Brieven uit „de Streek".
Plaatselijk Nieuws.
redacteur van Recht voor Allen. Enkele bladen
hebben in hun pers-overzicht iets overgenomen
van zijn afscheidswoord, maar daarbij is 't ge
bleven.
Ook daaruit ziet men weer, hoe suel wij le
ven en hoe betrekkelijk weinig tijd noodig is om
ons vertrouwd te maken met veranderingen, waar
van wij toch nog maar weinige jaren geleden
niet hadden kunnen droomen.
In verschillende gesprekken welke deze ver
slaggever met den heer Nieuwenhuis heeft ge
voerd had deze gezegd hoe eer zjjne volgelingen
hem ontrouw werden, des te eer waren ook de
twee drie jaar verloopen, die hij noodig achtte
om van de dwalingen van het parlementarisme
te genezen.
En verder zegt de correspondent
D. N. is oud en grijs geworden de invloed
van grievende teleurstellingen is hem niet ge
spaard. Als furiën staan nu tegenover hem
mannen en jongelingen, die niet beseffen willen,
dat 't toch voor een groot deel zijn woord is
geweest, dat hun hart voor de socialistische leer
stellingen heeft ontvankelijk gemaakt. Veel heeft
hij opgeofferd zijn geachte positie, zijn omgang
met mannen van gelijke beweging, zijn geld ook
ten deele en nu het sociolisme niet langer door
ernstige mannen wordt beschouwd als een onzin
nig drijven maar als een machtige onvermijde
lijke voortstuwende kracht, staat hij berooid en
verlaten de mannen van zijn stand en ontwik
keling schuwen hem als een venijnig dier en
het volk weigert langer zijn zegekar te taekken.
Dat is de schuld van de grenzenlooze verbitte
ring, die dezen man verteert.
Zijn uiterlijk heeft eer iets goedig-vredelie-
vends en met verbazing heb ik hem in den
trein een onbeholpen moeder zien bijstaan door
voor haar met zachte hand de kinderen uit den
waggon te tillen en op hot perron te zetten
maar daarbinnen laaft de vernielende vlam, die
niets en niemand spaart. Wie niet onvoorwaar
delijk in hem gelooft, wordt door hem gewan
trouwd en wie hem durft tegen te spreken, ziet
zijn van woede fonkelend oog op hem gericht.
Nieuwenhuis is onmogelijk geworden voor onze
samenleving dat was telkens weer de eind
indruk der verschillende gesprekken, die ik met
hem voerde.
XXVI.
Met een enkel woord wees ik u voor enkele
weken op de belangrijke culturen die in de Ban
gert worden gedreven en uitte daarbij tevens het
voornemen daarop ter gelegener tijd terug te ko
men. Wordt de fruitteelt aan de Langendjjk,
zooals ik bij een vluchtig bezoek opmerkte, ta
melijk stiefmoederlijk behandeld en kan ik dus
voor dit onderwerp niet op algemeene belang
stelling rekenen, ongetwijfeld zullen er onder de
lezers van dit blad zijn, die omtrent de Bangert
en hare culturen wel eens iets naders willen ver
nemen. De eigenaardige ligging van de Bangert,
tusschen de gemeenten Blokker en Zwaag, aan
een smallen weg, die slechts sedert enkele jaren
met paard en rijtuig is te berijden, is oorzaak,
dat dit interessante plaatsje buiten hare onmiddel
lijke omgeving zeer weinig bekend is.
Stapt men te Westerblokker bij de Protes-
tantsche kerk uit de tram, dan leidt een aan beide
zijden door aalbessentuinen begrensd pad, u in
enkele minuten naar het hartje van de Bangert.
Tal van bruggetjes verbinden de meerendeels
nette en van welvaart getuigende woningen met
den weg.
Waarheen men het oog ook richt, aan alle zij
den is men omringd door een bosch van vrucht-
boomen. Dat zulks in den bloeitijd een onbeschrij
felijk schoon geheel oplevert, behooft voorzeker r
geen betoog. Ieder voorjaar wordt men aange
spoord om een bezoek te brengen aan de bloeiende
Hyacinthen en Tulpen aan de duinstreek, om
zich te vermeien in hare schitterende kleuren
pracht. Duizenden en tienduizenden begeven zich
jaarlijks naar Haarlems schoone omstreken en
zijn opgetogen bij het aanschouwen van dat kleu-
renrijk bloemtapijt.
