Brieven uit „de Streek."
Suriname is. Nu is een der aangewezen kanon-
neerbooten, welke te Vlissingen is gestationneerd
niet in staal aan de revue deel te nemen. Er
zouden dus als de Friesland op tijd binnen is,
13 schepen overblijven, en 13 is een „ongeluks
getal", daarom heeft de minister bepaald, dat,
ingeval de Friesland bijtijds binnen is, een ander
sohip niet deel moet nemen aan de revue.
Aldus vertelt het „Utr. Dagblad", zou 't heuscb
zoo zijn P
Er loopt te Amsterdam een allerzonder
lingst gerucht: er zouden niet minder dan 300
doodkisten in een der kerken zijn opgeborgen,
om na plotselinge ongevallen dadelijk te kunnen
dienen.
Op gezag van verschillende autoriteiten dee-
len wij mede, dat het gerucht geheel uit de lucht
is gegrepen. V. u. V.
H. M. de Koningin-Moeder schonk aan de
algemeene armen te: Amsterdam f1000, Schie
dam f250, Deventer f250, Leiden f450, Haar
lem 550. Arnhem f 500, Maastricht f 800, Roer
mond f100, Tiel f100, Utrecht f 750, Gronin
gen f 550, Gouda f 200.
Vanwege H. M. de Koningin kregen de be
hoeftige oud-strijders giften.
Een standje.
Een heer en eene dame wandelen langs het
Westelijk viaduct bij het Centraal-Station, gezel
lig pratend, zooals dat zoovele heeren en dames
plegen te doen. Doch eensklaps komt er eene
verandering in het gesprek. De woorden komen
vlugger van de lippen, heftiger worden de geba
ren, sneller de tred. Verwijten worden gedaan,
tranen vloeien plomp daar ligt de dame in
het water.
De heer, onthutst, verliest een oogenblik zijn
bezinning, doch begint weldra uit alle macht om
hulp te roepen. Evenwel de helpers zijn nog
verre. Een kort besluit en ook de heer ligt te spar
telen in het brakke nat. Nu snellen een aantal
menschen toe, die weldra onze twee twistenden op
het droge halen Een oogenblik later vervolgden
de heer en dame door het bad opgefrischt hun
weg.
In acht jaren.
In de acht jaren, gedurende welke H. M. de
Koningin Weduwe Adelheid Emma Wilhelmina
Theresia, Prinses van Waldeck Pyrmont het
Regentschap over het Koninkrijk der Nederlan
den voerde, zijn vele ingrijpende en gewichtige
regeeringsvraagstukken in behandeling genomen
en hetzij gedeeltelijk, hetzij geheel tot oplossing
gebracht. Wanneer wij de lange rij wetten, welke
in die jaren in het „Staatsblad" zijn opgeno
men, overzien, spreekt de uitkomst, meenen wij,
voldoende.
H. M. de Koningin Weduwe legde als Regen
tes den eed af in handen van het ministerie
Mackay; in den zomer van 1891 trad het mini
sterie Van Tienhoven—Tak van Poortvliet op,
dat in 1894 gevolgd werd door het kabinet Röell—
Van Houten, waarna sinds 27 Juni 1897 het
ministerie PiersonGoeman Borgesius zitting
nam. Drie malen zag dus de Regentes het be
wind in andere handen overgaan.
Van de wetten, sinds 1891 tot stand gekomen,
noemen wij
De wet tot wijziging van wettelijk vastgestelde
formulieren enz., in verband met het overgaan
van de Kroon op een Koningin; die tot goed
keuring van de tusschen Nederland en Groot-
Brittannië en Ierland gesloten overeenkomst tot
vaststelling der grenzen tusschen deNederlandsche
Bezittingen op Borneo en de Staten op dat eiland,
die onder Britsch protectoraat staan; die tot in
stelling der orde van Oranje Nassaudie nopens
een nieuwe overeenkomst met de Billiton-maat-
schappij; die tot regeling der pensioenen en
onderstand van het personeel van den loodsdienst
die tot aanvulling van het B. W. (colographische
testamenten)die op het Nederlanderschap en in
gezetenschap.
