Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N". 11.
Zondag 13 Maart 1898.
7 e Jaargang.
N ieu wstij dingen.
Feuilleton.
NIEUWE S
LMUlUkil COURANT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, .Oudkarspel, Zuidscharwoüde en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
J. HL KEIZER.
BUREEL:
Noordscharwoude.
PRIJS DER ADYERTENTIÊN:
Van 15 regels 30 ct-, elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
litj dit nummer behoort ee n
bijvoegsel.
De begrafenis van een visscher.
Aan een treffend schrijven uit Wijk aan Zee
aan de Tijd is het volgende ontleend:
In een stormachtigen winternacht op het eind
van 1.1. November werd ver van onze kust, op
de haringgronden, een Scheveningsche bomschuit
overvaren door een veel grootere Engelsche smak
zes der opvarenden konden nog overspringen,
voordat het maar weinig beschadigde Engelsche
schip weggeslagen werd door de hooge zeeën,
zonder iets te kunnen wagen tot redding der drie
ongelukkigen, die den sprong niet meer hadden
kunnen doen, en nu verloren waren, want de
bom was zwaar gehavend en zinkend
Ondanks de windvlagen, drong het hulpgegil
tot de geredden door, maar altijd grooter werd
de afstand tusschen beide schepen; toch kwam,
telkens als de smak door de hooge zeeën werd
opgestuwd, de bom weer in het gezichtzij zonk
steeds dieper, maar langzaam. Duurde dit minu
ten of uren? Niemand kan het zeggen, maar
eindeljjk, toen het Engelsche schip andermaal
over den top van een hooge golf gleed, viel er
niets meer te zien op de plek waar zooeven de
Scheveninger nog was waargenomen
Een der drie verongelukten was een jonge man
van 28 jaar.
Eiken dag heeft zijn vader sinds gebeden, dat
toch het lijk van zijn kind hem mocht worden
weergegevenZijn gebed is verhoord, want het
was zijn zoon, dien de zeestrooiningen na drie
maanden aanbrachten uit de Schotsche wateren
naar de Hollandsche kust.
Op het Protestantsche kerkhof van het kleine
dorpje Wijk, tusschen de hooge duinen, is hij
Donderdag begraven. Achter het lijk liepen de
vader, een broeder en vrienden, ook een van de
mannen die de ramp hadden overleefddan volg
den de vrouwen in oud-Scheveningsche dracht;
scherp staken de witte mutsen af tegen de lange,
zwarte schoudermantels en rokken.
Yoorop de moeder van den schipbreukeling,
en naast haar, snikkend, een bleek meisje, slank
en heel jong nog, dat dezer dagen zijn vrouw
zou geworden zijn, indien hij behouden had mo-
gecL terugkeeren.
Visschers zijn meestal geloovige lieden: ook
deze. Dus was een eigen voorganger medegeko-
men met de familie. Deze sprak bij het open
graf als een Christen van berusting in den wil
des Heeren.
Toen werd door de verwanten met ongedekte
hoofde een psalm aangeheven.
Tegen de zware mannenstemmen klonken de
fijnere der vrouwen; van de moeder en van haar,
die naast deze stondzij zongen zwak en ongelijk,
doordat er telkens stemmen ophielden in een
snik, en daarna weer bevend invielen, maar
nooit heeft zelfs de best uitgevoerde treurmuziek
mij zóó getroffen. Daarna was het afgeloopen
enkele scheppen zand dreunden nog op de kist,
en dan gingen de verwanten weer weg van het
kerkhof, twee aan twee; voorop de vader, en
het allerlaatst de moeder en de bruid.
Dieven bedrogen!
Uit een der gebouwen van de suikerfabriek
„Holland" te Halfweg werden Woensdagnacht
twee rijwielen ontvreemd; de dieven merkten al
ras dat zij met deze machines niet spoedig weg
konden komen, aangezien de banden ledig
waren; in een sloot buiten het dorp werden ze
beschadigd teruggevonden.
De zaak-Hoogerhuis.
Mr. P. J. Troelstra schrijft in de Sociaal-De
mocraat
„De moeder en de zuster der Hoogerhuizen be
richten ons, dat zij door den rechter zijn verhoord.
Wij achten het noodzakelijk er op te wijzen, dat
Klaaske Hoogerhuis weinig ingenomen is met de
wijze, waarop zij is verhoord geworden. Een deel
harer verklaringen werden niet opgeteekend. Zij
was hierover zoo ontstemd, dat zij weigerde de
halve verklaring, die was opgeteekend, te onder-
Dit, in verband met andere bij ons ingekomen
mededeelingen, geeft ons weinig hoop op eene
gunstige beschikking der rechtbank."
Toch weer uit het buitenland.