Een bezoek te brengen aan den Bangert, wan
neer de ontelbare Pere, Appel- en Pruimeboo-
men zich met haar bloementooi sieren, daaraan
wordt niet gedacht en toch zou een tochtje daar
heen de moeite ruimschoots loonen. Men vindt
daar niet die verscheidenheid van kleuren die
ons in de bloembollenvelde vooral bloeit, doch
die het oog tevens eenigszins vermoeit, 't Is of
een laken van wit en rose over de Bangert is
uitgespreid, slechts afgewisseld door het jeugdige
teere loof. Dit vermoeit niet ons oog; neen wij
kunnen den blik daarvan niet af houden. Slechts
enkele dagen zijn de boomen op deze wijze ge
tooid. Weldra dwarrelen de bloemblaadjes naar
omlaag en 't is alsof de grond door eene sneeuw
laag is bedekt. Yan zeer grooten invloed op den
oogst, is de weersgesteldheid tijdens den bloei.
Een enkele nachtvorst kan daaraan onbereken
bare schade toebrengen, terwijl regenachtig bujjig
weder de bevruchting belemmert. Toch worden
bij het gunstigste weer niet alle bloemen bevrucht
en dit is oet in den regel niet noodig.
Werd door elke bloem eene vrucht voortge
bracht, dan zou het te oogsten aantal zeer zeker
enorm zijn, doch de grootte, de schoonheid zou
ongetwijfeld veel te wenschen overlaten.
Reeds spoedig na den bloeitijd ziet man dan
ook een zeer groot deel naar beneden komen en
onwillekeurig komt de vrees bij u op, dat er
niet velen zullen overblijven.
De vrees wordt nog grooter, wanneer bij het
zetten der vrucht, tijdens de pit en steenvorming
weder tal van kleine vruchtjes van den boom
loslaten. De aan den boom zittende vruchten
vallen toch, door hare groene kleur en doordat
ze dikwijls achter het loof verscholen zijn, zeer
weinig in het oog. Is de pit of de steen even
wel eenmaal gevormd, dan vallen zij weldra
meer in het oog en is men dikwijls verbaasd,
dat nog zoo'n groot aantal is overgebleven.
De Bangerter vruchtentuinen zijn vrijwel'alle
naar eene methode beplant. Werd door mij, met
het oog op den schoonen bloei, reeds op de
appel-, pere- en pruiineboomen gewezen,
daarnevens vindt men duizenden hazelnoten,
kruisbessen en aalbessen. Deze laatsten, n.l. de
kruis- en aalbessen vindt men op eiken tuin.
Daarmede wordt in den regel het geheele veld
beplant en daartusschen op geregelde afstandeu
treft men afwisselend de overige fruitsoorten aan.
't Is vooral de kuituur van pruimen en hazel
noten waaraan gedurende de laatste jaren groote
aandacht wordt gewijd.Men maakt daarbij gebruik,
niet van de in de vruchtboomkweekerjjen bekende,
doch meestal plaatselijk ontstane soorten. Deze
soorten zijn veelal door natuurlijke kruising ont
staan en buiten den Bangert slechts bij uitzonde
ring verspreid. Yooral van hazelnoten zijn daar
ter plaatse tal van soorten, onder benamingen
ruigbolster, ouderwetsche, vreemde enz., waarvan
vele ongetwjjfeld verdienen meer algemeen te
worden verspreid.
K.
Buitenland.
Spanje en de vereenigde Staten.
Of het werkelijk tot een oorlog zal komen
tusschen deze twee Staten is nog onbepaald.
Algemeen wordt erkend dat zoo de vrede be
waard blij ve het ten koste zal zijn van Spanje's
eer, omdat het vele zoo niet alle eischen zal moe
ten inwilligen, die in de boodschap van den pre
sident zullen zijn vervat.
Cuba's onafhankelijkheid De Amerikaansche
handel heeft reeds genoeg geleden door dien oor
log, daarbij het verongelukken van een Ameri-
kaansch Oorlogsschip, wat toegeschreven wordt
aan boos opzet van Spanje ziedaar de hoofd
redenen.
