Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 44.
Zondag 30 October 1898.
7e Jaargang.
TROUW.
N ieu vvstij dingen
NIE W E
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidsciiarwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
J. LI. KEIZER.
BUREEL:
HToordscIiarw oude.
PRIJS DER ADVERTENTIÜN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
HU dit nummer behoort een
bijvoegsel.
Van onze voorvaderen, de Germaansche volks
stammen aan den Beneden-Rjjn, is in de geschie
denis de lofspraak bewaard gebleven, dat zij wa
ren trouw, eerlijk en gastvrij. Iedere scholier ver
neemt dat te zijner tijd, en is er niet weinig
trotsch op.
Er is reden om de vraag te stellen, of deze
karaktertrek in den loop der eeuwen is bewaard
gebleven. Vreemde volken hebben zich met hot
onze vermengd, veel eigens en oorspronkelijks is
daardoor verloren geraakt. Denkbeelden en op
vattingen van elders, werden door ons overgeno
men, en hebben haar invloed doen gelden op de
zedelijko ontwikkeling der Nederlanders. Het zou
dus niet te verwonderen zijn, indien we ook in
dit opzicht eene verandering hadden ondergaan,
die waarschjjnlijk niet als eene verbetering zou
zijn aantemerken.
Over het algemeen moet men thans, als er
sprake is van „nationale deugden", een weinig
voorzichtig zijn. Wat waar is geweest, in den
tijd toen ieder volk zijn eigen weg ging, afge
scheiden van andere, is het nu niet meer, daar
vermeerderde gemeenschap de verschillen gedeel
telijk heeft uitgewischt. Als er nog sprake kan
z|jn van min of meer scherp geteekende kenmer
ken van zedeljjken aard, dan zal hun bestaan
wel afhangen van hetgeen bij de meerderheid
van een volk is waar te nemen, en komt ten
slotte het aankweeken dier deugden neder op
den moreelen toestand der individuen. Een natie
kan alleen dan trouw genoemd worden, als van
elk millioen barer burgers en burgeressen vele
honderdduizenden als zoodanig bekend staan.
Er z|jn voorbeelden geweest van trouwe slaven,
die in het uur des gevaars hun meester ofschoon
deze wel eens hard voor hen was, niet verlieten
en weigerden van de gelegenheid, om zich in
vr|jheid te stellen gebruik te maken. Onze he-
dendaagsche zeden beletten ons, die soort van
trouw op haar juiste waarde te schatten; er is
iets in dat aan de gehechtheid van een huisdier
doet denken, waarbij ook de macht der gewoonte
een woord meespreekt. Geheel iets anders is het,
waar we nog in dezen t|jd, men zegt zeldza
mer wordende gevallen ontmoeten van langdu
rige en door niets te verbreken trouw van dienst
boden; daar zijn beweegredenen in het spel, die
eerbied afdwingen, omdat z|j gegrond is op de
vervulling van wederzjjdsche verplichtingen.
Zoo is het inderdaad, overal waar het woord
„trouw" de betrekking tusschen twee menschen
aangeeft. Er is dan van beide kanten een ge
hechtheid, die afscheiding en uiteengaan belet.
Een eigenaardigheid in onze taal is, dat het aan
gaan eener huwelijksverbintenis „trouwen" heet.
Op de eenvoudigste manier wordt daarmede te
kennen gegeven, wat de echtelieden voor elkan
der behooren te zijn; hoe niets en niemand den
band der vereeniging kan verbrekenhoe zij zich
aan elkander behooren te wjjden, geheel en al,
zoodat beider leven, beider denken en gevoelen,
ineensmelt.
W|j spreken nog van trouwe vrienden, en
ook van deze wordt beweerd, dat hun bestaan
meer denkbeeldig dan werkeljjk is. Hoe dat zoo
komen zou? Och, het eigenbelang is zoo vaak
het bindmiddel, en de eischen der gezelligheid
zoeken ook bevrediging; wat den naam van
vriendschap draagt, is niet zelden slechts een
omgang ter veraangenaming des levens. Als de
tegenspoeden komen, en het verder samengaan
een offer zou verlangen; als w|j, daar b|j iemand
aangesloten te blijven, gevaar loopen onze positie
te bederven, vjjanden te krijgen, die ons kunnen
benadeelen dan hellen wij er maar al te
spoedig toe over, den vriend den rugtoetekee-
ren, en van de hooggeroemde „trouw" is geen
spoor meer te ontdekken.
Trouw is geen eigenschap van vluchtige na
turen; zij draagt integendeel het karakter van
den ernst.
