ill 1
KOLONIALE-WERVING.
bestelt bij P. OTTÖ te Broek op Langedijl
Noorderbank Alkmaar.
Een India Rubber Stempel,
Visitekaartjes
J. H. KEIZER,
mm
de iiollandsche lelie f
JOH. F. MORRA, te Schagerbrug.
J, H. VAN GORKI
Bescbuithouig en Crème.
"t 1^ s
^1^3
■5 o»
■I
s s g
■ss bi
MANTELS. OPRUIMING MANTELS.
DAMES- en KINDERMANTELS
Opruiming van Modestoffen,
Mient 9, Alkmaar. Gebr. GOEDEMAN.
NAJAARS- en WINTERMANTELS.
Ontvangen de IIIÏÏWI BAMIS- A IlIBIilAITIIiS,
SffiS?- M. MEIJER ZOON.
Handgeld 200.— (twee honderd gulden),
Wie voor 20 December a.s.
Detaa.lt daarvoor fl.— en ont
vangt daarbij cadeau
1. Een pakje Sigaretten met fiets.
2. Een pakje Nieuwjaarskaarten.
3. Een pakje Eelicitatiekaartjes met enveloppes.
4. Een Scheurkalender naar keuze.
LET WEL:
uitsluitend bij 1®. OTTO, te
Broek op Landed ij It.
Na 20 December worden geene bestellingen
meer aangenomen.
Wie geen behoefte heeft aan visitekaartjes
kan voor hetzelfde bedrag ontvangen
waarmede men zeer netjes naam, beroep en
woonplaats kan drukken.
CredietenDeposito's, Effec-
tenCouponsProlongatie////-
potheken.
Voor iiiSk'liiiiig'cii vcrvoesc
men y.icli tot den Assent der
bank den lieer
G. Wag-enaar J.Gz.,
BROEK OP LANGEDIJK
Raiime keuze
a ƒ0.80, ƒ1.en liooger,
met bijpassende enveloppes.
Verkrijgbaar bij
te Noordscliarwonde.
Bij den ondergeteekende verschijnt w
iederen Woensdag:
Weekblad voor Dames
ONDER HOOFDREDACTIE
VAN
Mevr. S M. G. van Wermeskerken-Junius
(Johanna tan Woude.)
„De llollandsche Lelie" Is liet eenige Week
blad in Sederland voor Dames alt de hoog
ste en beschaafdste kringenlet hierop voor
uwe advertentiën.
Prijs per jaargang f 4,50 fr. p. p. f5-
Procfituimtiers gratis,
Amsterdam. L. J. VEEN.
Concurreerende prijzen. Gewaarborgd! g-ehalte
ONDER OPENBARE CONTRöLE.
Handel in HULPMESTSTOFFEN,
van
voor Hollandscli Noorderkwartier
Voor Noord-Holland
fat de Beetdermeelet dei liijm- et Gelatine fa b r I akBelli,
Levering van uitsluitend te kwaliteit TIIOMSIMIOSPHAAHIEEL.
Op aanvrage worden volledige inlichtingen kosteloos gegeven en prijsopgave toege
zonden ook door H.H. agenten.
SNEEK.
Fabrikant van
XXIe Jaargang van DE BAZAlt, Banies-JIodejrids.
bevattende DAMES- en KINDERMODES, benevens HANDWERKPATRONEN.
IEDERE WEEK VERSCHIJNT EEN NUMMER.
In ieder N°. tekst, zwarte platen, modekroniek, feuilleton, enz. enz.
Ie Uitgavezonder gekleurde platenmet 3 snij patronen en 3 groote geknipte patr. Per 12 nrs. 1.25 p. post f\ .40
als de le uitg., met daarenboven 6 gekleurde platen
ie „12gekl.pl. enlbijzondergekniptpatr. bijhcKienr. -2.50 -2-65
3o bij het 6e nr. 1 gekuipt patroon naar kenze; bij liet
12e nr. een gekleurd fraaie-bandwerkpatroon.3.— -3.25
Uitgave van GEBR. BELINFANTE, te 's-Gravenhage
Wagenstraat 100—102.
PROEFNUMMER EN PROSPECTUS ALOM.
i» 8,1 n
AS N Ös
Jï Sn O lO N
U-
O)
CO
42
O O
e
~rQ
öo. 55
s 3 A i
H 5
?C I SI
5 g H i-s
=S S dj
W73t«rm
M AAWh
'°^SBLAD
nummm
De ondergeteekende verlangt tegen 37';2 Cent per drie maanden of t I SO per gehee-
len Jaarganggeregeld bij zijne Courant de premie voor de abonné's het Gceïllustreerd.
