Kiezers
Stemt a.s. MN9ERMG 23 .II VI
JI». Zijp II/.,
Het Bestuur van de Politieke Ver een. „Vrijheid"
aan de ïiangedijk en te St. Pancras.
Herstemming Prov. Staten.
Opruiming
MANTELS
Advertentiën van 1-5 regels 30 cents, elke regel meer 5 cents.
KIEZERS!
maakt dan het onderste puntje zwart.
MANTELS. MANTELS.
van een groote partij
Gebr. GOEDEMAN,
IC. H. SCHNEIDERS, Mient, Alkmaar, f
l Grootste Specialiteit in Garneering. f
Enorme keuze in Corsetten1
Alle baleinen ter repareering verkrijgbaar, g
Zeer graat© keuze Haniecheenen en laueen.
WEDER ONTVANGENg
Prachtige Gitstellen en fijne Galons. M
J, H. VAN
Bescliuilhontë en Crème.
J. BOSSEET Hzn„
Verkoop en Reparatie onder garantie
Noorderbank Alkmaar.
JB. ZIJP Hz.
Begrijpt ge, dat bescherming of, wat men eigenlijk wil,
bevoordeeling van den een ten koste van den ander eene
onbillijkheid is, komt dan allen op a.s. Donderdag 23
Juni ter stembus en stemt als éen man den Heer
Wethouder te Wieriogerwaard,
als ijverig bestuurslid en mede-opzichter van verschillende
vereenigingen in 't belang van 't algemeen, een voorstan
der van de bevordering der belangen van nationalen arbeid,
landbouw, handel en nijverheid
Het Bestuur van de Afd. Schagen van de Lib. Unie,
P. BUIS Jzn., Voorzitter. II. VISSER.
L. J. ROGGEVEEN, Vice-Voorzitter. P. van TWUIJVER.
J. M. de JONG, Penningmeester. I Th. ROEP.
H. W. van ROSSEM, Secretaris.
voor spotprijzen a contant.
UEd. Dienaren,
HHEMT 9, ALKMAAR.
ZS
VOOIS BI KK.l l\I I»*flvY. g
In alle wijdten, prijzen, soorten en modellen voorradig. g
Rijke keuze in KantenLintenZijden Stoffen §-
b en verdere Nouveautés.
SVEEIt.
FABRIKAAT TAN
Ayent voor N.-Holland, C.v.d.OQRD
Mient B 6, ALKMAAR.
MAGAZIJN
van Horlogiën, Pendules, Regelateurs, Wekkers
en Barometers, Goud, Zilver, Diamanten, Koralen
en Haarwerken.
ZIE ÉTALAGE.
nkoop hoogste waarde.
CredietenDeposito'sEffec
tenCouponsProlongatie, Hy
potheken.
Voor Inlichting-en vervoege
men rAch tot «len Agent der
bank den Heer
G. NVagenaar J.Grz.,
BROEK OP LANGEDIJK.
eerder gehoord. VreemdDat moest ze
Rieke vertellen, zoodra die van de markt
terugkwam. Ze nam het ontbijt weer mede
naar de keuken.
Het sloeg kwart voor tienen. De grond
brandde Franciska onder de voeten, ze
moest weg. De sombere gemoedsangst der
laatste dagen was grooter en grooter ge
worden als met reuzenvuist had ze de
jonge vrouw aangegrepen en deze moest zich
tegen wil en dank aan dien dwang onder
werpen.
Ze stond aan het voeteneinde van het
ziekbed ze kon haar hart hooien bon
zen, ze had de koude, bevende handen ge
vouwen en wilde spreken doch haar tong
weigerde den dienst. Eindelijk bracht ze
met moeite en met heesche stem uit:
«Wenscht ge nog het een of ander, Ernst?"
Hij had stil, als een doodelijk vermoeide
ter neder gelegd nu sloeg hij de oogen op
en zag haar aan met een blik, die haar
had ze hem gezien het hart zou ver
scheurd hebben en sprak langzaam
»Neen, ik dank u. Ga in vrede Franciska
Zij wankelde. Het was, als moest zij voor
bet bed op de knieën zinken, als moest ze
haar hoofd aan Ernst's borst vlijen en hem
alles bekennen, alles, wat als een schier
ondragelijke last op haar ziel lag, wat zinh
als een muur, die steeds hooger en hooger
werd, verhief tusschen haar en haar echt
genoot; maar met een laatst heldhaftig
bijeenroepen harer physieke en geestelijke
krachten, drong zij deze stormachtige be
geerte op den achtergrond. Ze vatte niet
eens zijn hand, die onbewegelijk op het dek
lag, ze waagde het niet hem aan te zien
nog in deze laatste minuut zou ze zich-
zelve ontrouw zijn geworden en zou alles
het groote offer, dat ze zich had opgelegd,
te vergeefs geweest zijn
Deze laatste minuut aan het ziekbed van
haar man scheen haar een eeuwigheid,
waarin haar jeugdige ziel een onuitspreke
lijke marteling onderging.
Zonder een woord, tot hem te spreken,
zonder een blik op hem te slaan, vertrok
ze als een held.
IX.
Franciska was vertrokken. Met gejaagde
stem had ze het verblufte loopmeisje be
volen, voor mijnheer te zorgen, had ze een
rijtuig laten bestellen en was weggereden
Steeds onder denzelfden druk dier doffe,
vreeselijke angst, die zich bijnabedwelmend,
van hart en hoofd meester maakt, als bij
een misdadiger, die zich gereed maakt zijn
laatsten gang te doen.