Verder de wet op het faillissement en de sur
seance van betalingdie tot nadere regeling van
het pensioen der weduwen en weezen van burger
lijke ambtenarendie houdende bepalingen op de
fabrieks- en handelsmerkendie tot heffing eener
belasting op bedrijfs- en andere inkomstendie
tot afschaffing van de rechten van {registratie op
aanstelling en acten van beëediging van ambte
naren.
Ook noemen wij de wetten tot Vereeniging
van de gemeenten Rotterdam, Kralingen en
Charlois; tot regeling van de grens van Amster
dam, Sloten, Diemen en Nieuwer Amstel; idem
van Utrecht, de Bildt, Jutphaas en Ouden Rijn;
idem van Leiden, Leiderdorp, Oestgeest eu Soe-
terwoudede wetten tot voorziening in de rege
ling en het bestuur van de huishouding der ge
meenten Opsterland en Weststellingwerfde wet
omtrent de heffing van invoerrecht naar de waarde
der goederen; die tot schorsing der heffing van
suiker in Ned -Indië; de Veiligheidswet en de
Stoomwet; de wet op de Kamers van Arbeid;
de wet tot wijziging van art. 54bis der wet op
het L. O., en de wet tot conversie der 3,/2 pc.
en 3 pc. ren tegevende schuld.
Ook moeten wij vermelden de wet houdende
instelling van een militairen pensioenraad; de
wet tot regeling der Personeele belasting.
De wetten tot regeling van het Kiesrecht, tot
regeling der financieële verhouding tusschen het
Rijk en de gemeenten en de herziening der al
gemeene regelen ten aanzien der plaatselijke
belastingen, en de wet tot invoering van per
soonlijken dienstplicht bij de Nationale Militie
mogen zeker een voornaam drietal genoemd wor
den.
Onder de aanhangige wetsontwerpen zijn zoo
als men weet dat op de invoering van leerplicht,
dat ter bescherming van kinderen, dat ten voor-
deelo der buiten huwelijk geboren kinderen, en
dat in het voordeel van verzekering van werk
lieden tegen schade uit ongevallen bij den ar
beid voorkomende.
Onder de bijzondere gebeurtenissen gedurende
het Regentschap nemen de expedities naar Lom
bok en het krachtig optreden te Atjeh een voor
name plaats in.] (Tel.)
XLV.
25 Aug.—1 Sept. Gaat het u als mij, waarde
lezers, en velen uwer zal het gewis zoo gaan,
dan kost het u inspanning en vereischt het
overleg, om dezer dagen uwe gewone werk
zaakheden met voldoende zorg te verrichten.
Wij allen vieren feest, of houden ons bezig
met de voorbereiding daarvan en wij doen het
van ganscher harte.
We verheugen ons er in, dat de jongste telg
van ons bemind vorstenhuis de regeering heeft
aanvaard en wij gevoelen vooral thans de
nauwe verwantschap die bestaat tusschen
Oranje en Nederland. Eene enkele anti-konings
gezinde moge trachten de belangrijkheid van
het koningschap te verkleinen of weg te cij
feren, het tijdstip daarvoor is thans bijzonder
slecht gekozen. Gelukkig dat zij slechts tot
de uitzonderingen behooren, want op vele
plaatsen, o. a. in de Streek, zouden zij allicht
totonmiddelijke wraakneming annleiding geven.
Te Grootebroek waar men aanvankelijk, door
onderlinge verdeeldheid, niet met de
samenstelling van eene feestcommissie scheen
te zullen slagen, werden alle geschillen tijde
lijk bijgelegd, om eendrachtelijk het gewich
tige feit te herdenken en uiting te geven aan
de hartelijke liefde die ieder bezield voor onze
lieftallige Koningin.
