Brioven uit „de Streek,"
Buitenland.
D@ oorlog tusschen, Spanje en de
Vereenigde Staten.
te zien kreeg. Dat had men niet. Een weinigje
op de hand, het monster met den vinger uit
eengespreid o wonder, precies dezelfde, als
hij ook met zich meevoerde. Zie maar Dns kan
ik hier niet terecht."
Bij het uitgaan„A propos, zou ik weten
mogen wat die kruiden kosten." Meester wou
er niets voor rekenen, alleen de vracht of zoo
iets. „Zoo, zoo, nu dat is dan een zeer royale
behandeling, want het zijn dure medicamenten."
De man der wet vertrok. Op deze plaats had
hij bot gevangen. Aan meer adressen kon hij
echter nog zijn kruiden presenteeren. Bij no. 2
en no. 8, enz. was hij gelukkiger. De eenvoudige
menschen werden door den handigen wonder
dokter op hun praatstoel gezet en hij kreeg
toch nog een goeden dag. Met de namen van
verschillende getuigen in zijn boekje kon hij
huiswaarts keeren.
Vraag en aanbod.
Onder de gemeente RillandBath (Zeeland)
was een boerenhofstede vacant en liefhebbers
werden opgeroepen. Talrijk zijn de klachten die
de boeren over den algemeenen toestand aanhef
fen, maar de lust tot boeren ontbreekt toch nog
niet, want voor bovenbedoelde stêe boden zich
aan 72 liefhebbers. Naar men zegt, waren
er liefhebbers voor f 100.per H. A., maar den
eigenaar schijnt hebzucht vreemd, want men
verzekert dat de uitverkorene slechts f67
per ÏÏ.A. inschreef.
Een stroopop.
Een stroopop als vogelverschrikker is een ding,
dat nog al eens voorkamt. Zelden echter zijn ze
zoo gelijkend als die van den tuinman M. te
Beerta.
Hij had haar gestoken in een afgelegd pak
kleeren zijner vrouw. Zoo stond zij daar op een
vroegen morgen, toen een landbouwer de laan
passeerde. Hij groette zijn buurvrouw met de
woorden„goeie morgen, vrouw M. 1 Ook al zoo
vroeg in de weer?" Geen wedergroet. Hij her
haalt, maar nu wat luider„ik wensch je goeien
morgenNog geen antwoord. Nu er op af en
hij ziet de strooien vrouw.
Den volgenden morgen ontwaren zijn knechten
een „vrouw" aan den lantaarnpaal hangen.
Zij haasten zich, want „zij is misschien nog
niet goed dood". Ook zij bevinden gelukkig, dat
het maar een stroopop is.
In de bouwvakken te Amsterdam, voor
namelijk in dat der timmerlieden, heerscht op dit
oogenblik een ernstige crisis. Reeds sedert gerui-
men tijd was het aantal werkloozen groot en dit
nam voortdurend toe, zoodat de timmerlieden, die
in de Yan Lennep-buurt bij den revolutiebouw
werkzaam waren, een poging waagden om dit aan
tal te doen verminderen.
Yolgens een te Amsterdam algemeen gelden
den regel, ingevoerd na de werkstaking van 1894,
werken de timmerlieden in den zomer 11 en in
den winter 10 uren per dag tegen 23 cents. Nu
stelden de timmerlieden uit de Yan-Lennep-buurt
hun patroons voor, het loon tijdelijk te verhoogen
tot 25 en den arbeidsduur tot 10 uren te beper
ken, om zoodoende meer timmerlieden aan werk
te helpen. Toen dit geweigerd werd, staakten zij
het werk. De vakvereenigingen verklaarden deze
staking voor rechtmatig en steunden de stakers,
waarop de patroonsvereeniging, na eenige vruch-
telooze onderhandelingen met het comité der sta
kers, het besluit nam om, zoo het werk op 16
dezer in de Yan-Lennep-buurt niet hervat is,
alle timmerlieden in geheel Amsterdam te ont
slaan. Het comité der stakers heeft thans de hulp
der burgerij tegen de patroons ingeroepen en haar
uitgenoodigd bij manifest het timmerwerk voor de
Inhuldigingsfeesten op te dragen aan de besturen
der vakvereenigingen, waarvoor een bedrijfskapi
taal van f 10.000 zal gevormd worden.
