Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. TST". 50. Zondag 11 December 1898. 7e Jaargang. WERKEN. N ieuwstijdingen. NIEUWE mm\ UITGEVER: J. II. KEIZER. PRIJS DER ADYERTENTiï Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer S ct. Groote letters of rigieta worden naar plaatsruimte berekend. We zullen, niettegenstaande men het men- schelijk leven uit verschillend oogpunt kan be: schouwen,erkennen dat zonder arbeid geen ontwik keling, van welken aard ook mogelijk is, evenals ademhalen, eene noodzakelijkheid, die wij aan vaarden zonder er over te redeneeren. Niet arbeiden is onnatuur, en gedwongen ledig heid een der ergste kwellingen. Men kent het aandoenlijk verhaal van dien FranschenJ staats gevangene in de Bastille, die niets had om zich bezig te houden, wiens smeekingen om wat werk onverhoord bleven. Gelukkig vond hij in zijn kleed een paar spelden, die wierp hij weg in zijn cel en ging dan zoeken, zoolang tot hij ze weer had? om voortdurend dien droevigen arbeid te herhalen. Na zijn vrijlating betuigde hij meer malen, dat hij zonder die bezigheid zijn verstand verloren zou hebben. Men weet ook, dat onder de vele straffen, die de Chineezen hebben be dacht om misdadigers het leven ondragelijk te maken, volstrekte onthouding van eenigen arbeid voorkomt. Wilde men philosophisch de vraag behandelen, of arbeid het doel des levens is, dan zou daar veel over gezegd kunnen worden zonder dat de kwestie er mede is opgehelderd. De arbeid is eene onmisbare voorwaarde van geluk, en in dien des levens doel is gelukkig te zijn, dan is het onafscheidelijk daaraan verbonden middel geen ander dan werken. Aanschouwt de kinderen, hoe ze bezig zijn voor zich,en men zal moeten erkennen, dat iets is in de menschelijke natuur, 't welk eerst zou moeten verdwijnen eer het terrein geëffend is voor het maatschappelijke gebouw, dat men wenscht op te trekken volgens eene bepaalde oeconomische richting. Yoor zich, maar ook voor anderen. Want ziet eens, een ventje heeft zijn uiterste best gedaan om van de materialen die hij te pakken kan krijgen iets te vervaardigen, een zweepje, een schuitje. Zusje komt en slaat een begeerig oog op den schat. De baas wil hem niet afstaan. jdaar een vriendelijk gebedel, of wel een klein verzoek van een oudereWacht zus, ik zal er voor jou ook een maken 1 In de wereld der kleintjes vinden we soms een vingerwijzing die naar de beantwoording van lastige vragen voert. Want het is niet uitsluitend de begeerte naar bezit, die ons tot werken opwekt. We bepraten meestal dat stuk niet; ieder vat aan wat op zijn weg ligt, wat, naar de teekenachtige uitdrukking, zijn hand vindt om te doen, en dan gaat hij niet nacijferen, hoeveel hij van de vruchten voor zichzelven maar niet voor anderen moet bereke nen. De maatschappij is zoo wondervol ingericht, dat die twee belangen eigenlijk niet te scheiden zijn, en als we voorbeelden wilden hebben van een volstrekt egoïsme dat heelemaal niet te doen heeft met het welzijn van anderen, we zou den ze moeten zoeken bij de innerlijke gezind heid der menschen, en deze is meestal aan het vorschend oog onttrokken! maar niet in het ingewikkeld samenstel der maatschappelijke regeling. Daar toch sluit alles vast inéén, gelijk elke golf meer of minder verandering brengt in de massa van den oceaan. Tot werken gedreven, en wetende dat we zeer ongelukig zouden zijn, indien de gelegenheid tot werken ons werd ontnomen, hebben we ook liefde voor ons werk. Althans, dit ware een logische gevolgtrekking. Een spreekwoord zegt, we zijn niet voor ons pleizier op de wereld. Best mogelijk, maar dan toch ook niet voor ons verdriet, en in elk geval niet om genoegen te nemen met lastige zaken, die met wat overleg en samenwerking kunnen worden veranderd. Zoo is het een uitnemende uitwerking van het verhoogd sociaal gevoel, dat de omgeving, waarbinnen de werkende, we maken hier geen onderscheid tusschen soorten van arbeidgedurende een groot gedeelte van zijn leven den tijd zoo nuttig mogelijk doorbrengt, aangenaam zij voor het oogde menschen moes ten het nooit in de gedachte krijgen, elkander te stoppen in vieze, kwalijk riekende alle idéé van schoonheid bespottende werkplaatsen. En dan, het werk zou inderdaad een vloek worden, is ook inderdaad een vloek geweest en is het nog voor duizenden onzer natuurgenooten, indien het de gezondheid verwoest, het leven verkort, de zedelijkheid bedreigt. Er zijn in de maatschappij organisaties, die wij n iet hebben gemaakt, leem ten en gebreken, welke wij moeten trachten weg te nemen, en onder deze behoort in de eerste plaats het feit, dat de arbeid nog maar al te vaak geschiedt onder omstandigheden die het onmogelijk maken het werk lief te hebben, dus die den ar beider een ontzaglijk groot element van levens vreugde ontnemen. De arbeid moet de grenzen der