Slechts enkele dagen resten hen, om hun
feest voor te bereiden en toch zij waren op
31 Augustus gereed. Markt werd niet gehou
den, opdat ieder zich ongestoord aan de feest
vreugde kon wijden en daarvan werd een dank
baar gebruik gemaakt. Ook Lutjebroek en Bo
venkarspel spitsen zich er op, om binnen en
kele dagen opgewekt feest te vieren. Gevel-
versieringen en eerepoorten worden daargesteld,
illuminaties voorbereid en tusschenbeiden wordt
een bezoek gebracht aan nabij gelegen plaat
sen, zooals te Enkhuizen, waar optochten,
bloemencorso, vuurwerk en schitterende illu
minaties duizenden op de been brengen.
Onze markten verheugen zich dan ook se
dert enkele dagen niet in die groote belang
stelling, welke haar in den regel wordt be
toond. De aanvoer van tuinbouwproducten is
klein en ongestatig.
De bloemkool is vrijwel opgeruimd en roode,
witte en savoyekool, waarvan inmiddels de
prijs niet tot snyden uitgelokt, kunnen allicht
een paar dagen later ter markt worden ge
bracht.
Nu, dat de aanvoer tijdens de feestdagen niet
groot is, is niet alleen verklaarbaar, doch
zelfs het meest gewenscht. Het is feest door
geheel het land en het kan niet anders, of ook
de geregelde verzending zoowel per schip, als
per spoor moet daaronder lijden. Zijn het
misschien ook de feesten, die nu reeds een
ongunstigeninvloed op de prijzen uitoefenen?
De meeste producten toch, worden thans
tegen lagere prijzen gekocht. Alleen voor bloem
kool werd de laatste dagen nog f5 k f7 be
dongen.
Roode, witte en savoyekool daarentegen, die
tot voor enkele dagen flink werden betaald,
daalden, naar kwaliteit, tot f2,50 f4.-
Uien, die in het begin der vorige week gra-
ir werden en waarvan thans reeds betere
valiteit wordt aangeboden, is thans weder
minder gewild en wordt met fl tot f 1,40 per
H.L. betaald. Ook de kleine uien wordt slechts
met omstreeks fl,50 per H.L. betaald. Sla-
boonen waarvan de opbrengst, of zooals men
hier zegt, „de teelt" niet groot is, brengen
thans eene prijs op, die de aan deze cultuur
verbonden werkzaamheden slechts zeer matig
loont; n.l. omstreeks f0,20 per 1000 stuks.
In het laatst der vorige week werd de eerste
partij slaboonen, door de onlangs te Andijk
opgerichte fabriek, in bussen met luchtfilter
ingemaakt De aardappelhandel is gedurende
deze week van weinig beteekenis, hoewel de
prijs vrijwel gelijk is gebleven. Voor muizen
wordt f 1,40 k fl,45, voor blauwen f 1,10 a
f 1,25 per Va H.L. besteed. De prijs van appe
len en peren is, hoewel iets lager, dan voor
enkele dagen, nog steeds vrij hoog en varieert
naar soort en kwaliteit van f2,- tot f3,-
per V> H.L.
De aanvoer bljjft nog steeds gering en de
kwaliteit der meeste soorten verre beneden
andere jaren.
K.
Buitenland.
Herziening waarschijnlijk.
Van groote beteekenis zijn de verschillende be
richten, sinds Donderdag uit Parijs gekomen in
betrekking tot de Dreyfus-zaak. Wel beweert
Cavaignac aan wiens liefde voor waarheid en
recht hulde zij gebracht! dat de schuld van
Droyfus voor hem, minister, nog even vast staat
als vroeger; maar onderscheidene ministers zijn
van opinie, dat een revisie van het proces niet
meer te vermijden is. Een beslissing ten deze is
echter nog niet genomen.
