Brieven uit „de Streek.'' Plaatselijk Nieuws. droge stof 35 pCt. en dat aan vet 33 pCt. Na 10 weken molk men haar weer regelmatig maar de melkproductie liep langzamerhand ui op nul en het beest kon daarbij niet meer ge molken worden zonder geweldig te slaan. Onze correspondent te SINT PANKRAS, schrijft Zijn de zitplaatsen in de kerk alhier des zon dags gewoonlijk nog al goed bezet, 1. 1. Zondag was het moer dan gewoongeen plaats was leeg. En geen wonder. De godsdienstoefening zou door orgelmuziek worden begeleid. Daartoe was een orgel, groot genoeg voor ons kerkgebouw, op de gaanderij gebracht. Het werd bespeeld door den heer C. C. Ben der van Amsterdam. Het is te hopen, dat deze proefneming zoo danig in den smaak is gevallen, dat het kerk bestuur besluit tot het plaatsen van een orgel. SPREEUWEN EN KIEVITEN. Een schrijft uit Texel: In sommige bladen leest men, dat op Texel reeds spreeuwen en kieviten zijn teruggekeerd. Dit is onjuist, want noch de eene, noch de andere vogelsoort heeft in dezen winter het eiland ver laten. Bij zacht weder verlaten deze vogels ons niet. Na geen rookvleesch meer van een daalder Langs Barkel en Schaft passeeren aanhoudend paarden, die in Noord-Brabant voor Belgische slachterijen worden opgekocht. De qualiteit dezer dieren, kan eenigszins blijken uit den prijs. Van een zending paarden, welke eene week geleden de grens passeerde, was de prijs f3,35 a f4,50 per stuk, een dezer dagen was zelfs een exem plaar van f 1.50 zegge één gulden en vijftig cent op weg om totrookvleesch te worden om gezet PLATTELANDS-GEWOONTEN. In de vorige week hadden de ingezetenen van Nijehorne, in de gemeente Schoterland, den vrachtrijder van die plaats op Heerenveen, zeke ren P., een senerade met ketelmuziek gebracht, omdat hij, naar het gerucht gaat, op al te ver trouwelijke voet met eene dienstbode stond. Er waren toen wel 200 menschen in beweging. Woensdag heeft de bevolking een nog grootere beweging gemaakt. Men spreekt er van dat er wel 800 menschen op de been waren om ge noemden P. wederom een serenade met ketel muziek te brengen. Ditmaal is 't echter balda dig toegegaan. De politie kon er niets tegen doen. Het publiek heeft de glazen ingeworpen en bovendien veel om en aan het huis vernield, zoodat de man groote schade lijdt. De justitie is met deze handelingen in kennis gesteld. EEN ZELDZAAM GEVAL. Als eene bijzonderheid mag vermeld worden dat een gemeentebestuur geld te veel heeft. De gemeente Kanteus (Gron.) stelt f 3700 als 1ste hypotheek op landerijen beschikbaar. Het volgende vinden wij vervat in eene Circulaire die te Winkel, Nieuwe Niedorp en Oude Niedorp is verspreid: De vergaderingen te NIEUWE NIEDORP en WINKEL, op 5 en 8 Januari j.l. gehouden, hebben de oprichting eener Vereeniging tot het stichten en exploiteeren van éen of meer groen- tenmarkten ten gevolge gehad. Reeds traden 108 leden toe (tegen een jaar lij ksche contributie van minstens f0.50 en hoogstens f 1.die bereids ongeveer 100 Hec taren willen bestemmen voor groenten- en vruch tenteelt. Zal echter de zaak tot bloei komen, dan moet het ledental grooter worden en de teelt uitgebreider. Het ledental grooter, om aan de Vereeniging kracht en steun te geven, geldelijk en moreel; de teelt uitgebreider, omdat er steeds een voldoenden aanvoer moet zijn om te kunnen re kenen op de kooplieden. Leden kunnen allen zijn, ook zij, die geen grond bezitten. Hun welvaart hangt nauw samen met die hunner omgeving. Iets