Brieven uit „de Streek",
De oorlog tusschen Spanje en ie
feieenlgie Staten.
dat is te zeggen, niet in een steegje, maar in
de spoorbrug geraakte het zoozeer beklemd, dat
het niet uit de opening der brug kon verwijderd
worden. De treinenloop ondervond hierdoor ver
traging, totdat eindelijk in den namiddag het
schip vlot gebracht kon worden. De toeleg van
een dreigbriefschrjjver te Leiden liep niet van
stapel. Hij schreef aan een gefortuneerd ingeze
tene dier stad, hem 's avonds om half elf 150
gulden ter hand te komen stellen op een terrein
buiten de stad; zoo niet, „wacht u voor de ge
volgen" luidde het. In plaats van den heer ging
echter een politieagent er op af, en vond ter aan-
geduider plaatse een jongen man, die blijkbaar
iemand stond te wachten. Hij werd echter door
de politie overrompeld en in arrest gesteld, Of
schoon hij zich goed gewapend had, liep het
„poover" met hem af, evenals met eenige inbre
kers te Rotterdam. Gewapend met zagen, bei
tels en andere ter zake dienende „gereedschap
pen" konden ze slechts, na vergeefsche pogingen
op een brandkast, 10 gld. uit een lessenaar ont
vreemden. Men moet maar ongelukkig wezen
Iemand te Dusseldorf is tot 60 Mark (36 gld.)
boete veroordeeld, omdat hij in het adres van
een brief de woordjes „den Heer" niet had ver
meld. De rechtbank vatte dit als eene beleediging
op. In den Haag werden de reukzenuwen van
stadbewoners en buitenlui dikwijls beleedigd door
de onaangename geuren, welke uit de grachten
der stad opstegen. Nu er aan de Vijfsluizen
flink gespuid kan worden, hoopt men het gracht
water allengs te verbeteren, en daarmede tevens
de Haagsche atmospheer. Een goede buur is beter
dan een verre vriend, zegt het spreekwoord;
maar een inwoner van Deventer zou zijn buur
liever als verre vriend gekend hebben, sedert
hij tot de ontdekking is gekomen, dat de her
haalde inbraken te zjjnent door dien buur wer
den gepleegd. Op heeter daad werd hij dezer
dagen door wachthonden de politieagenten betrapt.
„Ook in onze dagen mag het helaas! nog wel
steeds als van de daken worden verkondigd
„Eerlijk duurt het langst!"
Vervolg Nieuwstijdingen.
Moederliefde bij muizen.
Een eenvoudig veldmuisje had een aarden
buis, dienende voor schoorsteen of waterleiding,
tot hare woning gekozen. Aanvankeljjk werd
een gelukkig en voorspoedig leventje gesleten.
Het muisje koos zich een echtgenoot en na
korten tijd strekte de aarden buis tot bescher
ming van een 6-tal jonge muisjes. Het huiselijk
geluk van deze diertjes dreigde echter op erger
lijke wijze verstoord te worden.
De eigenaar van de buizen besloot n.l. deze
te verplaatsen, om op de vrijkomende ruimte
een hek te plaatsen. Een timmerman verschijnt
en maakt reeds toebereidselen voor de verande
ring.
Het kloppen en hameren maakt ons muisje
wakker, en met een verwonderlijk helderen blik
doorziet de moeder, in welk een hacheljjken toe
stand haar kroost zich weldra zal bevinden. Er
dient snel gehandeld te worden.
Zij inspecteert het terrein en ontdekt op een
afstand van eenige meters een ijzeren pijp en
dadelijk is haar plan gerijpt. De oude woning
meet verlaten en eene nieuwe betrokken worden.
De moedermuis gaat weder naar binnen en na
korten tijd ziet men haar met, vermoedelijk de
oudste telg, aan haar staart geklemd, naar bui
ten komen, en zoo vlug het jonge diertje zich
geholpen door de moeder, kan voortbewegen, gaat
het naar de ijzeren pijpen beide verdwijnen naar
binnen. Dit tooneeltje herhaalt zich eenige malen.
