Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N*. 29.
Zondag 17 Juli 1898.
7e Jaargang.
Nieu wstij ding en
Feuilleton.
SI OÏÏSI PliFISeOE.
XI EU WE
LANG1RIJKER COURANT
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct-, franco p. post 0O ct.
UITGEVER:
J. II. KEIZER.
BUREEL:
nïoordschar wonde.
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Sint Pancras, 15 Juli. Mej.J. O. Bouma,
onderwijzeres te dezer plaatse, is als zoodanig
benoemd aan eene der openbare scholen te Alk
maar.
Hoewel door het koude weder later dan 't
vorige jaar, komen nu toch reeds kleine partijtjes
bloemkool dagelijks hier aan de markt.
Woensdag werd het eerste partijtje gekocht
voor 18 ct. per stuk.
Donderdagavond vierden te Winkel de
werklieden van de trambaan op hun manier feest,
want de laatste bout was geslagen in de rails,
zoodat het heuglijk feit vermeld kan worden, dat
Schagen sedert Donderdag met Wognum is ver
bonden.
Heerhugowaard. Bij de harddraverij
aan den „Hengstman" den 10 dezer gehouden,
zijn de prijs en premiën gewonnen door de paar
den van de heeren C. Broers te Benningbroek,
B. Lijding te Oude Niedorp en A. Over te Veen-
huizen.
Op den eerste mooien dag.
Eersteling van mooie dagen?
Intree van een schoon verschiet?
Meent ge dat? of is 't maar plagen,
Dat g'ons zon en zomer biedt?
Kan de paraplu geborgen?
De overschoenen in de kast,
Met demi en regenmantel,
En verkoudheids naren last?
Alle reis- en uitgaansplannen
Wachten op uw wijs besluit.
Mooie dag na weken regens
Zeg ons, wat uw komst beduidt.
Eene verbetering bij gasgloeilicht.
Het is bekend, dat stof de groote vijand is
van het gloeilicht, niet alleen omdat het zich hecht
op het gloeilichaam, maar het verstopt ook de
fijnu gaatjes van den brander. Hierdoor komt
het kousje dikwijls slechts gedeeltelijk in gloeiïg.
Dit gebeurt onder het branden, daar de gaatjes
lucht inzuigen, maar buitendien stijgt nog een
gedeelte van het stof naar boven, en blijft zich
hechten aan de zeef boven den brander. Dien
tengevolge moet de blauwe vlam hooger branden
dan bepaald is, en het kousje oxydeert. Dit
komt dikwijls voor.
Om het stof weg te houden, kan men zich
bedienen van een omhulsel, dat overeenkomstig
met de gaten in den brander, ook openingen
heeft, maar die met fijn gaas zijn bedekt. Hier
op zet zich het stof af, en als dit gereinigd wordt
of uitgeblazen, kan men het licht beter doen
branden. Deze inrichting is zeer eenvoudig.
Ten tweede heeft men aangebracht eene vee-
rende buis. Evenals in de huizen heeft het
gloeilicht ook zijn weg gevonden op de straat
en in fabrieken.
Maar in de laatsten heerscht dikwijls dreu
ning, en dat is voor de kousjes zeer slecht. Wel
heeft men inrichtingen gemaakt, die verticale
stooten tegenhielden, maar horizontale trillingen
bleven over, en deze kwamen het veelvuldigst
voor en werkten schadelijk.
Een zeer merkwaardige en tevens vernuftige
viudiDg is hiertegen aangewend, door middel van
een veerenden spiraalvormig gebogen hollen ko
perdraad, die tevens gas doorlaat. Bjj elke tril
ling geraakt het kousje in eene onmerkbaar
trillende beweging, en loopt geen gevaar ver
nield te worden. Naar gelang der grootte regelt
men de elasticiteit der veer en reeds zijn op
verschillende plaatsen deze veeren toegepast. Bij
hangende toestellen kan men de veer aan het op-
hangpunt bevestigen.