Verwarring en onzekerheid, met deze woor
den is het best de stand van zaken tusschen Ame
rika en Spanje te kenschetsen. Berichten, depê
ches, zijn er bij de vleet uit Washington en Ma
drid natuurlijk, en voorts uit Rome, Londen, New-
York en Key-West. Ja zelfs uit Keulen wordt
een opzienbarende tijding geseind, die in de Köl-
nische Zeitung is opgenomen. Maar als men alles
gelezen heeft, weet men nog niet precies hoe het
er meê staat. Alleen hebben de pessimistische
voorstellingen weer de overhand. Dat de toestand
zeer ernstig is, schijnt dan ook buiten kijf.
Het bericht in de Kölnischeuit Madrid her
komstig, liet haast geen hoop meer op het bewa
ren van den vrede. Het luidde aldus:
De papieren van het Amerikaansche consulaat
zijn reeds in handen van het Britsche consulaat
overgegeven. De gezant te Washington, de heer
Paolo de Bernabé, zal de zaken van zijn gezant
schap overdragen aan den Franschen gezant. Te
gen 12 uur des nachts deed de paus nieuwe ver
trouwelijke voorstellen. Er werd een tweede mi
nisterraad gehouden, maar het antwoord luidde:
Te laatde beslissing is reeds genomen.
Volgens een bericht uit Madrid van 5 ure
Donderdagmiddag waren daar pessimistische in
drukken overheerschend. „Er heerscht een zeer
opgewonden patriottische stemming, maar er
heeft geen enkele betooging plaats. De maritieme
overheden te Valencia en te Barcelona ontvan
gen tal van aanvragen om kaperbrieven."
De Madrilcensche correspondent van de „Temps"
meldt (maar dat sloeg op eergisteren) over de
daar heerschende stemming, dat in de pers de
onzekerheid zich evenzoo afspiegelt als in den
stillen strijd tusschen de beide „stroomingen",
die zelfs in den boezem van het Kabinet bestaan.
Men heeft ook daar voorstanders van verzoenende,
vreedzame, zij 't dan ook radicale, oplossingen,
en die van het verzet tegen de Amerikaansche
pretentiën en tegen elke capitulatie, hetzij langs
diplomatieken weg, hetzij door de pauselijke be
middeling opgedrongen.
De minister van oorlog en de militaire elemen
ten verzetten zich, zoo heet het in de bladen te
gen den wapenstilstand om politieke en bovenal
militaire overwegingen, wijl hij meer dienst zou
doen aan de opstandelingen, dan aan de zaak
van Spanje.
Generaal Woodford moet overtuigd zijn, dat
Spanje wel zal toegeven.
De republiekeinsche leiders in het Ameri
kaansche Congres moeten voornemens zijn, een
krachtige poging aan te wenden, om door partij
discipline te verkrijgen, dat de geheele partij den
President steunt in zijn streven naar het behoud
van den vrede.
Zola-Dreyfus-Esterhazy.
In een interview heeft Zola verklaard, dat de
uitspraak van het Hof van Cassatie hem veel
genoegen deed. Hij meent, dat er wel een tweede
proces zal volgen, want het staat vast, dat de
krijgsraad-autoriteiton hun laatste woord nog
niet gezegd hebben. Komt er een tweede proces,
zeide Zola, dan zullen we een beter figuur ma
ken dan de eerste maal, toen ons allerlei moei-
ljjkhedeu in den weg waren gelegd en ons voor
het leveren van onze bewijzen geenerlei steun
werd verleend. Ditmaal zullen we doen wat we
kunnen.
Voorloopig wacht Zola af. Mijn gezondheid is
erg geschokt, verklaarde hij. Ik heb vreeseljjk
geleden door de spanning in het laatste proces.
Ik ben mijn eetlust kwijt, en kan niet slapen.
Ik ga nu voor een paar weken naar buiten om
op te knappen. Ik moet volstrekte rust hebben.
W ontvang heel weinig bezoekers en allerminst
journalisten. Doch ik heb een reusachtigen sta
pel brieven door te werken en dit is geen licht
werk.
Na gewaagd te hebban van de geruchten over
zijn beweerde plannen, verkWade Zola, dat hij
alleen rust verlangde. Is zijn gezondheid her
steld, dan zal hij zich met zijn plannen bezig
houden. Van zjjn letterkundigen arbeid sprekende
zeide de schrijver, dat de laatste vellen van „Pa
ris" de laatste bladzijden waren, die hij geschre
ven had. Hij heeft echter een schema voor een
nieuwen roman klaar, die vermoedelijk verband
zal houden met zjjn vorig werk.