Daarna komt de oude met een telgje, nog te
jong om door zijn onderdanen gedragen te wor
den, in den bek te voorschijn. De moeder merkt
de aanwezigheid van de omstanders. Wanhopig
gaan hare blikken van dezen naar de ijzeren
pijp en den nog af te leggen afstand. Met ware
doodsverachting wordt de reis ondernomen. Het
geldt het behoud van het dierbaarste, haar jongste
lieveling. De oogen gericht op de aanwezige per
sonen gaat het langzaam vooruit en eindelijk is
het doel bereikt. Haar kind is veilig. Een laatste
tocht moet gewaagd wordennog twee muisjes
bevinden zich in gevaar. Nogmaals gaat de moe
der de oude woning binnen. De twee kleintjes
klemmen zich aan hare staart en ook ditmaal
wordt de overtocht zonder tegenspoed volbracht.
Arme muisjes. Zij wanen zich veilig en ze had
den zich geen onveiliger verblijfplaats kunnen
uitkiezen. De eigenaar van het terrein, getrof
fen door de moederlijke zorg van dit kleine dier,
heeft evenwel besloten om de diertjes met vrede
te laten. De pijp zal onaangeroerd blijven, tot
dat de jongen in staat zijn hun eigen kost te
kunnen vinden.
Op Maandag 30 Mei, den 2en Pinksterdag,
zal te Zaandam in Café Suisse een vergade
ring gehouden worden ten behoeve van de lots
verbetering der Onderwijzers ten platte lande.
Als sprekers zullen in die vergadering optreden
de heeren Mr. II. Ph. de Kanter van Haarlem,
J. Porte, onderwijzer te Winkel en J. D. C.
de Vries, onderwijzer te Oostzaan. De Propaganda
Commissie van den B. v. N. O. heeft de Afdee-
lingen der Maatschappjj tot Nut van 't Alge
meen, van Volksonderwijzers van het Neder-
landsch Onderwijzers Genootschap en van den
Bond van Nederlandsche onderwijzers uitgenoo-
digd zich door afgevaardigden op die vergadering
te doen vertegenwoordigen of bij verhindering
een betuiging van adhesie te zenden.
Broodprijzen.
De pogingen, die de bakkers te Sneek in 't
werk hebben gesteld, om de broodprijzen verhoogd
te krijgen, zijn allesbehalve met den gewensch-
ten uitslag bekroond.
Wel besloot men in een gehouden vergadering
eenparig 't roggebrood één cent beneden de offi-
cieele noteering te vorkoopen, maar dequintessens,
't kleinbrood van 8 op 6 voor een dubbeltje te
brengen, stuitte op tal van bezwaren. Slijtersba
zen waren bang, dat ze voor bolloopers en kar
rijders gedaan kregen en anderen braken een lans
voor vrije concurrentie.
Aangezien daarom niet alle aanwezigen boven-
genoemden weg op wilden, moeten de voorstem
mers wel weer in 't oude gareel voortsukkelen.
Daar ging 't dus niet zoo gemakkelijk als te
Schagen, waar het brood gemiddeld wel 15
is opgeslagen.
Uit de Raadzaal van Utingeradeel.
B. en W. doen het voorstel voor ongeveer
f 40 een portret van de Koningin voor de Raad
zaal aan te koopen.
De heer Koopmans: Ik ben er togen. Ik zie
het belang er niet van in.
De Voorzitter, de heer Van der Veen Waarom
niet?
De heer Koopmans: Ik zou wel eens willen
weten wat er voor is.
De Voorzitter: Hebt u ook portretten in uwe
woning van personen, waarin u belang stelt?
De heer Koopmans: Ja, zeker wel.
De Voorzitter: Welnu, die hangt u op. Zoo
stellen wij er belang in de Koningin te zien.
Hoe u over II. M. wilt denken, kan mij en II. M.
onverschillig zijn. Wij spreken hier niet over
politiek. Dat hoort in socialistische vergaderingen
thuis. Maar waar u geroepen zjj t om de belangen
der gemeente te behartigen, daar is u verplicht
de wetten van den Staat mee te helpen uitvoe
ren. Omdat die wetten door het hoof'd van den
Staat worden gegeven, zijn wij er voor het por
tret van dat hoofd in ons midden te hebben. Dat
is mijn opinie. Wat is de uwe?
