Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
Nw. 47.
Zondag 21 November 1897.
6e Jaargang.
N ieuwstij dingen.
Feuilleton.
DE GEHEIIZ1NNI&E MISDAAD.
NIEUWE
LMGEDIJKER COURANT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post OO ct.
UITGEVER:
J. KT. KEIZER.
BUREEL:
Aoordscharwoude.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
VOOROORDEELEN.
Vooroordeel is een muur van ijs;
men moet dien doen smelten.
Prinses Karadja.
Starings „Hoofdige Boer" is een algemeene
bekende.
Menigeen zal geglimlacht hebben om Scholte-
Stuggink, die aan het waden door de modde
rige vaart de voorkeur gaf boven het nemen
van den weg over 't bruggetje, alleen, omdat
zijn vader ook altijd z'n weg door den modder
plas had genomen. Het type van Scholte-Stug-
gink is niet uitgestorven.
Menigeen, die in z'n binnenkamer zich ver
maakt heeft met het vooroordeel van den Al-
menschen boer, heeft zich misschien aan iets
dergelijks schuldig gemaakt, zij het dan ook op
eene minder in 't overspringende wijze. - Het
nieuwe baant zich niet zoo gemakkelijk 'n weg.
Daar verheifen zich moeielijkheden als bergen,
die het den voorgang beletten. Schildwachten
worden uitgezet om het terrein te bewaken
en voet voor voet moet het nog te vermees
teren gebied veroverd worden. Bij den mensch
bestaat eene verkleefdheid aan het oude. We
kunnen zoo moeielijk toestanden, zeden en ge
woonten, waaronder we zijn opgegroeid, vaar
wel zeggen en we worden tot verzet geprik
keld tegen het nieuwe, dat straks 'n aanval
zal doen op datgene, wat wij als goed beschou
wen, omdat het ons welvaart en geluk, rust
en vrede gebracht heeft.
Egoisme en domheid voeden het vooroordeel.
In 'n heerlijke landstreek ligt 'n kasteel, toe-
behoorende aan 'n oud-adellijk geslacht. Het
uiterlijk voorkomen en de inwendige bouw dra
gen niet den stempel van den modernen tijd.
Maar de machtige tijdgeest, die rijken van
duizendjarige kracht en inspanning deed ineen
storten, die nieuwe toestanden schept en oude
vernietigt, die met z'n machtigen adem de wa
teren van den stroom des vooruitgangs zich
voorwaarts doet spoeden, hij heeft ook op de
omgeving van het slot het bijbelwoord tot
waarheid gemaakt: „het oude is voorbijgegaan,
het is alles nieuw geworden". De bewoners
hebben met wrevel die verandering waargeno
men. Zij hebben zich gekant, zoover hun in
vloed reikte, tegen alles, wat het bestaande
ondermijnde. Zij hebben het nieuwe niet be
oordeeld, maar veroordeeld. Het|egoïsme spoorde
niet aan tot onderzoek, maar leidde tot het
uitspreken van 'n vooroordeel. Vooruitgang,
zie hier het spook, dat hen opschrikte uit hun
rustige rust.
Domheid voedt het vöoroordel. Spreek eens
met gindschen boer over verbetering van den
bodem.
Indien ge het in uw hoofd haalt, over kunst
bemesting te spreken, zal hij u uitlachen of on-
geloovig het hoofd schudden. En z'n oordeel
berust niet op rijp onderzoek; hij haat het
nieuwe, enkel, omdat het nieuw is. Zijn vader
heeft altijd zóó gedaan, 't ging goedwaarom
zou hij het nu anders doen?
Wij moeten niet onvoorwaardelijk den lof
van 't nieuwe uitbazuinen: de fraaiste boom
heeft wel doode takkenniet met een moderne
bijl alles omver hakken, wat aan het verle
den herinnert: een oude muur heeft nog wel
goede steenen. Maar evenmin mogen wij ons
vasthouden aan het oude, dat z'n ontbindings
proces nadert, dat als 'n vermolmd gebouw
straks zal ineenstorten. De ruslelooze geest
van den mensch kent geene absolute bevre
diging. Hij tracht het onmeetbare te meten
en het onpeilbare te peilen. Hij spoort nieuwe
bronnen op, hij ontdekt nieuwe wegen, hij
leidt ons binnen in den tempel des vooruit
gangs. En of wij al tegenstribbelen, dat baat
niet. Al ons tegenstreven is 'n vruchteloos
worstelen tegen den bruisende stroom en onze
vooroordeelen worden als drijvende wrakken
stuk geslagen op de scherpe rotsen van 't ge
zond verstand. We moeten 't nieuwe onder
de oogen zien, niet klakkeloos aanvaarden, onze
tuighuizen vullen met het goede, dat het nieuwe
brengt en ontdoen van alles, wat de tand des
tijds heeft doorknaagd. 'n Gelukkige vermen
ging van 't oude met het nieuwe kan 'n schoon
geheel opleveren.
