ningin-moeder is geleverd door een firma te Am
sterdam.
De kroon, do scepter en de Rijksappel, die voor
het binnentreden van H.M. de Koningin in do
kerk op de kredenstafel voor den troon gereed
liggen, zijn van verguld zilver; ook deze siera
den zijn bij vorige inhuldigingen gebruikt.
De inrichting der zitplaatsen wijkt in zoover
van de inrichting bij vorige inhuldigingen af, dat
deze niet waaiersgewjjze is, en dat in de vakken
die gelijkvloers zijn, stoelen zijn geplaatst en geen
banken, terwijl ook de tribune voor de leden der
Staten Generaal recht tegenover den troon en
onmiddellijk achter de stoelen der ministers, die
vlak tegenover den kredenstafel staan, en de
terweerszijden daarvan gelegen tribunes, bestemd
voor de Hooge rechterlijke autoriteiten en de
hooge militaire autoriteiten, van stoelen zijn
voorzien.
Yoorts komen er geen staanplaatsen voor, an
ders dan die voor het publiek zonder toegangs
kaarten bestemd.
Rechts van de zetels der ministers, vóór de
tribune van de zooeven genoemde rechterlijke
ambtenaren, zijn de plaatsen voor den voorzitter
der vereenigde vergadering en de griffie, terwjjl
links eenige hooge staatsambtenaren een plaats
vinden.
Aan de rechterzijde van den troon is een loge
met zetels voor vorstelijke genoodigde n, twee tre
den hooger boven den vloer. Daarvoor bevindt zich
de loge voor de diplomatie en links van den troon
een voor de verwante vorsten met hun gevolg
daarachter weer een tribune voor genoodigden
van de ministers en de leden der Staten Generaal.
Verder zijn nog een aantal tribunes gebouwd voor
andere ófficieele personen, voor rijks- en gemeente
ambtenaren, voor de zangers en de muziek (deze
beide laatsten ter weerszijden van het groote orgel,
boven een ruime loge voor de vertegenwoordigers
der pers bestemd) enz.
Daar klinkt de stem van den griffier der Eerste
Kamer, die het Koninklijk Besluit voorleest,
waarbij deze zitting is uitgeschreven. De griffier
leest van een viertal heeren de kennisgeving voor,
dat ze deze zitting niet zullen bijwonen.
Verder wordt de commissie benoemd om H.M.
in- en uitgeleide te doen.
Het is nu 10 minuten voor elf en uit het
sterker wordend gejuich op den Dam valt bin
nen de Kerk op te maken, dat de Koningin-
Moeder nadert; en weldra verschijnt, voorafgegaan
en gevolgd door al de leden van den hofstoet
de vorstelijke Vrouwe door den ingang aan den
N.Z. Voorburgwal.
H.M. wordt hier door een zestal ceremonie
meesters ontvangen, en gaat, onder diepe, eer
biedige stilte midden door de kerk naar den
Troon, waar zij plaats neemt links van den zetel,
die weldra door de Koningin zal worden inge
nomen.
Het gevolg van de Koningin-Moeder neemt ter
rechter en ter linkerzijde plaats, en juist nu
breekt de zon door de wolken en zendt op Kroon
en rijksappel, op den Troon en alles haar gouden
stralen; zóó tooverachtig schoon, dat een kreet
van bewondering velen ontsnapt.
Het kerkorgel zendt nu zijn machtige tonen
door de hooge gewelven, en kopermuziek schet
tert mee de plechtige feestklanken uit.
Maar reeds dringt opnieuw het gejuich van
buiten tot ons door; wij hooren de kanonnen
bulderen, de klokken luiden, het is het teeken
dat H.M. de Koningin van het Paleis vertrekt.
Een beschrijving te geven van de geestdrift,
toen hierop H. M. Koningin Wilhelmina ver
scheen, is bijna niet doenlijk. Het publiek wuifde
met zakdoeken, met hoeden, zong het Wilhelmus,
riep hoera.
Het was een onvergetelijk oogenblik die ver
schijning van Onze Koningin,
Welk een liefelijk beeld, toen zij daar uit het
Paleis trad, omhangen met het purper en de dia
deem op het hoofd, flonkerend en schitterend in
het licht der zon, die juist op dit oogenblik door
de wolken brak.