De nieuwste eenvoudigde spelling.
Op de secretarie eener plattelandsche gemeente
werd van iemand, die elders vertoeft, het volgende
schrijven ontvangen omtrent de benoodigde pa
pier voor zijn huwelijk:
„Zoo U stilgegram (telegram vrij zeker) dezer
dagen heeft ontvangen. Heeft dat u.e.d. De spa-
pieren op Heeft gezonden en nog nooit ontvan
gen. Zoo is mijn verzoek zoo u.e.d. zoo gou of
spoedig over wil stuieren Want ik moet spoedig
weer weg wees zoo vliedelijk en stuir mij met
ste Rug gaade spost te Rug."
Over Pedir.
De „Deli Crt." schrijft:
Menigeen zal met een gevoel van onvoldaan
heid het telegram uit Atjeh gelezen hebben. Is
dat nu het geduchte Pedir, is dat nu dat gevreesde
land, waar de hartader van het verzet zetelde,
waar de meest invloedrijke onzer tegenstanders
zich genesteld hadden? Was dit veldtochtje nu
het doel der zoo breed opgezette expeditie?
Yan hen die alleen naar het uiterlijk oordee-
len, is deze vraag zeer begrijpelijk. Maar hij die
van den strijd in Atjeh geruimen tijd getuige was
zal zich rekenschap weten te geven van den
voorzeker zeer gunstigen loop van de Pedir-
expeditie.
Eene zaak staat nu reeds vastzoo lang in dat
landie op dergelijke wijze geageerd wordt als nu
onder kolonel van Heutsz plaats vond, zal daar
geen sprake meer zijn van algemeen krachtig ver
zet. Het blijkt nu welk een schrik er in het land
gekomen is door de jongste schoonmaak rondom
Segli.
Het is duidelijk dat de Atjehers zich niet
meer veilig achten, nu we hunne versterkte pun
ten niet meer ten koste van veel bloed bestor
men en nemen, maar, door het aantal onzer troe
pen daartoe in staat gesteld die punten omtrek
ken en de bezettingen er van trachtten in te
sluiten, dat ze bij ons als muizen in de val zou
den loopen.
De wijze van manoeuvreeren hadden ze bij
ons te voren te weinig waargenomen; zoodrade
blandas maar eenigszin3 hun hoofd voor eene
benting gestooten hadden, bracht de eer en soms
ook de toekomst van den aanvoerder mede om
er coute quo coute op in te dringen en de ver
sterking te nemen, ton koste van offers, die dik
werf veel te duur gekocht werden.
Waar we met weinig troepen optraden daar
waren ze dapper, die Atjehers. maar thans nu
we met flinke macht en goed voorbereid hun
land intrekken, ontvluchten zij den strijd in de
hoop op betere tijden, d.w.z. in de hoop dat we
weer spoedig van tactiek zullen veranderen.
Maar daarin zullen ze het nu mis hebben.
Er zullen nu militaire wegen in het land aan
gelegd en eenige punten bezet worden.
Uitgekozen officieren zullen zich toeleggen op
meerdere kennis van toestanden in het Pedirsche
en eerlang zal aan de marechaussees, dat uitge
zochte keurkorps, de taak worden toevertrouwd
de nesten der kwalijkgezinden op te sporen en uit
te roeien.
Pedir is te lang ongemoeid gelaten om te ver
wachten dat onze tegenstanders al dadelijk het
hoofd in den schoot zouden leggen, doch met het
heerschende regime zal het slechts een quaestie
van tijd zijn.
XXXIX.
7-14 Juli. Meldde ik u de vorige week
een aanvoer van 46 a 47000 V2 H.L. aardap
pelen, daarmede bleek, voor dit seizoen, het
toppunt te zijn bereikt. Wel is het aanbod nog
zeer belangrijk, n.l. 43 a 44000 V2 H.L., doch
vooral de laatste dagen wordt het getal vaar
tuigen, waarmede de aardappelen ter markt
worden gebracht, minder. Vooral aan het sta
tion te Bovenkarspel hebben verscheidene le
veranciers hunne laatste aardappelen reeds ter
markt gebracht en zijn het thans vooral de
zoogenaamde vrachtvaarders die nog groote
hoeveelheden aanbrengen.