P. Aarts Jz.
Onze correspondent te ST. PANKRAS
schrijft
Donderdagavond vergaderde voor den 2den
keer in dezen winter de vereeniging „Nut en
Genoegen" onder voorzitterschap van den heer L.
van de Vijzel.
Den vorigen winter is met de traditie gebro
ken om van den laatsten avond een zoogenaam-
den „vrooljjken avond" te maken. In de plaats
daarvan trad een spreker van buiten op. Donder
dagavond nu moest worden besproken, of dezen
winter weer een spreker van elders zou worden
uitgenoodigd, of dat weer tot de oude wijze van
het vieren van den laatsten avond zou worden
teruggekeerd. Met overgroote meerderheid van
stemmen werd besloten om ook dezen winter we
der iemand van buiten te laten optreden, wat den
vorigen winter, vooral aan de ouderen, uitstekend
was bevallen.
Op de voordracht voor de betrekking van
Onderwijzer aan de openbare school alhier zijn
geplaatst.
1. D. van der Sluis te Oud-Karspel.
2. T. van Dijk te Drachten.
3. D. Zooistra te Steenwijkerwold.
HEERHUGOWA ARD. Naar wordt mede
gedeeld is trein no. 104 den 15 aan een groot
ongeluk ontkomen. Nabij het station alhier
scheen de wisselstand op een der lijnen bij de
werken voor de lijn Hoorn niet juist te zijn,
waardoor de aankomende trein op verkeerd
spoor of erger zou zijn gekomen. Geluk
kig bemerkten machinist en stoker bijtijds de
onregelmatigheid en met een hevigen
schok stond de trein stil en kwamen de inzit
tende reizigers met den schrik vrij.
Naar de betrekking van bode ten raad-
huize te SCHAGEN dingen niet minder dan
90 personen, waarbij gepensioneerden, nering
doenden, arbeiders, beambten, ja zelfs waar-
digheids-bekleeders zijn.
Eene mooie kan. Op een veiling dezer da
gen te Amsterdam gehouden, had het volgende
plaats
No 427, een prachtige gedreven zilveren
aiguiére (lampetkan voor kerkelijk gebruik) was
tot 1700 gulden opgeboden en de toeslag viel.
Maar twee voorname kooplieden beweerden elk
het hoogste bod gedaan te hebben.
„Dan zetten wjj opnieuw in," zei de veilder.
Eenig protest murmelde rond de tafel.
„Mijne heeren, het fatsoen brengt mee zich
bp dergelijk geval niet te verzetten, maar op
nieuw den strijd aan te biuden, 't staat buiten
dien in de veilconditiën" zegt de directie.
En opnieuw dreunt de stem van den heer
Scheltema: „Zeventienhonderd iè geboden, zeven
tienhonderd vijf...."
„Zeventienhonderd tien," klinkt het links van
hem.
„Twintig," luidt het van den anderen hoek.
„Dertig, veertig, vijftig," terug van den hoek
links.
„Zestig, zeventig, tachtig," tart de andere
hoek.
Zoo gaat het door voor f2480 wordt het
eindeljjk den bieder links van den heer Schel
tema toegewezen. Door het opnieuw in veiling
brengen heeft de kan f780 meer opgebracht.
PERSONEELE BELASTING.
Wjj maken onze lezers opmerkzaam, dat -
ter voorkoming van kosten in tegenstelling
met vroeger, de personeele belasting vóór den
laatsten November 1897 geheel moet zijn afbe
taald.
PORTRET DER KONINGIN.
Mejuffrouw Thérèse Schwartze heeft het por
tret voltooid, waarvoor H. M. de Koningin dezen
nazomer herhaaldelijk voor de schilderes poseerde
en dat H. M. voorstelt, ten voeten uit, in vol
ledig kroningsornaat.
Er zal van dit portret eene reproductie ver
vaardigd worden in photochromo-litographie, die
zal worden uitgegeven in betrekkelijk groot
formaat.
In sommige gemeenten bestaat het gebruik,
dat na voltrekking van een huwelijk de ambte
naar van den burgelijken stand aan het echtpaar
een boekje overhandigt, waar men de namen en
geboortejaren der kinderen enz. kan inschrijven.
In eene gemeente in Gelderland, waar die
gewoonte wordt toegepast, weigerde een zeer
jeugdig echtgenoot, het boekje aan te nemen,
met de woorden„Ik heb geen plan om kinde
ren te krijgen."