Tenslotte merkte Zola op, dat zijn inzichten
onveranderd waren gehleven. „Eens zullen alle
feiten van de Dreyfus-zaak aan den dag komen
en dan zal men zien, dat wij steeds aan de zijde
van waarheid en recht gestaan hebben".
De krijgsraad is nog niet bijeengeroepen, doch
j.de „Temps" verzekert, dat men de „verjarings"-
ermjjn niet zal laten intreden.
Uit Berljjn wordt aan de „Indépendance Beige"
gemeld, dat de onthullingen van de Siècle (be
treffende de relaties van Esterhazy met kolonel
Von Schwarzkoppen) daar een diepen indruk
hebben gemaakt, ofschoon de „Siècle" niets ge
openbaard heeft, wat den ingewijden niet reeds
bekend was. Uit goede bron verneemt die cor
respondent, dat de Duitsche regeering er niet
aan denkt de beweringen van de „Siècle" tegen
te spreken en zal vasthouden aan haar zoo for-
meele en uitdrukkelijke verklaring, dat ze nooit
in betrekking heeft gestaan met den veroordeelde
van het Duivelseiland. Door de publieke opinio
wordt het zwijgen der regeering in een voor Es
terhazy ongunstigen zin uitgelegd.
Uit de bladen der Dreyfus-partjj blijkt duide
lijk, dat de jongste onthullingen over Esterhazy
spoedig door nieuwe nog gewichtigere zullen ge
volgd worden. Zoo schrijft de „Siècle," na gewe
zen te hebben op het zonderlinge zwijgen, dat
Esterhazy en diens bladen bewaren
In November, toen de brief van Mathieu Drey
fus verscheen, zeide Esterhazy tot een medewer
ker van de „Echo de Paris:" „Als het moet,
zal ik aan den keizer van Duitschland schrijven
om hem te verzoeken zjjn woord als een hand
schoen mjjn belagers in het aangezicht te werpen."
Waar bljjft de handschoen De bladen van den
generalen staf willen deze zaak doodzwijgen, ver-
geefsche moeite! En ook de afgevaardigden kun
nen hun verwachtingen begraven. De kiezers
zullen alles weten. Zelfs al mocht de krjjgsraad
weigeren, het proces tegen Zola opnieuw te be
ginnen, zal er licht ontstoken worden. Het zwjj
gen van zekere pers is een bekentenis, doch de
steenen zelfs zullen het uitschreeuwen.
Uit Parjjs wordt van den 8 April geseind. De
krjjgsraad heeft besloten een nieuwe vervolging
te eischen tegen de heeren Zola en Perreux.
De krjjgsraad heeft tevens den wensch uitge
sproken, dat de minister van oorlog een aanklacht
indiene bij den groot-kanselier van het legioen
van eer, om de schrapping van Zola te verkrjjgen.
De Fransche, de Duitsche, en de Engelsche
vrouw. Een Duitscher vergeljjkt de Fransche,
Duitsche en Engelsche vrouwen aldus:
De Frangaise trouwt uit berekening, de En
gelsche omdat het zoo behoort en de Duitsche
uit liefde. De Frangaise bemint zoolang de witte
broodsweken duren, de Engelsche levenslang en
de Duitsche eeuwig. De Frangaise brengt haar
dochters op het bal, de Engelsche in de kerk,
de Duitsche in de keuken. De Frangaise heeft
geest, de Engelsche verstand, de Duitsche gemoed.
De Frangaise dost zich smaakvol uit, de Engelsche.
zonder smaak, de Duitsche kleedt zich. De Fran
gaise zwetst, de Engelsche spreekt, de Duitsche
babbelt. De Frangaise geeft een roos, de Engelsche
een dahlia, de Duitsche een vergeet-mjj-niet. De
Frangaise heeft een tong, de Engelsche een hoofd,
de Duitsche een hart.
Deze Duitscher is blijkbaar een bjjzonder
groot vereerder vau zijn vrouwelijke landge-
nooten.
Dr. Leyds heeft, volgens een telegram van
Havas uit Pretoria, de opdracht aangenomen
om de Zuidafrikaansche Republiek in Europa te
vertegenwoordigen, en zal te 's-Gravenhage resi-
deeren.
J.l. Woensdagavond was de Heer P. Stapel
in het lokaal van den Heer K. Bood te Noord-
seharwoude gearriveerd, om zjjne aangekon
digde lezing te houden over Amerika en de
Nieuwe Hollandsche kolonie „Nederland" in
Zuid-Oost Texas.