Zeldzame visch.
Dezer dagen is door de visschers Gebrs. Van
Dort te Bergen op Zoom op de Schelde een zee
engel (Squatina Angelus) gevangen. Deze visch,
ook wel schoorhaai genoemd, moet slechts zeer
zeldzaam gevangen worden, ofschoon hij veel op
onze kusten voorkomt. De gevangen visch is een
bijzonder groot exemplaar en meer dan twee
voet hoog.
Pin de siècle.
Te Loosdrecht heeft een Geldersche gras
maaier zijn intrede gedaan op .een rijwiel.
Fin de siècle
In de oude Amersfoortsche Crt." van 5 Juli
lezen wij de volgende advertentie
Een tienjarige, vroolijke knaap uit een pro
vinciestad, die twee maanden vacantie heeft, zou
zoo gaarne in een andere plaats gaan logeeren
in een gezin, waar jongens zijn, liefst in het
bezit van fietsen.
Zij, die hem inviteeren willen, worden vrien
delijk verzocht brieven te zenden enz.
Een eigenaardig geval
doet zich in de gemeente Hoogeveen voor.
Aldaar is zonder stemming tot lid van den
gemeenteraad gekozen de heer K. Visser Nz.
Des avonds werd hem een serenade gebracht
met muziek en fakkellicht. Daarvoor was door
de deelnemers geen vergunning gevraagd. Naar
men zegt, zal nu proces-verbaal worden opge
maakt. Het bijzondere van de zaak is, dat zij
bij het kantongerecht moet worden behandeld,
waarbij do gekozen deurwaarder en de voorzit-
j ter der liberale kiesvereeniging, die het initia-
j tief voor den optocht nam, kantonrechter is.
Het wapen der Koningin,
i Naar aanleiding van een door den heer J. M.
Lion, wapen teekenaar te 's Gravenhage, aan H.
I M. de Koningin-Regentes gericht request om
j inlichtingen te mogen ontvangen omtrent het
wapen van H. M. de Koningin, is aan requestrant
medegedeeld, dat het wapen van wijlen Z. M.
den Koning bij Kon. besluit is vastgesteld en
dat, zoolang hieromtrent niet anders is bepaald,
dit wapen ook voor H. M. de Koningin onver
anderd blijft gehandhaafd.
De gala-japon van H. M. de Koningin.
Eenigen tijd geleden is medegedeeld, dat de
gala-japon der koningin, die H. M. bij gelegen
heid der inhuldiging zal dragen, voor een deel,
speciaal wat het borduurwerk betreft, op de af-
deeling kunstnaadwerk van de in het rijks-mu
seum te Amsterdam gevestigde rijksschool voor
kunstnijverheid, onder de leiding van de leer-
aresse, mevrouw I. van Emstede-Winkler, zou
worden vervaardigd.
Met dit kunstwerk, waaraan bjjna drie maan
den door zes borduursters werd gewerkt, is men
thans gereed gekomen.
Op het ivoorkleurig zwaar satijn is in goud
en zilverdraad een breede sierlijke rand gebor
duurd, waartusschen paarlen zijn aangebracht,
terwijl het borduurwerk zich voorts bepaald tot
stersgewijze versieringen, eveneens in goud- en
zilverdraad met paarlen.
De verdere afwerking der japon geschiedt thans
te Parijs.
De plaatsvervanging behouden?
Iloe men terwijl de plaatsvervanging is afge
schaft toch een plaatsvervanger kan stellen. Den
heer Coolen, notaris te Helvoirt, komt daarvan
de eer der uitvinding toe. Hij vestigt er de aan
dacht op dat de voor de militie ingeschrevenen
die zich voor de loting als vrijwilligers aanmel
den, in mindering komen van het getal milliciens
welke iedere gemeente te stellen heeft. Moet nu
een gemeente b. v. 12 milliciens leveren, maar
hebben zich van te voren 12 dergenen die dat
jaar voor de militie zijn ingeschreven als vrij
willigers aangegeven dan behoeft die gemeente
geen milliciens meer te leveren.