bestemmen voor de groenten- en vruchtenmarkt kan ieder, die bouwland, tuin of boomgaard in gebruik heeft. De eerste vergadering van de vereeniging zal plaats hebben op Woensdag 26 Januari 1898, des namiddags ten 2 ure, in het lokaal van den heer P. Haringhuizen te Nieuwe Niedorp. In die vergadering zullen de statuten worden vastgesteld (waarvan bereids door de onderge- teekenden een ontwerp zal worden opgemaakt), zal een Bestuur worden gekozen en alles wor den besproken, wat dienstbaar kan zijn aan het doel der Vereeniging. Tot het bijwonen van die vergadering roepen wij alle ingezetenen van Winkel, Nieuwe Nie dorp en Oude Niedorp op. Vóóraf kan men lid worden der Vereeniging door zich als zoodanig aan te melden, bij één der ondergeteekenden. Ook staande de vergade ring kan men zich als lid doen inschrijven. Zij, die reeds leden zijn, worden verzocht deze circulaire te willen beschouwen als een persoon lijke uitnoodiging tot het bjjwonen van boven vermelde vergadering. Winkel, i N. Niedorp, 12 Januari 1898. O. Niedorp, K. BREEBAART Jz. J. KOOMEN Hz. D. KUILMAN. W. C. VISSER. J. L. STRIJBIS. MIDDEL TEGEN MUIZEN. In de gevulde korenschuren komen vaak tal van muizen voor, die de graanprovisie gaandeweg ver slinden of doen bederven. Tal van middelen zijn reeds door de landbouwers beproefd om deze ware plaag te bestrijden. De „Revue Seiéntifique" gaf voor eenigen tijd een nieuw, zeer eenvoudig mid del, dat wel in ruimer kring verdient bekend te worden. Het is namelijk gebleken, dat de muizen niet tegen den geur van de wilde kruizemunt of pepermuntplant kunnen. Legt men dus tusschen het graan hier en daar een handvol bladeren en stengels dezer plant, dan zullen de knaagdiertjes de vlucht nemen en op eene andere plaats hunne tenten gaan opslaan, Indien men geen pepermuntplanten bij de hand heeft, maakt men met hetzelfde succes gebruik van pepermuntextract of sterk verdunde peper muntolie, waarmede men de gewone loopplaat sen der muizen besprenkelt. Ook kaas en andere levensmiddelen kan men door hetzelfde middel voor de aanvallen der mui zen beveiligen. TOEKOE OEMAR. Een heden ontvangen Regeeringstelegram luidt: „Op het berichten dat Toekoe Oemar met zijne benden Djantoi op negen kilometer bezuiden Se- limoen aan de Atjeh-rivier bereikt had om door te trekken naar Pedir, zijn de troepen daarheen gezonden. Toekoe Oemar had Djantoi verlaten, tot dekking der achterlatende 180 man; dezen werden ver dreven. Toekoe Oemar wordt vervolgd. Onzerzijds een zwaar en drie licht gewonde militairen. WREEDHEID. De heer Klaring deelt in de „Samarang Cou rant" eenige schandelijke staaltjes mede van wreedheden, gepleegd op Inlanders, door of van wege Europeanen, o. m. het volgende: „Twee nog jeugdige karrevoerders van de dessa Doekooh, onder huurland Tjandi Sèwoe wilden met hun kar, naar de dessa Goondang, via Ke- moedo, gaan. Beide jongens zaten in hun kar, toen ze de woning passeerden van één der op zichters van Kemoedo, bij name van v. Z. Die opzichter beschouwde misschien als lése majesté, dat de beide knapen in hun kar bleven zitten, toen ze zijn huis voorbjj gingen. Want v. Z. stoof zijn huis uit, met een stok in zijn hand, waarmede hij, onder het uitbraken van de gemeenste scheldwoorden, de kar voeders be dreigde. De trekbeesten verschrikten en gingen op hol. De oudste der karvoerders sprong zijn kar uit, liep zijn trekbeesten achterna, om ze tot staan te brengen. Zijn jongste broeder, die ook zijn