Er waren echter zeer weinig belangstellenden
opgekomen, zoodat de Heer Stapel in plaats van
eene lezing met de aanwezigen meer een gezel
lige causerie hield en de voornaamste punten uit
zjjne lezing aanhaalde.
Spr. begon te vertellen dat hij in 1890 van de
Amerikaansche land en bosch-maatschappjj, te
Londen gevestigd, eene uitnoodiging ontving te
onderzoeken of de Staat Texas in Amerika ook
bewoonbaar was voor „bouw- en zuivelboeren",
welke uitnoodiging door hem werd aanvaard.
Na voldoende te zjjn ingelicht door den Britschen
Consul, reisde hij van Amsterdam naar New-
York en verder per spoor van daar naar Lake
Charles, welke stad hjj na een spoorreis van 5 dagen
en 5 nachten bereikte, in welken tijd hjj slechts 5
uren rust genoot. Bij zjjn aankomst werd hem door
vjjf negers een hotel aangewezen, welke daarvoor
eene kleine vergoeding genoten,omdat hij spr.
een vreemdeling was.
Na enkele dagen aldaar de streek te hebben
doorkruisd per paard of per voet, een enkele
maal per boot of per spoor kwam spr. tot de
ontdekking dat het land aan deze zjjde der rivier
laag en daardoor veel te drassig was om aldaar
een Nederlandsche Kolonie te stichten. Misschien
zou echter dat land wel beter zjjn geworden,
indien het overtallige water maar door een stoom
gemaal weggemalen was kunnen worden, waarom
hjj de maatschappij dan ook voorstelde aldaar een
stoomgemaal te laten bouwen, hetgeen echter door
haar niet werd aangenomen.
De hollanders zouden dus, indien enkelen door
de goede berichten verleid, daarheen waren ge
trokken, bedrogen zjjn uitgekomen.
Van Lake Charles trok spr. toen verder over
de rivier, en zette zjjn onderzoekingen voort in
een streek, die toen nog zeer eenzaam was.
Van een der personen, die hjj daar ontmoette,
ontving hjj do uitnoodiging zjjn boerderjj eens te
komen bezichtigen en word hjj langzamerhand
beter in de gelegenheid gesteld inlichtingen te
verkrjjgen over de streek in het zuiden van
Texas gelegen. Na een ernstig ingesteld onder
zoek kwam spr. tot de overtuiging dat het daar
de streek was waar men met njjvere hand tot
meerdere welvaart zou kunnen komen dan in
Holland.
Teruggekeerd in Nederland, doch aan vankei jjk
met weinig grondige motieven tot emigratie op
te wekken werd door den heer Kuipers de be
weging op touw gezet de emigratie naar Zuid-
Oost-Texas ten zeerste aan te bevelen.
Na in Friesland zich tot een tamelijke hoogte
te hebben opgevoerd door spaarzaamheid en ern
stig streven, gevoelde ook de heer Kuipers ten
slotte den druk der malaise, waarom hjj besloot
naar Amerika te vertrekken.
Het land hem door het gouvernement aange
wezen lag in Zuid-Dacota, waar hjj met een rijk
dom van 3 dollars aankwam en een huis ging
bou wen,evenals de daar reeds gevestigde kölonisten,
van prairiezoden en prariegras. Eén dollar was
nog in zjjn bezit, waarmede hij den strijd om
het bestaan begon. Doch door noeste vljjt, spaar
zaam overleg en vooral helder doorzicht heeft
hjj vele rjjkdommen verkregen.
Niettegenstaande zjjn hoogen leeftijd hjj is
62 jaar oud hield hjj het vorige jaar nog 151
lezingen om het stichten van een Nenerlandsche
kolonie aan te bevel n, en voor welk doel hjj
uit Amerika naar Nederland was overgekomen.
Iljj bleef ongeveer 3 jaren in Nederland, toen
hjj verlangde terug te keeren naar zjjn vrouw
en kinderen, waarom hjj spr. verzocht zijn taak
over te nemen.
Kuipers heeft door zjjn optreden een grooten
naam en veel vertrouwen verkregen, zoodat hjj
aanvankeljjk met veel succès is werkzaam geweest.