De oplossing is dus, te zorgen dat men vóór
de loting een voldoend aantal militieplichtigen
door geld en goede woorden (het eerste vooral)
tot vrijwillige dienstneming beweegt. De heer
Coolen wil met dat doel vereenigingen in Lim
burg en Noord-Brabant oprichten.
Eene andere aardappelziekte.
Eene andere dan de gewone aardappelziekte
is de „krul" of „kroesziekte", die thans veelvul
dig te Borger (prov. Drente) voorkomt, zoodat
op sommige akkers wel het 2/3 van de planten
er door is aangetast. De ziekte werkt er even
nadeelig als de gewone ziekte, doch is niet zoo
besmettelijk. De heer der Ritzema Bos raadt aan
om van het gewas, waarin deze ziekte voorkomt,
geene pooters over te nemen, wijl anders zeer
licht de ziekte in 't volgend jaar weer kon ont
staan.
Onze slimme bereden politie.
Men schrijft uit de prov. Groningen
Yoor eenigen tijd de zaak is nog hangende
kon men in verschillende bladen lezen, dat
tegen een onderwijzer in Friesland, volgens an
dere in de provincie Groningen, proces-verbaal
was opgemaakt, wegens het onbevoegd verkoopen
van geneesmiddelen, De zaak is, dat om genoemd
strafbaar feit het hoofd der christelijke school
in het grensplaatsje Burum, gemeente Kollum-
merland, bekeurd werd. Op interview uit, ge
werd ons het volgende
Men was er achter gekomen, doordat bedoelde
onderwijzer, in het oogloopend vaak, kleine pak
ketjes, als monster zonder waarde, verzond. De
brievengaarder meende, dat hier inbreuk ge
maakt werd op de in deze vigeerende bepalin
gen, dat als postpakket moest verzonden worden.
Hij deed, wat hij meende te moeten doen, om
de waarheid te ontdekken, de pakketten werden
opgezonden, geopend enhet bleek, dat ze
geneeskrachtige kruiden bevatten. De politie
werd met een en ander in kennis gesteld.
De hoofdzaak was echter nu nog, het verkoo
pen der geneesmiddelen te constateeren. Een
maréhaussee van de brigade te Buitenpost er
op af. Als „Delftsche wonderdokter" verscheen
hijeen koffertje in de hand, zwierig in kleedij
en in geheel zijn optreden, goed van de tong
riem gesneden. Een heel heerschap, op en de
op een kwakzalver. Zijn grooten naamgenoot
deed hij met al zijn humbug maar weinig eer
aan. De Delftsche wonderdokter, Jacob Janszn.
Graswinckel, gezegd Booth, de edele figuur uit
den bekenden roman van mevrouw Bosboom
Toussaint, was de eenvoudigheid zelve. Maar hij
speelde zijn rol toch meesterlijk en het doel
werd er niet minder om bereikt. Heel spoedig
had hij eenige adressen van huizen, waar hij
de lijdende menschheid zijn onbetaalbare dien
sten kon aanbieden. Met de voorstelling liep het
als van een leien dakje. Met veel aplomb trad
de dokter opmeester Barbaners, die zelfs aan
de hoven van koningen zijn kunsten vertoond
had, kon niet zoo opsnijden als hij. Wat wist
hij er een lange rij van kwalen en kwaaltjes op
te dreunen. Maar het baatte hem niet. Hij vischte
achter het net. Al spoedig wist hij, dat de mees
ter zijn concurrent was. Wel zoo. Men had er
toch niet op tegen, dat hij diens kruiden eens
DOOR
EDUARD ENGEL.
Uit het Duitsch door C. H. W. B.
