1IIJVOEOEL NIEUWE LANSEDIJKER COURANT van ZONBACI 22 MEI 1898. N". 22. Zondag 29 Mei 1898. 7e Jaargang. VAN DE Feuilleton. OM KLEINIGHEID. 5 Ct. e berekend. Novelle van JASSY TORRUND, uit het Duitsch door C. H. W. B. 2.) Dus u doet een bestelling bij den koop man Müller. De bestelling wordt ellendig slecht uitgevoerd. U weigert haar aan te ne men, gaat naar voornoemden Müller en zegt hem bedaard en kalm uw meening. Daarop wordt de man grot, trekt uw geloofwaar digheid in twijfel, beleedigt u.U houdt uw goed recht vol, wordt heftig en zegt, dat het een mooie zaak is, die niet eens ga rantie geeft voor afgeleverde koopwaren. Heb ik goed begrepen »Ja," knikt de jonge vrouw met gloeiende wangen, daar ze bij de duidelijke, heldere voorstelling van den advocaat als 't ware de gebeurtenis nog eenmaal doorleeft. »U hebt, ondanks uw opgewondenheid, geen scheldwoord gebruikt, mevrouw?" »Neen," herneemt de aangesprokene met vaste stem. «Dat had ik me ook niet kunnen voor stellen," mompelt Dr. Sonnenthal. Vervol gens zwijgt hij en schijnt met ingespan nen aandacht na te denken. Franciska's blikken glijden angstig onderzoekend over zijn zacht en toch energiek en verstandig gelaat. Daar heft hij het hoofd op en ziet de jonge vrouw aan in zijn blik ligt iets, dat zich niet gemakkelijk beschrijven laat iets, dat vertrouwen wekt. »U heett de u ten laste gelegde woorden prul- en zwendelaarsboel niet gebruikt, de man moet u dus geheel en al verkeerd be grepen hebben. Hij beschuldigt u, dat u hem beleedigd heeft wat deed u «Ik moest lachen, want ik beschouwde de geheele zaak als een groote kinderach tigheid en ging mijns weegs.® Bij het hooien van deze naive bekente nis der jonge vrouw moest Dr. Sonnenthal zelf lachen. Hij streek meesmuilend langs zijn donkeren knevel, wendde zich eens klaps tot mevrouw Lorenz en vroeg, ter wijl hij haar met zgn schitterende door dringende oogen aanzag «En u was getuige mevrouw? U waart van het begin tot het einde er bij tegenwoordig Jawel. Ik heb gehoord, dat mevrouw Wodrich heftig werd een scheldwoord heeft ze niet gebruikt en haar heftigheid was uitgelokt geworden door de grofheden van den koopman" sprak de oude dame kalm. De advocaat deed nog een paar vragen, maakte eenige aanteekeningen endaar- mede w s het; consult afgeloopen. Dr. Son nenthal deed de dames in eigen persoon uitgeleide tot aan de deur. «Maak u niet ongerust mevrouw, u heeft een uitmun tende getuige, 't zal wel goed alloopen En voor 't overige,voegde hij er bg met een zacht, geruststellend glimlachje Als ik u een goeden raad mag geven: laat al uw bedenkingen varen en deel uw man de geheele affaire mede. Dit is de raad van een vriend. Geheimen in het huwelgk werken zelden goed, mevrouwDie erva ring heb ik in mijn praktijk dikwjjls ge noeg opgedaan. Hij drukte haar met warmte de hand en nam afscheidin de voorkamer wachtte reeds een groot aantal menschen, die zijn raad behoefden. «Laten we een rijtuig nemen, tante, ik ben zoo duizelig,sprak Franciska, toen ze buiten kwamen. Mevrouw Lorenz zag haar bezorgd in het bleeke gelaat. »Datis een gevolg van de opwinding in de laat ste dagen. Ga tjjdig naar bed, Ciska en denk niet meer aan die ellendige kwestie III Toen Franciska thuiskwam, hooide ze tot haar verwondering van de oude dienst maagd, die haar de deur opendeed, dat mijnheer al meer dan een uur thuis was. Wodrich had in de laatste weken zeer druk moetéh werken en was altijd laat in den avond van zijn bureau thuisgekomen. Destemeer was Franciska door zgn vroe ge thuiskomst van heden verrast en bijna verschrikt. Ze ontdeed zich snel van hoed en handschoenen en begaf zich naar de kamer van haar echtgenoot. De regeeringsraad was in vergelijking met zijn