Ernst vooral in de opvatting van de levens
taak. De plaats, die w|j in de maatschappij in
nemen, legt plichten op, groote en kleine; zoo
wel deze als gene moeten behartigd worden, en
wie er slechts één van verwaarloost, bljjft beneden
z|jn roeping.
Nu zijn er menschen, die het met de kleine
plichten zoo heel nauw niet nemen, misschien
omdat z|j er het gewicht niet van inzien, of zich
te voornaam rekenen om er zich aan te onder
werpen. Diezelfde personen zullen, voor een moeie-
1 Ijken arbeid of voor een zwaar offer geplaatst,
niet terugtreden overtuigd, dat zij in de bres be
hooren te springen, geven z|j zich het koste wat
het wil. En al is er ook het dierbaarste mee ge
moeid, wat zij in de wereld bezitten, hun trouw
verloochent zich niet.
Aan deze groote toewjjding b|j groote gelegen
heden dankt de wereld haar helden, wier voor
beeld aan alle opvolgende geslachten ter navol
ging wordt aanbevolen. Die trouw, soms sterker
dan de dood, houdt het ideale in het menschen-
leven in stand, en dient als wegwjjzer op de
paden van eer en plicht.
Doch de groote gebeurtenissen komen niet
dagelijks voor; duizenden levens gaan voorbjj,
zonder ooit een oogenblik te hebben aangeboden,
waarin een beroep gedaan werd op die hoogste
openbaring van trouw. Misschien z|jn er in ons
midden veel meer helden, dan iemand zou kun
nen vermoedenalleen, zij hebben geen aanlei
ding gevonden om zich te doen kennen.
„Trouw moet bljjken." Dit meermalen voorko
mend devies verkrjjgt zijn ware beteekenis, als
w|j in aanmerking nemen dat van de meesten
het bestaan wordt gevormd door een aaneenscha
keling van kleine plichten. En deze zijn dikwijls
de lastigste, ook omdat zij zoo vaak wederkeeren,
zich herhalen met geringe verscheidenheid, niet
temin een voortdurende waakzaamheid eischende.
Ook kan men er zoo weinig eer mede behalen.
De wisselwachter, die alle dagen precies op de
voorgeschreven manier, en op het vastgestelde
oogenblik, dezelfde hefboomen in beweging heeft
te brengen, vertoont ongeveer het beeld van der
meesten lotsbestemming, alleen met dit ond er
scheid, dat b|j hem één minuut van ontrouw de
ernstigste gevolgen kan hebben, wat bij andere
menschen niet het geval is; Genoemde beambte
weet dat ook welniemand behoeft hem te zeg
gen welke de gevolgen zouden zijn, indien hij
maar even z|jn post verliet of het werk, hem
opgedragen, niet verrichtte. Hier is trouw in het
kleine zeer zeker gebiedend voorgeschreven.
Dan zijn er nog overwegingen van hoogere
orde, die tot onbezweken trouw, ook in het kleine,
moeten aansporen.
Nevens den steun, dien de godsdienst hem
biedt, heeft de mensch nog een anderen noodig,
en deze heet karakter. H|j moet z|jn een per
soonlijkheid, een individu, wetende waar h|j staat
en wat van hem gevorderd kan worden. Er moet
in z|jn leven eenheid z|jn.
Trouw draagt een conservatieve kleur, in dien
zin, dat we, na het goede gezocht en gevonden
te hebben, dat ook wenschen te behouden, nl.
wanneer dat goede zjjne zegeningen verspreidt,
wanneer het is een licht op ons pad.
Het kostbaarste geschenk, dat w|j aan onze op
voeders te danken hebben, en dat verder door
eigen nadenken en door ervaring is aangevuld
en vermeederd, is wel dat wetboek van zedelijk
heid, welks omvang niet groot behoeft te zijn om
alles te omvatten, wat als reiswjjzer op de route
tusschen wieg en graf kan dienen.
"Welnu, onbezweken trouw aan die hoogste,
schoon onbeschreven plichten is een waarborg voor
veiligheid. Wie haar als richtsnoer kiest, zal on
der alle omstandigheden steeds weten wat h|j
wil en steeds doen wat hij moet.
Daarbij, als trouw het leidend beginsel is, dan
toont zij zich ook in alles.
Dit is vooral de beteekenis der kleine plichten,
dat zij ons kunnen doen gewennen aan trouw.
Niemand onzer weet, waartoe hij in een volgend
oogenblik zal geroepen worden; als de trouwe
soldaat moet h|j voortdurend klaar staan om, als
zijn naam wordt afgelezen, z|jn „present" te doen
hooren.
