgeslagen
en lady Chatterly was in haar kinderjaren
mijn vriendin en speelgenoote. Zij zal u
miss Charles, zeker hartelijk ontvangen
en dan woont er nog eer. zekere lady
Ford met haar zoon Kenueth, van wie ik
ook v eel goeds gehoord heb.
Hoewel mr. Wedgwood haar had ver
zekerd, dat Kenueth Ford van Lanehouse
onmogelijk de man kon zijn dien zij zocht,
joeg het hooren 'van dien naam alleen
Beatrix reeds een huivering door de
leden.
Gij zult, zooals vanzelf spreekt, met
den sneltrein van tien uur voormiddag
vertrekken, ging Paul Verity voort, dat
is de eenige trein van den geheelen dag,
waarmee men niet te Willmington be
hoeft over te stappen.
Mrs. Verity was een andere meening
toegedaan.
Het zal voor miss Charles veel aan
genamer zijn, wanneer zij eerst laat op
den dag te Chatterly aankomt, zoodat zij
alleen den tijd heeft om het hoogst noodige
uit te pakken en dan dadelijk kan gaan sla
pen. Den eersten avond geheel alleen op een
ilaats door te brengen waar men nog vol-
tomen vreemd is, dat komt mij al zeer
treurig voor.
Beatrix was doodsbleek geworden, al
les wat in haar was kwam er tegen in
opstand met denzelfden trein te reizen,
waarin Nora vermoord was. Zjj stemde
volmaakt in met het plan van mrs. Verity
zonder er nog de ware reden van te zeg
gen.
Er werd dus besloten, dat zij met den
trein van twaalf uur zou vertrekken en
Paul Verity bracht haar zelf naar het
station Kings-Cross, ook mrs. Verity ging
mee.
Het rijtuig werd onderweg opgehouden
en in plaats van, zooals mrs. Verity gehoopt
had, zeer tijdig aan het station te zijn,
vonden zij ternauwernood dentijdeen plaats
kaartje te nemen en een coupé op te zoe
ken, want er was reeds gebeld en de trein
stond op het punt te vertrekken. Een
conducteur rukte het portier van een coupé
open, waarin reeds een heer en dame zaten.
Paul groette vluchtig en de trein zette
zich terstond in beweging, zoodat hij geen
tijd had om nog een woord met Beatrix te
wisselen of haar zelfs een »goede reis" toe
te roepen.
De medereizigers van Beatrix zaten aan
den tegenovergestelden kant van de coupé
en eerst toen de trein reeds in beweging
was merkte Paul op dat het lord en lady
Chatterly waren.
Hoe jammer dat wij niet een paar mi
nuten vroeger aan het station gekomen
zijn, zeide Paul tegen zijn moeder, terwijl
zij naar huis terugreden.
Hoe dat
Lord en lady Chatterly zaten in de
coupé, waar miss Charles is ingestapt.
Wanneer er meer tijd was geweest, dan
zou ik haar aan hen hebben voorgesteld,
haar reis zou dan wat aangenamer ge
weest zijn.
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Onder zeer gemengde gewaarwordingen
legde lady Gertrude Chatterly den terug
reis af.
Toen zij in den trein naar Salton stapte
was zij verrukt over de gedachte, dat zij
haar kind zou terugzien en weer door be
kende en vriendelijke gezichten zou omge
ven zijn, maar deze vreugde werd bedor
ven als zij er over peinsde, dat zij voortaan
teeds op haar hoede zou moeten wezen
opdat haar echtgenoot niet zou ontdekken,
dat mr. March haar broeder Cecil was.
Hoe geheel anders zou nu ook haar
levenswijze zijn, daar lord Chatterly had
;ebroken met zijn gewone zuinigheid en
voornemens was het kasteel Chatterly we
der om zijn gastvrijheid heinde en ver
beroemd te doen zijn.
Nu zonden er geen lange, rustige dagen
meer komen, die zij alleen met haar
dochtertje Phillis zou kunnen doorbrengen.
Het oude, eentonige leven op Chatterly
aad een einde genomen en wat zou het
nieuwe haar brengen?
Als Gertrude daaraan dacht, dan hui
verde zij.
Zij kende de geheime ondeugd van haar
chtgenoot, die zij voor iedereen zou moe
ten verbergen, terwijl zij tevens haar
nauwe verwantschap met mr. March ver
helen moest.
De arme vrouw besefte, dat zij voort
aan een rol te spelen had, maar niette
min was zij overgelukkig met den terug
keer van Cecil.
Het deed haar zwaar beproefd hart
goed te weten dat haar broeder bij haar
was.
Gertrude had dezen trein voor de te
rugreis niet gekozen.
Zij was er den graaf dankbaar voor ge
weest, dat hij er niet op stond, den snel
trein van tien uur te nemen, omdat daar
aan voor haar zulk een droevige herinne
ring was verbonden.
Het was nog tamelijk vroeg toen zij
aan het station kwamen en lord Cha
terly koos een ledige coupé uit, waar zij
elk ineen hoek tegenover elkander plaats
namen.
Lord Chatterly was niet zeer opgewekt,
hij had er voor gezorgd, dat zijn vrouw
eenige tijdschriften had om zich op reis
den tijd te verdrijven, maar hij sprak geen
woord met haar.
Alleen toen reeds het tweede teeken
van vertrek was gegeven, zeide hij op een
toon van voldoening
Goddank, wij zullen deze coupé voor
ons alleen [hebben. De trein stopt niet
voor Peter-Barrow.
Maar hij had zich te vroeg verheugd
het portier werd opengerukt. Paul Verity
hielp miss Charles instappen en herkende
haar reisgenooten eerst, toen de trein
reeds het station uitstoomde. Lady Chat
terly ging het eveneens, want toen zij
wegreden zeide zij zacht tegen haar echt
genoot
Dat was mr. Verity.