NIEUWE
Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 3.
Zondag 16 Januari 1898.
Bericht!
N ieuwstij dingen
Feuilleton.
DEVKOtrWALSÏOEm
/CO iXiXl g fclllg
LAMEDIJKER COURANT
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post C50 ct.
UITGEVER:
J. H. KEIZER.
BUREEL:
Noordscliarw oude.
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Om eene betere vergelijking te kannen ma
ken tusschen den stand van den handel in
groenten met dien van verleden jaar op het-
zelfde tijdstip, maken wij er onze lezers attent
op dat bij de wekelijksche opgave van het
aantal verzonden wagons groenten, ook het
aantal zal worden vermeld dat in dezelfde week
van het vorige jaar werd vervoerd.
Red.
WIKKEN ALS VEEVOEDER.
Men schrijft uit het Oldambt:
De verbouw van wikken, niet slechts voor groen-
bemesting, maar ook voor veevoedering, neemt
ook in deze streken aanmerkelijk toe. Vooral den
vorigen zomer hebben vele landbouwers er ge
bruik van gemaakt, omdat ze door de groote
droogte gebrek aan groenvoeder vreesden. An
deren zaaiden met het schillen der stoppelvelden
om de groene massa te insileeren, in pers te
rijden.
In de jongste vergadering der afdeeling Ap-
pingadam van het „Genootschap van Nijverheid"
in deze provincie, is echter geconstateerd, dat
het vee dit voeder volstrekt niet wilde nuttigen.
De onderstelling werd uitgesproken, dat het aan
de wijze van behandeling zou liggen en de voor
zitter sprak den wensch uit, dat andere leden
later hunne ervaringen in deze ook zouden me-
dedeelen. Wat dit betreft zullen er zeer zeker
wel andere uitkomsten ter tafel komen.
De heer Heddema te Midwolda heeft den jong-
sten herfst van dalgrond, na de rogge,' ook nog
een grooten voorraad wikken gewonnen en inge
perst. Thans voedert hij daarvan. Zeer spoedig
was zoowel het jongvee als het melkvee er aan
gewend en alle dieren eten het voeder thans
met graagte, terwijl ze er blijkbaar zeer wel bij
varen. Men zegt, dat tegenwoordig! de zaaiwik-
ken van tweeërlei afkomst zijn. Ze komen uit
Brabant en Duitschland en nu wil men wel dat
de laatste groenvoeder opleveren, waar het vee
niet op aan wil.
DE KRONINGSPLECHTIGHEID.
Een der berichtgevers van het „N. v. d. D."
in het buitenland seinde dezer dagen aan dat
blad:
Ik verneem uit de beste bron, dat alle gezan
ten een schrijven vanwege H. M. de Koningin
ontvingen, waarin zij verzocht werden aan de Ho
ven kennis te geven, dat H. M. geen vreemde vor
sten wenscht te ontvangen. De kroningsplechtig
heid zal even eenvoudig zijn als die van wijlen
Koning Willem III.
EEN SPOOK.
In de laatste dagen gingen te Enschedé geruch
ten, als zou de Parkweg bij avond onveilig zijn.
Een „zwarte vrouw" zou nl. de wandelaars aan
spreken en naar 't Volkspark meelokken. Daar
bevonden zich dan een paar mannen, die trachtten
de meegelokten geld af te persen.
In verband hiermee is door de politie een vrouw
gearresteerd die daar ronddoolde, voorgevende
haar man te zoeken en voor dezen den kost te
moeten verdienen.
EEN SLIM MEISJE.
Dezer dagen had te Annen het volgende aan
de boterfabriek plaats. Eene weduwe aldaar, melk-
brengster, werd verdacht van vervalschte melk
te leveren. Toen nu 's morgens hare dochter met
de bus aan de fabriek kwam, was alles gereed
deze in beslag te nemen.
De directeur en eenige directieleden stonden
klaar; een der leden ging om den veldwachter
te halen ten einde de bus te verzegelen, een
ander om een voerman, die haar naar de tram
ZuidlarenGroningen zou vervoeren, op te halen,
toen 't meisje in eens de bus pakte, haar van
de trapwierp,zoodat de geheele inhoud in't zand te
recht kwam. Met beschaamde kaken keken allen
het aan en men kon hier zeggen„Een vrouw
is niet duizend-, maar toch een achttal mannen
te slim af geweest."
