Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N*. 31.
Zondag 31 Juli 1898.
7 e Jaargang.
N ieu wstij dingen
NIEUWE
i, nu nu
OllRAnT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct-, franco p. post 0O ct.
UITGEVER:
J. II. KEIZER.
BUREEL:
Noordscharwoude.
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Hij dit nummer behoort een
bljvoeg-sel.
GELD.
Of er in onze dagen nog een dichter zou te
vinden zjju, die het wagen durft de rijmklanken
zijner minachting te slingeren naar het beeld van
den afgod, wiens alom vereerde naam boven dit
opstel staat Die, met profetische verheffing bo
ven de slaafschheid zijner tijdgenooten, weigert
de knie te buigen voor en reukwerk te brengen
op het altaar, rondom hetwelk de honderden
millioenen zich met hun huldebewijzen verdrin
gen? Die, in het volle bewustzijn van zijn vrij
heid en van zijn kracht, de onafhankelijkheid
der armoede gelukkig prijst en toornt over de
begeerte naar „het nietig slijk der aarde?"
Mocht er nog zulk een poëtische wijsgeer uit
den voortijd bestaan, en hij aandrang hebben
om zijn gedachten te verspreiden, wij geloo-
ven dat er geen rotatiepers noodig zou zijn om
aan de vraag naar afdrukken zijner geestespro
ducten te voldoen. De man zou niet eens wor
den uitgelachen, men zou hem eenvoudig laten
staan met zijn „praatjes voor de vaak."
Eigenlijk zijn het dat ook. Wie ze houdt,
meent er niemendal van. Den bezitverzakenden
dichter is het geenszins onverschillig, of zekere
papiertjes in zijn secretaire of in die van zijn
buurman zitten, en wanneer het er op aan
zou komen, een erfenis te verdoelen, zou men
bespeuren dat deze zaak, die hem volgens zijn
beginsel eigenlijk onverschillig moest zijn, toch
nog wel zijn belangstelling gaande maakt.
Wie het geld verachten, hebben het gewoon
lijk niet. Maar wie het wèl hebben, gebruiken
het niet altijd zoo, dat er het meeste genot en
geluk uit voortvloeien. En wie het begeeren over
schatten er niet zelden de waarde van.
In geld, zegt men, zit geen poëzie. Dat wordt
bijv. beweerd als men iemand, op [zijn verjaar
dag, bij onbekendheid met hetgeen hij reeds
heeft of graag zou willen aanschaffen, een ge
schenk in geld geeft met verzoek daarvoor te
koopen wat hem het liefst is. Dat noemen som
migen koudde ware genegenheid moet zoo scherp
zinnig wezen, dat zij wel weet te ontdekken welk
voorwerp het meeste genoegen kan doen. Ook al
weer een praatje: om juiste gevolgtrekkingen te
maken, moet men een voldoend aantal gegevens
hebben, en als die nu eens niet te krijgen zijn?
Als een patroon aan een ondergeschikte, die hem
gedurende een lang tijdperk trouw en ijverig ter
zijde heeft gestaan, eens een bijzonder blijk van
waardeering wil geven, doet hij dan niet veel
verstandiger, hem een geldsommetje te overhan
digen met besteraming naar welgevallen, dan een
zilveren inktstel, dat hij, noch iemand na hem,
ooit zal gebruiken, of een gouden horloge, dat
hij zorgvuldig in een kast zal leggen Men ziet
hierin een bewijs van achteruitganghet
kieschheidsgcvoel vermindert bij het publiek, het
gevoel van eigenwaarde bij den artist, de
vroegere traditioneele lauwerkrans van edel me
taal was daarom zoo goed op zijn plaats, omdat
hij aan niets deed denken dan aan roem, en aan
vereering, en voor geen ander doel was te ge
bruiken; 't was zuivere poëzie, zonder eenige
prozaïsche inmenging.
Dat klinkt aardig maar zegt niets. De poëzie
zit niet in den vorm van het geschenk, maar
in de gedachte, die de aanbieding bezielt. Zjjn
beide met elkander in zekere overeenstemming
te brengen, des te beter. Maar voor het overige
is er niets waar van de ongeschiktheid van het
geld als huldebewijs, en alleen zij die er wat erg
veel van hebben, zullen natuurlijk in eenige ver
meerdering geen reden tot buitengewone blijd
schap en dankbaarheid hebben.