Het „U. D." kan met zekerheid mededeelen,
dat de onderhandelingen van de Provinciale Sta
ten van Noord-Holland, ovor de levering van
vuurwerk, bij de inhuldigingsfeesten te Amster
dam met de Kon. Ned. Pyrotechnische fabriek,
firma Ruysch, Te Utrecht, zijn afgebroken.
Het vuurwerk is wederom aan de Engelsche
fabriek van Pain opgedragen.
Vogels als weerprofeten.
In Friesland zijn nog maar zeer weinig kie
viten aangekomen.
Men maakt hieruit de gevolgtrekking dat men
er nog vorst te wachten heeft.
Als tegenhanger van het bovenstaande berichtje
omtrent de kieviten het volgende:
Dezer dagen arriveerde te Velp weder een
ooievaar, om zijn verblijf weer in te richten op
een boom in den hof bij de Eerw. Paters Capu-
cijnen. 't Is wel wat vroeg, meent men. Uit de
aankomst van dien lentebode, ook elders zich
reeds vertoond hebbende, wil men afleiden, dat
de lieve lente zich nu ook niet lang meer zal
laten wachten, 't Is bekend, dat Maart reeds 9
zomersche dagen moet opleveren. Men hoopt dat
ze door meerdere zullen worden gevold.
De vraag is nu maar wie zal krijgen, de kie
vit of de ooievaar.
Onze kiezers.
Een kiezer in een plattelands-gemeente van
Gelderland dezer dagen in een kiezersbijeenkomst
zijn candidaat aanbevelende, zeide„Ik bun geen
vertoaler, en ik wet dus niet wat „kandidoat"
beteikent, moar het zal wel willen zeggen „kan-die
ddt?" en dan beweer ik, dat de miene 't even
goed kan als de beste."
De oude goochelaar Bamberg te 's Gra-
venhage, die, na geruimen tijd zwervende ge
weest te zijn, in het Stads-Bestedelingenhuis al
daar werd verpleegd, is Zaterdagavond naar het
krankzinnigengesticht overgebracht.
De Heer K. Breebaart, lid der Provinciale
Staten van Noord-Holland, die als zoodanig se
dert 1869 onafgebroken het district Schagen
heeft vertegenwoordigd en die betrekking steeds
op de meest eervolle wijze heeft vervuld, wenscht
zich dit jaar, wegens zijn hoogen leeftijd, niet
weder verkiesbaar te stellen.
Een arme rijkaard.
Te Zuiderwoude, gemeente Broek in "Water
land (N. H.), stierf deze week iemand in be
hoeftige omstandigheden. Na zijn dood vond men
onder den vloer zijner woning een bedrag van
f 13,000.
De brandkast ongevraagd „geledigd."
Woensdagnacht is ten gemeentehuize te Baarn
de brandkast der gemeente geledigd; vermist
wordt een bedrag van circa f 10.000, alles aan
bankpapier. De dader heeft eerst den sleutel ge
haald uit den zak van den gemeente-ontvanger,
want de sleutels werden gevonden naast de brand
kast.
Tot heden is de dader onbekend. Hij moet
zich toegang verschaft hebben door het raam in
de politiekamer, dat Donderdagochtend open ge
vonden werd. (U. D.)
Nader wordt omtrent het zonderlinge geval
nog gemeld
De veronderstelling, door den heer B. uitge
sproken, dat de dief in het achterhuis (z.g. po
litiekamer) een raam zou hebben opengeschoven
daardoor in huis is geklommen, oen hooge trap
opgegaan, de kamer waar de drie volwassen
dochters van den heer B. sliepen, doorgeslopen,
de kamer van den heer B. bereikt heeft, uit de
op een stoel liggende pantelon den sleutelbos
genomen, toen langs den zelfden weg weer naar
beneden is gegaan en zich naar het kantoor
begeven heeft, waar de brandkast stond een
geheimzinnig verhaalkrijgt bij een onderzoek
in loco wat meer waarschijnlijkheid.
Het bewuste raam toch is 's nachts niet ge
sloten, de trap, evenmin als de kamervloeren
kraken, de slaapkamerdeuren staan 's nachts
steeds open en de stoel, waarop de pantelon met
de sleutels, stond vlak bij de kamerdeur, die
gemeenschap geeft tusschen de slaapkamers van
den heer B. en zijn dochters.
De heer B. is reeds 26 jaar als gemeente
ontvanger te Baarn werkzaam.
Het gestolene bedraagt geen f 10.000, doch
bijna f 17.000, alles bankpapier. Dit zijn niet
alleen gemeentegelden. De gemeen te-ontvanger1"
is tevens secretaris-penningmeester van enkele
waterschappen en de gelden hiervan worden
door hem in de bewuste brandkast geborgen.
De ochtend na den diefstal vond men de enve
loppen, die elk afzonderlijk de gelden van wa
terschappen en gemeente bevat hadden, openge
scheurd voor de geopende brandkast liggen.