Minister Cavaignac zou in zijn vaste overtui
ging van de echtheid der door hem op de tribune
voorgelezen stukken aan het wankelen zijn ge
bracht door de beschuldigingen tegen majoor Du
Paty du Clam en de onthullingen van kolonel
Picquart, die met terzijdestelling van het beroeps
geheim, dat hem tot dusver den mond gesloten
hield, alles vertelde wat hem bekend is. Voorts
zegt men, dat Cavaignac in Le Mans geweest is,
en na die reis, op welke gronden is nog niet
bekend, aanleiding gekregen heeft om een persoon
lijk onderzoek in te stellen over de documenten
van de Dreyfuszaak. Misschien ook waren het
de vrjj-snijdende critische artikelen, welke Tra-
rieux en Jaurès hebben openbaar gemaakt ten
betooge, dat er zooveel bij het Dreyfus-proces
niet in den haak was.
Hoe 't zij, de minister stelde persoonljjk een
onderzoek in en ondervroeg alle officieren van
zjjn departement. Een dezer vertelde hem, dat
hij had hooren spreken van valsehe stukken, ver
vaardigd op het bureau van het informatiedienst.
Hij werd toen uitgenoodigd om een onderzoek in
te stellen en verkreeg weldra stellige bewijzen,
waarop kolonel Ilenry werd ontboden, wien, in
tegenwoordigheid van 's ministers kabinetschef
generaal Roger, het bewuste stuk werd voorge
legd. De kolonel betuigde opnieuw de echtheid,
maar men deed hem opmerken dat het stuk in
quaestie en het vergelijkingsstuk op verschillend
geruit papier was geschreven. De kolonel ver
klaarde toen, dat het stuk hem onvolledig was
gebracht en dat hij den laatsten zin had bijge
schreven Men moest hem op nog andere bewij
zen voor de vervalsching opmerkzaam maken,
eer hij volledig bekende.
Het idéé van den kolonel schijnt geweest te
zijn, dat het noodzakelijk was de bewijzen der
schuld van Dreyfus met één overtuigingsstuk
van beslissend karakter te vermeerderen. Het
valsche stuk, dat hij gemaakt heeft, vertoonde,
vergeleken met een echt stuk, op 't oog niets
afwijkends, maar tegen het licht gehouden, zag
men dadelijk dat het valsch was, daar de ruitjes
van het papier anders waren. Zoodra de kolonel
door de mand was gevallen, liet de Minister
hem in arrest nemen, en opsluiten aan het Mi
nisterie van Oorlog, waarna hij denzelfden avond
in een fourgon van de artillerie werd overge
bracht naar het fort Mont-Valérien. Cavaignac
reed onmiddellijk naar het Minister van Binnen-
landsche Zaken, om aan den heer Brisson, Mi
nister-President, verslag te doen van hetgeen
was voorgevallen.
Tot zoover loopen de bijzonderheden over de
feiten, die in hoofdzaak reeds bekend zijn. Maar
nu komt een ontzettend berichtkolonel Henry,
de falsaris, heeft zich op het fort van het leven
beroofd. Woensdagavond gebeurde zulks. De
rampzalige heeft zich den hals afgesneden
Dat de Fransche generale staf uit moreel
oogpunt een echèc heeft geleden, is niet te ont
kennen.
Woensdag kwam de Fransche ministerraad
bijeen, die zich natuurlijk ook met de nieuwe
phase van de Dreyfus-quaestie bezig hield. De
Soir weet iets te vertellen over de gevoerde dis
cussies. Het ging er nogal scherp van langs.
Onderscheiden ministers gaven als hun opinie te
kennen, dat de revisie van het proces nu onver
mijdelijk is geworden; maar Cavaignac bestreed
dit gevoelen, en dreigde zelfs met aftreden. Zoo
voor als na blijft de minister overtuigd van Drey
fus zijn schuld. Tot een beslissing kwam men
niet.
