NI EU WE Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N*. 30. Zondag 24 Juli 1898. 7 e Jaargang. Plaatselijk Nieuws. Feuilleton. SI OOTI PBQFIS30B. m Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordsciiarwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post <30 ct. UITGEVER: J. EL KEIZER. BUREEL: Aoordscharwoiide. PRIJS DER Al) VERTENT IÊN: Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. De Naamlooze Landbouw- en Handelsver- eeeniging te Broek op Langedijk, was j.l. Woensdagavond in algemeene vergadering bijeen, ten lokale van den heer A. Kist, te Zuidschar woude, teneinde tot een resultaat te komen, be treffende de door het bestuur ingediende voor stellen, als gevolg van het gebeurde aan de vei ling te Broek op Langedijk met betrekking tot de afschaffing der overtallen. De voorzitter, de heer C. Wagenaar JGz., opent de vergadering met een woord van welkom aan leden en begunstigers van en belangstellenden in de vereeniging, en spreekt den wensch uit, dat dit hun samenzjjn zal mogen leiden tot eene goede oplossing van de kwestie, die thans aan de orde is. Men heeft gezegd, zoo ging de voor zitter voort, dat de vereeniging den 20sten Juni is overleden en den 24sten begraven, maar ik kan u mededeelen, dat dat niet zoo is. De ver eeniging is wel ziek geweest, zeer ziek zelfs, doch het licht begon weder te dagen. Keulen en Aken zijn niet op éénen dag gebouwd, of zooals een der sprekers in de vorige vergadering opmerkte, de boom valt nog niet van één Blag, gaf ons weer moed de zaak opnieuw aan te vat ten met onverdroten ijver. Hoe ging 't in het begin met de ratten Toen wij de derde keer er op aandrongen bij zoovelen en een adres richtten aan de verschillende gemeentebesturen, toen ten slotte zijn wij er in geslaagd en mochten wij het genoegen smaken voor elke gevangen rat een premie te zien uitgekeerd. De resultaten zijn niet uitgebleven. Daarom, zegt de voorz., ook be treffende het stelsel der afschaffing van de over tallen moed gehouden. Niet één zegt, dat die afschaffing schadelijk kan zijn, al wordt wel beweerd dat't in het begin heel wat ongerief zal brengen, en daarom werd dan ook besloten dit punt nu niet als afgedaan te beschouwen, maar, zooals de heer Wagenaar aan het einde de vorige vergadering zei„dat de vereeniging op haar programma houdt de afschaf fing der overtallen en 'teen ieders plicht is met vaste hand en met vaste voornemens daartoe mede te "werken en de belangen der vereeniging tenvolle te behartigen. Daarom heeft de vereeni ging nu te beraadslagen over de op het convocatie biljet voorkomende punten ter behandeling, welke luiden le. Bij het volgend oogstjaar het tientallig stelsel opnieuw aan de orde te stellen; 2e. Te trachten door het vormen van een be langrijk bedrpfskapitaal, de handel voor rekening der vereeniging te beginnen, indien door den onwil der kooplieden de bloemkool en andere groenten niet per 100 stuks kunnen worden ver kocht en geleverd en 3e. Bespreking der middelen tot het vormen van een aanzienlijk bedrijfskapitaal en het op sporen van kanalen voor den afzet van groenten. Voor echter wordt overgaan tot de beraadsla ging dezer drie punten, wordt den secretaris ver zocht, de notulen te lezen der vorige verga dering, welke zonder op- of aanmerking worden goedgekeurd. Daarop neemt de voorzitter weder het woord. Spr. meent over het le punt kort te moeten zijn. Het Bestuur stelt dan ook voor in de overtallen voorloopig te berusten en het 2e punt met het daarmede verband hondende 3e punt ter behan deling te nemen. Ook te Loosduinen bestaat een Maatschappij of Syndicaat voor den uitvoer van Nederlandsche Tuinbouwproducten, van welk Syndicaat de heer Vogels, hier heden tegenwoor dig, als vertegenwoordiger gaarne bereid is in lichtingen te verschaffen en straks het doel en stre ven daarvan zal uiteenzetten. Wederom bepleit de voorz. de afschaffing der overtallen. Mis schien, zegt hij, komt er een ander voor stel, dat ook wel te aanvaarden zou zijn, maar in elk geval zullen wjj niet rusten voor dat dat oude, verouderde stelsel, afkomstig uit den ouden tijd, is vervallen. Het heeft den naam dat men te Broek op Langedijk zeer anti-revolutio nair is, maar ik durf beweren, zegt spr., dat men aan de Langedijk op het gebied van Landbouw zeer conservatief is, en