2-}
Juist, zoo was het geweest: hij was op
eer. Zaterdag, nog in de vacantie, iets vroe
ger dan gewoonlijk uit de leeszaal der bi
bliotheek weggegaan en thuisgekomen voor
de wekelijksche groote schoonmaak geheel
geëindigd was. O, een beuzeling, juist als in
zijn knapen en jongelingsjaren. Het was
zoo belachelijk en toch tevens zoo vreese-
iijk. Zorgvuldig als altijd had Helene een
groot laken over zjjn schrijftafel gelegd,
want deze moest onaangeroerd blijven;
niets mocht erop verschoven worden, geen
enkele der bladen of blaadjes met de
lange rijen cijfers mocht worden aange
raakt. Toch moest een windvlaag door het
open venster een streepje papier, zonder
eenige waarde, op den grond geworpen heb
ben Helene had het niet gezien en zoo lag
het dan nog daar toen de oude zgn kamer
binnentrad. Dadelijk had hij het bemerkt.
Eerst stond hij verbaasd, daarna kreeg hij
een gevoel, als welde hem een heete stroom
bloed in de keel op, als werd hjj geworgd
en hij had moeten schreeuwen om zich van
deze vreeselyke benauwdheid te bevrijden.1
En toen zijn heesche stem door de wan
den der ontredderdekamer weerkaatst werd,
toen had een woedende toorn zich van hem
meester gemaakt en had hij tegen Helene
gesproken gelijk nimmer te voren. Haar
niet uitgescholden, niet aangeraakt, maar
vreeselijk hard geschreeuwd op woesten,
blaffenden toon. De oude dienstmaagd was
verschrikt de deur uitgevlogen, maar He
lena was gebleven en stond daar met doods
bleek gelaat tegen den muur geleundeens
klaps begon ze geweldig te huiveren, had
met bevende hand naar haar hart gegre
pen en was vervolgens bewusteloos ineen
gezonken. Toen was hg kalmer geworden
en had geschreid, voor de eerste maal se
dert onheugelijke tjjden en had haar on
der duizend zoete woorden en liefkozingen
naar haar kamer gedragen. De arts had het
hoofd geschud van een hartvliesverlamming
gesproken, maar goede hoop gegeven.
Van de ware oorzaak had Helene den
arts niets gezegd. In het laatst had ze tot
haar man, die handenwringend aan het
sterfbed zat, nog slechts gefluisterd: sMijn
arme Gottholddezelfde woorden, en nu
werd zij door hem weggebracht, werd ze
voor hem uit gereden, en hjj zou alleen
naar huis terugkeeren, alleen, altijd alleen
zijn.
Het rgtuig hield stil vóór de geopende
kerkhofspoort.
Wij hebben hier geen blijvende plaats,
maar zoeken de toekomstige" sprak de gees
telijke en hielp den professor by het uit
stappen.
II.
De begravenis was afgeloopen en pro
fessor Milde zat onbewegelijk alleen vóór
zijn schrijftafel. Zijn zwager en zuster had
hij verzocht,hem alleen te laten,dat zou hem
goeddoen en zij waren na eenige vergeefsche
pogingen om hem van besluit te doen ver
anderen, naar Stettin teruggereisd. Zij wis
ten dat hij bij de oude Karoline, althans
wat keuken en huishouding betrof, goed
was bezorgd.
Hg was alleen en te voet naar zijn wo
ning teruggekeerd hij was huiverig geweest
om weer in dat zwarte rijtuig te stappen.
In de Potsdammerstraat klonken de kin
derstemmen hem weer in de ooren »Hebt
ge geen lekkers, oom professor?"
Hij was een banketbakkerswinkel bin
nengegaan en had een grooten zak met
suikergoed gekocht. Even als vroeger had
hg het onder de arme kinderen der straat
verdeeld eer hij met slependen tred de trap
zijner verlaten woning beklom, waar Helene
hem nu niet meer .afwachtte.