DE NIEUWE MINISTER VAN MARINE.
De gepensionneerde vice-admiraal Jhr. J. A.
Röell heeft zich, naar wij vernemen, bereid ver
klaard de hem aangeboden portefeuille van ma
rine te aanvaarden. Blijkens het Kon. besluit in
de „St.-Ct gaat zijne benoeming met 15 Janu
ari ïd, heden wórdt hij door dë Regentes beëe-
digd.
De nieuwe titularis heeft den leeftijd van 60
jaren beretkt.
LEERPLICHT.
Naar het Vad. verneemt, is het wetsontwerp
op den leerplicht gereed en zal het eerstdaags
aan den Raad van State worden toegezonden.
DE NIEUWSTE DWAASHEID!
Men leest in het „Utr. Dagblad
„Er wordt hier ter stede een „Jongelieden-
bond" opgericht, die van de Utrechtsche jongens
en meisjes van 8 tot 16 jaar, „die goed willen
zijn tegenover hunne medeschepselen, die ruw
heid gelijkstellen met lafheid, en die dus flinke
edele menschen wenschen te worden"een
vereeniging willen maken, om dit een en ander
voortaan samen te doen en daartoe le een „bo-
stu^-", met president, secretaris en penning
meester te benoemen en 2e nu en dan „prettige
avondjes te vieren."
We twijfelen niet of die „prettige avondjes"
zullen de deugd ongetwijfeld in de hand wer
ken en Utrech} tot een modelstad maken van
„flinke" en „edele" menschen.
EEN NADEELIGE REGELING.
Men schrijft aan de Maasb. uit Breda
Met het begin van dit jaar is bij de mili
tairen de nieuwe regeling in werking getreden,
dat het lijfgoed gewasschen wordt in eene groote
inrichting, hetgeen bij aanbesteding is geschied.
Hierdoor zijn tal van huisgezinnen in hun be
staan als het ware ten gronde gericht.
Tot nu toe waren er z.g. waschbazen, ge
huwde soldaten, sommigen met den rang van
korporaaldeze waschbazen hadden met hun
gezin een goed bestaan. Met de nieuwe regeling
ontvangen zij gewone soldij plus 40 centen als
tegemoetkoming, zoodat zij met hun gezin van
ongeveer 85 centen per dag moeten rondkomen.
Er zijn gezinnen bij ter sterkte van 10 per
sonen.
De" tegemoetkoming duurt drie jaren, waarna
het van de goedheid van den minister van
Oorlog zal afhangen, of de bijslag van 40 cen
ten zal. blijven voortbestaan, dan wel of bedoelde
gezinnen van de gewone soldij zullen moeten
leven.
„JOHANNA YAN WOUDE."
Bij vonnis van de rechtbank te Haarlem is
het huwelijk tusschen Joh. Van Wermeskerken,
notaris te Krommenie, en zijn echtgenoote S. M. C.
Junius (Johanna van Woude), op den eisch van
den man, door scheiding van tafel en bed, we
gens buitensporigheden, hoon en beleediging ont
bonden, met de bepaling, dat de kinderen, die
tot heden bij den vader zijn verbleven, steeds bij
hem zullen verblijven.
MOORD TE LEUR.
Onder Etten en Leur (Noord-Brabant) heeft
Zondagavond een gruwelijke moord plaats ge
had.
Daar heeft men aan een eenzamen weg het
lij k gevonden van een dienstmaagd, Adriana
Smits geheeten, een meisje van 25 jaar, met
een doodelijke wonde aan den hals.
Geen hebzucht heeft den moordenaar bij het
plegen der misdaan bezield, want het meisje
was nog in*het bezit van haar goud en onge
veer drie gulden aan geld, maar wraak of haat.
Het meisje was van een onbesproken gedrag.
Novelle van Hugo Klein,
naar het Duitsch door H. P. J. S.
5.)
(S L O T.)
Zij zag er hierin zeer aardig uit en de
schilder was in de wolken.
