Brieven uit „de Streek". Plaatselijk Nieuws. redacteur van Recht voor Allen. Enkele bladen hebben in hun pers-overzicht iets overgenomen van zijn afscheidswoord, maar daarbij is 't ge bleven. Ook daaruit ziet men weer, hoe suel wij le ven en hoe betrekkelijk weinig tijd noodig is om ons vertrouwd te maken met veranderingen, waar van wij toch nog maar weinige jaren geleden niet hadden kunnen droomen. In verschillende gesprekken welke deze ver slaggever met den heer Nieuwenhuis heeft ge voerd had deze gezegd hoe eer zjjne volgelingen hem ontrouw werden, des te eer waren ook de twee drie jaar verloopen, die hij noodig achtte om van de dwalingen van het parlementarisme te genezen. En verder zegt de correspondent D. N. is oud en grijs geworden de invloed van grievende teleurstellingen is hem niet ge spaard. Als furiën staan nu tegenover hem mannen en jongelingen, die niet beseffen willen, dat 't toch voor een groot deel zijn woord is geweest, dat hun hart voor de socialistische leer stellingen heeft ontvankelijk gemaakt. Veel heeft hij opgeofferd zijn geachte positie, zijn omgang met mannen van gelijke beweging, zijn geld ook ten deele en nu het sociolisme niet langer door ernstige mannen wordt beschouwd als een onzin nig drijven maar als een machtige onvermijde lijke voortstuwende kracht, staat hij berooid en verlaten de mannen van zijn stand en ontwik keling schuwen hem als een venijnig dier en het volk weigert langer zijn zegekar te taekken. Dat is de schuld van de grenzenlooze verbitte ring, die dezen man verteert. Zijn uiterlijk heeft eer iets goedig-vredelie- vends en met verbazing heb ik hem in den trein een onbeholpen moeder zien bijstaan door voor haar met zachte hand de kinderen uit den waggon te tillen en op hot perron te zetten maar daarbinnen laaft de vernielende vlam, die niets en niemand spaart. Wie niet onvoorwaar delijk in hem gelooft, wordt door hem gewan trouwd en wie hem durft tegen te spreken, ziet zijn van woede fonkelend oog op hem gericht. Nieuwenhuis is onmogelijk geworden voor onze samenleving dat was telkens weer de eind indruk der verschillende gesprekken, die ik met hem voerde. XXVI. Met een enkel woord wees ik u voor enkele weken op de belangrijke culturen die in de Ban gert worden gedreven en uitte daarbij tevens het voornemen daarop ter gelegener tijd terug te ko men. Wordt de fruitteelt aan de Langendjjk, zooals ik bij een vluchtig bezoek opmerkte, ta melijk stiefmoederlijk behandeld en kan ik dus voor dit onderwerp niet op algemeene belang stelling rekenen, ongetwijfeld zullen er onder de lezers van dit blad zijn, die omtrent de Bangert en hare culturen wel eens iets naders willen ver nemen. De eigenaardige ligging van de Bangert, tusschen de gemeenten Blokker en Zwaag, aan een smallen weg, die slechts sedert enkele jaren met paard en rijtuig is te berijden, is oorzaak, dat dit interessante plaatsje buiten hare onmiddel lijke omgeving zeer weinig bekend is. Stapt men te Westerblokker bij de Protes- tantsche kerk uit de tram, dan leidt een aan beide zijden door aalbessentuinen begrensd pad, u in enkele minuten naar het hartje van de Bangert. Tal van bruggetjes verbinden de meerendeels nette en van welvaart getuigende woningen met den weg. Waarheen men het oog ook richt, aan alle zij den is men omringd door een bosch van vrucht- boomen. Dat zulks in den bloeitijd een onbeschrij felijk schoon geheel oplevert, behooft voorzeker r geen betoog. Ieder voorjaar wordt men aange spoord om een bezoek te brengen aan de bloeiende Hyacinthen en Tulpen aan de duinstreek, om zich te vermeien in hare schitterende kleuren pracht. Duizenden en tienduizenden begeven zich jaarlijks naar Haarlems