vrouw niet jong meer. Zijn haar was aan voorhoofd en slapen sterk gedund en begon te grijzenmaar zijn hooge, statige gestalte, zgn fijn geestig gelaat met de ernstige en goedige oogen, maakten het een vreemde zelfs begrijpelijk, dat de nau welijks twintigjarige Franciska zgn aanzoek had aangenomen. Einst Wodrichs vrienden wisten, dat de jonge vrouw met een aan vereering gren zende liefde aan den man barer keuze hing. Toen Franciska de studeerkamer van haar echtgenoot binnentrad, zat deze met den rug naar de deur, bij den haard en scheen te rusten. Dit was zoo iets onge woons bij den werkzamen man, dat de jonge vrouw hevig schrikte. Zacht ging ze tot hem, legde de armen om zijn hals en vroeg op liefdevollen toon »Zijt ge ziek, Ernst On derzoekend met angstige blikken zag ze hem in 't gelaat. Hg was bleek en zager vermoeid uit. Ernst trok zijn jonge vrouw op zgn knie. «Ik word oud Fransje, het werken kost me inspanning, het hoofd doet me pijn. Ge had een jongere moeten kiezen" sprak hij schertsend, terwijl hij vermoeid lachte. Ze streelde hem de bleeke wangen met haar kleine, zachte hand. «Spreek zoo niet lieveling 1 Wat had ik met een an der moeten aanvangen Niemand weet me zóó trouw en goed en liefderijk te leiden als gijDaarbij legde ze het donkere kopje met het door de sneeuw vochtig geworden haar op zijn schouder een centenaars- last woog op haar hart er. haar gedachten bewogen zich al maar door in een kring loop. Waarom moest ze ook juist thans den zwaarsten gang haars levens alleen gaan, niet geleid door zijn trouwe hand Ze wilde spreken, hem alles bekennen en waagde het toch niet in dit uur, nu hij overstelpt door den last van zijn betrekking thuisgekomen was, om aan zijn haard rust en kalmte te vinden. Zoo zat zij stil op zijn schoot, als een vogeltje dat slapende in el kaar zat gedoken van tijd tot tijd overviel haar een rilling,gze wist niet of het van angst of van koude was. Ernst vatte haar handen, ze waren ijskoud. «Waar ben je heen geweest, Franciska vroeg hg. «Je had met den storm liever thuis moeten blgven. Bel toch kind en be stel de thee 1" Francisca sprong op. «Ik ben toch altijd nog de oude onverbeterlijke «ego", zooals mijn broeders vroeger zeiden, sprak ze zuch tend. «In plaats van aan u te denken, Iaat ik u altgd voor mij zorgen. Vergeef me, lieveling en heb geduld met me ik zal me nu ook w e r k e 1 ij k beteren Ze verliet de kamer, zette het dienst meisje, dat reeds bezig was de theetafel in orde te maken, tot meer spoed aan en hielp de oude keukenmeid Rika, die haar te lang zaam was, een malsche sappige biefstuk, waar Ernst zooveel van hield, klaarmaken. Maar Ernst at niet, hij had niet veel eet lust van avond, verontschuldigde zich met overspanning en hevige hoofdpijn en ging, op verzoek van Franciska, vroegtgdig naar bed. Zij zelve bleef bij zijn bed zitten, legde hem verkoelende compressen op het bran dende Tioofd en verpleegde hem, als ware ze een zuster van barmhartigheid. «Het is bjjna benijdenswaardig ziek te zgn en door u te worden opgepast, Fransje" zei Ernst, trok de kleine natte hand, die hem behoedzaam de compressen op het hoofd legde, aan zijn brandende lippen, en kuste ze. Francisca dacht niet meer aan haar ei gen ongesteldheid, die een gevolg was van de angst en opwinding der laatste dagen zij verpleegde haar echtgenoot den ganschen nacht en daar het tegen den morgen niet beter werd, zond ze om een dokter. «Overspanning natuurlgk Te druk ge werkt. Pas hem maar goed op hartje, zorg voor rust en houd elke opwinding verre van hem. Dan zullen we hoop ik den berg overkomen." De oude huisdokter reikte Franciska de hand, vatte echter in het volgend oogen- blik haar pols en keek haar door zijn groote ronde