kar uitsprong, werd door v. Z. nageloopen, achterhaald en vastgegrepen. „De knaap werd herhaaldeljjk geslagen, ge schopt en getrapt, en tot 2 keeren toe tegen den grond gesmeten; waardoor zijn bovenlinker- arm werd gehroken Zijn broeder, die in middels zijn trekbeesten weer tot stilstand had gebracht en terugkeerde, vond den armen jon den, bevuild en bemodderd, met gebroken lin kerarm, bewusteloos op den grond liggen De lafaard, die dit feit pleegde, beweerde, dat hij het kind had nageloopen en dit geval len was. XV. De voordurende zorg en drukke werkzaam heden, die de bloemkoolteelt tot in den laten herfst, ja dikwijls tot in den winter eischt, maakt het zeer verklaarbaar, dat eene jaar- lijksche rustperiode door hare beoefenaren met ingenomenheid wordt begroet. Dan wordt uitgerust van de vermoeienissen en beslommeringen en het hart opgehaald aan het kaartspel. De groentebouwers aan de Streek zijn namelijk hartstochtelijke kaartspelers en voor velen vormt dit, gedurende de winter maanden, de voornaamste bezigheid. Eene an dere voor hen zeer welkome tijdpasseering, vormen de 's winters veelvuldig voorkomende boelhuizen, vooral wanneer door de omroeper is bekend gemaakt, dat ook pootaardappelen of broeibakken ten verkoop zullen worden aan geboden. Deze winter maakt evenwel eene eigenaar dige uitzondering op den regel. Er is geen sprake van die onafgebroken rust, waardoor zich gewoonlijk de tijd van Kerstmis tot Vrou wendag kenmerkt. Niet, dat de bloemkool nog veel arbeid vereischt. De aanvoer daarvan, hoe wel nog niet geheel afgeloopen, is van zeer weinig beteekenis. Zaterdag jl. bedroeg de aanvoer omstreeks 2000 stuks, en de opbrengst, dooreen genomen f 1,50 per 112 stuks. Woensdag daarop volgende viel geen aan voer te constateeren. De eigenaardige weers gesteldheid maakt het evenwel mogelijk, de werkzaamheden op het veld vrijwel onafge broken voort te zetten. Voor de arbeiders schijnt dit een buitenkansje, doch daar staat tegenover, dat straks, in het voorjaar, wanneer de loonen hooger zijn, ver moedelijk het aanbod van arbeidskrachten groo ter zal zijn, dan de vraag. De voornaamste bezigheden bestaan thans in het aanvoeren van meststoffen. Wist men zich voorheen te behelpen met de stalmest, die in onze onmiddellijke omgeving beschik baar was, dit voorziet tegenwoordig nog slechts voor een zeer klein deel in de behoefte. Van alle zijden wordt getracht dit tekort aan te vullen. In de eerste plaats dient te worden genoemd; de Amsterdamsche Omni bus Maatschappij. Hare aanvoer gaat onafgebroken het geheele jaar door en kan veilig worden geschat op ruim 100 scheepsladingen. Deze furfstrooisel- paardenmest is, vooral voor de teelt van vroege Aardappelen bijzonder gewild. Ook de compost van de stadsreinigingen te Enkhuizen en Hoorn die eveneens hier haren afnemer vindt, is voor hetzelfde doel zeer in trek. Bovendien worden per .spoor nog aanzien lijke hoeveelheden stalmest en compost aan gevoerd. Het vervoer van deze meststoffen naar het veld, houdt dan ook dagelijks velen bezig. Hoewel 't niet onmogelijk is dat wij den winter alsnog zien verschijnen, toch wordt daarop blijkbaar niet gerekend. De vorige week toch begon men te Venhuizen met het zaaien van erwten, terwijl de broeibakken, waarin het bloemkoolzaad zal worden uitgezaaid, bij de meeste bouwers reeds uit de bergplaatsen zijn te voorschijn gehaald en op een gunstig ge legen plekje zijn opgesteld. Ja enkelen daarvan zijn reeds