schoone omstreken en zijn opgetogen bij het aanschouwen van dat kleu- renrijk bloemtapijt. Een bezoek te brengen aan den Bangert, wan neer de ontelbare Pere, Appel- en Pruimeboo- men zich met haar bloementooi sieren, daaraan wordt niet gedacht en toch zou een tochtje daar heen de moeite ruimschoots loonen. Men vindt daar niet die verscheidenheid van kleuren die ons in de bloembollenvelde vooral bloeit, doch die het oog tevens eenigszins vermoeit, 't Is of een laken van wit en rose over de Bangert is uitgespreid, slechts afgewisseld door het jeugdige teere loof. Dit vermoeit niet ons oog; neen wij kunnen den blik daarvan niet af houden. Slechts enkele dagen zijn de boomen op deze wijze ge tooid. Weldra dwarrelen de bloemblaadjes naar omlaag en 't is alsof de grond door eene sneeuw laag is bedekt. Yan zeer grooten invloed op den oogst, is de weersgesteldheid tijdens den bloei. Een enkele nachtvorst kan daaraan onbereken bare schade toebrengen, terwijl regenachtig bujjig weder de bevruchting belemmert. Toch worden bij het gunstigste weer niet alle bloemen bevrucht en dit is oet in den regel niet noodig. Werd door elke bloem eene vrucht voortge bracht, dan zou het te oogsten aantal zeer zeker enorm zijn, doch de grootte, de schoonheid zou ongetwijfeld veel te wenschen overlaten. Reeds spoedig na den bloeitijd ziet man dan ook een zeer groot deel naar beneden komen en onwillekeurig komt de vrees bij u op, dat er niet velen zullen overblijven. De vrees wordt nog grooter, wanneer bij het zetten der vrucht, tijdens de pit en steenvorming weder tal van kleine vruchtjes van den boom loslaten. De aan den boom zittende vruchten vallen toch, door hare groene kleur en doordat ze dikwijls achter het loof verscholen zijn, zeer weinig in het oog. Is de pit of de steen even wel eenmaal gevormd, dan vallen zij weldra meer in het oog en is men dikwijls verbaasd, dat nog zoo'n groot aantal is overgebleven. De Bangerter vruchtentuinen zijn vrijwel'alle naar eene methode beplant. Werd door mij, met het oog op den schoonen bloei, reeds op de appel-, pere- en pruiineboomen gewezen, daarnevens vindt men duizenden hazelnoten, kruisbessen en aalbessen. Deze laatsten, n.l. de kruis- en aalbessen vindt men op eiken tuin. Daarmede wordt in den regel het geheele veld beplant en daartusschen op geregelde afstandeu treft men afwisselend de overige fruitsoorten aan. 't Is vooral de kuituur van pruimen en hazel noten waaraan gedurende de laatste jaren groote aandacht wordt gewijd.Men maakt daarbij gebruik, niet van de in de vruchtboomkweekerjjen bekende, doch meestal plaatselijk ontstane soorten. Deze soorten zijn veelal door natuurlijke kruising ont staan en buiten den Bangert slechts bij uitzonde ring verspreid. Yooral van hazelnoten zijn daar ter plaatse tal van soorten, onder benamingen ruigbolster, ouderwetsche, vreemde enz., waarvan vele ongetwjjfeld verdienen meer algemeen te worden verspreid. K. Buitenland. Spanje en de vereenigde Staten. Of het werkelijk tot een oorlog zal komen tusschen deze twee Staten is nog onbepaald. Algemeen wordt erkend dat zoo de vrede be waard blij ve het ten koste zal zijn van Spanje's eer, omdat het vele zoo niet alle eischen zal moe ten inwilligen, die in de boodschap van den pre sident zullen zijn vervat. Cuba's onafhankelijkheid De Amerikaansche handel heeft reeds genoeg geleden door dien oor log, daarbij het verongelukken van een Ameri- kaansch Oorlogsschip, wat toegeschreven wordt aan boos opzet van Spanje ziedaar de hoofd redenen. Verwarring en onzekerheid, met deze woor den is het best de stand van zaken tusschen Ame rika en Spanje te kenschetsen. Berichten, depê ches, zijn er bij de vleet uit