De ambtenaar wilde met den man in geen
debat treden over deze teedere quaestie; maar
het boekje terug te houden ging toch ook niet.
Met een ernstig gelaat en op plechtigen toon
zeide hij„Hierin worden ook de sterfgevallen
aangeteekend." En de echtgenoot, onder den in
druk van de ernst, waarmede hem dit werd toe
gevoegd waarvan hij op dat oogenblik den om
vang niet vatte, antwoordde, ook ernstig: „Dan
zal ik het aannemen."
Het prestige was gered en misschien zal,
ondanks de verklaring bij de eerste weigering,
het boekje toch nog wel dienst doen.
EEN VREEMDE DIEFSTAL.
Ten nadeele van den veehouder P. K., aan
de ringdijk van de Haarlemmermeerpolder, is
ontvreemdeen schelft hooi van plm. 600
Kg., staande bij de woning, alsmede een boe
renwagen. Van den koopman D. aldaar werd
een paard, dat in do weide liep, gestolen.
EEN DROEVE HERINNERINGSDAG.
Donderdag was het twee jaren geleden dat de
10-jarige scholier A. F. Hoogsteden, te Rotter
dam, werd vermist en nog steeds is het aan de
justitie niet mogen gelukken den dader van de
zen moord te ontdekken.
WASVLEKKEN.
Als eenvoudige middel om kaarsvlekken uit
laken te verwijderen vinden wij opgegeven, be
vochtiging met wijngeest die men geheel laat
verdampen. De was wordt dan tot poeder dat
men kan afschudden en afschuieren.
Door schipper Jan Gz. Brouwer te Oude-
schild op TEXÈL is een zeer zeldzame zeebe
woner gevangen en aangebracht. Het is een
33)
Ik was nog een kind toen neef Thorn
stierf, maar ik herinner mij nog zeer goed,
dat hg meestal op het vaste land was, dat
er geruchten liepen van een geheim hu we-
dat hij te Parijs moest gesloten hebben.
En ge meent
Ik meen dat dit meisje zijn dochter
en de rechtmatige erfgename van Chatterly
is en ik geloof ook dat Reginald het zeker
weet.
Kenueth, waarom hebt ge mg dat niet
vroeger gezegd?
Ik wist het zelf niet, die gelijkenis is
mjj eerst dezer dagen opgevallen, nadat ik
genoeg over Reginald gehoord had om te
weten, dat hg een doortrapte schurk is.
Voordat Cecil Monkton van hier vertrok
zeide hg tegen mij, dat het vermoorde
meisje, dat op het kerkhof van Chatterly
rust, de zuster is van miss Beatrix Charles.
Hg liet mg plechtig belooven, dat ik haar
tegen Chatterly zou beschermen. Ik dacht
toen dat h\j waanzinnig was, maar nu ge
loof ik, dat ik, hem beter begrijp. Ir.
elk geval, ik heb beloofd haar te bescher
men en daarom mag zij niets gebruiken,
wat niet door den dokter gezien is.
Terwijl hij sprak had Kenueth Ford de
druiven zorgvuldig ingepakt en thans zeide
hg zijn moeder vaarwel om naar doktei
Bardon te gaan en vervolgens naar Lane-
house, waar hij eenige brieven moest
schrijven, die hij met de avondpost wilde
verzenden.
Lady Edith hield hem nog een oogenblik
terug.
Kenueth, zeide zij ernstig, ik wenschte
wel dat Cecil Monkton hier was, in het be
lang van die arme Gertrude mag hij niet
langer mr. March blijven.
Deze vreeselijke argwaan zal ten slotte
toch bekend worden en dan zal het voor
haar een troost zijn te weten dat haar broe
der in de nabjjheid is om haar te beschermen,
- Moeder, hierachter steekt eeri nieuw
geheim. Cecil Monkton is Woensdag naar
Londen vertrokken en heeft aan zijn huis
houdster beloofd, dat hij haar Vrijdag zijn
adres zou zenden, maar tot heden is er nog
niets van hem ontvangen.
Lady Edith sidderde.
Het scheen haar toe, dat er nooit een einde
aan deze geheimen komen zou.
Zij was echter een vastberaden vrouw, die
er met al haar krachten toe wilde meewer
ken, om die raadsels op te lossen en daarom
deed zij een voorstel waaraan tot dusverre
nog niemand had gedacht.
Kenueth, schrijf aan Paul Verity,
wij moeten een rechtsgeleerde hier heb
ben, die ons met zijn raad kan bijstaan
zeide zij.
Maar ik ken hem ternauwernood, zeide
Kenueth, hij is wol een vriend van Jim en
de broeder van mrs. Cartwright, maar ik
heb hem slechts een enkele maal gezien.
Hij is de notaris van mr. March en
een oude bekende der familie van Gertrude.