met bloemkool of vroege witte kool bezaaid. Dit is ongeveer drie weken vroeger dan gewoonlijk. De teelt van vroege aardappelen zal ook dit jaar weder niet onbelangrijk worden uitgebreid. Het gevolg daarvan is, dat reeds nu de prijs van poters zeer hoog is te noemen. Op de bo vengenoemde boelhuizen, waar de poters in den regel per 2 bakjes worden aangeboden, wisselde de prijs af van f 1,20 tot fl,90. De inhoud dier bakjes wisselt nog al tamelijk af zoodat men de prijs, met inbegrip van de on kosten, gemiddeld op f3.- per Va H.L. kan stellen. Is deze prijs thans exceptioneel hoog te noemen, ook andere jaren wordt de prijs op dergelijke boelhuizen tamelijk hoog opge dreven. Wellicht is daarop van invloed, de bepaling, dat de kooppenningen op Sint Jacob moeten worden voldaan. Het koopt daardoor zoo ge makkelijk en Sint Jacob schijnt zoo ver weg. Ook de broeibakken, die op enkele verkoo- pingen werden gepresenteerd, vonden koopers tegen hooge prijzen. K. Buitenland. DE DREYFUS-ZAAK IN HET FRANSCHE KABINET. De regeering van Frankrijk speelt hoog spel in de zaak Dreyfus, het kabinet-Méline heeft de wet vóór zich, 't is waar (een herziening van het proces kan alleen worden geëischt wanneer zich een nieuw feit heeft voorgedaan of wan neer documenten ontdekt zijn, welke bij de eer ste behandeling niet aanwezig waren en die de onschuld van den veroordeelde aantoonen) doch de strooming is steeds aangewassen, het geroep om licht steeds luider geworden en de gema tigd liberale formatie heeft Maandag ondervon den, dat de Kamer de ontwijkende antwoorden zat is, dat zij overtuigd is, dat het beroep der ministers op allerlei deugden, niets anders be oogt dan bemanteling der waarheid, dan hand having van den onhoudbaren staat van zaken, dan uitstel der gewenschte ophelderingen tot Sint-Juttemis! Kalmeering ziedaar wat Méline c.s. wen- schenkalmeering terwijl de regeering eerst het gehuil en geschreeuw heeft aangehoord van hen, die uit dwaze verblinding of uit eigenbe lang de verdedigers van Dreyfus hebben aange vallen als landverraders, falsarissen en veel er ger nog; kalmeering terwijl een Zola zijn toe vlucht heeft moeten nemen tot den heftigen aan val op de legeraanvoeders en de leden van den krijgsraad om te voorkomen dat de zaak in den doofpot werd gestopt. De regeering nu, volhardt bij haar eenmaal aangenomen houding, omdat zij niet anders kan wellicht, gebonden door de beloften en toe zeggingen, door de regeering van 1894 gedaan, oin de zaak-Dreyfus te houden buiten alle be spreking. Zoo zal de kamerzitting van heden dan waarschijnlijk beslissend zijn voor het tegenwoordige kabinet. Méline de premier, de aanvallen der laatste dagen moede, zal eischen dat de Kamer zich onomwonden uitspreke over de richting, welke zij in de zaak-Dreyfus gevolgd wenscht te zien. Daartoe zal, nog vóór Cavaignac's interpellatie over de opzienbarende nota van II a v a s van Maandag 1.1. in behandeling komt, Méline van de tribnne af een verklaring voorlezen, waarin der Kamer kort en bondig verzocht wordt geen nieuw debat aan te gaan ever de zaak-Dreyfus en aan de regeering, die steeds haar plicht ge daan heeft en zal doen, over te laten de rege ling dezer quaestie en over te gaan tot de be raadslaging over de begrooting. Mocht de Kamer dit verzoek niet inwilligen, door de interpellatie van Cavaignac niet rond weg van de hand te wijzen, dan zal het kabi net aftreden. En dan? Tot een herziening van het proces-Dreyfus