Ongeveer 14 dagen geleden bedroeg de ge
zamenlijke inhoud dezer enveloppen ongeveer
f34,000 aan bankpapier, van welke som in de
daarop volgende dagen grooter en kleiner be
dragen waren afgedragen.
Iemand uit Klaaswaal, die een akrosti-
chon op E. Zola had gepubliceerd, wordt in de
„Nieuwe Ylaardingsche Courant" aldus beant
woord
Krijg vingerkramp en jicht,
Lamzalige prulpoëten;
Als weer g'uw kreupeldicht
Aan helden of propheten,
Strijders voor recht en waarheid richt,
Weet wat ge aan een reus
Als Zola zijt verplicht!
Adressen, zend ze vrijbewonder en vereer
Leg kransen, maar geen snert aan Zola's
voeten neer!
Bij de den 24 Februari ten overstaan van
den Notaris D. H. Senator gehouden trekking
der premie-bewijzen, door de Uitgevers van De
Bazar ten geschenke aangeboden aan de abon-
nées op dat Mode-Weekblad No. 1—12 van den
loopenden Jaargang, zijn de prijzen gevallen op
de nummers 1768 en 3083.
Elk der winners (Mej. Wed. Eymers te Velp
en de firma J. Lebégue Cie te Brussel) ont
ving een Singer-Naaimachine, Vibrating-Shuttle,
No. 3. (Gewone inkoopsprijs f57.50.)
Voor de inteekenaressen op No. 1324 van
dezen Jaargang zijn weder 2 Singer-Naaimacbi-
nes bestemd. De inteekenaressen zullen het
premie-bewijs ontvangen bij De Bazar No. 20,
terwijl de trekking zal plaats hebben in Mei
aanstaande.
GEBOET.
door
Th. F ONT AN E.
9).
«Zoo."
«Zqne vrouw is hier geweest; ze weende."
«Waarom
»Omdat ze bang is, dat hq een ongeluk
gekregen heeft."
Lehnert lachte. «Dan moet eene hout
vesters vrouw wel iederen dag weenen."
«En ze vroeg ook naar jou
»Zoo, zoo. En wat zei u?"
»Dat je naar het »woudhuis" wildet gaan,
en vandaar naar Arnsdorfmisschien
voor dien haasnaar den graafmaar
dat ik het niet vast wist."
»Dat was goed, moederdat u het niet
goed wist, dat was goed gezegd, dat moet
u altijd zeggen. En geeft u me wat te eten
en te drinkenik ben uitgehongerd en
versmacht van dorst."
Beide stonden op, Lehnert om zich te
verkleeden en zijne moeder, om wat voor
hem klaar te maken. Toen hq weer de trap
afkwam - - uit zijn kamertje zag hij die
goede vrouw Opitz nog altijd in de deur
staan, kijkend naar de berghelling en naar
de ondergaande zon.
Toen hij zqn maaltqd had geëindigd, ging
hij naar de vóórkamer, waar thans een vol
komen schemering heerschte. Hij was alleen
en liep op en neer, en overlegde, wat er
nu moest volgen. Daar werd zachtkens de
klink opgetild, en toen hij omkeek, zag hq
Christine vóór zich staan.
»Hier LehneitMet deze woorden reikte
ze hem een toegevouwen papier over. Toen
hq het had geopend, en er een blik had
ingeworpen, zag hjj, dat het de aanklacht
was van Opitz tegen hem.
«Verscheur hetzei Christine. «Ik heb
het gevonden. Het lag op zq'n schrijftafel.
«Maar hq zal er naar zoeken, als hq
thuisals hij terug komt.«
«Hij komt niet terug.
En weg was ze. Hij oogde haar na.
XI.
«Hq komt niet weer,« had Christine ge
zegd ze kon niet weten, wat er gebeurd
was, en ze wist het toch. Dat hij van haar
r.iets had te vreezen, dat bewees het papier,
dat hij in handen hield, en toch kon hq
een gevoel van bange onrust niet van zich
afzetten. Eerst had zijn moeder met allerlei
aanduidingen gesproken en nu Christine,
Als iedereen als van zelf de verdenking op
hèm liet vallen, dan was hij verloren of
ging tenminste een moeielijken tijd tege
moet. Al hoe moe of hij was, hij kon het
nu in huis niet langer uithouden. Hij moest
er weer op uit. De vraag was slechts
waarheen
Het dichtste bij lag de herberg »De
waar de houthakkers ge
woonlijk samenkwamenmaar dat was
geen gezelschap, dat vandaag voor hem
paste. «Hoe is het met Opitz of «Is
Opitz nog altqd op de been Dat waren
vragen, die hij hier, in den laatsten tijd
nog,dikwijls genoeg had moeten hooren, en
op zoo'n eigenaardigen toon, dat hij er van
schrikte, als hij er aan dacht, dat ze van
daag tot hem zouden worden gericht.