Gedurende de zittingen was zij zeer
stil. Het deed haar hart pijn, het werd
nu ernst met zjjn vertrek Des te
vroolijker was de schilder, die haar hon
derden anekdoten vertelde, om haar een
glimlach te ontlokken en haar een pro
gramma van zijne reis opstelde met ontel
bare plaatsen met schilderijmusea. Ieder
woord was voor haar een dolksteek.
»Zie zoo, nu zijn wij klaar," sprak de
schilder, toen zjj steeds stiller werd, op
den derden dag»ik wil u niet verder
vermoeien."
«Laai eens kjjken," antwoordde hetj<
jonge meisje, terwijl zij opstond.
«Neen, neen, gij moogt het nog niet
zien," zeide Norbert, terwijl hij verschrikt
het doek verborg, »er is nog veel aan te
doen. Morgen zult gij het zien, misschien
wel van avond ik hoop het dan gereed te
hebben."
«De betoovering is er weder,» dacht
Petronella, terwijl zjj zich verwijderde.
«Hjj heeft weer het portret van die heks
geschilderd, terwijl ik als model voor hem
poseerde, en schaamt zich nu het mij te
laten zien.
Ach, hij bemint haar nog steeds, de on
gelukkige
En de kleine hand verfrommelde kramp
achtig een klein kanten doekje, dat weldra
nat van tranen was.
Denzelfden avond hield zij hare voor
dracht in de vergadering j van artsen. Zij
had een verbazend succes.
Wel werden de toejuichingen sterker
door het krachtig applaus van den jongen
schilder, die zich toegang had weten te
verschaffen, maar ook het minder partij
dige deel van het auditorium weigerde
haar hunne waardeering niet. Steunpila
ren der wetenschap kwamen naar haar
toe, gaven haar hunne lofuitingen en wek
ten haar op tot een rustig voortgaan op
het ingeslagen pad.
Zjj was trotsch en gelukkig zjj was
voor zijne oogen opgetreden, hjj was oor-
en ooggetuige van haar succes geweest.
En op den weg naar huis overstelpten de
schilders haar met complimenten en het
was haar zoo vrooHjk en licht om het
hart, als in lange niet was gebeurd.
Onwillekeurig dacht zij aan hare een
zame thuiskomst na afloop van hare eerste
voordracht in de residentie hoe verkrijgt
het succes toch ook pas zijne volle waarde
voor ons, wanneer vriendenharten meege
voelen.
Dezen avond was zij niet alleen, zooals
toen maar zou het in de toekomst nog
niet treuriger worden, als het ooit geweest
was?
Zij had nu geen tjjd lang over deze
vraag te suffen, zij moest ieder harer ge
leidei s op zjjne vragen antwoorden.
«Juffrouw Nelly,» sprak Norbert eens
klaps,» deze schoone avond moet ook
schoon besloten worden. Wij willen uw
succes vieren en dan zal ik morgen
vertrekken dus mag een klein afscheids
feestje niet ontbreken. Wij hebben een
bowl gemaakt gij zult toch wel van de
partij willen zijn
»Oh, maar dat gaat nietik ben een
jong meisje, het is al laat in den avond
neen dat kan niet 1"
«Juffrouw Nelly, gij hebt u tot dusverre
niét anders dan aardig betoond. Bovendien
weet gij wel, dat wij de aanwezigheid van
eene jonge dame in aanmerking weten te
nemen. Het gaat er bij ons veel netter toe
dan in menig damesgezelschap. Bovendien
zfjt gij toch arts, die overal moet komen,
waar zij geroepen wordt wilt gij ons
de vreugde vergallen?"
Hij kon zoo aardig smeken. En ook de
anderen bestormden haar alle. Eindelijk
beloofde zij een half uurtje in den kring dei-
schilders te zullen vertoeven.
Dat was een vrooljjk gezelschap in het
atelier
Petronella was de heldin van het feest.
En toen men het eerste glas op haar wel
zijn geledigd had, haalde Norbert plotseling
zijn schilderij te voorschijn en vertoonde het
aan allen het was haarportret haar por
tret in schitterende! kleuren, die een gloed
uitstraalden, die zij in het geheel niet be-
zat.