kan het alleen komen in bovengenoemd geval en tot cassatie van het door den krijgsraad ge wezen vonnis alleen wanneer werkelijk aan den krijgsraad stukken waren overgelegd in 't geheim, waarvan de beschuldigde geen kennis had ge kregen wat niet bewezen is tot dusver. En al ware 't zou, dan zou de verooordeelde zelf geen cassatie van het vonnis kunnen aanvragen, ter wijl bovendien de wettelijk vastgestelde termijn daartoe reeds lang verstreken is. Cassatie zal alleen kunnen plaats vinden op bevel van den minister van justitie aan den procureur bij het hof van cassatie, met overlegging door dezen laatste van de bewijzen, dat er ontwettigheden hebben plaats gevonden. Men ziet: zoo heel gemakkelijk zal't niet zijn Alfred Dreyfus van het Duivelseiland weer te Pa rijs te krijgen! De Echo de Paris, die relatiën onderhoudt met den generalen staf, deelt mede, dat kapitein Lebrun-Renault, wèl een bekentenis van Dreyfus mocht aanhooren, toen hij dezen ter degradatie leidde, doch dat hij in geen geval openbaarheid mocht geven aan deze mededeeling. Yoorts be toogt het blad, dat de protocollen van den krijgs raad gelden als bewijsstukken, tot het tegendeel gebleken is. Dat is dan toch heel zonderling: Lebrun moet Dreyfus ter degradatie geleiden. Uit een gesprek met den veroordeelde meent'hij een bekentenis te hooren, brengt hierover rapport uit aan den mi nister van oorlog, zonder dat de veroor deelde er iets van hoort of ziet en dat geldt dan als een bewijs tegen den veroor deelde, tot het tegendeel blijkt! Heeft de openbare meening in verband met deze en dergelijke taktiek niet het recht te geloo- ven aan praktijken, die het licht schuwen, aan eigendunkelijkheden, aan oppervlakkigheden en aan lichtzinnigheden in de procedure? EEN INTERVIEW MET ZOLA. Zola, die duidelijk en klaar en zóó luide, dat heel Frankrijk en zelfs Europa er van beeft, ge zegd heeft, wat hij meende te moeten zeggen, is toch nog door een Engelsch dagbladschrijver, een verslaggever van de Londensche „Star", ge ïnterviewd en inderdaad zulk een man heeft in die omstandigheden altijd nog iets belangwek kends te zeggen. Na uitgeroepen te hebben, dat hij niets te vertellen had, dat hij de laatste man in Parijs was, aan wien een interview besteed was, kwam hij toch los en raakte hij zelf in vuur, toen hij sprak over dat, waaraan hij in de laatste dagen wel bijna uitsluitend zal denken. Op de ons dunkt, wel wat naïeve vraag van den reporter, of de heer Zola de Dreyfus- zaak als geëindigd beschouwde, antwoordde hij „Neen, neen, die zaak is niet uit, zij is pas goed begonnen. Een nieuw hoofdstuk wordt nu geopend. De quaestie staat volgens mijn meening zooöf Dreyfus is schuldig, öf de heele krijgs raad is schuldig en ik geloof dat Dreytus on schuldig is. Maar nu kan ik meer beslist zijn in mijn beschuldiging. De man, die te kwader trouw, de heele af schuwelijke en verlagende zaak op touw gezet heeft, is Colonel du Paty de Clam. Om verschillende redenen heeft hij een samen weefsel van valsch bewijsmateriaal tegen den on- gelukkigen Dreyfus opgehoopt, dat het ministe rie van buitenlandsche zaken te gemakkelijk heeft aangenomen. Colonel du Paty de Clam was de duivelsche bewerker van het onheil, dat nog niet zijn ge- heelen weg heeft afgelegd. De „rechterlijke dwa ling" om nu maar geen harder woord te gebrui ken is veroorzaakt door dien schurk, die de meest verfoeilijke intriges gebruikt heeft om schande over het hoofd van zijn slachtoffer