vooral met betrekking tot het handhaven van oude gewoonten. De vereeni- grjjpt niet in, in de rechten van den koopman als zij ging handelen, maar ze zou daartoe haar toevlucht nemen, om een stelsel opteheffen dat gold in den tijd van Babyloniërs en Siriërs, toen het getal zeven een heilig getal was, toen alles voor zeven jaar werd verhuurd, vastgesteld en bepaald en men dan om de zeven X zeven jaar één jubeljaar had (het vijftigste). En boven dien, als er geen winst zit in die overtallen, waarom zouden wij ze dan niet afschaffen, terwijl die afschaffing aller sympathie heeft. Laten we beseffen, dat het geen modegril is, die elk oogen- blik verandert, maar de aanvaarding van een stelsel dat moet worden ingevoerd ter wille van billijkheid en rechtvaardigheid. Evenmin als de bouwer kan zeggen, ik heb met den koopman niet noodig evenmin kan de koopman dat bewe ren tegenover den bouwer. Niemand kan het stelsel tegen spreken al zijn enkele bezwaren verbonden aan z'n invoering, waarom wij voor stellen het dan ook nog maar een jaar aan te houden om in dien tusschentijd met de kooplie den een vergadering te beleggen en met elkander in overleg te treden en indien de koopman er tegen blijft den handel zelf beginnen. De verga dering heeftdus te beslissen over de vraag of wjj direct zullen ingrijpen, of met de afschaffing der overtallen nog een jaar zullen wachten De hierop volgeude discussie was wegens de vele stemmen, weer moeielijk te volgen. De Heer Stuurman beweert, dat het geven van overtallen niet is ouderwets maar nieuwerwets. Ziet men 't tegenwoordig niet gebeuren, dat op een pond boter een pond wordt toegegeven? In den groothandel is het desgelijks. Een der aanwezigen zegt, dat de kooplieden toch niet vau al hun afnemers tegenstand zullen ondervinden. Hij is zelf te Antwerpen geweest en sprak daar een afnemer van Stuurman, maar die gaf te kennen, dat hij er niets op tegen had. De voorz. dringt aan op de beslissing der door hem gestelde vraag: al of niet doorvoering der afschaffing. Zijn er ook die met ons liever een jaar wachten Van enkele zijden wordt geantwoord, dat zij liever direct wenschen te beginnen. We hebben zoo ging de voorz. toen voort, mischien een fout begaan bij de samenstelling van ons nieuw reglement, daar 't nu blijkt dat daarin een leemte schuilt. Wij hadden er op be dacht moeten zijn, dat, ingeval de handelaars op het laatste oogenblik zouden weigeren het nieuwe stelsel te aanvaarden, de^vereeniging, om haar besluit door te zetten, daarvoor dan geen weer standsvermogen bezat in den vorm van financiën. Maar wie had zich een dergelijke teleurstelling kunnen denken Wij konden immers niet den ken, dat de koopman er zich tegen zou verkla ren. Het begon reeds goed met de planten, toen met kleine partijen wortelen, tot op den 20en Juni onze verwachtingen geheel werden vernie tigd. En hadden we toen gezien dat er nog iets aan te doen ware geweest, dan had het be stuur de wortelen kunnen koopen, maar daarmede hadden we het stelsel toch niet kunnen redden. Het kan misschien langs den weg van coöperatie dat we kanalen in het binnen- en buitenland opsporen en onze producten verkoopen en nog maals de verkooper alleen heeft het recht z'n waar te presenteeren zooals hij dat goed dunkt. Verder tracht de voorzitter in het licht te stel len dat die overtallen berusten op een gewoonte wet, met de opheffing waarvan niemand schade zal worden berokkend, om dan te hopen dat op den Kroningsdag tegelijkertijd het feit kan wor den herdacht dat de afschaffing der overtallen de kroon zal zetten op het werk der vereeniging. Dit kan wanneer de kooplieden niet blijven weigeren, of dat wij ten slotte, door den nood ge dwongen, ons genoodzaakt zien onze producten zelf te verkoopen. En zouden we daartoe verplicht worden dan zou, wanneer ieder lid een aandeel nam van een zeker bedrag een voldoend kapi taal worden verkregen om het stelsel door te voeren en hebben we een flinke weerstandskas. Wordt het kapitaal niet gebruikt, dan kan door uitloting het geld weer worden teruggegeven. Verder wijdt de voorzitter uit over de enorme uitbreiding die de groententeeld zal nemen met het oog op het steeds grooter wordende spoorwegnet en ook met het oog op de uitbreiding die de groen ten teelt in de laatste 30 jaren heeft onder gaan. Blijven