I I.I WK*
II IJ V V E E L
NIEUWE 1ANGEDUKEB COURANT
van Zondag 7 November 1897.
N°. 46.
Zondag- 14 November 1897.
6e Jaargang.
VAN DE
Feuilleton.
DE GEHEIME ISDAAD.
P R e dikbeijrten.
-
-
A
-
-
31.)
En wanneer ik dat nu al bekende?
Wanneer gij van hier regelrecht naar de
politie gingt om mij aan te klagen, wie
denkt gij dan, dat daaronder het meest zou
lijden? Ik niet. Gij zult toch niet denken
dat ik dwaas genoeg ben om niet steeds
een laatste redmiddel in gereedheid te hou
den Ik zal u eens zeggen wat er in dat ge
val zou gebeuren. Ik zou dan volkomen vrij
van straf blijven om de eenvoudige reden
dat men een doode niet kan straffen en de
last van mijn misdaad zou voor nu en voor
altijd op mijn vrouw en mijn kind druk
ken; op haar, op haar alleen zou mijn straf
nederdalen.
Cecil Monkton zag in dat hij gelijk had.
Chatterly ging voort:
Mijn vrouw bemint mij niet maar zij
gaat geheel op in haar kind. Ik vraag u
thans of gij zoudt kunnen verwachten,
liefdevol door uw zuster verondersteld
dat gij werkelijk Cecil Monkton zijt ont
vangen te worden wanneer gij Phillis van
een verwende, benijde erfgename tot het
arme, onteerde kind van een moordenaar
gemaakt hadt.
Cecil huiverde.
Wat zag Chatterly den toestand helder
in, wat had hij sluw zijn berekening ge
maakt
Ik herhaal u, zeide hij, dat ik u van
de justitie wil redden, ik wil mijn zuster
de schande besparen, dat uw misdaad ont
dekt wordt.
En tegelijk wilt ge mij straatarm
maken
Cecil Monkton dacht even na en ant
woordde toen:
Neen, ik ben rijk. Geef der dochter
van uw broeder haar naam en haar ver
mogen, die haar toekomen, geef dat on
eerlijk verkregen goed terug en ik zal al
het mogelyke doen om uw schandelijk ge
heim te verbergen, ik zal u niet alleen be
schermen tegen de menschelijke gerechtig
heid, maar ik zal u bovendien nog de heltt
afstaan van mijn vermogen dat in solide
fondsen belegd, een jaarlijksche rente van
zesduizend pond afwerpt.
Dat is een edelmoedig aanbod, zeide
lord Chatterly na een oogenblik bedenkens.
Cecil Monkton meende reeds dat lord
Chatterly geneigd was toe te geven en hij
drong er nog sterker op aan, om hem over
te halen.
Luister verder naar mij, hernam hij,
ik zal zelfs nog meer voor u doen. Ik wil
niet alleen voor iedereen uw geheim be
waren, maar ik wil ook van Chatterly ver
trekken, zonder aan de wereld te hebben
meegedeeld, dat ik de broeder van Gertrude
ben. Ik wil u een plechtige belofte doen,
mij nooit meer op uw weg te zullen plaat
sen om u te herinneren aan den eenigen
man, die uw vreeselijk verleden kent.
Maar weet ge dan niet dat ge van
mij eischt het werk van achttien jaren met
één slag te vernietigen? Zoolang heb ik voor
Chatterly gewerkt, zoolang heb ik er mis
daden voor gepleegd. Ik zeg u ronduit dat,
wanneer mijn zoon nog geleefd had, ik nooit
zou hebben toegegeven.
Phillis kan den roemvollen naam van
Chatterly niet doen voortbestaan, hernam
Cecil Monkton. Zij zal met een bescheiden
vermogen veel gelukkiger zijn, dan nu, als
een ry ke erfgename. Chatterly, in naam van
uw vrouw en uw kind, doe al het moge
lijke om het gepleegde onrecht weder goed
te maken. Gij kunt het arme meisje niet tot
het leven terugroepen, noch haar jeugd en
choonheid wedergeven maar gij kunt be
rouw toonen en alles teruggeven wat gy op
zulk een onrechtmatige wijze verkregen
hebt.