te brengen." „Maar zegt de reporter die krijgsraad, die onlangs opnieuw een onderzoek heeft inge steld „Ja, die krijgsraad! Uit wie bestond die? Ik zeg, dat generaal Mercier door zijn gebrek aan moreelen moed zich medeplichtig gemaakt heeft, dat generaal Billot zelf de meest afdoende bewij zen van Dreyfus onschuld in handen heeft ge had en dat hij die heeft vernietigd of verzwegen. Ik zeg, dat het heele ding het grootste on recht van de eeuw is. Gen. Boisdefire en gen. Gonse vaien in hetzelfde schuitje met gen. Bil lot. Allen hebben meegewerkt aan het opbouwen van een monument van naïeve onbeschaamdheid alle drie hebben de meest afschuwelijke partij digheid getoond, niet één heeft gedaan, wat hij verplicht was te doenzij hebben geen van drie geluisterd naar wat zij verplicht waren te hoo ren. Als gij leest, wat ik in de lcraut geschreven heb, zult gij zien, dat ik mij volkomen bewust ben van de gevolgen, die mijn optreden voor mij kan hebben, maar dat kan mij niet schelen. Ik kan niet gerust slapen voordat ik gedaan heb, wat ik doen kan om Frankrijk van een afschuwelijke dwaling terug te brengen. UIT HET HOOGE NOORDEN. De noordelijkst gelegen behoorlijk bewoonde plaats op aarde is het dorp Upernivik aan de westkust van Groenland. Hier wonen een tach tigtal menschen onder een breedte van 72 gra den 48 sec. in kleine huisjes en hutten: 't zijn meest Eskimo's, die, beschaafd geworden, hun zwervend leven opgegeven hebben. Hun andere levensgewoonten hebben zij niet kunnen opgeven. Het zijn visschers en koene jagers gebleven, die de opbrengst van hun vangst rauw plegen op te eten. Het tranige zeehondenspek, waarvan de reuk alleen reeds bij eiken Europeaan een onbedwing bare walging opwekt, is huD lievelingseten, ter wijl ze bijna geheel moeten afzien van plantaar dig voedsel, dat hun land hun alleen in de en kele zomermaanden oplevert. Er is echter geen twijfel, of juist die voedingswijze maakt die men schen zoo bestand tegen de grimmige koude, waaraan ze in den winter blootgesteld zijn. In den zomertijd kleeden de menschen zich bij een temperatuur van 5 tot 10 graden dik wijls slechts in als papier zoo dun gewaad van vischblazen bovendien blijven sommige lichaams- deelen, bijvoorbeeld de knieën, geheel bloot. In hun tenten, in dezen „heeten zomertijd", ja zelfs niet zelden in den winter, wanneer de met traan gevulde, walmende lamp hun klein ijspaleis, dat zij bouwen, verlicht en meteen verwarmt, verge noegen deze beminnelijke menschen zich met de echter niet al te dunne korst van traan, vuil en lampenzwart, die zich in den loop van den tijd op hun lichaam vastgezet heeftIn den win ter kunnen deze menschen in 't geheel er niet aan denken, zich ooit met water te wasschen, want dit behoort tot de grootste kostbaarheden, waarmede men woekeren moet. Het Witte~Kruis Vrijdagavond vergaderde de afdeeling Lange- dijk der Noord-Hollandsche Vereeniging „Het Witte kruis" in het lokaal van den Heer G. Slotemaker te Oud-Karspel. De Heer Melchera opende als voorzitter de vergadering met een woord van welkom aan de aanwezigen, het betreurende dat zoo weinigen ter vergadering waren opgekomen. Tevens sprak de voorzitter zijn leedwezen uit, dat wegens een slepende ziekte de tegenwoordigheid werd ge mist van een der deskundige adviseurs, den heer Dr. C. Rootlieb, die zoo menigmalen de afdeeling met zijn raad en daad ter hulpe waq

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1898 | | pagina 2