Nu volgden de Grootmeesters van H. M. de
Koningin, terwijl de stoet gesloten werd door de
adjudanten, ordonnans-officieren en de vlag-offi-
cieren en generaals in actieven dienst in volgorde
van rang en anciënniteit.
te geven en zooveel mogelijk elk spoor van ach
teruitgang voor het oog van den bezoeker te
verbergen.
Voor een goed opmerker echter bleef die ach
teruitgang geen geheim: want niettegenstaande
de zorgvuldige pogingon om het interieur der
kamer een zeker fatsoen bij te zetten, blonk de
armoe der bewoners toch te zeer door de ver
sleten tapijten en verkleurde gordijnen, de hier
en daar door den tand des tijds doorknaagde
zittingen der ouderwetsche stoelen, dan dat ze
zijn blik zouden hebben kunnen ontgaan.
In een hoek van het vertrok stond een groot
ledekant, met een groen behangsel, dat slechts
even opengeschoven was en door die opening
gelegenheid gaf, het bleeke en lijdende gelaat
te zien van een dame van omstreeks vijf-enveertig
jaren.
Die dame, welke ook nog in hare ziekte over
blijfselen eener vroegere schoonheid vertoonde,
stak, zoodra zij den jongeling de kamer hoorde
binnen treden, een kleine, fraai gevormde, maar
zeer vermagerde hand tusschen de gordijnen van
het ledekant door en vroeg op zwakken maar
innemenden toon: „alweer terug?"
Het meisje wendde zich onmiddellijk naar het
leger en antwoordde met een zilveren stemmetje
„ja mama, zoo even, en wij hebben ons zooveel
mogelijk gehaast om weer bij u te komen; u
heeft toch onze hulp niet behoefd, is 't wel
mama?"
De zieke gaf op vriendelijke wijze de verze
kering, dat ze geen behoefte had gevoeld en al
dien tijd gesluimerd had.
Het jonge meisje ging daarop aan eenigen
huiseljjken arbeid, waarop de jongeling zich op
een stoel bij het ledikant plaatste en met de
Als de Koningin het kerkgebouw binnentreedt,
heft het zangkoor wonderschoon het „Wilhelmus"
aan.
Langzaam wandelt de Kóningin door haar
schitterenden hofstoet omgeven, naar den voor
haar bestemden zetel. Zooals dit gewoonlijk bij de
opening der zittingen van de kamers geschiedt,
heeft ook nu een Commissie van leden der Staten-
Generaal II. M. ontvangen.
Als de laatste tonen van het Wilhelmus zijn
weggestorven is het in de kerk bladstil, en Toor
het eerst zonder den steun harer Moeder staande
voor het aangezicht van haar volk, spreekt de
Koningin, in haar zetel zittend met heldere stem
aldus
Mijne Heeren, Leden der Staten-Generaal.
Reeds op jeugdigen leeftijd heeft God Mij
door het overlijden van Mijnen onvergetelijken
Vader tot den Troon geroepen, dien ik onder
het zoo wijze en zegenrijke Regentschap Mij
ner innig geliefde Moeder beklom.
Na de vervulling van Mijn achttiende le
vensjaar, heb Ik de regeering aanvaardMijne
proclamatie heeft dit aan Mijn dierbaar Volk
bekend gemaakt.
Thans is de ure gekomen, waarin ik Mij, te
midden van Mijne trouwe Staten-Generaal on
der aanroeping van Gods heiligen Naam, zal
verbinden aan het Nederlandsche Volk, tot in
standhouding van zijne dierbaarsto rechten en
vrijheden.
Zoo bevestig Ik heden den hechten band,
die tusschen Mij en Mijn Volk bestaat en wordt
het aloude verbond tusschen Nederland en
Oranje opnieuw bezegeld.
Hoog is Mjjne roeping, schoon de taak, die
God op Mijne schouders gelegd heeft. Ik ben
gelukkig en dankbaar üet Volk van Nederland
te mogen regeeren, een volk klein in zielental,
doch groot in deugden, krachtig door aard en
karakter.
Ik acht het een groot voorrecht, dat het Mjjne
levenstaak en plicht is al Mijne krachten te
wijden aan het welzijn en den bloei van Mijn
dierbaar Vaderland. De woorden van Mijnen
beminden Vader maak ik tot de Mijne; Oranje
kan nooit, ja nooit genoeg voor Nederland
doen."