Geef mij tijd tot nadenken, verzocht
Chatterly.
Waarom
Hetgeen gij van mij verlangt is de ver
woesting van al mijn hoop. Geef mij een kor
ten bedenktijd.
Ik zal u tot vanavond uitstel geven,
zeide Cecil Monkton.
Waar logeert gij?
Cecil gaf het adres op van zijn hotel in de
rue Richelieu en voegde er bij
Ik heb mij ook daar mr. March ge
noemd. Wanneer gij en ik het eens wor
den, Chatterly, dan zal ik den naam Cecil
Monkton nooit meer aannemen, dan blijf ik
mr. March.
-Ik kom vanavond om zes uur by u,
zeide de graaf kalm. Ik kan u thans nog
niet zeggen welk besluit ik nemen zal maar
ik beloof u, dat ge om zes uur mijn antwoord
hebben zult. In elk geval keer ik vannacht
met den posttrein naar Engeland terug,
maar voordat ik vertrek zult ge mijn besluit
vernemen.
Cecil Monkton keerde terstond naar zijn
hotel terug.
Hij begaf zich naar zijn kamer en zette
zich in de fauteuil aan den haard, waarin
een kolenvuur brandde dat een behaaglijke
warmte verspreidde.
Hij was een krachtig man, maar toch had
de ontroering van het onderhoud met zijn
zwager, gevoegd bij de vermoeienis van de
reis, hem machtig aangegrepen.
Zijn geweten was zeer nauwgezet en thans
kwelde hem de vrees, dat hij, door Chat
terly te helpen zich aan de straf te onttrek
ken, zich medeplichtig aan die misdaad
maakte.
Ik heb moeten beloven alle hoop op
een nauwe verstandhouding met Gertrude
vaarwel te zeggen, zeide hij treurig voor
zich. Thans zal ik dus mijn leven weer van
voren af aan moeten beginnen, want na
tuurlijk kan ik in dit geval ook mijn vriend
schap met Keneuth Ford niet onderhouden.
Ik zal thans verplicht zijn voor altijd te
zwijgen en ik zal zijn vragenden blik niet
op mij kunnen zien rusten. Welnu, dan is
het ook misschien maar beter, dat ik niet
langer te Chatterly blijf, dan zal ik Gertrude,
Philis en Kenueth Ford niet weer ontmoe
ten. Ik wil ook haar niet weerzien, want
ik zou mij moeten Jschamen, haar in de
schoone oogen te zien en tot mijzelf te
moeten zeggen, dat ik, in plaats van haar
te helpen, haar verraden heb. Wanneer
Chatterly mijn voorstel aanneemt, dan zult
gij een rijke, aanzienlijke dame zijn, Bea
trix en vele menschen zullen dingen naar
de gunst uw gade te mogen zijn. Gij zult
waarschijnlijk een gravin of een hertogin
worden en nooit vermoeden dat een arme,
teruggekeerde jzwerver, u eenmaal meer dan
zijn eigen leven beminde.
Zoo was het!
Cecil Monkton had gedurende de jaren,
dat de mannen het meest aan liefde en
huwelijk denken, een ruw, avontuurlijk le
ven geleid, zoodat zijn hart nooit sneller
voor een vrouw had geklopt.
Thans, op zijn vijf-en-dertigste jaar dacht
men meestal, dat hij veel ouder was en men
beschouwde hem algemeen als een verstok
ten vrijgezel, maar de teederheid, die jaren
lang op den bodem van zijn hart had ge
sluimerd, was thans ontwaakt in een on
begrensde, hartstochtelijke liefde voor Bea
trix.