De heer Koopmans: Ik meen, omdat dit punt
niet op den raadsbrief staat en het geld kost,
dat wij het vandaag niet behandelen mogen.
De Voorzitter: Dat is een uitvlucht, waarmee
gij gelijk hebt, maar ik breng het niet in stem
ming. Ik wilde alleen maar het gevoelen der
raadsleden kennen. Later kan over deze zaak
worden gestemd.
De heer De Zee: Ik geloof niet, dat het is
zooals de heer Koopmans zegt. In de Gemeentewet
staat: „De oproepingsbriefjes vermelden zooveel
mogelijk de zaken, waarvoor de vergadering is
belegd", niet dat over andere punten niet besloten
mag worden.
De Voorzitter, na art. 42 der Gemeentewet te
hebben voorgelezen
„U hebt geljjk. Ik zal het voorstel van B. en
W. nu ook maar dadelijk in stemming brengen".
Aangenomen met 8 tegen 1 stem, die van den
heer Koopmans.
Een spookhuis.
Uit Makassar schrijft men aan de „Locomotief:"
Een huis aan den Ileerenweg, een der mooiste
buurten alhier, heeft een bijzondere vermaard
heid gekregen. Af en toe schijnt er al een stukjö
kalk of een afgebrokkeld steentje in de put of
putten, welke zich onder het huis bevinden, te
vallen, wrtt, vooral als dit 's nachts gebeurt, een
unheimisch geluid veroorzaakt. Geen wonder dat
het huis weldra een spookhuis werd genoemd.
Ongelukkig trof het dat twee na elkaar daarin
verblijvende families, een sterfgeval in dat huis
hadden gehad, wat de reputatie ervan niet ver
beterde. Weldra liep het gerucht rond, dat de
geest van een beeldschoon meisje daarin rond
waarde en de bewoners eiken avond met een
bezoek vereerde en weldra was het werkeljjk
mooie huis dusdanig in discrediet gekomen, dat
niemand er in wilde trekken, totdat eindelijk
eenige jongelui van practischeu aard zich er over
ontfermden en het tegen zeer lage huur inhuurden.
Na een jaar in die woning, zonder dat een der
bewoners ook maar het minste letsel was over
komen of van het spook een bezoek had ontvan
gen, begon men er eenigszins aan te twijfelen,
of het er wel werkelijk in spookte en de huis
baas, ook een practische man (Chinees natuur
lijk) vond thans het oogenblik gekomen, om de
huishuur te verhoogen, wat natuurljjk den jon
gelui allerminst beviel.
Was het wonder, dat het een dag daarna in
dat huis gespookt heeft en dat een weekje na
het voorstel van den huisbaas om de huur te
verhoogen, men op een halfdonkeren avond aan
een boom op het erf van het spookhuis een men-
scheljjke gedaante zag bengelen, wier maaksel
van stroo en oude vodden niemand bevroedde
Het gevolg er van was, dat niemand thans
meer er aan twijfelde, of het spookte er werke
lijk, dit was voor onze jongelui het voor
naamste en dat de huishuur even laag bleef als
weleer. Sinds zijn er eenige jaren verloopen, en
is het huis geregeld bewoond geworden den
naam van spookhuis heeft het echter toch niet
kunnen verliezen en deze drukt den huurprijs
nog vrij aanmerkelijk, hoewel niet zóó, als toen
onze jongelui er nog in woonden.
De expeditie naar Pedir.
Blijkens een bij het Departement van Koloniën
ontvangen telegram van den gouverneur-generaal
zijn uit Pedir kleine benden naar Groot-Atjeh
vertrokken en is de voorgenomen expeditie
naar Pedir thans derwaarts op weg, zoodat de
laatste inscheping op Java van troepen en trein
op 23 dezer zou plaats vinden.
XXXI.
Werd voor enkele dagen nog slechts de
vrees gekoesterd, dat de perenoogst dit
jaar gering zou zijn, inmiddels hebben wij
daaromtrent vrijwel zekerheid verkregen.
Blijkens de zwelling der vruchtbeginsels is
de bevruchting zeer onvolkomen geweest en
zal do oogst verre beneden het middelmatige
blijven. Dit neemt evenwel niet weg, dat er
enkele soorten zijn, waarvan de vruchtzetting
tamelijk bevredigend is te noemen.