Bij de vervulling van Mjjne taak heb ik
Uwe hulp en medewerking noodig, Mjjne Hee
ren Lcdet der Volksvertegenwoordiging; Ik
ben overtuigd, dat Gjj Mjj die in ruime mate
zult verleenen.
Dit uitspreken was een meesterstuk van orato
rische kunst. De Koningin keek schier niet op
het papier, maar richtte de oogen vast in de
zaal.
En elk woord kreeg zjjn gouden waarde, plech-
tig-langzaam en toch niet gerekt sprak zjj de zin
nen uit, woord voor woord was als een parel die
uit haar mond viel.
En elk woord kreeg zjjn klemtoon, elke ge
dachte zjjn nadruk en toch werd de geheele rede
met steeds stjjgende climax gesproken. Na het
uitspreken van de rede, sprak de Koningin het
volgende eedformulier uit:
„Ik zweer (beloof) aan het Nederlandsche
„volk, dat ik de Grondwet van het Rjjk steeds
„zal onderhouden en handhaven.
„Ik zweer (beloof), dat ik de onafhankeljjk-
„heid en het grondgebied des Rjjks met al mjjn
„vermogen zal verdedigen en bewarendat ik
„de algemeene en bijzondere vrijheid en de
„rechten van alle mjjne onderdanen zal bescher-
„men, en tot instandhouding en bevordering
„van de algemeene en bjjzondere welvaart alle
„middelen zal aanwenden, welke de wetten ter
„mjjne beschikking stellen, zooals een goed
„Koningin schuldig is te doen.
En toen, met edelen zwier en koninklijken
gratie het hermelijn van den rechterschouder te
rugwerpend, stak de Dochter der Oranjes de rech
terhand omhoog, en met vollen krachtigen nadruk
klonk het
„Zoo waarljjk helpe mjj God almachtig!"
Terwjjl die eed werd uitgesproken stonden alle
aanwezigen, en nadat H. M. weder op haar zetel
had plaats genomen, begon de plechtige inhuldi-
hand der zieke in de zjjde gevat, zwijgend om
zich staarde.
De ljjderes hield haren blik lang en innig op
haar zoon want in die betrekking stonden
ze tot elkander en pinkte een paar heldere
tranen uit hare groote donkere oogen.
Die tranen, ze waren de tolken van den
innigen band die ouders aan hun kroost en vooral
moeders aan hare kinderen bindt en hecht. Er
schitterde een wereld vol weemoed in die voch
tige getuigen van harteljjkheid en liefde en men
kon het den zieke moeder aanzien, dat ze dacht
aan de ure des doods en aan het lot van het
haar dierbare tweetal, als zjj begraven zou zjjn
op het stille kerkhof om er te rusten van het
leed der wereld, dat in groote mate haar deel
was geweest.
Het gelaat der ljjderes toonde op dien oogen
blik de uitdrukking van dat diep gevoelde zie-
leleed, van die innige smart, welke geen woor
den kent om zich uit te drukken en wier tranen
en zuchten den toeschouwer vljjmend scherp
door de ziel snjjden.
"Wjj willen de moeder met baar zoon voor
eenige oogenblikken alleen laten en terwjjl zjj
zjjne hand zacht in de hare drukt en hij deel
nemend en liefderijk op haar neerblikt en beide
zoo zonder woorden te wisselen elkander toespre
ken, en het verleden ontbladeren, om er uit te
leeren met wie we op de bovenkamer in de
Warmoesstraat kennis maakten.
Ongeveer twintig jaren vóór we de moeder met
hare kinderen in sukkelende omstandigheden in de
sober gemeubeleerde kamer aantreffen, werd in
de aloude Amstelstad een schitterend huweljjk
gesloten. Voor een der prachtigste huizen op de
Keizersgracht stonden verscheiden sierlijke koet-
ging der Vorstin door de leden van de Staten-
Generaal.