Nu eerst was zij gelukkig. Hij had dan
toch haar, haar portret geschilderd en niet
dat van die andere. Terwijl de schilders
in geestdrift de voortreffelijkheid van het
portret prezen, wendde hij zich tot haar.
«Gjj hebt de betoovering gebroken
zjj zal nooit weer terugkeeren, ik voel het,
nooit weer en dat dank ik aan u, alleen
aan u!"
Welk eene zaligheid lag er in de glim
lach, die om hare lippen speelde!
Een uur is gauw voorbij en vele glazen
worden er geledigd, wanneer men dikwjjls
iemand shoch" doet leven. De jonge dame
was niet gewoon wijn te drinken en be
merkte er spoedig de werking van. Hare
pols sloeg heftig, hare wangen gloeiden, het
tlikkeide haar voor de oogen. Mejuffrouw
Petronella Krause Dr. med. voelde, dat er
een licht roesje in aantocht was. En merk
waardig, zij dacht er in het geheel niet
meer aan, hoezeer daardoor hare waardig
heid als arts gekwetst zou kunnen worden,
Zij gevoelde zich nog slechts als vrouw
en alleen als zoodanig wilde zij eene bescha
ming vermijden.
Snel stond zij op.
«Mijne heeren," riep zjj, »het halve uur
is al lang voorbij. Nog slechts dit glas op
uw aller welzijn en tot dank voor de vrien
delijke uitnoodiging. En nu vaarwel of lie
ver tot wederziens."
Zonder te letten op de protesten van de
vrooljjke schaar, vloog zjj de kamer uiten
ijlde weg.
Op de halfdonkere corridor, die door een
gasvlam slechts zwak verlicht was, stond
zij een oogenblik stil om diep adem te ha
len en haar heftig bonzend hart tot rust te
brengen.
«Juffrouw Nelly," sprak plotseling eene
stem naast haar,
»Gjj mijnheer Norbert?"
»Ja, ik ben u gevolgd. Loop toch niet
weg en bljjf nog wat in onze kring."
«Neen, neen."
»Waarom niet, het heeft njij zoo opge-
vroolijkt."
«Neen het gaat niet, ik ben niet gewoon
wijn te drinken. Zoudt gij het gaarne zien,
dat men mij toedronk, totdat ik dronken
zou zijn? Zoudt gij dat graag willen?"
«Wanneer dat zoo is, hebt gij gelijk
vergeef mij, ik denk slechts aan mijzelf,
het doet mij zoo goed, wanneer gij er zijt."
«Werkelijk? Maar nu moet ik heuscli
weg morgen zien wij elkaar weder."
Zjj reikte hem de hand, eene gloeiende
bevende hand.
Zeldzame betoovering. Toen zij elkaar de
hand gereikt hadden, scheen het alsof zij
aan elkaar geklonken waren zij konden
zich niet van elkaar losmaken.
En plotseling voelde Petronella zich om
armd, een' warmen mond voelde zij op de
hare en de jonge schilder bedekte haar ge
zicht, haar haar, hare hals, met kussen.
«Loop niet weg," sprak Norbert met be
vende stem, «loop niet weg Nelly, voordat
gij gehoord heb, dat ik u bemin, afgodisch
bemin! Gij waait mijne goede engel, g
hebt mij voor het leven en de kunst terug
gewonnen, aan u behoort mijn hart, aan u
zal het eeuwig blijven behöoren.
De liefde voor die andere voerde mij in
de duisternis, do liefde voor u brengt mij
in het licht.
Zeg mij één woord. Nelly, één woord, dat
gij mij niet in twijfel zult laten!"
Als verlamd lag zij in zijne armenaan
zijne borst had zij zijne liefkozingen, zijne
kussen, zijne hartstochtelijke woorden ge
duld.
Maar nu trachtte zij zich, ofschoon tever
geefs uit de zoete ketenen te bevrijden.
«Laat mij toch, mijnheer Norbert! Het
is nu geen tg'd en geene geschikte plaats
om zulke vragen te doen. Maak toch
geen misbruik van mijne opgewondenheid
en mijn verhit bloed."