Het was een liefde op het eerste gezicht
geweest.
Toen hij haar in dien vooravond op de
heide van Northshire ontmoette en haar in
zijn rijtuig naar huis bracht, was zijn liefde
ontstaan. Hij wist, toen hij haar voor Elin-
Cottage hielp uitstappen, dat zijn lot thans
beslist was, dat hij haar voor altyd zou be
minnen en haar slechts alleen.
Ja, Cecil Monkton beminde Beatrix met
al den verterenden gloed eener liefde, waar
toe slechts een man in staat is, die op rij
peren leeftijd voor de eerste maal bemint.
Hij was rijk genoeg om aanzoek naar de
hand eener erfgename te doen zonder dat
hij behoefde te vreezen, dat men hem van
baatzuchtigheid zou beschuldigen en toch
groef hij vrijwillig een diepe kloof tusschen
hem en het meisje, dat hij zoo vurig be
geerde.
Wanneer hij met zijn bewijzen der schuld
van Chatterly naar Beatrix was gegaan,
wanneer hij tot haar gezegd had
- Dit is de man, die uw zuster vermoord
heeft en u gedurende achttien jaren naam
en vermogen ontstal, dan zou de dankbaar
heid haar hart gunstig voor hem gestemd
en zijn eigen liefde het overige gedaan heb
ben, maar nooit zou Cecil Monkton lietde,
welstand en geluk hebben kunnen genieten,
wanneer hij daardoor Gertrude met schande
belaadde haar tot de weduwe van een mis
dadiger maakte en de kleine Phillis voor
het geheele leven brandmerkte als de doch
ter van een moordenaar.
Niet dat hij Bertrix daarom minder lief
had, maar hij stelde de eer boven haar.
Met smartelijke duidelijkheid zag hij thans
in, dat zijn zuster haar geheele toekomst
aan hem ten offer had gebracht om hem
de som te verschaffen, waarmee hij op de
goudvelden zijn geluk zou kunnen beproe
ven.?
Tien jaren geleden was zij gehuwd met
een man, dien zy niet beminde, zij had
zich verkocht ter wille varf haar broeder
en was de echtgenoote lord Charterly ge
worden.
Hoe zou Cecil haar grootmoedigheid kun-
vergelden, door zijn geluk te bouwen op de
schande van haar echtgenoot?
Het kan niet, zeide de teruggekeerde
zwerveling ten slotte, Beatrix zelf zou mij
verachten, wanneer ik door zulk een mid
del haar liefde zou wilen verkrijgen. Neen,
neen, ik moet alle hoop op haar laten va
ren, de eenige vrouw die ik ooit bemind
heb en zal beminnen, is mij ontzegd, maar
ik zal voor 't minst mijn eer gered hebben.
Zelfs niet om Beatrix de mijne te mogen
noemen, kan ik het leven van Gertrude
verwoesten.
Hij dejeuneerde op zijn kamer, daarna
zeide hij tegen den kellner, dat hij een
heer verwachtte, die hem over zaken zou
komen spreken en gaf het bevel, die man
terstond binnen te laten.
De namiddag ging Ceeil Monkton zeer
eentonig voorbij.
Het was bijna een uitkomst voor hem,
toen de kellner met twee lampen binnen
trad, die hij aan weerszijden van den schoor
steen plaatste en hem zoodoende voor
Tot dusverre heeft nog niemand naar
mijnheer gevraagd, zeide de kellner eer
biedig.
Neen, ik verwacht mijn vriend eerst
tegen zes uur, antwoordde March. Laat
hem terstond binnen en zorg er voor dat
wij niet gestoord worden.
De kellner boog en begaf zich "weer naar
de benedenverdieping.
In de vestibule ontmoette hij een ouden
geestelijke.
Zijn gelaat was zachtzinnig en vriende
lijk, zijn zilverwitte haren en zijn lange,
witte baard boezemden den kellner eer
bied in en hij bleef dadelijk staan, toen
de oude man hem een teeken gaf.
