IUV«E«SE1 NIBÜWÏIANG1DUKEB CODHAHT van ZONDAG! 15 1898. Alkmaar. AANBESTEDING. en van 3 tldaar. VAJST DE Feuilleton. 01 im KLEINIGHEID. GERCz., «nes ING leshoedea. tijd! V MI f lc kleuren, 1 g ikken n ƒ15. P. Pluister, nr utterswaren, igaren Lullik-Oiülorp C 71, ALkMAAR. Blijkens eon bericht uit Londen, is do overeenkomst tusschen Rusland en Japan betref fende Korea thans bekrachtigd. Daarbij verbin den zoowel Rusland als Japan zich, niets te on- in Zuidscharwoude 2379 en in Broek op Lange- djjk de laatste drie weken 1472. Tellen wij daarbij op hot reeds gevangen aantal te Sint Pancras en dat waarvan wij reeds melding maakten, dan zal Kippen f 0.40 a f 1.30; eenden fO.GO a fl.10 konijnen f 0.30a f0.60; kippeneieren f2.50 a f2.75 eendeneieren f 2.90 a 0.kuikens f0.15a fl.2o SCHAGEN, den 12 Mei 1898. Door den bouwkundige Am. YIS, te Oud- 3i 1898, is zijn principaal, ek op Langedijk, er Greeuw te AANBESTEED: in genoemd koffie- rnde bericht hier- zetenen van Lange- lRWOUDE Novelle van JASSY TORRUND, uit het Duitsch door C. H. W. B. 1.) Mevrouw Franciska Wodrich zit voor het venster van haar elegant ingerichte, gezel lige woonkamer, ademt den zoeten, bedwel menden geur in der bloeiende hyacinten, die voor haar in de vensterbank staan, kijkt door de groote, heldere spiegelruiten naar de vallende sneeuwvlokken -en peinst en denkt en martelt haar jonge hersentjes in zware kommernis. Hoe gelukkig, kon ze zijn en hoe ellendig is ze Reeds sedert we ken En de plaats, waar zij ook in dezen kommer raad en troost en hulp vinden kon, was haar ontzegd. Haar man vermoedde niets van al de smart die haar hart kwelt, die als een centenaarslSst op haar drukt, die haar des daags den vrede, des nachts de rust ontrooft. Hij mag en zal het ook nooit te weten komen vóór alles achter den rug is. Zoo zit ze daar reeds eenige uren, staart naar de stuivende sneeuw, als moest ze de vlokken tellen en denkt toch niet aan de sneeuw en niet aan den heerlijken geur der hyacinten. Ze denkt aan niets, aan niets anders, als dat ze over weinige we ken als een misdadigster op de bank der beschuldigden zal zitten, prijsgegeven aan de onverbiddelijke vragen van den rechter, en aan de verwonderde nieuwsgierige, on beschaamde oogen van het publiek. O! het is verschrikkelijk. De jonge vrouw beeft over haargeheele lichaam, vouwt de handen krampachtig sa men en loost een diepen zucht. En hoe is dat dan toch gekomen? Och, zooals honderden moeilijkheden over ons komen, ongedacht en onverwacht, zoo als wij menige affaire blindelings in het ge zicht loopen om een kleinigheid. In de eene of andere inrichting had me vrouw Wodrich iets laten maken, dat niet naar haar wensc.h was uitgevallen. Ze wei gerde het te ontvangen en zei luide een paar bestraffende woorden de koopman, die meende hierdoor in zijn clientèle te zul len worden benadeeld, werd onbeleefd, welke handelwijze de jonge vrouw natuur lijk nog meer prikkelde. Het eene woord haalde het andere uit en toen mevrouw Franciska eindelijk den winkel verliet, riep de vertoornde man haar na, dat ze hem beleedigd had en dat hij haar zou aanklagen. In weerwil van haar opgewondenheid moest ze lachen, de geheele zaak kwam haar zoo ongelooflijk kinder achtig voor; maar de man hield woord. Hij daagde haar eerst voor den scheids rechter en daar ze niet gegaan was, had hij haar feitelijk verklaagd. Sedert twee dagen lag het onzalig docu ment in het meest verborgen vak van haar schrijftafel verborgen. En haar man had hiervan niet het geringste vermoeden Ze zat aan zijn tafel, ze rustte in zijn armen zij, een aangeklaagde En ze had niet den moed haar natuurlijken beschermer de vreeselijke zaak mede te deelen, dat was juist het ergste van de geheele historie Eenigen tijd geleden namelijk, toen een dame van