Zondagsblad te ontvangen.
NAAMWOONPLAATS
Van af lieden zullen alle nog voorhanden zijnde
voor SPOTPRIJZEN worden verkocht.
TEVENS
voor ongekend lage p r ij z e n.
Aanbevelend,
UEd. Dienaren,
in ruime sorteering,
TOT ZE ER LAGE PRIJZEN.
bij het aangaan van eene vrijwillige verbintenis voor ZES jaren, en voor ingelijfden bij de Natio
nale Militie, met onbepaald verlof of in werkelijken dienst, bij het aangaan van een verbin
tenis omTWEE JAREN gedetacheerd te worden naar Oost-Indie.
AanbrenggeldTWINTIG GULDEN.
Men melde zich aan
Vrijwilligers en Militiepliclitigen niet onbepaald verlof, bij den Commandantvan bet
Koloniaal Werfdepot te Harderwijk of bij een der plaatselijke of Garnizoens-Commandanten
Militicplichtigen ouder de wapenen, tot hun onmiddellijken chef.
zich in de zaal. De jonge spreekster boog oordeelde,
vele malen lachend voor deze instemming,
toen zij het spreekgestoelte verliet. Zij zag
echter niets van de welwillende blikken dei-
dames, vooral van de jonge dames, die met
haar instemden' en met haar practisch ver
stand dadelijk zagen, hoevele harer concur
renten verdwijnen zouden, wanneer de prij
zenswaardige theoriën der spreekster eene
meer algemeene verbreiding verkregen zij
zag ook niets van de spottende glimlachjes
der jonge en hoofdschudden der oudere
heerenwat kon haar dat alles schelen
Ze had uiting gegeven aan hare overtui
ging en het was haar hetzelfde of men hare
ideeën goed vond of niet. Zoo dacht zij
zoo sprak zij. Ieder kon denken en geloo-
ven wat hij wilde zij hield, wat zij gezegd
had, voor goed.
En nu ging zij huiswaarts, alleen. Het
was al laat, een koude wind gierde dooi
de straten, joeg menigmaal eenebenauwende
stofwolk op en dreef de dorre bladeren
die hij van de boomen had geschud, voor
zich heen. Hier en daar waaide haar een
hoop bladeren voor de voeten.
Het was vriezend, onvriendelijk weèr,
Eene groote massa menschen vulde de stra
ten. Ieder duwde en drong zich verderen
liep hard, om na gedanen 'arbeid spoediger
thuis te zijn.
De dappere arts overviel plotseling een
pijnlijk, ondraaglijk gevoel van eenzaamheid
en zij vroeg zich onwillekeurig aof zij
zich wel rekenschap had gegeven van den
omvang v.an het woord «eenzaamheid,"
toen zjj de vrouwelijke artsen daartoe ver-
De jonge arts stond pas aan het begin
en reeds nu drukte haar de eenzaamheid
zwaar.
In Zurich ja, daar kon men gemakkelijk
zulke theoriën opwerken en verdedigen
daar was men in een kring van collega's,
daar kon men het hart uitstorten, elkaar
in vervoering brengen en in een keur van
aangename gedachten de eenzaamheid hoog
houden.
Maar reeds op hare propagandareis on
dervond zij dit gevoelig. Zij had niemand
voor wie zij het hart kon uitstorten en toch
had zij zoo'n behoefte aan gezelligheid.
Maar waar en hoe die te vinden?
Zij logeerde hier in de hoofstad bij eene
bevriende famie, eene oude dame, die hare
moeder vroeger zeer genegen was en die
deze genegenheid van de moeder op de
dochter had overgebracht
Zij mocht haar graag lijden, maar had
hoegenaamd geen verstand van het doel
der jonge arts.
Ter gelegenheid van hare laatste voor
drachthad zij dit bitter moeten ondervinden
Mevrouw Westfried verontschuldigde zich
met haren ziekelijken toestand,om maar niet
naar de lezing te moeten gaanhare doch
ter moest juist op dien avond aan eene
dringende invitatie gevolg geven, terwijl de
zoon des huizes zich verschuilde achter
«bezigheden.'
Deze ontduiking had haar pijn gedaan,
immers ons is het meeste gelegen aan de
Zij dacht daar nok nu weer aan en een
bitter lachje vloog over haar gelaat. Maar dragen.'1
hebben hem toen naar zijne kamer ge-
wat deed het er ook toe. Zij moest er zich
mede tevreden stellen.
Een vaste wil en voortdurende werkzaam
heid, moesten alle tegenspoed het hoofd
bieden.