Logeert hier ook een Engelsche heer
mr. March genaamd vroeg de geestelijke
in vloeiend Fransch.
Jawel, mynheer de abt, antwoordde
de kellner.
Is hij thuis?
Zeker mijnheer de abt hij is boven
op zijn kamer. Mynheer de abt is waar
schijnlijk de bezoeker, dien mr. March
verwacht
Ja, ik beloofde hem dat ik bij hem
zou komen, antwoordde de geestelijke. Wij
hebben mekaar in verscheidene jaren niet
gezien en wij zullen wel veel met elkan
der te bespreken hebben. Wees zoo vrien
delijk mij zijn kamer te wijzen, ik zal
mijzelf wel aandienen.
De kellner ging den abt voor, drie ver
diepingen op en wees hem een deur aan
het einde van een lange gang.
De geestelijke bedankte hem met vrien
delijke woorden.
Het viel den kellner op, dat de abt zeer
langzaam liep, maar dat kwam hem, den
leeftyd in aanmerking genomen, niet zoo
vreemd voor.
Hij verwijderde zich dus en was reeds
weer op de benedenverdieping toen de gees
telyke de deur der kamer van mr. March
bereikte.
Het was half zes.
Cecil Monkton zat voor den haard en
staarde op de gloeiende kolen hij wenschte
wel, dat hij den tyd vleugels had kunnen
geven en dat het onaangename gesprek
met lord Chatterly reeds voorbij was, toen
eensklaps de deur zonder geraas werd ge
opend.
Toch gevoelde Cecil, als bij instinct, dat
hij niet langer alleen was en hij zag om.
Droomde hij?
Had hij zoolang over het drama van Sal-
ton nagedacht, dat zijn brein hem een visi
oen voorspiegelde van den man, die daarin
een hoofdrol had gespeeld?
Een onbestemde angst hield hem de keel
als dichtgeschroefd.
Daar voor hem stond de eerbiedwaardige
patriarchale gestalte, die zoo dikwijls in de
plaatselijke bladen beschreven was en die
Beatrix hem zelf, eerst drie dagen geleden,
als haar gevreesden vijand had aangewezen.
Cecil Monkton was geen lafaard, ontel
bare malen had hij in verre landen wilde
dieren moeten bevechten, elk gevaar had hij
moedig in de oogen gezien, maar bij het aan
schouwen van dezen zonderlingen bezoeker
verstijfde hem het bloed in de aderen.
Hij trachtte te spreken om den indrin
ger te vragen wat deze verlangde, maar
zijn bevende lippen lieten geen geluid door.
Zyn ledematen schenen als verlamd te
zyn.
Het was hem onmogelijk naar het bel
koord te grijpen, dat aan het andere einde
van de kamer hing.
Alles was stil.
Zyn oogen werden met bijna magnetische
kracht door den binnentredende tot zich ge
trokken.
De vreemde man begon te spreken en
arm de stem herkende Cecil dadelijk lord
Chatterly.
Ik ben gekomen om u my n antwoord
te brengen, zeide hij. Luister. Ik trotseer
u iets tegen mij te doen, want wanneer ik
deze kamer verlaat, dan zult gij machteloos
zijn, zie maar.
Een seconde lang fonkelde er iets als
staal in de oogen van Cecil Monkton, en
hij voelde een heftige, stekende pijn in zijn
borst.
Hij wist dat hy een messteek had ont
vangen.
De verlamming, het gevolg van den schrik,
maakte hem machteloos tegen een vijand,
die hem anders niet zoo gemakkelijk over
wonnen zou hebben, hij slaakte een kreet,
doch zoo zacht, dat die niet buiten de kamer
kon gehoord worden, toen zonk zijn hoofd
achterover, zijn oogen vielen dicht en als
levenloos bleef hij in zijn fauteuil liggen.