Washington en Ma drid natuurlijk, en voorts uit Rome, Londen, New- York en Key-West. Ja zelfs uit Keulen wordt een opzienbarende tijding geseind, die in de Köl- nische Zeitung is opgenomen. Maar als men alles gelezen heeft, weet men nog niet precies hoe het er meê staat. Alleen hebben de pessimistische voorstellingen weer de overhand. Dat de toestand zeer ernstig is, schijnt dan ook buiten kijf. Het bericht in de Kölnischeuit Madrid her komstig, liet haast geen hoop meer op het bewa ren van den vrede. Het luidde aldus: De papieren van het Amerikaansche consulaat zijn reeds in handen van het Britsche consulaat overgegeven. De gezant te Washington, de heer Paolo de Bernabé, zal de zaken van zijn gezant schap overdragen aan den Franschen gezant. Te gen 12 uur des nachts deed de paus nieuwe ver trouwelijke voorstellen. Er werd een tweede mi nisterraad gehouden, maar het antwoord luidde: Te laatde beslissing is reeds genomen. Volgens een bericht uit Madrid van 5 ure Donderdagmiddag waren daar pessimistische in drukken overheerschend. „Er heerscht een zeer opgewonden patriottische stemming, maar er heeft geen enkele betooging plaats. De maritieme overheden te Valencia en te Barcelona ontvan gen tal van aanvragen om kaperbrieven." De Madrilcensche correspondent van de „Temps" meldt (maar dat sloeg op eergisteren) over de daar heerschende stemming, dat in de pers de onzekerheid zich evenzoo afspiegelt als in den stillen strijd tusschen de beide „stroomingen", die zelfs in den boezem van het Kabinet bestaan. Men heeft ook daar voorstanders van verzoenende, vreedzame, zij 't dan ook radicale, oplossingen, en die van het verzet tegen de Amerikaansche pretentiën en tegen elke capitulatie, hetzij langs diplomatieken weg, hetzij door de pauselijke be middeling opgedrongen. De minister van oorlog en de militaire elemen ten verzetten zich, zoo heet het in de bladen te gen den wapenstilstand om politieke en bovenal militaire overwegingen, wijl hij meer dienst zou doen aan de opstandelingen, dan aan de zaak van Spanje. Generaal Woodford moet overtuigd zijn, dat Spanje wel zal toegeven. De republiekeinsche leiders in het Ameri kaansche Congres moeten voornemens zijn, een krachtige poging aan te wenden, om door partij discipline te verkrijgen, dat de geheele partij den President steunt in zijn streven naar het behoud van den vrede. Zola-Dreyfus-Esterhazy. In een interview heeft Zola verklaard, dat de uitspraak van het Hof van Cassatie hem veel genoegen deed. Hij meent, dat er wel een tweede proces zal volgen, want het staat vast, dat de krijgsraad-autoriteiton hun laatste woord nog niet gezegd hebben. Komt er een tweede proces, zeide Zola, dan zullen we een beter figuur ma ken dan de eerste maal, toen ons allerlei moei- ljjkhedeu in den weg waren gelegd en ons voor het leveren van onze bewijzen geenerlei steun werd verleend. Ditmaal zullen we doen wat we kunnen. Voorloopig wacht Zola af. Mijn gezondheid is erg geschokt, verklaarde hij. Ik heb vreeseljjk geleden door de spanning in het laatste proces. Ik ben mijn eetlust kwijt, en kan niet slapen. Ik ga nu voor een paar weken naar buiten om op te knappen. Ik moet volstrekte rust hebben. W ontvang heel weinig bezoekers en allerminst journalisten. Doch ik heb een reusachtigen sta pel brieven door te werken en dit is geen licht werk. Na gewaagd te hebban van de geruchten over zijn beweerde plannen, verkWade Zola, dat hij alleen rust verlangde. Is zijn gezondheid her steld, dan zal hij zich met zijn plannen bezig houden. Van zjjn letterkundigen arbeid sprekende zeide de schrijver, dat de laatste vellen van „Pa ris" de laatste bladzijden waren, die hij geschre ven had. Hij heeft echter