Poëzie is overal, zong De Génestet en
zij is ook in stoffelijke voorwerpen. Maar in deze
moet men haar brengen. Gelijk de hand des
werkmans het ruw en vormloos stuk metaal om
smeedt tot een lauwerkrans, werkt ook de vrien
delijke gezindheid van geven en de levenswijs
heid van den begiftigde de briefjes die schijfjes
vertegenwoordigen om tot een zonneglans op het
levenspad, tot een verfrisschende regenbui op den
dorren akker der dagelijksche dingen.
Men kan met geld ontzagljjk veel doen, en
voor menschen zooals wij, die er niet al te dik
in zitten, is het weieens aardig er over te praten.
Eigenlijk gezegd, is zonder geld de poëzie des
levens veel minder gemakkelijk te bereiken, dan
wanneer men over een zekere hoeveelheid kan
beschikken. Want, wat is die poëzie, welbe
schouwd, anders dan zekere stemming, die den
mensch gelukkig of rampzalig zich doet ge
voelen! Nu, als gij onophoudelijk u moet inspan
nen, om ten minste zooveel geld bij elkander te
scharrelen dat gij het leven kunt houden, dan
blijft er niet veel gelegenheid over om uw ziel
bezig te houden met dingen van hoogere orde
die verheffen en veredelen. In onze jeugd wer
den we, als we zekere naïeve betuigingen van
verwondering over ongelijke lotsbedeeling niet
konden weerhouden, nogal eens gepaaid met de
tegenstelling van den rijken zieken man, die geen
vrede heeft met zijn naaste betrekkingen en het
leven ellendig vindt en den gezonden, armen
werkman, die door vrouw en kinderen wordt
bemind en in die liefde het hoogste loon vindt
voor zijne trouwe, zorgen. Opperbest, en het
kostte ons geen moeite tusschen die twee de
keus te bepalen. Maar er zijn ook rijke gezonde
menschen, die ook liefde en achting in ruime
mate genieten en verdienen, en wier geld hen in
staat stelt, hun leven zoo te veraangenamen,
dat het haast jammer is er mede te moeten uit
scheiden.
Nu zou het wel heel treurig zijn als hij, die
weinig of niets bezit ook uitgeschoten zou zijn
van aankweeking van het hoogste in den mensch.
Ook de arme kan genieten, ook hij kan het ge
luk van anderen vermeederen, en heeft hij dat
gedaan, in de mate zijner krachten, dan is op
hem de uitwerking volmaakt dezelfde, als die on
dervonden wordt door den millionnair, die een
gave van welke heel de wereld gewaagt, ten
beste geeft voor een nuttige instelling. Het pen-
ninkske der weduwe, wij herinneren het ons im
mers, had in het oog des Meesters hooger waarde
dan de met veel vertoon in de offerbus gescho
ven giften der aanzienlijken. Dat lag grooten-
deels ook aan de min-edele bedoelingen der laatst
genoemde gevers.
Maar is het nu niet heerlijk als iemand een
hart heeft, dat warm klopt voor het geluk zijner
medemenschen, en zijn middelen bem ver
oorloven, aan dien drang tot weldoen gehoor
te geven? Elk talent, elke begaafdheid, waar
mede de mensch bedeeld is, tracht zich te ont
wikkelen, dat is een behoefte, en men is ge
lukkiger naarmate deze meer kan worden bevre
digd. Welnu, de hoogstbegaafden onzer natuur-
genooten zijn zij, die liefde bewijzen, en er is
geen neiging, welker voldoening ons nader brengt
aan het ideaal. Maar welk een zegen is het dan
ook, in het bezit te zijn van hetgeen noodig is,
om veel goed te doen; niet, om met volle han
den geld te strooien over armen en lijdenden,
want dat helpt niets en kan slechts teleurstelling
baren, doch om op verstandige wijze de bouw
stoffen aan te brengen, die moeten dienen voor
de voltooiing van de maatschappelijke stichting,
aan welke de opvolgende geslachten hun vlijt en
kennis, maar bovenal hun hart hebben te geven, en
waarvan elk volgend gedeelte beter en hechter
moet zijn dan wat vroeger werd bijgewerkt.