Van uren uit den omtrek worden de aard
appelen door deze vrachtvaarders naar Boven
karspel ter markt gebracht. Als loon daarvoor
ontvangen zij in den regel 10 cent per zak of
mand. Dat daarmede een goed dagloon wordt
verdiend, blijkt, wanneer wij in aanmerking
nemen, dat zij dikwijls 150 a 200 zak aanvoe
ren. Ja een enkele had gedurende de drukste
dagen zelfs 300 zak. De onkosten zijn dan voor
hunne rekening, doch niettegenstaande dat, ver
dienen zij veel geld en wordt hun aantal gere
geld grooter, terwijl ook die nieuwelingen spoe
dig flinke vrachten komen aanvoeren. Overi
gens is het vrachtvaren geen benijdenswaar
dige arbeid. Door de groote partijen die zij
aanvoeren, zijn hunne vaartuigen in den re
gel het laatst gelost en is het dikwijls 8 uur
en zélfs later in den avond, voor zij de terug
reis kunnen aanvaarden. Toch hebben de mees
ten hunner in den regel geen haast en plak
ken zij gaarne nog een uurtje of zelfs langer,
voor zij zich op weg begeven. Het gebeurd
dan ook meermalen, dat het reeds na midder
nacht is voor zij hunne woonplaatsen weder
hebben bereikt.
Belangrijke schommelingen werden, gedu
rende de laatste week, in de marktprijzen niet
waargenomen. Sloot de vorige week met eene
gemiddelden prijs van f 1,30 per V2 H.L., daarna
volgde nog eene kleine verhooging, tot f 1,40
a f 1,50, om daarna geleidelijk te dalen tot f 1,10
a f 1,20.
De nieuwe markt te Hoogkarspel, die door de
voornaamste handelaren als 't ware wordt ge
boycot, lijdt het meest onder deze daling, daar
zij in den regel 10 k 15 cent lager staat dan
hare buren. Het is daarom dan ook zeer ver
klaarbaar dat hare leden hot niet kunnen
nalaten, van tijd tot tijd te deserteeren.
De verzending naar de Amsterdamsche
markt, waarmede behalve door enkele hande
laren, nog steeds geregeld door de vereeniging
„Akkerbouw" van Andijk wordt voort
gegaan, geeft sedert een paar weken slechte
resultaten.
De markt te A. staat toch slechts even
hooger en enkele dagen zelfs beneden de onze.
Blijkbaar wordt Amsterdam, ook van elders
overvoerd en daaruit is waarschijnlijk ook de
lusteloosheid van den binnenlandschen handel
te verklaren. Het buitenland was dan ook ge
durende de laatste week weder de grootste af
nemer.
Omtrent de bloemkool kan, wat de vraag
betreft, vrijwel het zelfde worden bericht.
Ook daarvoor is uit het binnenland niet veel
vraag, terwijl Duitschland meer kan gebruiken,
dan dagelijks wordt aangeboden.
Worden echter voor de aardappelen nog
slechts matige prijzen besteed, de bloemkool
wordt daarentegen flink betaald. De kwaliteit
zoowel- van de fijne als van de grove bloem
kool is zeer voldoende en de prijs loopt voor
beide soorten weinig uiteen. Yoor de beste fijne
wordt vrijwel dezelfde prijs betaald als voor de
beste grove bloemkool.
Na mijn vorigen brief was de markt gesta
dig rijzende, zoodat Dinsdag van f9 tot f 12
per 112 stuks werd gemaakt. Beide daarop
volgende dagen werd echter slechts voor de
puikste partijen meer dan f10 besteed, doch
varieerde de prijs overigens tusschen de f8
a flO.
Door de frissche temperatuur en geringe
zonneschijn, ontwikkelt de bloem niet snel,
zoodat de aanvoer zeer geleidelijk plaats vindt.
Zaterdag bestond de aanvoer uit omstreeks 60
ladingen. Maandag daarna werd omstreeks de
zelfde hoeveelheid aangevoerd. Dinsdag steeg
het getal schuiten tot 85 welk aantal daarna
nog niet werd overschreden. Daar de inhoud
der schuiten, dooreengenomen nog niet veel
hooger dan op 300 stuks kan worden gesteld,
kan de dagelijksche aanvoer thans op omstreeks
25000 stuks worden geschat. Enkele partijtjes
wortelen vonden tegen 50 - 60 en 70 cent per
1000 stuks koopers. Blauwe aardappelen, die
op enkele akkers nog al van de ziekte hebben
geleden, werden met f 1,20 f 1,25 per \2 H.L.
betaald.
