Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 41.
Zondag 10 October 1897.
6e Jaargang.
J. II. KEIZER.
Geïllustreerd Zondagsblad
Geïllustrcerd Zondagsblad
N ieuwst ij d ingen.
NIEUWE
ANGEDIJKER COURAST
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post <30 ct.
UITGEVER:
BUREEL:
iWoordscharwöiide.
PRIJS DER ADYERTENTIÊN:
Van 15 regels 30 ct-, elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruiinte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
"Wij vestigen de aandacht onzer
lezers op den len brief uit „De
Streek", welke in dit nr. voorkomt.
Geregeld zal elke week een brief verschijnen.
Het doel, dat wjj beoögen met hét plaatsen
dezer brieve^ is: te geven een panorama van
eene omgeving welker bewoners geplaatst zijn in
denzelfden werkkring, waar de aard der werk
zaamheden en de bron van het bestaan onge
veer dezelfde zijn, waar dezelfde belangen op
den voorgrond treden, waar de strijd om het
bestaan in denzelfden vorm wordt gevoerd door
den landbouwer en den handelaar gelijk hier.
Hogen wij veronderstellen, dat door deze brie
ven de inhoud van ons blad voor onze lezers
ih belangrijkheid is gewonnen, dan is tevens
een tweede doel bereikt, dat door ons wordt be
oogd, n.l.: ons blad te maken tot veler huisvriend.
J. II. KEIZER,
Red.Uitgever.
De Ondergeteekende beeft de eer hierbij
mede te deelen, dat hij besloten heeft een
aan zijne Courant te verbinden, degelijk van in
houd en aantrekkeljjk van vorm.
Door eene overeenkomst met de Uitgevers van
de gunstig aangeschreven NEDERLANSCIIE IL
LUSTRATIE,is hij met opoffering van vele kosten
in staat gesteld, aan de geabonneerden zijner Cou
rant, tegen eene geringe tegemoetkoming, deze
belangrijke uitgave, waarvan hierbij als proeve
twee exemplaren ter kennismaking worden toe-
aan te bieden. Dit blad zal elke week een
omvang van 8 pagina's beslaan, zoodat men
na drie maanden een boekdeel van blijvende
waarde ter grootte van niet minder dan 104
pagina's zal bezitten.
Eenige voorwaarde voor de geregelde toezen
ding van dit GEÏLLUSTREERDE ZONDAGS
BLAD is de betaling van een bedrag van slechts
31V2 Cents per drie maanden boven den ge
wonen abonnementsprijs, een prijs buitengewoon
gering, in verhouding tot het fraaie en degelijke
tijdschrift zelf, welks abonnementsprijs voor zijn
eigen geabonneerden f5.— per jaar bedraagt.
Zal de inhoud zijn gewijd, deels aan de fraaie
kunsten en schoone letteren, in niet mindere mate
zullen de merkwaardigheden en gebeurtenissen
van den dag, 't zij op maatschappelijk, 't zij op
wetenschappelijk of industrieel gebied de aan
dacht vragen.
Wat het GEïLLUSTREED ZONDAGSBLAD
wil wezen? Wat het beoogt? Beter dan een
lange omschrijving zal het Blad zelf, waarvan
wij U hierbij twee nummers ter kennismaking
doen toekomen, het antwoord geven op deze
vragen.
De inhoud van de Proefnummers is tegelijk
een belofte voor de toekomst.
Mogen wij volstaan met er op te wijzen, dat
de abonnementsprijs van slechts 37 ';2 Ct. per drie
maanden, franco per post 42 V, Ct. zóó buiten
gewoon laag is gesteld, dat wij met vrijmoedig
heid deze uitgaaf mogen kenschetsen als een ge
heel éénige onderneming, wier gelijke men bin
nen onze landpalen te vergeefs zal zoeken.
De Uitgever twijfelt niet of alle zijne geabon
neerden zullen bereid gevonden worden, gebruik
te maken van deze éénige gelegenheid om zich
tegen een geringen prijs den eigendom te
verzekeren van een Blad, dat voorzeker een blij
vend en nuttig sieraad van elke boektafel zal zijn.
DE UITGEVER.
N. B. Abusievelijk werd aan het hoofd van een
der proefnummers de abonnementsprijs gesteld
op f0.30 fr. p.p. f0.37V2. De prijs is echter
zooals die in het bericht en het inteekenbiljet
ia aangegeven.
Tot hoofdingeland van den polder Geest-
mer-Ambacht, Oosterdijk en Molengeersen is voor
de banne OUD-KARSPEL herbenoemd de heer
A. Eecen.
JACHT.