Wie begrippen van trouw in zich heeftopge
nomen, heeft een afkeer van slordigheid en ver-
waarloozing; de taak, die hij aanvaardde, acht
h|j van zooveel beteekenis, dat haar nauwgezette
vervulling hem tot eene levensbehoefte is gewor-
Verbergt uw minnebriefjes secuur!
Mama had een rose briefje op de kamer van
haar dochter gevonden en in haar tegenwoordig
heid las z|j het aan papa voor.
„M|jn dierbare engel
Wat! riep de oude man uit. Begint het
zoo! Moet m|jn kind zulke briefjes ontvangen!
Schandeljk! Maar ga door.
Ik kan je niet schrijven hoe gelukkig
ik ben
Waarom probeert dat uilskuiken het dan!
Ga verder.
den heelen nacht heb ik aan jou ge
dacht
Sentimenteel is h|j ook al.
alleen nu en dan gehinderd door de ge
dachte aan den koppigen oude, die zich tegen
onze vereeniging verzet
Wat koppige oude? Ben ik dat? Wat,
durft dat jonge mensch mij Geef mij dien
brief eens Laat eens zien.
Met duizend en nog eens duizend kussen
en kusjes je dierbare
10 Mei 1870. Theodoor.
Maar wat deksel! Dat is m|jn eigen hand!
Dat is het ook pa, verklaarde de dochter,
't Is een brief dien u aan ma hebt geschreven
in uwen gagementstjjd en dien ik toevallig gevon
den heb.
Anarchisten
De Minister van Justitie heeft in het Alge
meen Politieblad een lijst doen opnemen bevat
tende de namen van 37 Italiaansche, Fransche,
Spaansche en Russische anarchisten die uit Spanje
en uit Zwitserland gezet zijn.
Uit Spanje is o.a. verwijderd zekere P. Baz-
zari, die het voornemen zou hebben opgevat een
koningin te vermoorden. Den 22en dezer werd
h|j door de Fransche Regeering over de Italiaan
sche grenzen gezet. Thans is z|jn verblijfplaats
niet bekend.
De vorige week vervoegde zich een meisje
van pl. m. 30 jaar bij een ingezetene te Olden-
zaal. Ze vroeg daar een kosthuis en gaf voor
b|j de firma Gelderman werk te zullen krijgen.
Na enkele dagen vertrok ze met de noorderzon,
f8 aan geld en een paar zilveren oorknoppen
uit het kosthuis meenemende. Een paar dagen
later werd ze in hulpbehoevenden en ziekeljjken
toestand te Amsterdam aangetroffen. Ze was uit
Almeloo afkomstig.
Liever Turken dan Spanjaarden
De medewerker van het „Handelsblad," de
heer Elout eindigt z|jn Spaansch reisverhaal
aldus
Langzaam en ongeregeld loopende en slecht
aaneensluitende treinen met veel, maar onchalante
en slecht op de bagage lettende beambten, veel
gendarmen, veel bedelaars, veel ongedierte in de
waggons, kale, holle, donkere hotels, onsmakelijk
eten, slecht verzorgd land, ontgonnen mijnen,
een lui, wreed, dom, trotsch en onbeschoft volk
iD den geest van Fhilips II, Alva en Torque-
mada
Slotsom: „Als de Spanjaarden eens uit Europa
konden worden verdreven, dan zou ons wereld
deel er misschien meer b|j winnen dan b|j de
door velen begeerde verjaging der Turken."
Men zal moeten toegeven, dat dit vonnis nog
tamel|jk zachtzinnig is uitgevallen na een maal-
tjjd van dunne soep met aardappelschjjven, zuur
brood en gebakken stokvisch!
Nu door de te Weenen heerschcnde lo
cale pestziekte de aandacht meer op deze ziekte
is gevestigd, zal het volgende verhaal, dat ons
van geachte zijde werd gedaan, wellicht belang
Omstreeks 1660 woedde er in West-Europa
en ook te Haarlem eene hevige pestepidemie.
Vele personen vielen aan die ziekte ten offer en
geheele gezinnen stierven uit.
Dit was ook het geval met een gezin Du Clou
of Du CIoux genaamd, waarvan het Hoofd tot
de Haarlemsche vroedschap behoorde. Het geheele
gezin werd begraven in de Groote Kerk te
Haarlem.
Een dertig of veertig jaren geleden bleek het,
dat do zerk, die boven den grafkelder der Du
Clou's lag, aan het verzakken was geraakt.