Bestond in het begin der vorige week groote
vrees, dat de aardappelziekte, ook in de „mui
zen" groote schade zou aanrichten, deze is tot
nog toe gelukkig niet bewaarheid.
K.
Dit moet nu wel zijn het begin van het
einde van den oorlog tusschen Spanje en de
Vereenigde Staten, welke 25 April officieel ver
klaard werd, terwijl van dien dag ook dateert
de blokkade van het westelijk deel van het eiland
Kuba en van een gedeelte van het Zuidelijke
kustgebied van Washington uit is de wereld
Donderdagavond om tien uur verrast met de
mededeeling, dat de stad Santiago zich had over
gegeven.
Dat heet nog eens veel zeggen in weinig woor
den, dat is nog eens een mededeeling, groot van
beteekenis, belangrjjk in haar directe gevolgen
Geen overbodige toevoegingen, geen veronder
stellingen over de juiste voorwaarden door de
belegerden bedongen kort en krachtig de me
dedeeling dat de stad, die de eerste maal be
sproken werd nadat Cervera er met zijn eskader
den 19en Mei (Hemelvaartsdag) binnenliep, ge
vallen is
Geen luid gejubel, geen heiligspreking van
legeraanvoerders voegt den Amerikanen in ver
band met Santiago's capitulatie.
't Ging aldus nadat van Washington uit aan
generaal Shatter een telegram was verzonden,
waarin hem werd bevolen elk voorstel van
Spaansche zijde te verwerpen, behalve de on
middellijke en onvoorwaardelijke overgave van
Santiago
Te elf uur 40 minuten werd te Washington
een telegram van generaal Shafter ontvangen,
meldende dat de Spanjaarden commissarissen
benoemd hadden om de voorwaarden van de
overgave van Santiago op te stellen. Daar men
het omtrent de bedoeling van dit telegram niet
eens kon worden, besloot men Shafter telegrafisch
te machtigen, commissarissen te benoemen, wier
eenig doel zou zijn de regeling van de onmid
dellijke overgave van Santiago, op straffe van
hervatting der vijandelijkheden.
Na een kort tijdsverloop ontving de regeering
het volgend telegram van generaal Shafter. Ik
heb zooeven een onderhoud met generaal Toral
gehad, die in de overgave van Santiago toestemt
op voorwaarde, dat de Spanjaarden zullen wor
den gerepatrieerd. In dit concept-verdrag wordt
den Amerikanen het geheele oostelijke deel van
Cuba afgestaan van Accerraderos op de zuidkust
tot aan Sagua op de noordkust, de weg van
Palma inbegrepen. De commissarissen vereenig-
den zich te 2.30 u. om definitief over de voor
waarden te spreken.
Tot de hervatting van het bombardement door
de Amerikanen is 't dus in elk geval niet meer
gekomenanderhalf uur is generaal Shafter
Woensdag bezig geweest om generaal Toral te
overtuigen van het wanhopige van verderen te
genstand, van het misdadige zoovele menschen-
levens ten offer te brengen en opnieuw (dat was
voor de derder maal!) werd de beschieting uit
gesteld, nu tot Donderdagmiddag.
Feitelijk was men te Washington ongeduldig
geworden over Shafter's dralen, dat van oogenblik
tot oogenblik de gevaren voor de vreeselijke epi
demie onder de Amerikaansche troepen stijgen
deed, doch nu het gewenschte resultaat verkre
gen is, nu het geheele Oostelijke deel van Kuba
wordt ontruimd door de Spanjaarden nu het ge
heele 4e legerkorps van Spanje op Kuba zal wor
den weggeleid naar Spanje en dus de kans dat deze
troepenmacht het garnizoen van Havana zou gaan
versterken, is uitgesloten, zal men te Washing
ton Shafter een verstandig man van zaken prijzen
In hoever dit alles van invloed is geweest op
het draaien der Spanjaardqn om vredesvoorstel
len te doen of onderhandelingen te dezen aan
zien in te leidenin hoever overwegingen met
min gunstigen uitslag voor de belegeraars op de
voorwaarden tot de overgave van Santiago heb
ben ingewerkt, is niet met zekerheid te zeggen,
evenmin of generaal Toral, de plaatsvervangende
bevelhebber der stad, geen rekening heeft kun
nen houden met de tot volharding aanzettende
bevelen uit Madrid en Havanna of wel deze in-
structiën niet tijdig genoeg ontvangen heeft!