de overtallen dan bestaan, zegt de voorz., dan is er geen denkbeeld te vormen van de enorme hoeveelheden die zullen worden toe gegeven, als men eens nagaat, toen op één mor gen 300.000 stuks bleemkool aan de veiling kwam, daarvan 36,000 stuks niet betaald werden. De Heer C. Vroegop zegt, dat de kooplui mis schien met een zacht lijntje wel zijn te winnen, maar, zegt hij tegen den voorz., wanneer jullie beginnen te Sinterklaazen, dan krijgen jullie 't stellig niet klaar. De voorz. Wij wenschen liever 'n vredelievende oplossing. De heer C. Vroegop. Dit is niet vredelievend. De voorz. Geeft gij dan een vredelievend voorstel, en wij zullen 't aanvaarden. De Heer C. Vroegop verwondert er zich ver der over, dat bij de vorige vergadering de con tante betaling niet ter sprake kwam, ni ettegen- staande dit punt op 't convocatiebiljet voor kwam. Hij vindt die handelwijze niet netjes. De heer D. Wagenaar antwoordt hierop dat er meermalen op algemeene vergaderingen los weg is gesproken over concante betaling, maar dat zich zoowel een geest voor als tegen dit stelsel heeft verklaard. Bovendien is contante betaling, ten koste van den boer, die daarvoor z'n percenten moet afstaan niet billijk en niet rechtvaardig. De groote kooplieden zouden er bij ..innen, doch dit zou ten koste zijn van den bouwer. De heer Dirkmaat zegt, dat voordat de grief werd aangemerkt, dat er over contante betaling niet gesproken was, het verzet van den koopman reeds had plaats gehad en dat dit dus als geen oor zaak van het verzet kan worden genoemd. Neen, zegt spreker, ik had 't veel nobeler gevonden, als de koopman had gezegd, we zullen de over tallen laten vallen, maar zie dan contante beta ling iu te voeren. Op elke vergadering heeft de koopman zijn stem kunnen doen hooren. Tegen over het feit, dat wij altijd met open kaart heb ben gespeeld, beloont men ons met een hard nekkig verzet, terwijl schijnbaar geen ernstige bezwaren werden voorgewend. Nadat de heer C. Vroegop volhoudt dat men nu door geweld en dwingelandij het doel tracht DOOR EDUARD ENGEL. Uit het Duitsok door C. H. W. B. 3.) Hq wilde Karoline roepen en haar vra gen of zjj het ook hoorde. Eenmaal, als knaap, na een zenuwkoorts, had hjj weken lang klinkende tonen in de ooren, na dien tijd echter nog nooit weder. Eensklaps besloten trad hij in zijn ka mer terug en ging los op het geluid met af werend uitgestrekte handen. Steeds luider, steeds naderbij klonk de muziek. Zonder maat, zonder smaak, alsof een beest op de toetser, drukte. Ha, nu werd het hem duidelijk: van de nieuwe buren kwam het. En hij wist nu ook, wat het was. Onaan- naam, zeer onaangenaam maar dat zou im mers spoedig een einde nemen de piano bjj de buren werd gestemd. Ook in zijn woning gebeurde dat op regelmatige tijden, maar meestal als hij niet tehuis was. Na tuurlijk was het voor hem een verloren avond, maar dat zou voorbijgaan, als tandpijn. Hij greep hoed en paraplu en ging naar buiten in de vochtige duisternis langs den Thiergarten naar de Brandenburger Poorten terugwel een uur lang, d dat immers voorbij. Diep terneergeslagen en mismoedig ging Maar vreemd was het, rekenen kon hij hij dien avond op een ongewoon vroeg uur niet op deze eenzame wandeling, zooals te bed. andersal de draden waren als met een schaar afgesneden, Altijd door moest hij er aan denken hoe daar in zijn nabijheid wildvreemde menschen leefden en zich in zijn leven indrongen en Een vreeselijke schrik deed hem huiveren en hij bleet staan om het verschrikkelijke te kunnen vatten, dat hem plotseling den adem deed stikken als men daar bij de buren een piano stemde, dan zou men er immers ook op spelen en nog wel hem geheel onbekende stukken en dat op uren, als het hem vol strekt niet paste. En h(j zou daarbij de wetenschap hebben, dat het niet Heiene was, die daar zat en speelde terwille van hem en wist wat hij het liefst hoorde en dat zou altijd, altijd zoo doorgaan en wat dan Het zweet stond bem in groote druppels op het voorhoofd en toch was hij koud. Met loome. vermoeide schreden sleepte hij hij zich weder naar huis. Het was 9 uur geworden toen hij onder de verlichte ra men van het,aangrenzende huis stond te luisteren: alles stil. Goddank, tenminste rust voor het overige deel van den avond. Eenige minuten later zat hij weder over zijn