Toen zij dit zeide liet lig haar onmiddel
lijk los.
«Oh, hoe moet ik mij schamen," riep
hij uit.
«Maar kan ik het helpen, dat ik zooveel
van u houd? Ga toch heen, ga toch heen.
want ik ben geen meester van mijzelf meer,
ga toch heen en wanneer gij mg morgen
het antwoord op mijn vraag zult geven, draag
mij dan geen wrok toe, tengevolge van dii
uurgoeden nacht, juffrouw Nelly,
goeden nacht!"
Zij wilde heengaan en deed een paar
schreden. Plotseling evenwel keerde zij zich
om, klemde zich aan zijne borst en drukte
hare lippen met een hartstochtelijke kus op
de zijne.
«Of ik de uwe wil zijn? Ja,ja,ja, bracht
zij bewogen en met bevende stem te voor
schijn. Ik kan immcis niet zonder u leven,
het zou mijn dood zijn, wanneer gij niet
van mij hield, gij engel, gjj éénige man!"
En wederom vereenigden zich de lippen
van het jeugdige menschenpaar tot een lange
gloeiende kus.
Een luid gelach en gerinkel van glazen
klonk van uit het atelier. Het jonge meisje
schrikte hevig en maakte zich vlug los uit
de arrnen, die haar omvat hielden.
«Tot morgen, mijn liefste,» fluisterde df
Nelly, «tot morgen!»
En als eene vervolgde ree vloog zij de
trappen op.
Ademloos kwam zij op hare kamer en
wierp zich op de sofa. Een hevig, kramp
achtig snikken doortrilde haar lichaam,
maar de tranen, die zjj schreide waren dit
maal tranen van vreugde.
Eerst twee maanden later aanvaardde de
schilder Norhert Glassner de reis naar Italië,
en dat nog wel om een bijzondere reden.
Het gold namelijk eene huwelijksreis.
Juist had hij Mejuffrouw Petronella
Krause Dr. Med., van de medische facul
teit uit Zvvrich, volgens den vorm rechtens
gepromoveerd en gediplomeerd, als zijne
vrouw zijn huis binnen gevoerd.
Ja, de jonge arts was niet bang geweest
voor die »blamage« en had den man harer
keuze hare hand geschonken.
Ja, zjj had alle grondstellingen, schrifte
lijk en in het openbaar door haar ontwik
keld, bespot; zij zelf had het offer niet ge
bracht, dat zij in naam der wetenschap en
van het geheele vrouwelijke geslacht van
de vrouwelijke medische studenten had ge-
eisch t.
Zjj was geheel »ad absurdum,« zooals men
in geleerde kringen pleegt te zeggen.
De geheele residentie, de geheele pers,
de geheele universiteit Zurich lachte, maar
het best lachte de gelukkige kleine me
vrouw zelf.
»Het was de gerechte straf des hemels,cc
placht zij te zeggen. «Ik heb iets tegen
natuurlijks gewild en verdedigd - - natuur
lijk en verstandig heb ik gehandeld, wat
ik gesproken heb was onzin. Ik dank alle
goéde geesten, dat ik het aan mjjzelf heb
kunnen ondervinden.ee
De reis naar Italë vervulde alles, wat
men er vroeger voor de gezondheid van
den jongen schilder van voorspeld had-.
Geen wonder, wanneer men een arts tot
vrouw neemt!
Mevrouw Norbert Glassner heeft overi
gens hare medische studiën in haar huwe
lijk niet opgegeven, ofschoon zij er niet
meer aan denkt naar Rusland te verhni-
zen, waaraan vrouwelijke artsen het uit
oefenen van praktjjk is toegestaan.
Nu en dan dient zij de bevriende kun
stenaarskringen met haren raad en een
«goed recept.ee Maar dit geeft zij zelf t<)e, dat
haar beste recept toch dat geweest is, dat
z e aan het ziekbed van een' zekeren jongen
schilder heeft voorgeschreven, een recept,
dat zijn oorsprong minder te danken heeft
aan wetenschappelijk inzicht, dan aan het
vrouwelijk instinct en dat kort en bondig
luidde; «Eene nieuwe liefde.«