't Is waar, de Spanjaarden hebben in de gele
koorts een geduchten bondgenoot gekregen, welke
een overwinning dor Amerikaansche overmacht
wel niet verhinderen kon, doch welke die toch
enorm kon vertragen en den prijs der zege heel
hoog opvoeren. Tegen zijn overval helpen geen
versterkingen, of wachtposten, of verkenningen,
of goede wapenen. Hij sluipt rond, gevoed door
den stroomenden regen en de verzengende hitte,
toenemend in de verpeste atmosfeer van het on
gelukkige eiland zijn tegenstand te breken ver-
eischt de grootste zorg van het korps geneeskun
digen en intendanten. Het is de „vomito negro",
de gevreesde gele koorts, de vreeselijke, gevaar
lijke ziekte, die vriend noch vijand spaart, maar
vooral hem aanvalt wiens gestel niet geleidelijk
gehard is tegen het moordende klimaat. Om de
zen vijand te bestrijden beraadslaagde de Hooge
Krijgsraad, op het Witte Huis te Washington
bijeen, uren en dagen lang; om hem te keeren
werden verstrekkende maatregelen genomen door
den geneeskundigen dienst; maar wat geeft 't
zou men kunnen vragen, als men de berichten
leest, die, vergoeljjkend en bemantelend als ze
zijn, doen vermoeden wat het Amerikaansche
leger op Kuba te wachten staat. En de regen
stroomt neer, spoelt de Amerikaansche verster
kingen weg, verjaagt de schutters uit de loop
graven, maakt de wegen onbruikbaar en vermeer
dert het gevaar voor besmetting; want vochtig
heid en hitte schijnen de beste cultures te zijn
voor den bacillus van de „vomito negro."
Wat zullen de gevolgen zijn van Santiago's
capitulatie
Zal Spanje nu aandringen op staking der vij
andelijkheden
De Amerikanen kunnen vrijelijk Porto Rico
gaan beschieten en bezettenkunnen ongehin
derd naar Spanje stevenen, kunnen Havanna ge
heel afsluiten en dus door den honger tot over
gave dwingen en dus lijkt nu wel het oogen
blik gekomen voor Spanje om te trachten te
redden wat er nog te redden valt.
Mac Kinley sprekende over den val van
Santiago, zeide dat hij thans hoopte op een aan
staande sluiting van den vrede.
Minister Sagasta denkt dat hij zelf over het
vredesverdrag zal onderhandelen.
De Dreyfus-Zaak.
Tegen Picquart is, naar verwacht kon worden,
een aanklacht ingediend. Hij zal vervolgd wor
den, „wegens het mededeelen van stukken, door
welke de veiligheid van den Staat naar buiten in
gevaar zou kunnen worden gebracht, aan een per
soon die niet bevoegd was daarvan kennis te ne
men". Tegen Picquart's advocaat. Leblois, zal
wegens medeplichtigheid aan dit misdrijf mede een
klacht worden ingediend.
Aldus heeft de ministerraad beslotenen dit be
sluit brengt feitelijk de quaestie-Dreyfus in een
nieuw stadium. Alzoo zien ook politieke personen
het in, en zij bereiden zich op gewichtige ver
rassingen voor. In de wandelgangen der Kamer
gejooft men, dat de vervolging tegen Picquart en
Leblois zal worden ingesteld op grond van de
wet van 18 April 1886. Deze wet stelt als straf
gevangenis van twee tot vijf jaar en boete van
1000 tot 5000 francs.
Gearresteerd is Picquard nog niet; maar wel
is er huiszoeking bij hem ingesteld. Alle papieren
die ze vonden, namen de rechterlijke autoriteiten
in beslag. Zeker niet van minder belang is het
feit, dat dezer dagen door den sous-chef van den
veiligheidsdienst zijn gevangen genomen: Ester-
hazy enzijn minnares, zekere „dame" Pays.