Wij willen hopen dat de hoogere prijzen,
die in den regel bij geringe vruchtenoogsten
worden gemaakt, het evenwicht eenigszins
zullen herstellen.
De overvloedige regen die wij sedert een
paar weken hebben gehad heeft de ontwikke
ling der gewassen veel «wtraagd, temeer nu
de krachtige bemaling van den polder het
Grootslag ons grootendeels in den steek liet.
Het Grootslag beschikt n.l. over een stoom
gemaal, werkende met drie pompen, waarvan
twee ieder 60 en eene 90 M3 water per minuut
oppompt, terwijl bovendien een 9 tal molens
het hunno er toe bijdragen, om den polder van
het overtollige water te verlossen.
Hoewel voor omstreeks 25 jaren door velen
ach en wee werd geroepen over de groote
geldelijke offers die men zich voor de stichting
van het stoomgemaal moest getroosten en de
meening werd geuit, dat bemaling door mid
del van windmolens veel beter aan het doel
beantwoorden, thans blijkt weer overtuigend
hoe onvolkomen die oude bemaling is. De oude
ketels der mgchine n.l. door nieuwe vervan
gen, waardoor zij gedurende enkele maanden
tot werkeloosheid wordt gedoemd. Slechts kor
ten tijd na den aanvang der werkzaamheden
kwamen de geweldige regenbuien den water
stand dagelijks verhoogen, zoodat de landerijen
in het laagste gedeelte van den polder, bijv.
te Lutjebroek er thans tamelijk diep inzitten.
De 9 molens mocht het tot nogtoe niet geluk
ken den polder ter grootte van omstreeks 6000
H.A., waarbij omstreeks 1000 H.A. waterop
pervlakte, van het overvloedige water te ver
lossen. Reeds worden dan ook door het polder
bestuur maatregelen genomen,om gebruik te ma
ken van het stoomgemaal van den Houterpolder.
Hoewel tamelijk hooge kosten zullen moeten
worden gemaakt, om onze polder met die
machine in verbinding te stellen en haar vol
doende toevoer van water te verschaffen en
bovendien hare capaciteit, 60 M3, niet groot
is, hebben wij dan tenminste de zekerheid,
dat het water na enkele dagen op peil kan
worden gebracht.
Inmiddels hebben 6nkeie laaggelegen aard
appelakkers „de kleum in". Vooral de
aardappelen hebben dan ook de laatste week
weinig vorderingen gemaakt en de Meirapen
of knollen groeiden wel sterk in het loof, doch
de ontwikkeling der knol was tot dusver nog
gering. Toch lezen we in de Enkhuizer courant,
„als het weder eenigszins gunstig wordt, zullen
de bekende Meirapen nog voor Pinksteren wor
den afgeleverd". Nu ja, men zal ze kunnen
afleveren, doch of ze dan met recht als rapen
zullen kunnen wórden aangeboden, valt wel
eenigszins te betwijfelen. Waarschijnlijk zou
den ze met meer recht als raap stelen kunnen
worden verkocht. Men zal dus allicht in dezelfde
fout vervallen, als sedert enkele jaren reeds
geschiedde. Door de haast van koopers en ver-
koopers, misschien door de eersten wel het
meest, werden de eerste, tegen tamelijk hoo-
gen prijs opgekochte rapen zoo klein ter markt
gebracht, dat de verbruikers weinig lust be
toonden daarvoor een redelijken prijs te be
steden. Wanneer men dan ook niet in de
laatste dagen van Mei kon plukken en zulke
zijn er slechts enkelen, dan hadden die haas
tige lui de markt reeds bedorven en was
slechts eene lage prijs te bedingen. Doch niet
alleen de rapen zal men in de Meimaand nog
afleveren; men schijnt ook niet met de ge
woonte om in dezen maand aardappelen te
rooien, te kunnen breken. De Hoornsche markt
zal in het laatst der volgende week worden
geopend, ofschoon de eerste muizen zeer zeker
niet op die markt worden aangeboden. Waar
schijnlijk zal Enkhuizen ditmaal de eerste zijn.