De Voorzitter van deze vereenigde zitting, de
heer Mr. A. van Naamon van Emnes, plaatste
zich voor den Troon tegenover Hare Majesteit
en legde op de gebruikeljjke wjjze den volgen
den eed af
„Wjj ontvangen en huldigen, in naam van
„het Nederlandsche volk en krachtens de Grond-
„wet, U als Koningin; wjj zweren dat wjj uwe
„onschendbaarheid en de rechten uwer Kroon
„zullen handhaven; wjj zweren alles te zullen
„doen, wat goede en getrouwe Staten-Generaal
„schuldig zjjn te doen.
„Zoo waarljjk helpe ons God almachtig!"
Nu plaatst zich do Voorzitter links voor hare
Majesteit, en de Griffier van de Eerste Kamor
leest de namen op van de aanwezige leden, die
achtereenvolgens van hun zetel opstaan en den
eed, of de belofte afleggen.
Dadeljjk nadat de huldiging was geëindigd
trad de oudste Wapenkoning in zjjn vorstelijke
kleedjj naar voren, en riep met krachtige stem,
terwjjl hij zjjn schepter zwaaide:
Hare Majesteit, Koningin Wilhelmina
is ingehuldigd!
en daarna driemaal: Leve de Koningin!
Welke kreet door den tweeden Wapenkoning
overgenomen en herhaald werd en die geestdrif
tig door alle aanwezigen met hoera's, gewuif van
gepluimde steken, zakdoeken, hoeden, handen
werd begroet.
De Koningin stond op en begaf zich weder, met
hetzelfde ceremonieel en dezelfde orde waarin zjj
gekomen was, naar het Paleis, een oogenblik la
ter gevolgd door de Koningin-Moeder en de an
dere vorsteijjke personen.
Het orgel door het orkest versterkt (koper en
keteltrom) speelde onderwijlhet lied: „Nun
danket allen Gott."
SINT PANCRAS, 9 Sept. De groentenmarkt
loopt hier weer bjjna ten einde. Alleen worden nog
slaboonen aangevoerd, terwjjl ook maar 3 keer per
week wordt geveild. Het bestaan dezer markt in den
zomer is voor de bouwers een groot gemak. Gedu
rende de drie zomers, dat hier nu is geveild, is de
aanvoer dan ook telkens en aanmerkelijk toegenomen.
Was het schoolverzuim hier den laatsten tjjd,
zelfs in drukke tijden, betrekkelijk gering vergeleken
bij vroegere jaren tegenwoordig laat in de hoogste
klassen het schoolbezoek wel wat te wenschen over.
Voor het »uien plukken» en »nep afstalen» en sla
boonen plukken worden dezer dagen helaas nog al
veel kinderhanden gebruikt, zelfs door leden van de
Vereeniging tot Bevorderingvan Trouw schoolbezoek.
WINKEL. De kroninsdag, 6 September, is
hier met opgewektheid gevierd.
Des avonds was 't raadhuis schitterend verlicht
en werd ook nog door enkele inwoners geïllumi
neerd
De zangschool en de zangvereeniging gaven een
welgeslaagde uitvoering, welke door een talrjjk pu
bliek, voor 't grootste gedeelte, gratis, werd bijge
woond en door de gymnastiek vereeniging »Sparta»
werden keurige tableaus gegeven.
Het was een recht aangename avond.
De kerkeraad der doopsgezinde gemeente
te Alkmaar had haar predikant uitgenoodigd,
om op 31 Augustus, ter gelegenheid der aan
vaarding van de regeering door H. M. Koningin
Wilhelmina, een godsdienstoefening te houden,
gel jj k overal elders in den lande zou geschieden.
De predikant, de heer G., onlangs uit Rotte-
valle naar Alkmaar beroepen, was daartoe op
grond zjjner persoonljjke overtuiging niet bereid,
zoodat de voorgenomen godsdienstoefening niet
werd gehouden. De predikant stak ook geen vlag
uit. Het gevolg was, dat Woensdagavond om
streeks elf uur een volksmenigte zich voor de
woning van den predikant verzamelde en daar
de glazen inwierp. Donderdag wapperde uit de
predikante woning de vlag, die naar men verze
kert, door leden van den kerkeraad is uitgestoken.
Door een kwade hand aangeraakt
Ongeveer 14 dagen geleden bevond zich de
19-jarige vrouw De R. in de Nicolaasstraat te
Utrecht, toen zjj door een vrouw op den schou
der getikt en haar naar den weg gevraagd
werd. Sedert dien tjjd gevoelt zjj zich niet zoo-
sen, bestemd voor de bruid en bruidegom, de
bloedverwanten en vrienden van het jonge paar.