brilieglazen oplettend in het gelaat. Hm, hm zelf niet zuiver mompelde hij hoofdschuddend. «Nu rust, rust, kindliefVerpleeg uw man maar goed en u zelf ook, ge kunt het er immers van nemen 1" Dit gezegd heb bende ging de oude medicus heen en liet Franciska alleen. Voor de eerste maal alleen aan het ziek bed van een mensch, dat men lief heett Ernst lag in een onrustige sluimering Fran ciska stond zachtjes op en trok de raam gordijnen dicht, opdat de verblindende winterzon den slaap van den zieke niet zou storen. Toen ging ze onbewegelijk zitten aan het voeteneinde van het ziekbed, van tijd tot tijd de ijscompressen vernieuwend en nu in deze diepe stilte die haar bijna angstig maakte, in het sombere halfduister der ziekenkamer kroop de zorg weder als een leelijk spook het bevende hart der jonge vrouw binnen. Ernst ziek en zij alleen en hulpeloos in haar dubbele smartZe had zoo vast besloten hem alles te bekennen Ja, aan die bekentenis had ze zich in gedachte reeds vastgeklemd als aan troost in de toekomst en nu was ook die haar weder ontno men en ze was alleen «Alleen" hoe angstig maakte haar dit woord Ze had nog nooit in 't leven alleen ge staan niet als meisje, toen de teedere zorg harer ouders alles wat onaangenaam of treui ig was, verre van haar verwijderd hield, toen trouwe handen haar behoedden voor elke ruwe aanraking van het leven en eerst recht niet alleen, sedert ze de vrouw van Ernst Wodrich was. Hoe had hij zijn jonge vrouw op de handen gedragen hoe was sedert haar bruiloftsdag alles helder, licht en zonnig geweest, zoo rijk aan in nerlijk geluk en volmaakte bevrediging des harten En altgd waren ze beide hand in hand gegaan; elke kleine zorg, elke kleine bekommernis hadden zg gedeeld en Ernst had nu eens schertsend, dan weder met ge duldige goedheid haar bange hartje daarvan bevrijd. En thans, juist thans nu de ernst des levens voor de eerste maal op haar toetrad, stond ze alleen en haar bevende hand zocht te vergeefs den gewonen, trouwen steun. Franciska's oogen vulden zich met tranen die langzaam en elk afzonderlijk vloeien en als druppels gesmolten lood op de ziel bran den, tranen, die geen verzachting maar nieuwe smart brengen. Treurige dagen verliepen. Wodrichs toe stand werd niet beter en niet erger. De oude huisdokter wist zelf niet hoe het loo- pen zou, doch vreesde voor hersenontste king. Eindelijk, na ongeveer tien dagen trad er een soort van crisis in en dokter Böh- mer loosde een zucht van verlichting. «Ik geloof, dat we het ergste doorgestaan heb ben,® sprak hg geruststellend. Intusschen gingen de zaken daar buiten in de wereld haren gewonen gang en op zekeren morgen ontving Franciska de dag vaarding voor het schepengerecht en ge lijktijdig een brief van Dr. Sonnenthal, waarin hg haar dringend verzocht stipt op tjjd te verschgnen. Een ambtelijk schrgven heeft op zich zelf reeds iets afschrikwekkends voor een vrouw ze beschouwt het met kloppend hart als een verdacht voorwerp, waarvan men niet weten kan, of het iets goeds of iets kwaads brengt. En nu tot overmaat van ramp zulk een brief! Die gevreesde, in duizend ang sten verwachte Geheel ternedergeslagen zat de jonge vrouw voor haar elegante schrijftafel en bestudeerde met bonsend hart telkens en telkens weder het veelbeteekenend docu ment. Het schwarzwalder klokje naast de schrijftafel sloeg tien uur en Franciska, al- lesjom zich heen vergetende, sprong op om haar patient zgn medicijnen toe te dienen. Haastig schoof ze de beide papieren in een lade de ledige enveloppe van Dr. Son- nenthals brief liet ze, zonder er op te let ten, op den grond liggen. IV Nauwelgks een uur nadat Franciska het woonvertrek had verlaten, kwam freule von Hagen naar Ernst's toestand