een schema voor een nieuwen roman klaar, die vermoedelijk verband zal houden met zjjn vorig werk. Tenslotte merkte Zola op, dat zijn inzichten onveranderd waren gehleven. „Eens zullen alle feiten van de Dreyfus-zaak aan den dag komen en dan zal men zien, dat wij steeds aan de zijde van waarheid en recht gestaan hebben". De krijgsraad is nog niet bijeengeroepen, doch j.de „Temps" verzekert, dat men de „verjarings"- ermjjn niet zal laten intreden. Uit Berljjn wordt aan de „Indépendance Beige" gemeld, dat de onthullingen van de Siècle (be treffende de relaties van Esterhazy met kolonel Von Schwarzkoppen) daar een diepen indruk hebben gemaakt, ofschoon de „Siècle" niets ge openbaard heeft, wat den ingewijden niet reeds bekend was. Uit goede bron verneemt die cor respondent, dat de Duitsche regeering er niet aan denkt de beweringen van de „Siècle" tegen te spreken en zal vasthouden aan haar zoo for- meele en uitdrukkelijke verklaring, dat ze nooit in betrekking heeft gestaan met den veroordeelde van het Duivelseiland. Door de publieke opinio wordt het zwijgen der regeering in een voor Es terhazy ongunstigen zin uitgelegd. Uit de bladen der Dreyfus-partjj blijkt duide lijk, dat de jongste onthullingen over Esterhazy spoedig door nieuwe nog gewichtigere zullen ge volgd worden. Zoo schrijft de „Siècle," na gewe zen te hebben op het zonderlinge zwijgen, dat Esterhazy en diens bladen bewaren In November, toen de brief van Mathieu Drey fus verscheen, zeide Esterhazy tot een medewer ker van de „Echo de Paris:" „Als het moet, zal ik aan den keizer van Duitschland schrijven om hem te verzoeken zjjn woord als een hand schoen mjjn belagers in het aangezicht te werpen." Waar bljjft de handschoen De bladen van den generalen staf willen deze zaak doodzwijgen, ver- geefsche moeite! En ook de afgevaardigden kun nen hun verwachtingen begraven. De kiezers zullen alles weten. Zelfs al mocht de krjjgsraad weigeren, het proces tegen Zola opnieuw te be ginnen, zal er licht ontstoken worden. Het zwjj gen van zekere pers is een bekentenis, doch de steenen zelfs zullen het uitschreeuwen. Uit Parjjs wordt van den 8 April geseind. De krjjgsraad heeft besloten een nieuwe vervolging te eischen tegen de heeren Zola en Perreux. De krjjgsraad heeft tevens den wensch uitge sproken, dat de minister van oorlog een aanklacht indiene bij den groot-kanselier van het legioen van eer, om de schrapping van Zola te verkrjjgen. De Fransche, de Duitsche, en de Engelsche vrouw. Een Duitscher vergeljjkt de Fransche, Duitsche en Engelsche vrouwen aldus: De Frangaise trouwt uit berekening, de En gelsche omdat het zoo behoort en de Duitsche uit liefde. De Frangaise bemint zoolang de witte broodsweken duren, de Engelsche levenslang en de Duitsche eeuwig. De Frangaise brengt haar dochters op het bal, de Engelsche in de kerk, de Duitsche in de keuken. De Frangaise heeft geest, de Engelsche verstand, de Duitsche gemoed. De Frangaise dost zich smaakvol uit, de Engelsche. zonder smaak, de Duitsche kleedt zich. De Fran gaise zwetst, de Engelsche spreekt, de Duitsche babbelt. De Frangaise geeft een roos, de Engelsche een dahlia, de Duitsche een vergeet-mjj-niet. De Frangaise heeft een tong, de Engelsche een hoofd, de Duitsche een hart. Deze Duitscher is blijkbaar een bjjzonder groot vereerder vau zijn vrouwelijke landge- nooten. Dr. Leyds heeft, volgens een telegram van Havas uit Pretoria, de opdracht aangenomen om de Zuidafrikaansche Republiek in Europa te vertegenwoordigen, en zal te 's-Gravenhage resi- deeren. J.l. Woensdagavond was de Heer P. Stapel in het lokaal van den Heer K. Bood te Noord- seharwoude gearriveerd, om zjjne aangekon digde lezing te houden