Nauwelijks was de vigelant met Fran
ciska weg, of dokter Böhmer reed voorbij,
Hij zag het hem welbekende loopmeisje
der familie Wodrich nog in de huisdeur
staan en rechts en links rondkijken met
zulk een zonderlinge uitdrukking op het ge
laat, dat het hem dadelijk in 'toog viel. De
koetsier moest halt maken en dokter Böh
mer riep het meisje toe: »Wat is hier te
doen, dat je zoo staat rond te kijken
»Ach, mijnheer de dokter" stamelde Lize
beteuterd, «ik weet niet, maar bij ons thuis
is alles zoo vreemd vandaag. Mevrouw is
uitgegaan, en mijnheer
«Wat is er met mijnheer?"
«Ja, dat weet ik niet. Hij wilde geen ont
bijt gebruiken en ziet er zoo naar uit
«Vervloekt gebabbelbromde de oude
medicus, doch sprong intusschen uit zijn
rijtuig, beval den koetsier een paar minu
ten te wachten en ging met het meisjein
huis. Op hetzelfde oogenblik kwam Rieke
met haar zwaarbeladen mand van de markt
terug. «Moet jij voor den drommel er nu
ook juist uitloopen inplaats van op te pas
sen riep de oude heer de niets kwaads
vermoedende Rieke op knorrigen toon toe.
»'t Is me een prachtige historieMevrouw
is uitgegaan en dat met zulk een kramp-
hoest in dien snerpenden oostewind
de oude dokter kon niet verder, puffend,
buiten adem bleef hij op den overloop staan,
«Uitgereden,verbeterde Lize, die nu al
bang was voor Riekes rechtmatigen toorn.
«Om 't even je hadt haar niet moe
ten laten gaan« pruttelde dokter Böhmer
Rieke zette sprakeloos, hetgeen haar niet
dikwijls overkwam haar mand in den
gang neder en ging achter den dokter aan
de slaapkamer binnen.
Het was of de zieke sliep, zijn gezicht
was zeer bleek met een blauwen weerschijn,
Dr. Böhmer greep naar den pols. «Niet mo
gelijk mompelde hij, legde de hand op de
hartstreek en boog zich vervolgeus, als rees
er plotseling een vermoeden in hem op,
naar de lippen van den lijder. Een zwakke
reuk van biltere amandelen bewees hem,
dat hij zich niet vergist had. Verstoord keek
hij om en zocht met de oogen het veelbe-
teekenend fleschje juist daar stond het
op de tafel midden in kamer. Een ver
warde stroom van gedachten doemde in
zijn hersenen op doch in het volgende
oogenblik was hij weder de arts, de kalme,
koel nadenkende geneesheer. «Rieke, spoe
dig sterke koffie gezet Lize moet naar
de apotheek» Hij scheurde een vel
letje uit zijn receptenboek en krabbelde
er een paar woorden op. «Hier zoo hard
loopen als je kunt
Dokter Böhmer ging na deze eerste schik
kingen te hebben gemaakt op den rand
van het ledikant zitten en begon het li
chaam van den zieke te wrijven met breede
langzame streken om het trage bloed naar
het hart te drijven.
Rieke begreep, dat hier iets bedenkelijks
was voorgevallenze stelde haar verhoor
en de daarbij behooiende strafpredikatie
van Lize uit, zond haar naar de apotheek,
zonder het verblufte meisje den tjjd te la
ten een enkel woord te spreken zij zelve
liep naar de keuken, zoo snel haar oude
voeten haar dragen konden. Lize keerde na
een kwartier terug en tot Rieke's onuitspre-
kelijken toorn in gezelschap van freule von
Hagen. «Die ontbreekt ons nogbromde
ze en wierp Lize een woedenden blik toe.
Deze haalde de schouders op. Op haar weg
naar de apotheek had zjj de dame ontmoet
en toen Aurelia haar aansprak, had ze van
de goede gelegenheid geprofiteerd om aan
haar beklemd hart eindelijk lucht te geven.
Door geslepen uitvragen was Aurelia van
het kleine, praatzuchtige ding alles gewaar
geworden, wat ze weten wildedat mijn
heer erg ziek en mevrouw met een vigi
lante was uitgereden. Op het laatste oogen
blik nog had mevrouw mijnheer medicijnen
ingegeven, veel druppels en mijnheer
had er «zoo vreemd" uitgezien en had me
vrouw «Franciska" genoemd. Dat zoo iets
ook juist gebeuren moest, als Rieke uit was
en, dat zij, Lize, dan de schuld kreeg. Me
vrouw had Rieke van morgen zelve naar de
markt gezondenen nu was dokter Böh
mer er en maakte een drukte dat iemand
het bijna niet kon uithouden
Freule von Hagen wilde dadelijk naar de
ziekenkamer doch Rieke versperde haar
heldhaftig den weg. Er mocht niemand
worden binnengelaten, sprak ze op eigen
gezag en als de freule den dokter wilde
spreken, werd ze verzocht in de woonka
mer te wachten.
Zoo loodste ze Aurelia zonder veel com
plimenten in de woonkamer, nam de me
dicijnen en ging naar dokter Böhmer. Deze
had den patient verscheiden lepels zwarte
sterke koffie naar binnen gegoten, intus
schen het wry ven krachtig doorgezet en
keek thans met zekere voldoening naar de
borst van den zieke, die door een zwakke
ademhaling op- en neder werd bewogen.
Wordt vervolgd.)
Gedrukt bij J. H. KEIZER, Noordscharwoude.