Zoo even was ook de ledige meubelwa
gen die voor het huis naast hem had ge
staan, onder vroolijk belgerinkel wegge
reden.
Ja, nu had hg nieuwe buren. De stok
oude ministersweduwe, die bgna zoolang
als hij in het huis, dat met het zijne onder
één dak stond, gewoond had, slechts van
het zijne door een gemeenschappelgken dun
nen binnenmuur gescheiden, was zes we
ken geleden gestorven, een stille vrouw
van wie men nooit eenig gedruisch door den
muur had gehoord. De kamer aan gene zijde
van den muur was haar bloementuin ge
weest. In het vervolg zou dit wel anders
worden.
Karoline had hem zuchtend medegedeeld,
dat de nieuwe buurman, mgnheer Von Jan-
senius, vier dochters had van 16 tot 6 jaar,
nu toch altijd beter, dan vier luidruchtige
jongens.
Nu hadden de nieuwe buren hun woning
betrokken. Hg kon hen hooren, hen en het
geluid dat veroorzaakt werd door het ver
schuiven en plaatsen van meubelen in de
aangrenzende balkonkamer. Er werd geklopt
en gehamerd het hinderde hem maar hij
had geduld genoeg om zich te troosten met
de gedachte, dat dit weldra in orde zou
zgn. Toch dreunde hem het kloppen en
hameren door de ooren. Hij had een pijn-
lgk gevoel in het hoofd en in het hart. Die
nagelnieuwe, rumoer makende buren daar,
weinige schreden van hem verwgderd, die
zich in zijn stille leven drongen en rondom
hem deze leegte en verlatenheid in zijn
eigen woning hij loosde een diepen zucht
het scheen hem toe,(als was er een einde aan
zijn leven gekomen en als moest hij een
nieuw beginnen. En dat op zijn leeftijd, ze
ventig jaarZonder Helene Waarom was
zij juist weg, nu hij alleen was Hg begreep
het nog altijd niet.
Hij ging voor het gedruisch aan gene
zijde van den muur en vooi zijn hulpelooze
verlatenheid op de vlucht naar Heienes Ka
mer en ging in haar rieten stoel vóór het
open venster zitten. De zonneschermen bui
ten maakten het donker in het vertrek. Den
stil daar tennederzittenden grysaard om
ving het zachte gevoel der tegenwoordigheid
zijner juist begraven vrouw. Hg wist wel,
dat zg zelve niet meer hier was; maar op
alle voorwerpen om hem rustte nog een
waas van haar lichamelijke tegenwoordig
heid. Hg was nooit of zelden lang met zgn
vrouw in gezelschap geweest; ieder had zg'n
werkzaamheden en had zich met het gevoel
tevreden gesteld, dat de andere slechts en
kele schreden ver verwgderd was. Slechts
dan, wanneer hg te vermoeid was van het
rekenen en de cijfers hem vóór zgn bran
dende oogen begonnen te dansen, had hg
zacht aan de tusschendeur geklopt en was
haar kamer binnengetreden. Vervolgens had
hij in een hoek der sofa plaats genomen en
naar haar gezien of geluisterd, als ze naaide,
teekende of speelde.
Hij behoefde; thans slechts de oogen te
sluiten en hij gevoelde zich bg haar en haar
bij hem.
Dit moest alles zoo blijven. Hg riep de
schreiende Karoline en gaf haar de noodige
inlichtingen: Alles zoo laten, als het door
mevrouw, isjaten staan, Karoline Niets
omkeeren niets van zgn plaats zetten,
niets alleen afstoffen, netjes afstoffen
zooals mevrouw dat gaarne zag. En ver
geet bloemen niet en de schilderijen ook
niet."
sAlles zal geschieden, zooals mgnheer
professor zegt" snikte de dienstmaagd.
Hij trad aan het venster. Deze thans ver
welkte clematisrank had Helene met een
koord aan het kozgn gebonden, toen ze in
het voorjaar uit het tuintje naar boven was