over Amerika en de Nieuwe Hollandsche kolonie „Nederland" in Zuid-Oost Texas. Er waren echter zeer weinig belangstellenden opgekomen, zoodat de Heer Stapel in plaats van eene lezing met de aanwezigen meer een gezel lige causerie hield en de voornaamste punten uit zjjne lezing aanhaalde. Spr. begon te vertellen dat hij in 1890 van de Amerikaansche land en bosch-maatschappjj, te Londen gevestigd, eene uitnoodiging ontving te onderzoeken of de Staat Texas in Amerika ook bewoonbaar was voor „bouw- en zuivelboeren", welke uitnoodiging door hem werd aanvaard. Na voldoende te zjjn ingelicht door den Britschen Consul, reisde hij van Amsterdam naar New- York en verder per spoor van daar naar Lake Charles, welke stad hjj na een spoorreis van 5 dagen en 5 nachten bereikte, in welken tijd hjj slechts 5 uren rust genoot. Bij zjjn aankomst werd hem door vjjf negers een hotel aangewezen, welke daarvoor eene kleine vergoeding genoten,omdat hij spr. een vreemdeling was. Na enkele dagen aldaar de streek te hebben doorkruisd per paard of per voet, een enkele maal per boot of per spoor kwam spr. tot de ontdekking dat het land aan deze zjjde der rivier laag en daardoor veel te drassig was om aldaar een Nederlandsche Kolonie te stichten. Misschien zou echter dat land wel beter zjjn geworden, indien het overtallige water maar door een stoom gemaal weggemalen was kunnen worden, waarom hjj de maatschappij dan ook voorstelde aldaar een stoomgemaal te laten bouwen, hetgeen echter door haar niet werd aangenomen. De hollanders zouden dus, indien enkelen door de goede berichten verleid, daarheen waren ge trokken, bedrogen zjjn uitgekomen. Van Lake Charles trok spr. toen verder over de rivier, en zette zjjn onderzoekingen voort in een streek, die toen nog zeer eenzaam was. Van een der personen, die hjj daar ontmoette, ontving hjj do uitnoodiging zjjn boerderjj eens te komen bezichtigen en word hjj langzamerhand beter in de gelegenheid gesteld inlichtingen te verkrjjgen over de streek in het zuiden van Texas gelegen. Na een ernstig ingesteld onder zoek kwam spr. tot de overtuiging dat het daar de streek was waar men met njjvere hand tot meerdere welvaart zou kunnen komen dan in Holland. Teruggekeerd in Nederland, doch aan vankei jjk met weinig grondige motieven tot emigratie op te wekken werd door den heer Kuipers de be weging op touw gezet de emigratie naar Zuid- Oost-Texas ten zeerste aan te bevelen. Na in Friesland zich tot een tamelijke hoogte te hebben opgevoerd door spaarzaamheid en ern stig streven, gevoelde ook de heer Kuipers ten slotte den druk der malaise, waarom hjj besloot naar Amerika te vertrekken. Het land hem door het gouvernement aange wezen lag in Zuid-Dacota, waar hjj met een rijk dom van 3 dollars aankwam en een huis ging bou wen,evenals de daar reeds gevestigde kölonisten, van prairiezoden en prariegras. Eén dollar was nog in zjjn bezit, waarmede hij den strijd om het bestaan begon. Doch door noeste vljjt, spaar zaam overleg en vooral helder doorzicht heeft hjj vele rjjkdommen verkregen. Niettegenstaande zjjn hoogen leeftijd hjj is 62 jaar oud hield hjj het vorige jaar nog 151 lezingen om het stichten van een Nenerlandsche kolonie aan te bevel n, en voor welk doel hjj uit Amerika naar Nederland was overgekomen. Iljj bleef ongeveer 3 jaren in Nederland, toen hjj verlangde terug te keeren naar zjjn vrouw en kinderen, waarom hjj spr. verzocht zijn taak over te nemen. Kuipers heeft door zjjn optreden een grooten naam en veel vertrouwen verkregen, zoodat hjj aanvankeljjk met veel succès is werkzaam geweest. Aangezien 't in de laatste jaren zeer slecht ging door verschillende invloeden in Zuid-Dacota, ging de aldaar bestaande