hun kennis om een ellendige kwestie met de dienstmeid voor het ge recht moest - - een zaak die druk bespro ken werd ook in de plaatselijke bladen, had de regeeringsraad Wodrich op hoogst ernstigen toon gezegd «Neem daaraan een waarschuwend voorbeeld, FranciskaGe zijt ook altijd zoo haastig met het mondje. Als ge mij dat aandeedt mijn vrouw voor het gerecht, prijsgegeven aan het op schandaal beluste publiek Ik wist niet wat ik doen zou, Franciska! Ik geloof niet, dat ik het je ooit zou vergeven En Franciska, met haar zuiver geweten had hem toen zijn ernstig gelaat wegge- babbeld en weggekust en nu nauwelijks een vietendeeljaars later, was het waar achtig met haar zelve zoover gekomen! O, hoe vreeselijk Bij al het angstgevoel, dat haar ziel be drukte, was haar ten slotte slecht dit eene helder geworden Ernst mocht van de gansche zaak niets weten, vóór alles achter den rug en zg vrij gesproken was. Ze moest immers worden vrijgesproken, ze was immers in haar recht Maar tot zoolang, tot dit bevrijdingswoord gesproken was, moest zij den zwaren last alleen dragen. De regeeringsraad Wodrich, de strenge aan zijn plicht getrouwe ambte naar zou peen seconde blozen of het fiere hoofd moeten buigen in het bewustzijn, dat zijn vrouw, die de eer van zijn huis moest ophouden, een aangeklaagde was. Dit eene punt dus stond onomstootelijk vast in Franciska's ziel en waarlijk, de levendig gevoelende vrouw had een groote dosis geestkracht noodig om haar besluit ten uitvoer te brengen. Maar zij slaagde er in. Ze liep het huis rond, evenals vroe ger. Ze lachte en schertste met haarecht- genoot, zong hem z\jn lievelingsliederen voor en speelde des avonds het gewone partijtje schaak met hem. Kortom, de kleine heldin liet niet het minst bemerken. Slechts, wanneer ze alleen was, kwam haar smart tot een uitbarsting, dan schreide ze heete tranen en beefde haar jeugdig hart van angst. Wat te doen, wat te doen? Eindelijk kon ze het niet langer uithou den en ging ze om raad bij een oude vriendin, die haar op dien ongeluksdag vergezeld had en dus tegen wil en dank getuige was geweest van het standje. »Ge moet het uw man zeggen was het eerste woord, dat de verschrikte oude dame haar antwoordde. »Ik kan niet, tante Zie en nu gaf zjj de redenen op. waarom niet en sprak zoo overtuigend, zoo vol vuur, dat zelfs de er varene vrouw haar gelijk geven moest. «Ja, als mjjn ouders hier woonden, die zou ik het wel zeggen. Maar ze zouden zich slechts angstig maken en helpen konden ze mij immers toch niet Eranciska zweeg en zag haar oude vriendin met groote in tranen zwemmende oogen aan «Hebt ge dan niemand hier in de stad, die u raad kan geven, geen vriend, geen bloedverwant begon de oude dame op nieuw en streek het vrouwtje liefderijk de verwarde haarlokjes van het voorhoofd weg. Franciska schudde (het hoofd. «BloedverwantenNeen. Mijn broeders zijn te Berlijn, zooals u weet. Neven heb ik niet, maar hier zweeg ze even, terwijl een vluchtig blosje haar bleek, bezorgd gezichtje bedekte. »Nu «Ik heb wel een vriend van vroeger", sprak Franciska langzaam en nadenkend. «Die is bovendien nog advocaat en ik weet, dat hij alles zou doen, om mij te helpen." »Maar kindlief, dat ik daar niet eer aan gedacht heb Een advocaat hebben we juist noodig. Tot hem moet ge gaan, hem moet ge alles zeggen. Eerlijk alles bekennen. Die zal de zaak dan wel in orde brengen. Mis schien kan hij u vervangen en behoeft ge in 't geheel niet voor 't gerecht." »Ja, maar »Nu, wat?" »Ik ben bang, dat Ernst niet graag zag, dat ik naar dien advocaat ging." «Waarom niet?" «Omdat, omdat och, tantelief, die is vroeger eens zeer verliefd op me geweest en wilde met me trouwen. Maar ik had in geen ander zin dan in mijn Ernst." «Dat is gek" hernam de oude dame hoofd schuddend. «Dan