Hoewel door verschillende nieuwsbladen het
bericht werd verspreid, dat de eerste aardap
pelen reeds nit Wijdenes werden verzonden,
kan daaraan niet veel gewicht worden toege
kend, omdat de heer Singer van Wijdenes
deze aardappelen jaarlijks in den bak pleegt
te kweeken. Op deze wijze gekweekte aard
appelen in het laatst van April aangeboden,
dan zou zulks zeker vermelding verdienen,
doch thans is 't den drukinkt niet waard.
K.
Buitenland.
Het Spaansche escader is zonder eenig inci
dent aangekomen te Santiago op Cuba. Ziehier
het telegram dat velen zoo'n groote verrassing be
reidde. Dat de Spaansche admiraal Servera zich
hierdoor als een groot vlootvoogd heeft doen
kennen is buiten twijfel en dat de Spanjaarden
op schitterende wijze gemanoeuvreerd hebben, is
ook voor den leek duidelijk. Hoe gingen de
Amerikanen er trotsch op, dat zjj nu alle uit
wegen aan de Spaansche vloot hadden ontnomen,
dat zjj binnen enkele dagen met haar slaags
zouden zjjn en zie, daar verschijnt zij nog
veel onverwachter dan bij Martinique het geval
was voor Santiago de Cuba
In een gehouden gesprek drukte de minister
van Marine zjjn vreugde uit omtrent de behou
den aankomst van het Spaansche eskader te
Cuba.
Hjj gaf als zjjne meening te kennen, dat dit
als een groote zegen mag aangemerkt worden
voor de Spaansche vloot.
Uit Havana wordt geseind, dat het eskader
onder commando van admiraal Cervera geen en
kel vjjandeljjk schip ontmoette en niets bjjzonders
gedurende de reis voorviel.
Een uitstekende discipline en geestdriftige
stemming heerschte onder de bemanning aan
boord van de schepen.
Het Amerikaansche smaldeel trok zich bjj het
naderen van het Spaansche eskader terug.
Een groote volksgeestdrift heerschte te Santiago.
Een talrjjke menigte begroette de Spaansche
soldaten.
Thans is ieder natuurljjk gespannen op hetgeen
in de naaste toekomst geschieden zal. Nu immers
is in de nabjjheid van Cuba een groote Spaan
sche en tegelijk daarmee een groote Amerikaan
sche zeemacht. Zal er gestreden worden of brengt
de Spaansche taktiek ook een verder ontwjjken
mede? En als het tot vechten komt, wie zal het
dan winnen?
Zeker is, dat zjj nu voor 't toeziende publiek
van Europa een flater gemaakt hebben, die spoe
dig door een groote overwinning moet goed ge
maakt worden.
Nog op het laatste oogenblik hield men vol,
dat de vloot naar Havana zou gaan, omdat in
de haven aldaar een groot rood licht hing.
We zouden het hierbij kunnen laten, maar de
rubriek voor eene geheele week zou wel wat
klein zjjn, daarom nog enkele bjjzonderheden.
Dat de Amerikanen niet gelukkig zjjn in hun
ne poging om te landen zijn ook al geen losse
geruchten meer, maar leiten, die doen zien, dat
de krachtsontwikkeling der Spanjaarden nog al
van beteekenis is. Noemen wjj b.v. de nederlaag
van de Amerikanen bjj Cienfugos en Cardenas.
Wel werd er gesproken van de overgave van
Porto-Rico, doch het waren slechts geruchten.
Een feit is, dat San Juan veel^van het bombarde
ment heeft geleden, maar de Spaansche batte
rijen veroorzaakten hevige averij aan de Ame
rikaansche vloot, die zich terug moest trekken.
De blokkade van Manilla wordt nog steeds
volgehouden, doch de bevolking is veel kalmer
geworden, omdat het bombardement uitbljjft
een gevolg zegt men, van de tusschenkomst der
mogendheden.
Manilla kan het, wordt in hetzelfde bericht
gezegd, maanden lang uithouden, omdat het vol
doende levensmiddelen uit het binnenland kan
betrekken.
Latere berichten spreken echter weder van
groote ellende, die er moet heerschen de be
volking eet paardenvleesch. Zoolang deze tegen-
strjjdige berichten aanhouden, is het maar zaak
z'n oordeel over het verdere verloop der zaken
op te schorten.