Enfin, het laatste woord is zeker nog niet ge
sproken. De wetenschap, dat we met een minis
ter te doen hebben, die naar recht en gerechtig
heid streeft (men zegt dat de enquête van hem
jrsoonlijk was uitgegaan) geeft intusschen een
iele geruststelling.
Nog een bericht van beteekenisIn den Woens
dagavond gehouden ministerraad is het ontslag
van Esterhazy uit den dienst, geteekend. Op
welke overwegingen dit besluit rust, weten we
nog niet; maar in ieder geval is hjj onwaardig
verklaard om langer den officiersrang te beklee-
den. Wanneer zal nu de edele Picquart in eer
worden hersteld?
Het voorstel tot ontwapening.
De officieele tekst van de kennisgeving, die
24 Augustus op bevel van den Czaar aan alle
vertegenwoordigers van buitenlandsche mogend
heden te St. Petersburg werd uitgereikt, luidt
als volgt:
De handhaving van den algemeenen vrede en
een mogelijke vermindering van den op alle na
ties drukkenden overmatigen oorlogslast, is op dit
oogenblik voor de geheele wereld een ideaal,
waarop de pogingen van alle regeeringen moesten
gericht zijn.
Het humane en verheven streven van zijne
Majesteit den Keizer, mijn Heer, is op deze taak
gericht. In de overtuiging dat dit verheven doel
aan de werkelijke belangen en de wettige
wenschen van alle mogendheden beantwoordt,
houdt de Keizerlijke regeering het tegenwoordige
oogenblik voor zeer geschikt, om langs den weg
van internationale beraadslaging de meest doeltref
fende middelen te beramen, om allen volken de
weldaden van een waren en duurzamen vrede te
verzekeren en voor alles de voortschrijdende ont
wikkeling der tegenwoordige oorlogstoerustingen
te beperken.
In den loop der laatste twintig jaren heeft de
wensch voor een algemeene geruststelling in het
bewustzijn der beschaafde naties in 't bijzonder
vasten voet verkregen. Het behoud van den vrede
is als doelwit der internationale politiek gesteld.
In naam van den vrede hebben groote staten
sterke verbonden met elkaar gesloten. Om den
vrede beter te kunnen handhaven, hebben zij op
tot dusver niet gekende wijze, hun militaire macht
ontwikkeld en gaan voort, deze te versterken,
zonder voor eenig offer terug te schrikken.
Des ondanks hebben al hun bemoeiingen het
zegenrijke resultaat van den gehoopten vrede niet
kunnen verkrijgen. De financieele lasten, die
steeds zwaarder worden, treffen de volkswelvaart
in den wortel. De geestelijke en lichamelijke
krachten van de volkeren, hun arbeid en het ka
pitaal worden grootendeels aan hun natuurlijke
bestemming onthouden en op niet-productieve
wijze besteed.
Honderden millioenen zijn uitgegeven om vree-
selijke vernielingswerktuigen te scheppen, die he
den als het laatste wetenschappelijk resultaat be
schouwd worden en reeds heden veroordeeld zjjn
door een nieuwe ontdekking op dit gebied, elke
waarde te verliezen. De nationale cultuur, de eco
nomische vooruitgang, de voortbrenging van rijk
dommen worden verlamd of in verkeerde richting
ontwikkeld.
Dientengevolge beantwoorden de oorlogstoerus
tingen van iedere mogendheid, op de wijze van
nu, steeds minder aan het doel, dat de regee
ringen op 't oog hadden. De economische cri
sissen, die grootendeels door het systeem der tot
het uiterste doorgedreven oorlogstoerustingen wor
den veroorzaakt, en het voortdurende gevaar,
dat in de opeenhooping dezer oorlogsmiddelen
ligt, maken den gewapenden vrede van den te-
genwoordigen tijd tot een voor den volkeren
steeds moeilijker te dragen en hen neerdrukken-
den last.