Eene groote menigte nieuwsgierigen schoolde
voor dit huis te zamen om getuige te zjjn van
al de pracht en den rjjkdom, die bjj die gele
genheid werden ten toon gespreid, en fluisterde
elkander toe, dat ze nog. nooit zulke fraaie toilet
ten en zooveel schoone jonge meisjes hadden ge
zien, als bjj de trouwplechttgheid van de eenige
dochter van don rjjken koopman Altman, met
de zoon van diens collega Landsveld.
En inderdaad,er was in langen tjjd geen huwe
ljjk voltrokken, waarbjj van zooveel weelde sprake
was en dat onder zulke gunstige voorteekenen
werd begonnen. Beide, bruid en bruidegom, wa
ren in de kracht huns levens en beiden kon men
gerust als toonbeelden noemen van schoonheid en
gezondheid. Die bruid was de toekomstige moe
der der beide jongelui, die bruidegom hun vader.
De bruidegom, de heer Lansveld werd bjj zjjn
huweljjk als compagnon in de zaak van zjjn
vrouws vader opgenomen en betrok met zjjne
ega de woning van den ouden heer, die voortaan
bjj hen zou inwonen. In de eerste jaren van hun
huweljjk ging alles naar wensch, de zaken bloei
den en de echtelieden leefden gelukkig in elkan
ders bezit. Elk oogenblik dat de jonge man kon
uitwinnen, bracht hjj door in het gezelschap van
zjjn lief vrouwtje, dat hem steeds met een min
zaam lachje ontving, als hjj van het kantoor of
de beurs bjj haar kwam. De geboorte van
een zoon, en een jaar later van een dochtertje,
volmaakte hun geluk en haalde zoo mogeljjk den
band nog nauwer toe, die beiden zoo innig te
zamen bond. Inderdaad, het was in die dagen
van geluk een genot in de woning van den heer
Lansveld te vertoeven, getuige te zijn van den
als zjj behoort te zijn, en werd zij zelfs voor een
paar dagen door een onzichtbare hand door het
waschhok van haar meester geslingerd.
Hare familie houdt het nu voor zeker. wie
zou dan eigenljjk nog twjjfelen dat zjj door
eene kwade hand aangeraakt, dus betooverd is,
en ten einde die betoovering te doen wjj ken zal
de vader eerstdaags een zwarte kip in een jjze-
ren pot braden 1
Dat domme bjjgeloof!
Het Nationaal Huldeblijk.
H. M. de Koningin-Moeder ontving Vrijdag
namiddag haltzes in plechtige audiëntie do hoofd
commissie tot aanbieding van het huldebljjk aan
H. M. van het Nederlandsche volk.
De burgemeester van Amsterdam heeft H. M.
toegesproken en namens de Nederlandsohe natie
het geschenk aan H. M. aangeboden.
Bjj het geschenk was gevoegd een album be
vattende de namen van de leden der commissies
die zich hadden gevormd om het geschenk bjj-
een te brengen.
De burgemeester deelde aan H. M. mede, dat
een bedrag van ongeveer f 300,000 was bijeenge
bracht.
II. M. de Koningin-Moeder dankte voor de aan
bieding in de volgende bewoordingen:
„Ik ben zeer getroffen door uwe woorden het
geschenk, mjj aangeboden door het Nederlandsche
volk bij het nederleggen van het Regentschap,
stel ik op den hoogsten prijs.
Mjjn dank daarvoor uit te drukken, zooals ik
dien gevoel, is mjj op dit oogenblik niet moge
ljjk. Slechts dit wil ik u zeggen, mjjne heeren,
dat ik bjj het einde van mjjn taak in de liefde
en den dank van het Nederlandsche volk, waar
van dit geschenk getuigt, de grootste de schoonste
voldoening vind voor wat ik gepoogd heb te doen
in het belang van land en volk.
Ik hoop aan het gebruik een waardige bestem
ming te geven, en ik meen dit niet beter te kun
nen doen dan door het te bestemmen voor een
liefdadig doel.