kolonie zeer achteruit, zoodat de Heer Kuipers al weer de man was om te trachten daarin verbetering te brengen. Hjj vroeg en verkreeg een vrjje kaart voor hem en z'n dochter op verschillende spoorljjnen om nieuw land te zoeken en werden door hem 25 Staten in Amerika bezocht, waarmede hjj 2 volle jaren besteedde, tot hjj eindelijk tot de overtui ging kwam dat Zuid-Oost Texas de aangewezen plaats was voor het stichten van eene nieuwe Nederlandsche Kolonie. Door het groote vertrouwen dat de heer Kui pers zich allengs heeft weten te verwerven, had hij opnieuw veel succes, zoodat aldaar een nieuwe nederzetting plaats had, welke Nederland werd genoemd. Die plaats, welke ongeveer ligt tusschen Port Arhhur en Beaumont wórdt uitsluitend voor Ne derlanders gereserveerd. De streek is wel niet dicht bevolkt maar toch zijn er middelen genoeg om overal heen té kqn- nen trekken. De Port Arthur Land-Companie verstrekt het land voor f 125.per H.A. De overtocht heeft plaats per Nord Deutsche Loyd van Antwerpen naar Port Arthur, terwijl dan nog 6 7 uren moet worden gespoord eer men de nieuwe nederzetting heeft bereikt. De kosten van overtocht bedragen f 86.— kinderen betalen half geld, terwjjl voor zuige lingen f 6.moet worden betaald. Daarenboven heeft men het recht mede te nemen een kist of koffer van 10 Kub. voeten inhoud of 150 K.G. aan bagage. De eerste boot vertrekt half April waarmede ook de Heer Oudend jjk vertrekt terwjjl spr. eerst half Mei de reis hoopt te aanvaarden met z;n 18-jarige dochter, wanneer deze haar examen zal hebben afgelegd. De overtocht duurt ongeveer 21 dagen van Antwerpen af. Nu wjjdde de spr. een oogenblik uit over de geaardheid van den grond, het klimaat en hetgeen er 't best zou kunnen worden geteeld. De grond bestaat uit een laag zeer goede teel aarde, daaronder uit roode of gele klei, rjjk aan koolzure kalk. Met den schoffelploeg wordt hij omgewoeld. De temperatuur stjjgt bijna nooit hooger dan tot 96°. Oogenschijnljjk kan dit hoog heeten, doch dan is 't daar nog niet zoo warm dan in Neder land bjj een temperatuur van 89°. Dit komt om dat daar de lucht veel ij Ier is. Slechts zeer zel den komt 't voor dat 't 's nachts 2° vriest. Er valt veel regen, doch het land ligt in schuine lichting, zoodat het water flink afloopt. Voor het teelen van zaad is het daar de streek niet. Overigens kan men er teelen wat men wil. Vruchten, groenten, tabak, rijst, katoen, suiker riet, beetwortelen enz. enz. De aardappel die daar wordt geteeld is de z.g. Iersche aardappel. Hjj wordt met de schil er om gebakken, heeft ongeveer den vorm van een dahliabol en smaakt ongeveer als een kastanje. Deze gelden 12.de H.L. De hoofdschotel bestaat uit erwten, vleesch en rijst als middagmaal terwjjl als brood wordt ge geten maiskoeken en tarwebrood. Bjj voldoenden wisselbouw zou men bjjnain20 jaar het land niet behoeven te mesten. Men heeft een zomer- en winteroogst. De win- teroogst kan tusschenbeiden, bjj goed gebruik van den grond, beter zijn dan den zomeroogst. Om goed te beginnen zou een boer f3000 benoodigd zjjn. Vakmannen als timmerlieden f300 a f1000. Jongelui f300.— In elk geval moet men bjj aankomst 30 dol lars rjjk zjjn, want zonder dien rjjkdom zou men den Amerlkaarischen bodem niet mogen betreden. Deze wetteljjke bepaling is daarom ingesteld omdat op deze wjjze misschien worde voorkomen dat enkelen, door den nood gedwongen, anders misdadigers zouden kunnen worden. Onderwjjs wordt algemeen goed gegeven. Belasting kent men daar niet. Militieplichtig is niemand. Visschen en jagen mag een ieder naar harte lust, terwijl het gebruik van sterken

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1898 | | pagina 2