Het is derhalve waarschijnlijk, dat, wanneer
in deze richting wordt voortgegaan zij op ramp
zalige wijze juist tot catasprophe zal leiden, die
men te vermijden zoekt en welks verschrikking
ieder mensch reeds alleen bij de gedachte er aan,
een rilling door 't lichaam doet gaan.
De gestadige oorlogstoebereidselen te doen op
houden en de middelen te zoeken om het der
geheele wereld bedreigende onheil te voorkomen
is de hoogste plicht, die thans op alle Staten
rust.
Doordrongen van dit besef, heeft het Zjjne
Majesteit behaagd, mij te bevelen, alle regeerin
gen, die vertegenwoordigers aan het keizerlijke
hof hebben, het bijeenroepen van een conferen
tie voor te stellen, welke zich met het ernstige
vraagstuk zal bezighouden.
De conferentie zou, met Gods hulp, een guns
tig voorteeken voor de komende eeuw zijn. Zij
zou in een sterken ring de pogingen van alle
staten te zamen vatten welke oprecht er naar
streven het groote denkbeeld van den wereldvrede
te. doen zegevieren over de elementen van twist
en tweedracht.
Ze zal tegelijk hen te zamen gaan bezegelen
door een gemeenschappelijke huldiging van de
grondvesten van het recht en de gerechtigheid,
waarop de zekerheid der Staten en het welzijn
der volkeren berust.
Graaf Mouravieff."
Onder de slachtoffers van de laatste warme
dagen te Parijs bevindt zich ook de potlood-
venter Libeau, die bij het Palais Royal, tenge
volge van een zonnesteek in elkaar zakte en naar
het ziekenhuis moest gebracht worden, waar hij
reeds overleden aankwam. In een dikken, lede
ren gordel, dien de man op zijn naakte lichaam
droeg, vond men 300,000 frs. in banknoten en
papieren van waarde.
De man zag er op 't oog zoo arm en ellendig
uit, dat de koffiehuisbezoekers hem gaarne een
aalmoes gaven, zonder het potlood, dat hij voor
den vorm te koop aanbood, aan te nemen.
Anders dan ontwapening!
De commissie, ten vorigen jare in Zweden be
noemd voor de ontwikkeling der verdedigings
middelen, heeft thans rapport uitgebracht. Zij
stelt daarin voor, 21 millioen kronen te bestem
men tot verdediging van Nordland van de land
zijde, van Göteborg aan de zeezijde en tot vol
tooiing der verdedigingswerken van Stockholm,
Karlskrona, Karlsberg en het eiland Gotland.
Rhodes is boos best te begrijpenIn
zijn laatste verkiezing&speec/j liet hij zich o.m.
aldus uit
„Wij mogen thans verslagen zijn, maar ten
slotte zullen wij zeker overwinnen." Heftige uit
vallen deed hjj vervolgens tegen den heer Hof-
meijr en den Afrikaander Bond, die z. i. het volk
misleiden en voor de kolonie een hinderpaal zijn
op den weg tot vooruitgang van de Kaapkolonie.
De rassenstrijd zou thans eerst goed losbreken, en
het gevolg zal zijn dat president Krugergansch
Afrika in bezit krijgt en de Kaapkolonie van de
vrije gemeenschap met het Noorden afsluit!
De stad Parijs heeft kortelings 70.000
L. inkt voor 8000 frs. aangekocht, welke dient
voor de 160,000 kinderen der stadsscholen. Jaar
lijks verbruikt elk kind ongeveer 44 cL. inkt.
Als de oorlog was blijven voortduren, zou
Engeland met een „sigarennood" bedreigd zijn,
althans met gebrek aan Havana-sigaren.
Toen 20 April de blokkade van de Cubaansche
kust werd afgekondigd, werden twee schepen, die