Den 2den Oct. is de jacht op hazen geopend
en zag men in Hollands Noorden ettelijke jagers
uittrekken om goeden buit te maken. Vooral in
Koegras moet het aantal hazen groot zijn, wat
vooral te danken is aan den bijzonder gunstigen
zomer. Op het weiland, meer zuidelijk, wordt
minder wild aangetroffen. Het gunstige herfst
weder doet nog veel wild in de duinen verblijf
houden. Als ér wat wind en regen komt ver
trouwen de jagers, die dit jaar in aantal nog
zijn toegenomen, dat er heel wat los zal komen
en er dien tengevolge een gunstig jachtgetijde
zal aanbreken. Op het jachtgebied van den heer
Previnaire te Callantsoog is het aantal patrijzen
groot, het aantal fazanten minder.
Het vorige jaar werden er van laatst genoemde
soms op één dag 23 geschoten, wat voor de jacht
van dit jaar niet gunstig is geweest.
SCHAGEN. Onze zangvereeniging „Eu
terpe" verkeert tegenwoordig in een minder gun-
stigen toestand. Door het bedanken van eenige
werkende leden kunnen noch gemengde, noch man
nenkoren gezongen worden. Aller hoop is nu ge
vestigd op het aanwerven van nieuwe krachten,
die het weer mogelijk maken, dat Euterpe"
vroeger in wijden kring met gunstigen naam be
kend tot haar ouden bloei opfleure.
De Schager rederijkerskamer heeft' Don
derdag besloten deel te nemen aan den tooneel-
wedstrijd door de rederijkerkamer te Beemster
uitgeschreven.
WINKEL. De Hollandsche neringverze-
keringmaatschappij", gevestigd te Nieuwe-Nie-
dorp, heeft voor den alhier den 17den dezer te
houden brandweer-wedstrijd een gouden medaille
beschikbaar gesteld.
Den 6 werden in het openbaar voor den tijd
van vier jaren verpacht de landerijen, toebehoo-
rende aan HARINGCARSPEL. De opbrengst
was van 17.90.40 H.A. f 2644. Een perceel werd
opgehouden. Vier jaar geleden was de opbrengst
van dezelfde hoeveelheid f3703.
HET HALF MILLIOEN.
In zijn wiegje ligt een zuigeling - juist als
andere zuigelingen de oogjes dicht, een groot
bol hoofdje, een stomp neusje en een klein nat
mondje. En voor de wieg zit de baker. Maar
toch, deze zuigeling en deze baker zjjn bijzon
derheden.
Deze zuigeling is bij de geboorte al beroemd
of het voorzichtig in de keuze van zijn ouders
is geweest, weten we niet, maar in elk geval heeft
het een blijk gegeven van een buitengewoon in
tellect bij het kiezen van het geboorteuurdit
kindje is, naar het gemeentelijk bureau voor sta
tistiek zooeven berekend heeft, de vijfhonderd-
duizendste inwoner van Amsterdam. Dit kindje
heeft Amsterdam meteen groot gemaakt, het heeft
op den boezem van de stedemaagd een eereme
daille gehangen.
Amsterdam is door deze zuigeling half-millioen
stad geworden. En de baker bewaakt deze spruit
waaraan denkt ze, terwijl ze het „Slaap kindje
slaap" neuriet. Heeft ze een denkbeeld van wat
het zeggen wil in een stad te leven waar een half
millioen menschen bij elkaar zijn?
Vijfhonderdduizend! Dat zijn vijfhonderddui
zend intellecten, vijfhonderdduizend zielen, vijf
honderdduizend „Ik's", vijfhonderdduizend kam
pioenen in deze tijden van strijd om 't bestaan.
En deze vijfhonderdduizend hebben vijfhonderd
duizend monden, vijfhonderdduizend magen, en
uit een oogpunt gezien, één millioen oogen die dit
wondere leven beschouwen.
Stel u voor dat gij ze allen bij elkaar kondt
zien op den Dam, vanaf het balcon van jhet pa
leis. Welk een angstig gezicht zon het zijn, deze
gonzende menigte van een halfmillioen menschen,
deze ontzaglijke massa van gelijkvormige wezens.
Wellicht zoudt gij ze liever beschouwen van
uit het raam van de groote club, omdat daar te
zitten een groot gevoel van veiligheid geeft.