Aangezien 't in de laatste jaren zeer slecht
ging door verschillende invloeden in Zuid-Dacota,
ging de aldaar bestaande kolonie zeer achteruit,
zoodat de Heer Kuipers al weer de man was om
te trachten daarin verbetering te brengen. Hjj
vroeg en verkreeg een vrjje kaart voor hem en
z'n dochter op verschillende spoorljjnen om
nieuw land te zoeken en werden door hem 25
Staten in Amerika bezocht, waarmede hjj 2 volle
jaren besteedde, tot hjj eindelijk tot de overtui
ging kwam dat Zuid-Oost Texas de aangewezen
plaats was voor het stichten van eene nieuwe
Nederlandsche Kolonie.
Door het groote vertrouwen dat de heer Kui
pers zich allengs heeft weten te verwerven, had
hij opnieuw veel succes, zoodat aldaar een
nieuwe nederzetting plaats had, welke Nederland
werd genoemd.
Die plaats, welke ongeveer ligt tusschen Port
Arhhur en Beaumont wórdt uitsluitend voor Ne
derlanders gereserveerd.
De streek is wel niet dicht bevolkt maar toch
zijn er middelen genoeg om overal heen té kqn-
nen trekken.
De Port Arthur Land-Companie verstrekt het land
voor f 125.per H.A. De overtocht heeft plaats
per Nord Deutsche Loyd van Antwerpen naar
Port Arthur, terwijl dan nog 6 7 uren moet
worden gespoord eer men de nieuwe nederzetting
heeft bereikt.
De kosten van overtocht bedragen f 86.—
kinderen betalen half geld, terwjjl voor zuige
lingen f 6.moet worden betaald. Daarenboven
heeft men het recht mede te nemen een kist of
koffer van 10 Kub. voeten inhoud of 150 K.G.
aan bagage.
De eerste boot vertrekt half April waarmede
ook de Heer Oudend jjk vertrekt terwjjl spr. eerst
half Mei de reis hoopt te aanvaarden met z;n
18-jarige dochter, wanneer deze haar examen
zal hebben afgelegd.
De overtocht duurt ongeveer 21 dagen van
Antwerpen af.
Nu wjjdde de spr. een oogenblik uit over de
geaardheid van den grond, het klimaat en hetgeen
er 't best zou kunnen worden geteeld.
De grond bestaat uit een laag zeer goede teel
aarde, daaronder uit roode of gele klei, rjjk aan
koolzure kalk. Met den schoffelploeg wordt hij
omgewoeld.
De temperatuur stjjgt bijna nooit hooger dan
tot 96°. Oogenschijnljjk kan dit hoog heeten, doch
dan is 't daar nog niet zoo warm dan in Neder
land bjj een temperatuur van 89°. Dit komt om
dat daar de lucht veel ij Ier is. Slechts zeer zel
den komt 't voor dat 't 's nachts 2° vriest.
Er valt veel regen, doch het land ligt in
schuine lichting, zoodat het water flink afloopt.
Voor het teelen van zaad is het daar de streek
niet. Overigens kan men er teelen wat men wil.
Vruchten, groenten, tabak, rijst, katoen, suiker
riet, beetwortelen enz. enz.
De aardappel die daar wordt geteeld is de z.g.
Iersche aardappel. Hjj wordt met de schil er om
gebakken, heeft ongeveer den vorm van een
dahliabol en smaakt ongeveer als een kastanje.
Deze gelden 12.de H.L.
De hoofdschotel bestaat uit erwten, vleesch en
rijst als middagmaal terwjjl als brood wordt ge
geten maiskoeken en tarwebrood.
Bjj voldoenden wisselbouw zou men bjjnain20
jaar het land niet behoeven te mesten.
Men heeft een zomer- en winteroogst. De win-
teroogst kan tusschenbeiden, bjj goed gebruik van
den grond, beter zijn dan den zomeroogst.
Om goed te beginnen zou een boer f3000
benoodigd zjjn. Vakmannen als timmerlieden
f300 a f1000. Jongelui f300.—
In elk geval moet men bjj aankomst 30 dol
lars rjjk zjjn, want zonder dien rjjkdom zou men
den Amerlkaarischen bodem niet mogen betreden.
Deze wetteljjke bepaling is daarom ingesteld
omdat op deze wjjze misschien worde voorkomen
dat enkelen, door den nood gedwongen, anders
misdadigers zouden kunnen worden.
Onderwjjs wordt algemeen goed gegeven.
Belasting kent men daar niet. Militieplichtig
is niemand. Visschen en jagen mag een ieder
naar harte lust, terwijl het gebruik van sterken