Omtrent het optreden in de haven van Havana
op den 15 Mei, kan het volgende worden mede
gedeeld
Om 5 uur des avonds richtten zich twee sche
pen, de Gonde de Venadito en de Nuevo Espona
onder het gejuich der menigte, welke op de kade
verzameld stond, tegen de Amerikaansche sche
pen, welke het blokkade-escadre uitmaken.
Bjj elk kanonschot riep de menigte „Leve
Spanje". Plotseling staakte een groot Ameri-
kaansch oorlogsschip zjjn vuur en werd het weg
gesleept door een ander schip.
Alle drie verlieten daarna de haven en de
Spaansche schepen wierpen daarna het anker
onder het gejuich der menigte.
Nu de Spaansche vloot met haar verstoppertje-
spel zooveel succes heeft gehad, schijnt ook
Amerika daarin wel lust te gevoelen, ten min
ste verschillende kabelmaatschappjjen hebben
aanzegging gekregen, dat omtrent de verrich
tingen der Amerikaansche vloot niets meer mag
worden geseind, en wat van zelf spreekt, volgen
de kabelmaatschappjjen streng de bevelen der
regeering op. Daarbjj achten de Amerikaansche
militaire en maritieme autoriteiten het absoluut
noodzakeljjk, dat elke verbinding van maarschalk
Blanco met de regeering te Madrid moet wor
den voorkomen en dat te dien einde alle kabels
moeten worden doorgesneden.
Zjjn de oorlogsberichten, zooals blijkt uit bo
venstaande schaarsch en min of meer onbelang
rijk, ze zjjn dan toch van dien aard, dat spoe
dig meer belangrjjke krjjgsverrichtingen kunnen
worden tegemoet gezien.
GLADSTONE, f
Over dén dood van William Edward Glads
tone ontleenen wjj onderstaande aan „De Tel",
van 20 Mei (ochtend-editie).
De lezer zal het eerbiedigen, zegt het blad,
dat de eerste kolommen van dit nummer gewjjd
zjjn aan den grooten man, die eindeljjk van zjjn
vermoeiend en ingespannen leven ter ruste is
gegaan; aan den man, die geen dag zjj ns levens
heeft verloren laten gaan die gewerkt heeft van
den morgen tot den avond aan den man, in
wiens hoofd alles scheen gevaren te zjjn; aan
den grooten geest, een wereldgeest, even groot
misschien als een Bismarck maar in een ge
heel andere richtingaan een bescheiden per
soon, wiens eenvoud even groot was als zijn
geestaan iemand, die zjjn tjjd heeft begrepen,
met dien tjjd is opgemarcheerd die de gedach
ten van het geheel heeft bespied en begrepen
die het innerljjke gemoedsleven van den mensch
heeft gekend en gevoelddie onder de politieke
huichelarij zjjn oprechtheid van gemoed niet
heeft verloren; die niettegenstaande zjjn poli
tieke beslommeringen nog altijd tjjd vond voor
diepgaande studiëndie van een uur een dag
scheen te kunnen maken.
De dood van Gladstone is het laatste nieuws,
dat alles overschaduwt. Zjjn ontslapen was even
merkwaardig als het leven van dezen edelmoe-
digen man. Met kalmte en bedaardheid, met
vrede in het hart, ging hjj den dood tegemoet.
Tot aan weinige weken voor het einde toonde
hjj de diepste belangstelling in wereldsche za
ken, totdat hem de kracht daartoe ontbrak en
zjjne laatste dagen bracht hjj door geheel be
wust en met een verblijd hart voor het leven,
„dat hem te wachten stond." Al bloedde hem
het hart voor hen, die hjj achterliet en die hem
dierbaar waren, bedroefde het hem niet, heen te
gaan, want hjj zag met trots niet zoozeer als
wel met voldoening terug op de volbrachte
taak ten goede zjjner landgenooten niet al
leen, maar van de menschheid in het algemeen.
Zjjn welverdiende rust is hem gegund; Glad
stone, de mensch, is niet meer, maar Gladstone,
de groote Stiatsman, zal in de geschiedenis voort
leven, zoolang de regeering van koningin Vic-