Want hoevelen van die halfmillioen lijden ge
brek? Wie kan de. balans opmaken van het
leed en de vreugde, die eiken dag door dit half
millioen worden doorleden en genoten Wie re
gistreert de aandoeningen van een dergelijke me
nigte P
Eiken dag vragen vijfmaal honderd duizend
menschen-in deze stad om voedsel, kleeren, huis
vesting en vermaken. Hoeveel brood hebben zij
noodïg? Hoeveel vleesch, hoeveel visch, hoeveel
groenten? Hoeveel hoeden, jassen, schoenen
enz
Amsterdam schijnt een reusachtig nest, een
krioel-nest van wonderlijke mieren.
Wij zijn met deze zuigeling bewoners van een
wereldstad geworden. Tot nu toe waren we par
venu's nu zijn we er gekomen en kunnen
met'trots wijzen op onze stad, die na een schran
dere annexatie, als een laatste zet zich op één
lijn kan stellen met tal van groote buitenland-
sche steden.
Slaap, kindje slaap ja slaap neg maar,
gij onschuldigste en jongste bewoner van de
half-millioenen-stad. Straks zal het rumoerige le
ven b ook wel wekken, en oefen u, lieve kleine
al ergert het u baker ook, ijverig in 't schreeu
wen.,
Want in 't leven tusschen een half millioen
medeschepselen zult gij vaak hard schreeuwen
moip n om gehoord te worden boven het rumoer.
A (Tel.)
EEN NOODLOTTIGE DAG.
Ar de arr. rechtbank te Utrecht werd gis-
ter- JhSjjdens de zitting eene vrouwelijke getuige
iu aigenkamer onwel. Zij wilde zich naar
het Ziekenhuis begeven, doch haar toestand was
van dien aard, dat de overbrenging daarheen
per brancard geschieden moest, Voordat deze
aanwezig was, werd zij binnengebracht bij den
bakker tegenover het gerechtshof, waar zij een
dood kind ter wereld bracht.
DE 1000 LUCHTBALLONS.
Van de 1000 kleine luchtballons, die Zaterdag
namiddag om half twee aan den Buiten-Amstel
werden opgelaten, zijn thans 474 terecht.
Bij een der bonnetjes ontving de firma Brandsma
het volgende briefje
Ge Achte Vried
De bollon is aangekome de Gemeente rosmalen
2 uur boofe S. Bos bij Martines van Gaale uit
hoek Maleskamp rosmallen Om half zes hamen
wjj hem in hande gekreege wij heben 5 zent
en na gewaagd wild Gij dank en voldoening zende
Gij kend ons nu.
Volgt de bon met de handteekeningen.
Uit den Achterhoek van Gelderland wordt
o.m.de volgende niet onbelangrijke mededeeling
aan „de Tel" gezonden
Ik wilde namelijk daarop wijzen, dat de ge
wone kamervlieg niet alleen hinderlijk, maar te
vens zeer gevaarlijk is voor de gezondheid, ten
minste dit zijn kan.
Geen beter insect voor de overbrenging van in
fectieziekten, dan juist de vlieg, dia zich zoo ge
makkelijk verplaatst yan huis tot huis, van mensch
tot mensch.
Laat ik niet praten van infectieziekten met
mooie namen, maar er één uitpikken, die zoo
veelvuldig voorkomt, dat bijna ieder ze meer dan
bij naam kent, nl. de tuberculose.
Men zegt, dat van het aantal sterfgevallen, bij
den Burgerlijken Stand aangegeven, één van de
zeven het gevolg is van tuberculose. Een belang
rijk cijfer, niet waar?
Nu is men het in de medische wereld er vrij
wel over eens (ik geloof dat alleen een Groningsch
professor er nog aan twijfelt) dat deze ziekte
wordt veroorzaakt door bacillen, die zelfs in ge
droogde sputa nog langen tijd virulent (om den
technischen term te gebruiken) blijven en dus
bij personen, die de vatbaarheid hebben, tuber
culose kunnen veroorzaken.
Kom nu eens hier kijken. Onze streek of lie
ver gezegd hare bevolking is niet bekend om
hare netheid.
Ik weet hier menig teringlijder te vinden, van
alle soorten zijn er wel, want tuberculose komt
hier zeer veel voor. Bijna allen gaan zeer slor
dig om met hunne sputa. Als regel worden ze,
zooals de medici heel netjes zeggen, op den grond
„gedeponeerd", d. w. z. op de haardplaat en mis
schien eens of tweemaal per dag bedekt met een
weinig asch of zand, geen antisepticum dus, en
zie dan eens goed hoeveel vliegen op deze sputa-
azen en hoeveel vliegen ej tevens op die panne-
koek en die boterham op tafel zitten, dan ben
ik zeker dat u de trek tot mede eten zal vergaan.
Maar ik heb geen plan u den eetlust te ont
nemen stem met mij in, dat de vlieg lastig en
ook hoogst gevaarlijk is.