vernemen, zooals ze bijna dagelijks gewoon was te doen. Het dienstmeisje liet haar in de woon kamer Aurelia ging op haar gemak zitten en nam voor tijdverdrijf een gëillustreed tijdschrift van een tafeltje in afwachting dat Franciska zou komen. Toevallig zag ze op en zag de ledige en veloppe op den grond liggenordelijk van nature, als ze was, raapte ze haar op om ze in de papiermand te deponeeren, maar niet zonder vooraf het adres te hebben be studeerd «Mevrouw Franciska Wodrich® aan het hoofd van het couvert stond de naam der firma «Dr. Jur. Sonnenthal, Ad vocaat.® Sonnenthal? Waar had ze dien naam ook weer gehoord Ze draaide de enve loppe besluiteloos in de hand rond. Ge hoord neen, gelezen Aha 1 het huis, waar Franciska on langs met mevrouw Lorenz was binnenge gaan, schoot haar te binnenze zag het blanke koperen naambordje duidelgk voor zich. Dus dat was «de nicht Aurelia was woedend over de huiche larij van Franciska. Wat had zij met Dr. Sonnenthal uit te staan Aurelia vroeg zichzelve af, of ze niet volkomen in haar recht was, als ze Franciska's schrijftafel eens ging visiteeren, daar zou de verdachte brief zeker wel schuilen. In haar haat, in haar argwaan tegen de jonge vrouw, die de plaats innam, welke haar, Aurelia von Hagen, van God in rechts wege eigenlijk toekwam, liep ze zichzelve voorbij. Ze was een verstandige vrouw en tegenover ieder ander zou haar verstand haar gezegd hebben, dat men geen com- promitteerende brieven in een couvert steekt, waarop duidelijk en met groote let ters naam en betrekking van den bezitter gedrukt staan dat dit couvert, zoo open en bloot als het daar lag, iedere verden king logenstrafte; dat er van niets anders sprake was dan van een ambtelijke mede- deeling van den advocaat Sonnenthal aan Mevrouw Franciska Wodrich. Maar tegen over deze laatste was Aurelia juist blind alleen scherpziende voor alles wat haar verdacht kon maken blind voor ieder bewijs dat haar vrgsprak van elke ver achtelijke verdenking. De visitatie van de schrijftafel liet freule von Hagen varen, deels uit vrees, verrast te zullen worden, deels uit een laatst grein tje van eergevoel; de in haar oogen zoo verdachte enveloppe echter stak ze in den zak. Nauwljjks zat Aurelia weder rustig op haar plaats, schijnbaar verdiept in de beschouwing van een gravure of de denr werd haastig geopend en Franciska trad binnen. {Wordt vervolgd). m ware t ielijk met de sabel iers hem dit wapen wonde aan een zij - vaardige zaak zijn oor den commissaris Daniel Meijerplein, die zich zoo schro- icht en heeft daar {Tel.) „Het Nederlandsch ;ling „NOORD- lerdag 9 Juni 1898, Heer D. van Twui- dering houden ter igende voorkomende d, dat de Keuringen Provinciale Aanhou- geboren in 1897, en 192, 1893, 1894 en telkens des voormid- 8 Juni e. k., bij A. ig 29 Juni, bij het lag 30 Juni, op de worden gehouden met hare veulens, uit de Iiijksbij- k beschikbaar zjjn. illen de Provinciale en 4-jarige merriën 5 worden verhoogd i 1897, zijn zes pre- ar. bijdrage worden be- l voor merriën, ge- 399 moeten worden i na overlegging van ijk zal vóór de pre- ■rden gegeven tot in- het Stamboekte 16 Juni e. k., des nboekkeuring plaats daarvoor geen ge- ing is verplichtend cretaris, W. Teengs do keuringen. Men verzocht, bij de aan- ler merriën te ver- met hare veulens.) in 1895; in 1896 openbare orde ge- ten te Amsterdam '00 man infanterie, shaussées, benevens de bereden politie. i volgende bestand- welke den wijn de verleent2o. Sui- in alcohol of paar- jooistof ot tannine, druivenwijn voor dus! tieuw geolied visch- schade de reederij ;wijk aan zee". Vrij- die in de duinen te i einde het uitrege- De netten werden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1898 | | pagina 5