Sedert lang was het mjjn wensch eene stich
ting in het leven te roepen, waaraan ik geloof,
dat groote behoefte bestaatik bedoel een sana
torium voor longljjders, in do eerste plaats ten
bate van hen, die de middelen missen in het
buitenland hulp te zoeken tegen de vreeseljjke
kwaal, die, helaas! in ons vaderland zoo veel
vuldig voorkomt en zulke ernstige gevolgen na
zich sleept
Ik hoop eerlang de vrije beschikking te krij
gen over het landgoed Oranje-Nassauoord bjj Ren-
kum en dit af te staan voor het doel, dat mjj
lief is. Door deskundigen voorgelicht, stel ik mjj
voor op dat landgoed het eerste Nederlandsche
Sanatorium te stichten.
Dat het geschenk van het volk, dat ik liefheb,
mjj daartoe in staat stelt, maakt mij oprecht ge
lukkig en stemt mjj tot groote dankbaarheid.
Moge op deze wjjze hot huldebljjk, mjj heden
aangeboden een zegen worden voor velen tot in
lengte van dagen.
Nog hoop ik ook in onze Indische bezittingen
eene herinnering achter te laten aan de hulde mjj
heden gebracht.
Oprecht en innig ben ik dankbaar voor het mjj
aangeboden geschenk.
Bij de audiëntie vergezelde H. M. de Koningin
H. M. de Koningin-Moeder.
Nadat de aanbieding had plaats gehad, hoeft
H. M. de Koningin-Moeder zich met alle heeren
afzonder]jjk onderhouden en de Koningin nog
met de meesten der heeren.
Een daad van de Koningin.
De rjjdende artillerist, wiens paard Donderdag
middag in de Damstraat met de beide voorbeenen
het Koninklijk rijtuig raakte, zal op uitdrukkelijk
verlangen van H. M. de Koningin niet gestraft worden.
H. M. heeft onmiddeljjk na Haar terugkeer ten
paleize den plaatselijken commandant laten weten
dat de artellerist aan het ongeval niet de minste
schuld had. Tevens heeft Zij laten vragen naar den
toestand van den man, die b(j het achterwaarts
brengen van zijn paard is gevallen.
Voorts is van H. M. de Koningin ten geschenke
ontvangen voor het Politiepersoneel te AMSTER
DAM een som van f1000 en voor het Brandweer
personeel een som van f 250.
Naar wjj vernemen is bjj gelegenheid van
de aanvaarding der regecring door H. M. Ko-
stillen vrede die er woonde en man en vrouw
alles om zich te zien vergeten, als ze zich met
hunne lievelingen bezig hielden en zich zalig ge
voelden in de lachjes hunner kinderen. Wat was
ze schoon, de moeder, als ze den kleinen wereld
burger liet dartelen op haar schoot en welk eene
gelukkige uitdrukking lag er in zulke oogenblik
ken verspreid op het gelaat van man en vrouw
Helaas! dat er in. het leven der menschen dik
werf zoo'n kleine afstand is tusschen lief en leed
en maar al te vaak de teedere heldere kleuren
van het eerste zich vermengen en oplossen in
het sombere grauw van het laatste. De
eerste wolk die de huweljjkszon van de jonge
lui bedekte, was de dood van den vader der
jonge vrouw en daarop die van den ouden Lans
veld. Veel verloren de jonge koopman en diens
echtgenoote in de beide oude lieden en treurig
blikten ze in de groeve waarin men ze had weg
gelegd. Het schjjnt wel, als het ongeluk de kin
deren der menschen begint te vervolgen, dat
het zelden bjj éénen slag blijft en meer dan
eens zien wjj het gebeuren, dat de tegenheden
als een lawine op de ongelukkige slachtoffers
nederstorten en ze als bedekken onder een last
van leed en rampen, die dan vooral moeieljjk
zjjn te dragen, als die slachtoffers alleen den zon-
neschjjn des levens kenden en nog geen kennis
maakten met des levens donkere en treurige
nachten en dus nog geen krachten putten uit
de ervaring. De heer Lansveld zou al de waar
heid van deze bewering ondervinden. Kort toch
na den dood der oudelui kwam er een handels
crisis, de zaken gingen achteruit, geduchte ver
liezen troffen den handelaar en deden het al
oude huis op zijne grondvesten schudden.
Wordt vervolgd).