Een zegevierende grijnslach kwam op het
gelaat van Chatterly.
Wordt vervolgd.
NEL). HERY. GEM. OUD-KARSPEL
Zondag 7 Nov. v.m. 9.30 ds. Stramrood.
Woensdag 10 Nov. 's avonds 6.30 ds. Stram
rood.
NED. HERY. GEM. NOORDSCHARWOUDE.
Zondag 7 Nov. v.m. 9.30 ds. Habbema.
GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Zondag 7 Nov. v.m. 9 uur, nm. 2 uur, preek-
'ezen.
Donderdag 11 November 's avonds 61/2 ds.
rpi/ÏPM/in..
NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE.
Zondag 7 Nov. v.m. 9 uur 30 ds. G. W.
Melchers. Doop.
NED. HERY. GEM. BROEK OP LANGEDIJK.
Zondag 7 Nov. v.m 9 u. n.m. 2 uur ds. Gemser.
GEREFORMEERDE KERK.
(Z u i d e r k e r k.)
Zondag 7 Nov. vm. 9,30 nm. 2.30 ds. Bak
ker-
CHRISTELIJK GEREFORMEERDE KERK.
Zondag 7 Nov. vm. 9.30 H. Avondm. nm. 2.30.
Dankz. Doc. van Lingen.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Zondag 7 Nov. vm. 9.30 ds. F. C. Fleicher.
Marktberichten.
SOHAGEN, den 28 Oct. 1897.
4 Paardenf
Veulens
4 Ossen
3 Stieren
300 Geldekoeien (magere)
30 Idem (vette)
15 Kalfkoeien
60 Vaarzen
400 Graskalveren
16 Nuchtere Kalveren
12 Rammen
150 Schapen (magere)
335 Idem (vette)
110 Overhouders
Lammeren
Bokken en Geiten
30 Varkens (magere).
22 Vette varkens p. kilogr.,,
40 Biggen
Konynen
Kippen
50
150
6C
135
4C
75
8C
150
12C
260
130
180
60
120
28
56
U
15
26
10
50
13
50
U
14
0
36
0
42
6
9
50
0
10
0
90
0
25
0
90
0
45
0
75
0
39
0
43
5
6
0
0
1
10
1!
20
0
20
030
Aan
gevoerd: 419
Duiven
Kipeieren (per 100)
Eendeieren
Boter (Kilogram)
Kaas
stapels Kaas, wegende 136714 Kg. Kleine f 27,50
Commissie a f 27,Middelbare f 28.
ALKMAAR 6 Nov. 1897. Aangevoerd0
Paard f a f 0 Koeien f a
23 Nuchtere kalveren f 8.a f 16.
Vette Kalveren f a f—per kilo fO.— aO.—
9 Schapen f 40, a f16.Lammeren f0,0
0.—59 Magere varkens f 14.a f 17. 243
Biggen f 6. a flO,—4 Bokken a f 2.f 4.—
0 kleine id. f 0.a f 0.f Boter per halve K.G. f 0.55
af 0.65.
Door de Velzer veemarkt weinig aanvoer.
Groentemarkten.
Van 30 Oct. 7 Nov. werden van het station
NOORDSCHARWOUDE 98 wagons groenten
verzonden met bestemming naar het buitenland.
Groentenmarkt van BROEK OP LANGEDIJK
van 30 October tot 7 November.
Reuzenkool
Bloemkool
Geele kool
Witte kool
Roode kool
Rapen
Uien
Bieten
losse Wortelen
f 3,-
o-
a f 6,-
0,-
5,-
4,— a„
5,a li
3,a 5,50
1,50 a 2,50
1,2"
0,6(
0,-
7,—
o-
per 50 K.G.
uien zette ,ny op, vernet vervolgens ueisup »vUa.
kamer, sloot de deur en nam den sleutel Midden in zee rukte de wind zijn hoed Charles my toch zoo levendig herinnerde,jtigheid en naar zaciu m