Daarom besloot hij, liever een paar dui
zend schreden verder te gaan, en bij Exner
eer.s te kijken, of hq niet met berggidsen
en pakkendragers, of misschien met oude
krijgsmakkers, wat toch altijd het beste
was, een gesprek kon aanknoopen. Want
hq verlangde er naar, eens eene andere
stem, dan de zqne te hooren, en van zijn
onrust bevrijd te worden.
Hq nam dan ook zijn oude soldaten-
muts, die naast zjjn gewer en den ouden
kalender aan den wand hing en ging op li<
weg naar Krummhübel.
De duisternis viel snel in en slechts
boven Arnsdorf, heel laag in het dal, hing
nog een rood wolkje. Plotseling schrikte
Lehnert hevig op. Het kapelletje, dat hij
tot op een vijftig pas was genaderd, begon
te luiden, Het was hetzelfde gelui, dat hij
gisteren, kort na zqn rust bij de bron,
had gehoord, en onwillekeurig bleef hij
staan en zocht, terwijl hij zich omkeerde,
de plek, waar hij gisteren om dezen tijd
had gestaan. Daar keek ook de maan
weer om een hoekje, en hoe zwak haar
licht ook was, het was toch helder genoeg,
om den weg bij de berghelling op, duide
lijk zichtbaar te maken, den weg, dien hq
gisteren was gegaan. Hij wilde de juiste
plek in het oog hebben, waar het gebeurd
was, en bleef staren en turen, totdat hij
op eenmaal een rookwolkje meende te
zien en een schot meende te hooren.
Zqn bewustzijn dreigde hem te vergaan,
Maar iets nog veel vreeselijkers wachtte
hem: want éér nog de echo in het gebergte
zweeg, hoorde hq duidelijk roepen«Help,
help
Hij moest zich aan het hek vasthouden
en bleet luisteren, of het geroep zich her
halen mocht. «Ja,» «neen», en dan weer
«ja.» En door een vreeselqke angst over
meesterd, was hq weldra slechts van dit
éene verlangen vervuld, om de stem daar
boven niet meer te hooren, dat hulpgeroep
te ontvluchten. Maar waarheen? Exner,
het geheele dorp scheen hem nog onddb
het bereik van de stem te liggen, en daarom
liep hij vorder de berg af, om de nacht in
Arnsdorf of waar ook, mits ver, ver weg,
door te brengen.
Hij was reeds halverwege Arnsdorf, toon
hij van meening veranderde. Hq staakte
zqne vlucht en ging op een boomstam
wat zitten uitrusten.
«Het gaat niet. Ik kan zoo niet verder.
Hq leefthet was zijne stem God zij
hem genadig vierentwintig uurzoo
veel duizend duizend seconden. Ik moet
het aangeven, dat ik een hulpgeroep heb
gehoord. En ze moeten vannacht nog naar
boven, dadelijk nog.»
Hij zweeg, want in eens bedacht hij,
dat hij zich door te spreken, zou verraden.
Maar even spoedig nam hq zijn voornemen
weer op.
«Neen, ik zal me niet verraden. Juist,
omdat ik het zeg, zal iedereen gelooven,
dat ik onschuldig ben. Juist dat zal me
redden. En als hq mij herkend heeft?
Hq heeft me niet herkend. En vermoeden
is geen bewijs. En, al stond mq ook het
ergste te wachten, zoo mag ik hem niet
laten sterven.»
En hq keerde om, en spoedde zich berg
opwaarts, bqna nog sneller, als hq er af
gekomen was, en stond weldra voor de her
berg van Exned. Hq wilde binnengaan,
maar keek eerst eens door de glazen. Neen,
daar waren te veel vreemdelingen, en
daarom liep hij nog een eindje verder, tot
aan «Het gerechtshof." Daar was het stil
ler en meer bekend volk. Eerst echter be
dacht hq nog eens, wat hij zou zeggen, en
besloot toen, niet te vertellen, dat hq het
roepen al een uur geleden had gehoord,
maar eerst nu. Hij trad binnen, en groette
Maywald en Reigenllnk |en den ouden veld
wachter Klose, die juist een partijtje maak
ten, en deelde mede, waarom hq gekomen
was.
Maar niemand verroerde zich en het spel
ging zijn gang. «Kom hier Lehnert." zei de
oude veldwachter, «help me eens kjjken
En er is geschoten, zeg je, en geroe
pen? Ja, dat zijn vreemdelingen
jongelui vanochtend vroeg kwam ze
hier door uit Breslau gymnasiasten of
zoo, of van de kunstschool. Dat is dan altqd
een gezang en geschiet zonder end 't
Mag eigenlqk niet. En als Opitz er een te
pakken krqgt[Jq geeft, Maywald. Maar