moet ge naar een ander gaan." «Naar een geheel vreemden De vrou wen zagen elkander radeloos aan. Na een kleine pauze zei Franciska bedeesd: «Dat zou Ernst evenmin graag zien." Mevrouw Lorenz glimlachte. «Naar den een niet en naar den ander niet wat blijft ons dan over? Hoe heet de bewuste advocaat?" «Dr. Sonnenthal." «Zoo, SonnenthalDat moet naar ik hoor een degelijk rechtsgeleerde zijn." Franciska knikte toestemmend. «Dat was hij vroeger ook al, en hij heeft mij verzocht, als hij me ooit in het leven van dienst kon zijn, mij tot hem te wenden. Hij zou steeds een trouw vriend voor mij blijven." «Nu, het is, zoo het is, Franciska. Maar van welken kant we de zaak ook bekijken, een advocaat moeten we hebben. En mij dunkt, dat we het eerst naar hem moeten gaan, die u kent. Die weet dadelijk met wie hij te doen heeft en zal de zaak wel voor u in 't reine brengen. Ik ga met u mede, dan kan niemand er aanmerking op maken, zelfs uw man niet. Dus afgepraat, kind?" »Afgepraatbeaamde Franciska, of schoon met innerlijken tegenzin en legde haar kleine hand in die der vriendin. «En morgenmiddag om vieruurgaan we.» Franciska ging naar huis, in geenen deele getroostintegendeelbij den last dien ze te dragen had. kwam nog een nieuwe zwaardere. Maar hoe ze ook na dacht ze kon geen anderen uitweg vinden. II. Den volgenden middag toen haar man naar zijn bureau gegaan was, maakte Fran ciska zich met een bezwaard hart gereed voor het heimelijk bezoek. Juist wilde ze haar pelsmutsje opzetten, toen er bezoek werd aangediend, hetgeen de jonge vrouw in niet geringe verlegenheid bracht. Vóór ze nog belet kon geven kwam de bezoek ster na het dienstmeisje binnen. Het was freule von Hagen, een nicht van den regeeringsraad, die zijn huishouden ver scheidene jaren lang had waargenomen en na zijn huwelijk met Franciska, deze laatste onder haar vleugelen hoedde en zooveel mogelijk moedertje over haar speelde zeer tegen Franciska's wil zeker, maar daaraan was helaas niet veel te ver anderen. Franciska was in dit oogenblik op geen enkel bezoek gesteld, doch het bezoek van de beminnenswaardige nicht bracht haar geheel en al in de war. De dame liet haar overigens den tijd niet om iets onheusch te zeggen; ze ijlde op Franciska toe, begroette iiaar met een vloed van mooie woorden en viel al dade lijk in haar rol van moedertje terwijl ze zacht verwijtend aanmerkte «Met zulk vreeselijk weer, zult ge toch zeker niet uitgaan, Franciska?» »U is toch ook uitgegaan,» hernam de jonge vrouw zoo logisch mogelijk. «Ik Ja, lief kind, maar dat is heel wat anders. De wind zou je immers omver blazen, klein teer schepseltje.» «Dank u voor 't kompliment 1 Bovendien ga ik niet alleen, mevrouw Lorenz komt me afhalen. Maar ga toch zitten, ik heb nog wel een oogenblik tijd», voegde Fran- cisca er eenigszins verschoonend bij, want ze gevoelde zelve, dat ze haar plichten als gastvrouw tegenover de bezoekster al te zeer verzuimde. «Derangeer u niet», hernam Aurelia von Hagen koel, terwijl ze een stoel nam. «Dus met mevrouw Lorenz. Vertel me eens, wat hebt ge toch aan dat oude schepsel Franciska, die de kamer op en neerliep, wendde haastig het hoofd en zag de spreek ster met haar donkere oogen toornig aan. «Mevrouw Lorenz is eerlijk, verstandig en goed, drie eigenschappen, die ik zeer hoog schat. Bovendien verzoek ik u beleefd op een anderen toon van mijn vrienden te spreken.» Freule von Hagen had haar lorgnet op gezet en de jonge vrouw met zichtbaar vermaak beschouwd. «"Wind je niet op kleine! Vertel me lie ver, waar ge heen gaat, gij en mevrouw Lorenz.» «Inkoopen doen», antwoordde Franciska kortaf. «Zoo dat treft mooi. Daar ik ook het een en ander te koopen heb, zal ik mij bij u aansluiten, als ge er niets op tegen hebt." Franciska betitelde haar in zich