Is er, in het gemunte edel metaal, zelfs in
de voorstelling er van door min of meer onzin
delijke stukjes papier, een geheimzinnige, mag
netische kracht, heeft, volgens zekere middel-
eeuwsche legende, de duivel er een lokaas zoo
nauw mee verbonden, dat de bekwaamste schei
kundige er niet in zal slagen, die verbinding op
te heffen
Men zou het bijna zeggen. Voor geld ver-
koopen de menschen het allerhoogste van hun
wezen, de man zijn karakter, de vrouw haar
eer. Ter wille van geld ballen bloedverwanten
tegen elkander de vuisten, en er zijn voorbeel
den van huisgezinnen, waar broeders en zusters
steeds in de meest gewenschte harmonie hebben
geleefd, die in een kamp van onverzoenlijke
strijders zijn veranderd op het oogenblik dat
geldelijke belangen de oorzaak werden van wer
kelijke of schijnbare verkorting van de rechten
van eenige der leden.
In den tegenwoordigen tijd, nu zelfs in som
mige kringen van uitverkorenen, geroepen om
de hoogste belangen, zedelijke zoowel als stof
felijke, van de volken te behartigen, nu ook
daar de gouddorst zijn verwoestingen heeft aan
gericht, is het niet overbodig de oude waarheid
nu en dan te prediken, dat geld alleen niet ge
lukkig maakt, allerminst wanneer het op onrecht
matige wijze wordt verkregen. Dat het, tot een
zegen bestemd, in een vloek kan verkeereD.
Men behoeft zelfs, in zijn ijver voor eigen fi-
nanciëel voordeel, niet eens zoo ver te gaan als
de groote en kleine Panamisten van het eind
onzer eeuw, om dat te ondervinden. Wij weten,
hoe menigeen zich afjaagt en afbeult, om „geld
te maken" zooals dat genoemd wordt in Amerika,
waar die hartstocht het hevigst woedt en zijn
slachtoffers bij honderden en duizenden telt:
arme menschen, die zich letterlijk geen rust gun
nen, omdat elke verademing een zeker aantal
dollars zou doen missenarme dwazen, die, ook
al is er meer bijeengegaard dan noodig zou zijn
om aan alle begeerten, ook aan die van den no-
belsten aard, ten volle bevrediging te schenken,
toch daarmee voortgaan, tót aan des levens einde
toe, gelijk sommige roofdieren maar altijd buit
bijeen aleepen, al moeten zij ook, niet bij machte
om het veroverde te verteren, het laten verrot
ten in hun hol. De vraag, of hun dat nu waar
lijk gelukkig maakt, wordt niet eens gesteld:
het zou ook bezwaarlijk zijn, er een antwoord
op te geven. Het is, alsof zij slechts een instinct
volgen, een aandrift van lager orde.
Er is iu de physieke wereld een toestand,
dien wij evenwicht noemen. Hij ontstaat, wan
neer twee krachten met gelijk vermogen in te-
gestelde richting werken.
Naar evenwicht in ons geestelijk leven zoeken
ook wij. Het genoegen, dat het bezit schenkt,
moet in balans gehouden worden door de vol
doening, ook anderen behulpzaam te zijn in het
verkrijgen. Individualisme tegenover solidariteit,
verwerven tegenover geven. Wanneer wij, als
eerlijke kooplieden, het geld weten te gebruiken
tot hagelkorreltjes, om de schalen gelijk te maken,
en te zorgen dat de tong van het geweten „in
het huisje" blijft, dan geven wij het zijn ware
bestemming. En dan zullen wij het noch ver
goden noch minachten, maar op zijn juiste waarde
schatten.
(Rotterd. Nbl.)
Nog steeds meer Zomer-berichten.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag heeft
het in de gemeente Opsterland (Pr.) sterk ge
vroren. Enkele velden waren wit, en dat wel in
de hondsdagen!
De kinderwagen als dievenvoertuig.
Nadat het aan de Kweekschool voor Zeevaart
te Leiden bekend was geworden, dat er door een
der onderofficieren vermoedelijk diefstal van de
rantsoenen zoude gepleegd worden en het ont
vreemde door de vrouw van dien onderofficier
met een kinderwagen werd weggevoerd, ontving
de politie het verzoek om daarop toe te zien.
Het gevolg was, dat de bedoelde vrouw, die met
een ledigen kinderwagen gekomen was en met
een gevulden den tuin der kweekschool verliet,
aangehouden werd en bij onderzoek bltek dat in
den wagen eene groote hoeveelheid eetbare waren
van allerlei soort verborgen was. Zij bekende dit
van haren man ontvangen te hebben en dat zulks
meermalen was geschied. Een proces-verbaal
volgde, waarop de onderofficier is gearresteerd.