Maar een vreemd gevoel van vrees, een
afkeer beving haar, toen zij er aan dacht,
dat het altijd zou zijn als op dezen avond,
eenzaam tot in de verste toekomst, eenzaam,
eenzaam
Niettegenstaande de koude wind, ver-
aagde zij hare schreden. De menschen,
die om haar heen drongen, waren haar
wel vreemd en niemand bekommerde zich
om haar, maar het waren toch menschen
en op hunne gezichten kon men soms hun
lot en hunne gedachten lezen het leven
sprak tot haar en thuis slechts de doode
hoeken. Zij liep langzaam verder, en toen
zij voor het huis kwam, waai in zij woonde,
bleef zij nog eventjes staan en keek na
denkend in het menschengewoelspoedig
evenwel draaide zij zich om en liep haas
tig de vestebule door en de trap op.
Zij was nog onder aan de trap, toen zij
zich krachtig hoorde roepen:
«Juffrouw, beste Juffrouw!"
Het was de portiersvrouw, die haar had
aangeroepen.
«Beste Juffrouw, u is immers, om zoo te
zeggen, dokter niet waar? Men zegt het
hier in huis tenminste Ach, ik smeek
u, eii kunt helpen!, De schilder van de
waardeering van hen, die w\j kennen enltweede verdieping is even geleden bij ons
die het naast tot ons zijn. in elkaar gezakt. Mijn man en mjjn zoon
«Zeker, heel gaarne. Breng mij maar gauw
naar hem toe."
Het oudje holde naast haar mede en ver
telde verder, toen zij beide vlug de trappen
beklommen
«Verbeeldt u eens, de schilder komt bij
ons in de kamer, vreeselijk opgewonden,
met trillende handen en brulde tot ons:
«de sleutel," zoo riep hij. «Waar is de
sleutel Wat hebt gij ellendelingen met
mijn sleutel gedaan?" Wjj antwoorden hem,
dat hij ons vandaag geen sleutel van z\jne
kamer had gegeven, en dat hij zich nu netjes
moest gedragen, omdat wij niet gewoon
waren ons zoo te laten behandelen.
Daarop werd hij erg kwaad, schreeuwde
maar altijd om zijn sleutel en noemde mijn
man een oude zuiplaptoen mijn zoon hem
uit de kamer wilde dringen, duwde hij hem
terug en begon alles kort en klein te slaan,
wat in zijn bereik was, glazen, porceleinen
koppen, die dicht bij hem stonden en hij
schreeuwde daarbij steeds harder,
schreeuwde zich schor en stortte plotseling
bewusteloos op den grond. Mijn man en mijn
zoon tilden hem op en vonden de sleutel
in een zijner zakken, waarna zij hem naar
zijne kamer droegen.
Wij wilden nu juist een dokter halen
ofschoon mijn man gelooft, dat de arme
kerel een glaasje te veel op heeft.
Nu kunt gij toch ook nu g(j zult dade
lijk wel zien juffrouw, beste juffrouw!"
Toen zij op de tweede verdieping waren
gekomen, opende het oudje de deur eener
kamer, waarnaast een bordje hing met den
naam «Norbert Glassner" erop. De beide
vrouwen gingen door een donker portaal
en kwamen eindelijk in eene ruimte, die
op de straat uitzicht gaf.
Bij het schijnsel van eene lamp, die op
eene tafel stond en die het oudje pas had
aangestoken, zag Petronella de bewustelooze
op een sofa liggen.
Hij was nog jong, had eene donkere ge
laatskleur en ravenzwart haar, dat verward
op zijn voorhoofd nederhing. Z(jn gezicht
scheen nu geheel bruin en donkere kringen
trokken zich om de gesloten oogen samen.
«Water!" riep Petronella.
Het oudje gaf haar eene karaf water en
de arts sprenkelde de bewustelooze het
koude water in het gezicht om hem weer
bij te brengen. Deze daad had een verras
send snel succès, want de jonge man sloeg
de oogen op, twee groote innigdonkere
oogen, van koorts gloeiend en keek verward
om zich heen.
«Hoe gevoelt gij u?« vroeg de jonge arts
hem.
«Ellendig, ach zoo ellendig.« Wat hij ver
der zeide was niets dan een onverstaanbaar
mompelen.
Eene gedachte kwam plotseling b(j haar
op. Zou deze patientZeker. Petro
nella had al vroeger eenige boeren in Zu
rich in dezen toestand gezien.
De verschijnselen waren niet te misken
nen.
(Wordt vervolgd.)
Gedrukt bij J. H. KEIZER, Noordsch ar woude.