zelve als een onuitstaanbaar indringerig schepsel en peinsde op een middel om haar kwjjt te raken. Doch vooi ze hierin slaagde werd er geklopi en mevrouw Lorenz trad binnen. «Zijt ge gereed, Franciska? Ah, goe den dag freule von Hagen. U zult me excuseeren, wanneer ik u mijn kleine vriendin afhandig maak «Permitteer me de derde in den bond te zijnantwoordde Aurelia en schoof voor den spiegel haar reusachtige boa te recht, terwijl ze de beide dames nauwlet tend gadesloeg. Ze moest in zichzelve lachen; Franciska wisselde een radeloozen blik met de oude vriendin harer moeder, doch deze knikte haar toe als wilde ze zeggen «Laat mij maar begaan De drie dames gingen op weg. Mevrouw Lorenz deed kwansuis eenige inkoopen toen freule von Hagen nog altijd niet scheen te besluiten, haar te verlaten, sprak ze eensklaps«Kinderen, ik ben zoowaar moede geworden en wil bjj mijn nicht wat gaan uitrusten. Franciska, ga je mee Deze wenk moest Aurelia wel begrijpen. Ze nam afscheid, maar terwijl ze alleen verder ging, brak ze zich het hoofd met allerlei wonderlijke gedachten. «Wat zouden ze van plan zijn Ze wil den me zoo gaarne afschepen Franciska was ook zoo vreemd, zoo kittelig toen ik bq haar kwam. Daar is iets niet in orde!» Haar nooit rustend wantrouwen was opeens wakker geworden ze maakfe rechtsomkeert en ging met haastige schre den op haar voetstappen terug. Mevrouw Lorenz was niet erg flink ter been en daarbij de sterke wind ze hoopte de beide weer in te halen. En juist toen Aurelia de fruitmarkt be reikte, zag ze de twee, tegen den wind kampend, het ledige plein oversteken. Haastig volgde ze haar. Ze behoefde niet ver te gaanvoor een deftig huis in de hoofdstraat bleven de dames een oogenblik als aarzelend staan. Aurelia meende dui delijk te zien, dat mevrouw Lorens iets tot Franciska zeide, vervolgens belden ze aan en werden ze binnengelaten. »Das hier woont de nicht» mompelde de freule spottend toen ze een minuut later het huis voorbijging. Een naambord naast de huisdeur viel haar in het oog zonder ling, dat had ze te voren nooit opgemerkt. «Sonnenthal Dr. jur. Sonnenthal!» sprak ze in zich zelve ze prentte onwillekeurig den naam in haar geheugen en ging toen be daard verder. Het bezoek bij Dr. Sonnenthal was niet .half zoo pijnlijk, als Franciska zich had voor gesteld. Na de eerste, eenigszins verlegen begroeting, nam mevrouw Lorenz het woord en lichtte den advocaat in omtrent Fran ciska's zaak. Ze stipte ook aan, dat de re geeringsraad Wodrich van de geheele his torie niets vernemen mocht, daar het hem zeer smartelijk zou aandoen, wanneer hij hoorde dat zijn vrouw was aangeklaagd Dr. Sonnenthal hoorde haar oplettend aan, richtte eenige scherp afgeronde vragen tot Franciska, en zei vervolgens kalm «Heb geen zorg, mevrouwVoor zoover ik over de zaak kan oordeelen, is u geheel in uw recht. Ik zal u de zaak voorleggen, zooals ik haar meen begrepen te hebben uit uw verhaal. (Wordt vervolgd). in ifers, Pijpen, Stijfsel, enz. -artikelen, Zeepen, Eau de Cologne elen. ng dezer artikelen vens om de gunst Scheeren en inzetten van w. Dienaar, ESIociiien, dijn, Linten, d. Dw. Dien., Dluister. /d Krommebrug. ndere cou- irirten, zoo worden ge- omen door jp] f f 1 I OJ M o> liede ie fc/o tH O O O O nto's, Effec- yngatieHy- n vervoege Agent der ir J.Grz., )P LANGEDIJK. Ie dagen te ont- premie is betaald, gedurende den tijd dat de des betreffende bepalingen werken, bedraagt in Oud- Karspel 1683, in Noordscharwoude ongeveer 2000, Aarnappeien iu- a i u.—meien T0.5KJ at O.— i uien f2.— a f 0.Bloemkool f 0,— af per 100; wortelen per 100 bos f0,30 roode kool f 0,f 0,— savooische t0.— f0,— Koolrapen f 0,70 I ZUIDSCHARWOUDE. artikelen, urreerende prijzen. yyn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1898 | | pagina 3