De smetstof toch kan door haar in ons lichaam
worden gebracht, indirect door ons voedsel te
vergiftigen, of direct in onze huid door haar
steek, en steken kunnen ze bij regenachtig weer
ter dege, zelfs door de kleeren heen.
Het is werkelijk wonder, dat door vliegensteek
niet meer, zooals de couranten zoo gaarne ver
melden, bloedvergiftiging ontstaat met haar be
kend verloop.
Ik kom tot de slotsom, dat niet genoegzaam
kan worden gewerkt om het middel te vinden,
dat in staat is om het gevaar, dat de gezond
heid bedreigt in den vorm van de kamervlieg,
van ons af te wenden.
Is er dan geen middel om dit hatelijk gedierte
te verdelgen dan moest men zinnen op maat
regelen, die in staat zijn ze uit onze huizen te
houden. Was het niet een uitstekende prijsvraag
voor een onzer universiteiten, b.v. in dezen vorm
„De faculiteit wenschtlo. een onderzoek naar
den invloed van de gewone kamervlieg op de
verspreiding van infectieziekten, en 2o een mid
del om de vlieg uit onze woningen te verdrijven.
Natuurlijk de beste inzending met goud te be
kronen.
De inzender oogst dan zeker, behalve de eer
hem voor zijn werk te beurt gevallen in den
vorm eener gouden penningr den dank bovendien
van hen, die behalve dat zij niet langer bloot
gesteld zijn aan bovengenoemde gevaren, de
plaaggeesten zien verdrijven, die van den ge-
moedelijksten plattelandsbewoner, door hun gesar,
-gen grootsten brombeer en ergsten wreedaard
kunnen maken.
D.e „Stand." schrijft:
HEIDENSCHE OFFERFEESTEN.
Blijkens het Koloniaal Verslag, voor zoover
het dezer dagen verscheen, heeft do Neder-
landsch-Indische regeering een belangrijke po
ging gewaagd, om „de Balische bevolking van
Lombok en hare hoofden eenigszins op te hef
fen."
Nu, wie zou dit niet toejuichen?
Een in elk opzicht laag staande bevolking
sociaal en zedelijk op te heffen, is juist het
schoonste Jeèl der gewichtige regeeringstaak in
Indië.
Doch vraag nu niet, door wat middel de
Regeering dat doel tracht te bereiken, want als
ge leest wat het „Kolon. Verslag" daarvan zegt,
gelooft ge uw eigen oogen niet.
Die middelen waren twee in aantal.
Ten eerste het verstrekken van gelden om
twee heidensche tempels weer op te bouwen.
En ten tweede „het bestrijden van de kosten"
van „op Lombok te vieren groote (let welHei
densche) offerfeesten."
Dit heet dan volgens den adat te zijn, omdat
de vroegere Heidensche souverein deze kosten
droeg.
En nu do regeering eener Christelijke natie
voor den Ileidenschen souverin in de plaats
trad, handelt deze niet naar het Evangelie, maar
naai een Heidensche instelling.
o, Tempora, o mores 1
Onze Staatsschuld die in 1850 het cjjfer
van 1140 millioen hard bereikt, waarvan jaarlijks
36 millioen aan interest moest betaald worden,
is thans gedaald tot beneden 1000 millioen
nog een aardig cijfer dus verminderd met
bijna 141 millioen, met een rentelast van bijna
30 millioen. In al die jaren heeft de Staat 332
millioen uitgegeven voor aanleg en aankoop van
spoorwegen.
In 1877 was de rente der Staatsschuld tot
25'/2 millioen gedaald. Toen teerden wij echter
op de Indische baten waarmede schuld werd ge
delgd. Sedert bestreed Nederland zijn uitgaven
uit eigen middelen en werden de Indische in
komsten eerlijk voor Indië, dat daaraan dringend
behoefte had, besteed en was dus schulddelging
niet doenlijk meer.
Van de in spoorwegen gestoken vele millioe-
nen is de opbrengst jaarlijks nog geen 4 milli
oen, dus slechts ruim 1 pCt. rente.
VERKIEZING AMSTERDAM VI.
Bij de discussie over de geloofsbrieven van
den heer Geertsema maakte Dr. Kuyper geen
bezwaar tegen de conclusie, wel tegen den vorm
daarvan, terwijl hij op de mogelijkheid aannam
dat de op den mg beschreven billetten later
door het stembureau zijn beschreven.
De heer Veegens verdedigde vorm en inhoud
der oonolusie tot toelating van den heer Geert
sema, die hierop zonder stemming werd aange
nomen.