Omtrent de huiszoeking bij dien heer wordt het
volgende gemeld.
Nadat de rechter van instructie Bertulus van
de sous-chef van den veiligheidsdienst Hamard
een groot aantal papieren, couranten enz. in be
slag had genomen in tegenwoordigheid van Mar
guerite Pays, en daarna de matresse van Ester
hazy in hechtenis hadden genomen, wachtten zij
tot de majoor thuiskwam.
Esterhazy had in een boulevard-café een ken
nis ontmoet, die hem zeide dat er een hniszoe-
king bij hem plaats had. „O, dat weet ik wel,
dat is maar voor den vorm", antwoordde de ma
joor. Maar toen hij om negen uur thuis kwam,
en Bertulus hem mededeelde dat hij zijn arre
stant was, viel de majoor bijna neer van schrik.
Hij deed eerst vergeefsche pogingen om iets te
zeggen, en de tranen stroomden hem over de
wangen. Hij had begrepen dat 't niet maar voor
den vorm was.
Bertulus nam hem een kort verhoor af, in den
loop waarvan de majoor heftig tegen zijn arre
statie geprotesteerd moet hebben, dreigend nit-
roepend„Nu, als men zoo doet, dan zal ik ook
zeggen wat ik weet
Terwijl hij door Hamard naar de gevangenis
van de Santé overgebracht werd, sprak hij
geen woord. Marguerite Pays is naar Saint-La-
zare gebracht.
De inhechtenisneming van Esterhazy heeft
zeer veel beweging gemaakt en men verhaalt
dat Zola, Labori, ClemenQeau en anderen lang
durig vergaderen, teneinde hu:i gedragslijn voor
de toekomst te bepalen. Esterhazy is in hech
tenis genomen op de aanklacht van valschheid
in geschrifte. Op aanstichting van den rechter
van instructie wordt de vervolging vastgeknoopt
aan het zenden, vroeger, van een telegram aan
kolonel Picquart met de onderteekening Speranza.
Scheurer-Kestner, van wien de Mémorial de
Yosges gezegd had dat hij zich terug had ge
trokken uit de rij der verdedigers van Dreyfus,
heeft aan dat blad een schrijven gezonden, waarin
hij zegt: Ik ben heden gelijk ik gisteren was,
een verdediger van de verdrukte onschuld, want
mijne overtuiging is niet verzwakt door de tegen
standers, officieel of niet, van de zaak welke ik
verdedig.
Intusschen is ook Picquart in hechtenis ge
nomen. Toen men aan zijn woning kwam om
huiszoeking te doen schoolde weldra een groote
menigte samen en hoorde men voortdurend roe
pen„Leve het leger"! „"Weg met de Joden"!
De papieren werden uit de laden genomen en
zorgvuldig gerangschikt. Men vond brieven, visite
kaartjes, photografieën, waaronder een van den
Czaar, een van den keizer van Duitschland en
een van koning Menelik.
Te negen uur vertrokken de heeren weder.
Gedurende de huiszoeking had zich een groote
menigte voor het huis verzameld, vele roepende
„Dood aan de Joden! In 't water met Picquart!
Leve het leger!" Het rijtuig bewoog zich met
moeite door de menschenmassa heen. De agenten
van politie, die de orde wilden bewaren, werden
bemoeilijkt.
Picquart was toen juist ten eten bij Trarieux,
den oud-minister, en deze heeft nu een schrijven
gericht aan den minister van justitie Sarrien,
waarin hij scherp de wetsverkrachting gispt, waar
aan men zich door deze huiszoeking ten opzichte
van Picquart heeft schuldig gemaakt.
Hoe zal dat alles eindigen?
Met de rivisie van het vonnis? Zoo ja, dan zou
dit beteekenen de ineenstorting van den genera-
len staf, en een slag aan het Fransche leger, die
wel eens noodlottige gevolgen zou kunnen hebben.
De Regeering beleeft reeds dadelijk zeer moei
lijke dagen, en er zullen er nog wel meerdere
volgen.
Door een veertiental leden van de Commis
sie van het Internationaal Bureau voor den Vrede
te Bern is einde Juni een adres verzonden aan
de voorzitters van de ministerraden der neutrale