Een onderzoek bracht aan het licht, dat het
verwulf gedeeltelijk was ingevallen en derhalve
moest worden hersteld.
Een pilar metselaars daalden in den kelder af
en verrichten het noodige werk, en ziet, onge
veer 200 jaar nadat de sterfgevallen hadden
plaats gehad en terwjjl de overblijfselen der doo-
don geheol vergaan waren, bleek de smetstof
(zoo noemde men het toen, daar de microben
nog onbekend waren) nog zulk eene kracht te
hebben, dat de werklieden ziek werden en bui
len of boozo zweren kregen. Echter moeten z|j
na korten t|jd hersteld z|jn.
Voor het bovenstaande meenen w|j in hoofd
zaak te kunnen instaan. Echter is het mogeljjk,
dat er hier of daar een enkele onnauwkeurigheid
in schuilt. Voor het aanwjjzen daarvan houden
wij ons beleefdelijk aanbevolen. .Opr. H. Crt.
De Amsterdamsche politie heeft eene in een
der hotels te Amsterdam logeerende Parjjsche
dame gearresteerd, die bij een juwelier een col
lier ter waarde van 100 000 francs ten verkoop had
aangeboden en daardoor de verdenking op zich
had geladen, dat zij betrokken kon z|jn b|j den
diefstal van de juweelen der Hertogin van Su
therland. Na onderzoek bleek echter, dat de ver
dachte dame mevrouw d'A uit Parijs was, die
met haar zoon naar Amsterdam was gekomen om
de Rembrandt-tentoonstelling te zien en hare di
amanten te verkoopen.
De plotselinge genezing!
Men meldt aan het „Nieuws" nader uit Kam
pen omtrent het buitengewoon geval van gene
zing b|j de 21-jarige dochter van den veehou
der G. Voerman, dat het meisje zich eiken dag
op straat vertoont en bezoeken bij de buren af
legt. Tot ieder, dien z|j spreekt, zegt z|j, met
dank aan God, thans overgelukkig te zijn. Z|j
loopt nog waggelend, met de handen op de heu
pen, doordien hare voetzolen rond en volgegroeid
zijn na de 9 jaren van zitten en liggen, gedu
rende welke zij zich niet anders dan kruipende
of op een stoeltje kon verplaatsen.
Nu het bezoek wat minder wordt, komt het
zenuwgestel ook meer in orde.
Opening der Belgische grenzen.
In de afdeelingen der Tweede Kamer betoonde
men zich algemeen weinig tevreden over de be
slissing door België onlangs omtrent de toela
ting van ons vee genomen en sprak men onver
holen daarover zjjne teleurstelling uit. Men was
van oordeel dat de beperkte strekking van den
maatregel en de daaraan verbonden bezwarende
voorwaarden dezen vr|j wel illusoir maken.
Men bleef met klem aandringen op een on
beperkte openstelling en gevraagd werd, wat de
Regeering denkt te doen zoo hare pogingen om
die te verkrijgen, vruchteloos bljjven. Acht zij
in dit geval den t|jd niet gekomen voor het ne
men van retorsie-maatregelen Ook voor de open
stelling der Duitsche grenzen voor ons vee, drong
men op groote activiteit bij de Regecring aan.
Omtrent den stand van het mond-en klauwzeer
in België en Pruisen zou men gaarne een zoo
nauwkeurig mogeljjke opgave ontvangen.
Gemeentelijke premiën voor
vrijwilligers
Gelijk wij gisteren mededeelden, heeft de re
geering de besluiten van eenige Brabantsche ge
meenteraden om uit de gemeentekas vr|jwillige
dienstneming te bevorderen, niet ongemoeid ge
laten.
Ofschoon Gedeput. Staten van Noord-Brabant
ze hadden goedgekeurd, heeft de minister van
binnenlandsche zaken een onderzoek noodig ge
acht of de besluiten van Gedeputeerden al dan
niet strijdig z|jn met de wet of het algemeen be
lang; redenen waarom volgens de Provinciale wet
zulke besluiten kunnen worden vernietigd.
In afwachting van den uitslag van dat onder
zoek z|jn de besluiten nu, op voordracht van den
minister, geschorst en wel tot 1 Januari 1899.
Het gevolg dier schorsing is dat de werking
der besluiten onmiddellijk wordt gestremd.
Het zal nu moeten blijken, of het onderzoek
der Regeering tot vernietiging leidt. Is de ver
nietiging niet vóór 1 Jan. 1899 bij een met re
denen omkleed en in het Staatsblad te plaat
sen besluit uitgesproken, dan worden de besluiten
geacht geldig te z|jn. (R. N.)