Het toenemend aantal krankzinnigen.
Als bewijs van de onrustbarende toeneming
van het aantal armlastige krankzinnigen, moge
dienen, dat de burgemeester van Koudekerk a/d.
Rjjn dezer dagen snccessievelijk aan veertien
krankzinnigengestichten telegrafeerde of schreef
of er plaatsing was voor een patient en van de
besturen van al die gestichten ten antwoord
ontving, dat er wegens overbevolking geen plaats
meer was.
Salaris-regeling!
Op de te Wageningen voortgezette vergadering
van het „Nederl. Onderwijzers-Genootschap" wer
den aangenomen de voorstellen der afdeeling
a. De Algemeene Vergadering drage het
Hoofdbestuur op zich te wenden tot de Regee
ring met het verzoek een nieuwe salarisregeling
voor onderwijzers en onderwijzeressen in te voe
ren, waarbij door het Rijk een hoogere bijdrage
wordt uitgekeerd dan thans.
Het aanvangssalaris voor eiken onderwijzer
wordt geheel of gedeeltelijk door de gemeente
betaald, alle verhoogingen voor hoofdakte en dienst
jaren komen ten laste van 't Rijk.
Hoofden van scholen genieten vrije woning of
vergoeding daarvoor vaD de gemeente, onderwij
zers op 28-jarigen leeftijd van 't Rijk.
Het aanvangssalaris bedraagt f500.
De verhoogingen zijn:
a. voor de hoofdakte f 200
b. bij aanstelling als hoofd. 100
c. na elke twee dienstjaren50
tot een maximum van f800 voor onderwijzers,
f1000 voor onderwijzers met hoofdakte en f 1100
voor hoofden van scholen.
b. De algemeene vergadering drage 't hoofd
bestuur op te trachten om in vereeniging met
den Bond van Nederl. Onderwijzers, gemeente
autoriteiten en onderwijzers een adresbeweging
op touw te zetten, waarin aangedrongen wordt
op een hoogere rijksbijdrage voor't onderwijs, in
verband met een betere regeling der salarissen.
Inzake hot voorstel cub a. werd besloten voor
die salarisrcgeling zoodanig te propageeren, dat
de pensioenszaak niet wordt achtergesteld.
Dinsdag a. s. vertrekt van Den Helder en
tusschengelegen stations tot Alkmaar een goed-
koopen volkstrein naar Amsterdam. Kaarten zijn
tot een beperkt getal aan de stations verkrijg
baar tot Maandagmiddag 5 uur.
Schaarschte van appelen en peren!
Ten bewijze dat appelen en peren in de omstre
ken van Yianen schaarsch zijn, diene, dat één
der notarissen te Yianen alle moeite in het werk
moet stellen om een aangekondigde vruchtenver-
kooping te doen doorgaan.
Er zijn eigenaren van boomgaarden, die dit jaar
in het geheel geen appelen en peren te veilen
hebben
Eerst bedwelmd, toen bestolen!
Omtrent het gemelde geval van den Amster
dammer, wien in den trein ongeveer f5000 af
handig werd gemaakt, melden buitenlandsche bla
den volgende bijzonderheden:
Een geheimzinnige zaak houdt op dit oogen
blik de politie te Brussel bezig:
Toen verleden week Dinsdagavond 9 uur de
sneltrein uit Holland het station was binnenge-
stoomd, bemerkte men in een der coupés eerste
klasse een heer in diepen slaap. Nadat men hem
met veel moeite gewekt had, deelde hij aan een
politie-beambte mede, dat hij Sevenant heette en
kaashandelaar te Amsterdam was. In Rozendaal
waren vier zeer net gekleede heeren bij hem in
de coupé gestapt, waar zij begonnen met om hooge
bedragen te spelen. Hij zelf had echter gewei
gerd mede te spelen. Daar het in het comparti
ment zeer warm begon te worden was een van
de heeren opgestaan, schijnbaar met het doel het
venster te openen, doch inplaats daarvan wierp
hij den medereiziger een zakdoek over het gezicht,
waardoor deze plotseling bedwelmd werd en in
diepen slaap geraakte. In Brussel bleek nu, dat
zijn portefeuille, inhoudende f 5000 aan Hollandsch
bankpapier, verdwenen was.