Zeg hem, dat zijn cliënt, dien hij slechts
onder den naam March kent, in werkelijk
heid Cecil Monkton, de sedert lang doodge
waande broeder van lady Chatterly is, dan
zal hij zeker wel belang in deze aangele
genheid stellen.
Ik zal vanavond nog aan hem schrij
ven.
Telegraaf hem liever, zeide lady Edith
Haar stem beefde en zij zag er zoo ont
steld uit, dat Kenueth ongerust vroeg
Wat deert u moeder?
Kenueth, zeide zg, ik ben een oude
vrouw, ik kan de toestanden niet meer zoo
helder inzien als vroeger, maar ik vrees
dat er met Cecil Monkton iets gebeurd is
Kenueth Ford verwijderde zich om te
gaan doen wat zijn moeder had voorge
steld.
Hg reed naar het telegraafkantoor en
liet daar het volgende telegram overseinen
»Paul Verity Sireetham, Londen, Uw
zuster zeer welvarend, maar ik heb uw
raad noodig als rechtsgeleerde, kom zoo
mogelijk terstond naar Salton.
FORD."
Kenueth Eord bleef op het telegraafkan
toor het antwoord wachtendit kwam dan
ook spoedig en luidde:
»Kom Dinsdag 9 uur 25 voormiddag."
Toen de trein den volgenden dag het
station van Salton binnenstoomde, was
Kenueth Ford op het perron.
Paul Verity stapte uit en wisselde een
krachtigen handdruk met hem.
Toen ik uw telegram ontving mr.
Ford, was ik buitendien reeds voornemens
naar Chatterly te gaan, zeide Paul ernstig.
Ik verkeer in groote ongerustheid over mijn
cliënt mr. March.
- Hij is mgn beste vriend, zeide Kenu
eth Ford. Ik wil zijn vertrouwen niet schen
den, maar ik geloof dat de omstandighe
den mij nu wel het recht geven om u zijn
geheim mee te deelen. March is slechts
een aangenomen naam, hij heet in werke
lijkheid Cecil Monkton en is de broeder van
lady Chatterly.
Paul Verity zag hem met groote verba
zing aan.
Dan is mg eensklaps alles duidelijk!
riep hij uit; de zaken die hij mg opdroeg
voor hem te doen, zijn onweerstaanbaar ver
langen om een huis in Northshire te hu
ren en het feit dat hoewei ik mij zijn
naam niet kon herinneren zijn gelaat
en zijn stem mg zoo bekend voorkwamen.
Wanneer hebt gg hem de laatste maal
gezien
Donderdagmorgen is hij in Streetham
bg mij geweest. Hij zeide mij, dat hij een
gevaarlijke onderneming op touw gezet had
en wanneer hg binnen een week mij niet
geschreven had of zelf aan mijn kantoor ge
komen was, dan wenschte hij dat ik naar
Chatterly zou gaan, daar alles betalen wat
hij nog schuldig was en den sleutel van
Copsleigh aan mr. Hurst zenden.
Kenueth zag den jongen notaris vragend
aan en Paul kon aan zgn bleek ontsteld ge
laat zien, hoe na hem het lot van zijn vriend
ter harte ging.
Hij vroeg:
Hebt ge iets van hem gehoord?
Ik heb geen berichten van hem, maar
ik vrees dat er een afschuwelijke aanslag
op zijn leven is gedaan. De avondbladen van
gisteren vermelden een bericht, d=it zeer
nauwkeurig op mijn cliënt past. Ik was
daarom reeds voornemens naar Parijs te
gaan, maar ik meende toch dat het beter
was, eerst hier te komen om te onderzoeken
of men ook iets naders omtrent zijn persoon
lijke aangelegenheden wist. Wanneer ik uw
telegram niet had ontvangen, dan zou ik met
den sneltrein van tien uur hierheen gereisd
zijn.
Kenueth Ford nam den notaris mee naar
zijn rijtuig en weldra zaten zij in de vrien
delijke huiskamer op Lane-house, waar een
gezellig houtvuur in den open haard brandde
en het ontbijt gereed stond.
Buiten had men een killen, vochtigen
mist, waardoor de behaaglijkheid van dit
vertrek nog zooveel te sterker uitkwam.
Kenueth Ford en zijn gast ontbeten
samen.
Paul Verity verklaarde, dat hg in het
minst niet vermoeid was en terstond aan het
werk kon gaan.
Toen het ontbijt was gebruikt, haalde
Paul Verity een nummer van de Evening
Standard uit zijn jaszak en liet Kenueth
Ford een bericht lezen, dat getiteld was
»Poging tot moord op een Engelschman
gepleegd te Parijs, door een gewaanden
geestelijke."