folio vellen gebogen en tuurde zoekend op de inktvlek aan het behangselmaar de for mule wilde zich niet weer laten samenvoe gen. Hij had haar toch zoo duidelijk, bijna tastbaar gezien en nu was alles als met een grijzen sluier overtogen. III. Na onrustige droomen, vermoeid naar ziel en lichaam, begaf hij zich den volgenden morgen voor de eerste maal in het nieuw begonnen semester naar het college. In de kamer bjj de buren was het stil ge weest in de vroegte, natuurlijk. Hoe zou het echter des middags zijn, als hij weer thuis kwam - - en dan dag op dagMet die gedachte vervuld, vervolgde hij zgn weg naar de stad, ze kwelde hem, toen hij voor de reusachtigen lessenaar op het college stond, en maakte dat hij al dadelijk bij het begin eener lange berekening een fout maakte, die tot allerlei onmogelijke for mules leidde, tot hij eindelijk niet meer wist wat te doen en plotseling onvriende lijk zijn voordracht afbrak en zich bij zijn toehoorders met hoofdpijn verontschuldigde. De oudere studenten, die nooit zooiets van professor Milde hadden bijgewoond, schud den bekommerd het hoofd de jongere had den groot vermaak in de angstige sprongen, die de beroemde geleerde maakte, om zijn fout te ontdekken. Waar moest het heen dacht de oude op den weg naar huis. Een traan van on machtige woede brandde hem indeoogen. De kinderen in de Landgravenstraat, die hij Mooi! Daar klonk het hem reeds tegen uit de geopende vensters! Dat was geen stemmen meer, dat was, of moest beteeke- nen een soort van pianospel. Het verschilde misschien niet veel van hetgeen honderd duizenden «begaafde" kinderen alle dagen en alle uren van den dag op honderddui zenden piano's te voorschijn brengen maar in de ooren van den ouden geleerde klonk het als door de geopende poort der hel een duivelsch gehuil of het jammergeschrei van gefolterde verdoemden. Neen, menschen konden zóó niet spelen, zelfs krankzinnige menschen niet. Het was een door elkander dwarrelen van tonen zondereenigen samen hang, een muzikale dronkaardswaanzin. En dat klonk naar buiten in de schoone, hel dere herfstlucht als getwist en gekrakeel van razende waanzinnigen. De oude zocht naar woorden om aan zijn toorn bot te vieren. Beesten waren het beestachtig was hetgeen ze uitvoerden. Mis schien had men een aap of een poedel bij het klavier gezet. Een mensch kon onmo gelijk met zulk een hardnekkigheid al maar weer van voren aan zulk onzinnig gewau wel spelen. Met versnelden pas liep hij zijn studeer vertrek op en neder, zoodat alles dreunde. Van tijd tot tijd stampte hij van machte- looze woede op den vloer. Eindelijk schelde hij de meid. «Karoline, hoort ge het?" «Wat meent u. mijnheer professor?" achteloos met ledige zakken en handenj «Dat daar!" en hij wees naar den muur, voorbij ging, zetten lange, teleurgestelde «dat daar! wat die beesten hiernaast uit- gezichten. voeren!" «O dat? Wel, dat zijn dochtertjes van onzen buurman, die piano spelen." «Noem je dat piano spelen, Karoline?! De Satan is losgebroken, de satan de satan!" Karoline schrikte van zijn luid ge schreeuw. «Maar mijn beste mijnheer professor, hoe zou dat nu de sat^n kunnen zijn?" sprak ze kalmeerend. De professor antwoordde niet. Zijn dreigend wijd geopende oogen spalkten zich hoe langer, hoe verder open terwijl hij mid den in de kamer stond te luisteren en bij eiken verongelukten toonladder of valschen greep ineenkromp, als stak men hem gloei end gemaakte messen in de ooren.Ver volgens greep hij, als om hulp smee- kend, de radelooze Karoline bij de handen: «Dat gaat zoo niet langer, Karoline. Hier mag ik niet blijven.Ach mijn God, mijn GodWaarom is onze arme goede vrouw niet meer hier, waarom laat ze mij geheel alleen met die beesten daar?" Hij jammerde als een kind, dat bij de zorgende moeder raad en bijstand zoekt. Karoline gevoelde, dat ze iets moest zeggen. «Zou mijnheer professor niet naar de andere hoekkamer kunnen verhuizen?" Ja, dat was een veistandige raad en de professor streelde Karoline dankbaar de handen. Hem was een oogenblik eene andere gedachte door het hoofd gegaan een an dere woning te huren! Maar dat was totaal onmogelijk even gemakkelijk kon hij van huid verwisselen. Maar naar de huiskamer trekken, door twee kamers gescheiden van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1898 | | pagina 1