krachten niet te boven gaan; noch vrijwillig, noch gedwon gen. We moeten elkanders recht op rust, op verpoozing, erkennen en eerbiedigen. Maar er is een voorwaarde, zonder welke het moeielijk is, ons werk lief te hebben. En die voorwaarde is, dat ons werk de achting geniet, waarop wij meenen, dat het aanspraak heeft. We zijn in dat opzicht wel eenigszins willekeu rig met onze taxatiën, en zien zoo vele malen neer op hetgeen onze bekrompenheid niet naar waarde weet te schatten. Met ons ellendig „Hij is maar een doen wij zoo ontzaglijk veel kwaad. Een geringschatting, die dikwijis de oorzaak is dat hen, die het treffen moet, be let met moed voort te gaan en met kloeken zin de moeilijkheden te overwinnen, die ieker levens pad aanbiedt. Wij beleedigen daarmede het werk, dat voor hen een levenstaak is,en dat is zeer slecht. Wij hebben het recht, ons werk op waarde ge schat te zien wij hebben het recht op waardee ring van onzen arbeid wij hebben het recht dit te eischen, want heeft men zijn werk lief, dan kunnen we ook niet dulden dat men het voorwerp onzer liefde smakelijk bejegend. Schapen vermist. Op oen stuk land onder Alkmaar werden den 5 dezer twaalf schapen vermist, toebehoorende aan E. v. d. H. te Schagen. Vermoedelijk zijn de dieren gestolen. Naar de daders wordt een onderzoek ingesteld. A. V., te Wormerveer verdacht als de schrijver van den brandbrief aan den heer Laan aldaar, is na een verhoor voorloopig op vrije voeten gesteld. Sint Pancras. In den tuin van den heer K. Ploeger, warmoezier alhier, worden door den heer Hazeloop, Rijkstuinbouwleeraar voor Noord- Holland, proeven genomen met het telen van vroege groenten. Daarvoor zijn genomen bloem kool, wortelen en salade. Voor het beroep naar Heer Hugowaard is door Ds. Onnes van IJzendijke bedankt. Mej. Pasman, onderwijzeres aan school No. 1 alhier, staat No. 1 op de voordracht voor de burgerschool te Alkmaar. Paaschtentoonstelling Schagen. Donderdag had in het Noord. Holl. Koffiehuis te Schagen de algemeene vergadering plaats van bovengenoemde vereeniging. In het programma voor de tentoonstelling 1899 werd weinig ver andering gebracht, voor de verloting zullen niet 15 maar 20 duizend loten worden uitgegeven. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren G. de Wit Pz. te Zijpe en C. Asjes te Schagen in de plaats van de aftredende, niet herkiesbare, le den, de heeren J. van Beusekom en Jn. de Veer. De heer Jb. Zijp, als voorzitter wel herkiesbaar, werd dan ook als zoodanig, met bijna algemeene stemmen herkozen. Tot leden van de commissie van onderzoek rekening 9899 en begrooting 99—1900 werden benoemd de heeren K. A. Schenk, J. v. d. Maaten en Kr use. De begroo ting voor 1899 bedraagt in ontvangst f 1657,25 in uitgaaf f940. De afdeeling Schagen van het Nederl. Onderw. Genootschap verkoos Donderdag tot be stuursleden de heeren Porte van Winkel en P. Schuiteraaker van Barsingerkorn in de plaats van de aftrodende, niet herkiesbare, leden, de Heeren II. v. Heerikhuizen en N. v. Albade. De heer M. Visser te schagen werd tot reis-corres- pondent benoemd. Enkhuizen in duisternis. Woensdagavond om 10 werd Enkhuizen in duisternis gehuld. De straatlantaarns werden uit gedaan, omdat de gasfabriek de benoodigde hoe veelheid gas niet kon leveren. Donderdagavond werden slechts enkele lantaarns aangestoken. De hulpstokers aan de gasfabriek schijnen het werk te hebben gestaakt, en voor het weekloon van zes gulden zijn geen plaatsvervangers te vinden. Aangehouden. Aan het station te Rosendaal is in de douane zaal een reiziger uit Brussel aangehouden, die yoor eene aanzienlijke waarde aan edelgesteenten en gouden sieraden trachtte binnen te smokke len. De heer trok door zijn vreemde manieren de aandacht der beambten, die hem lieten fouil- leeren. Eene groote partij diamanten, gouden en zilveren sieraden kwamen toen uit zijne zakken te voorschijn, welke alle benaderd werden. Behalve de boete, zal hij bovendien nog tien maal de inkomende rechten moeten betalen, alvorens iets terug te ontvangen. Een. wanhopige poging. In „De Post" zoekt een tachtigjarig persoon tegen 1 Februari een betrekking als koetsier of iets dergelijks. Tusschen den Heer Van Wermeskerken en Mevrouw Van Wermeskerken geboren Junius (Johanna van Woude)is een minnelijke schikking getroffen. De hangende processen tusschen beide echtelieden zijn daardoor gelukkig ten einde, waarvoor wij onze hartelijke gelukwenschen aan bieden. Johanna van Woude moge de geestesrust terugvinden, onmisbaar om de Nederlandsche Letterkunde met nog menig kleinood te verrijken. (Tel.) Beleefdheid. Een verwaand jongmensch kwam van eeu stoomboot en begaf zich naar een naastbijge'.e- gen logement. Daar zag hij in den gang eeu eenvoudig gekleed man. Zonder te vragen, wie deze was, wierp hij hem zijn reistasch toe en zeide „Breng dat naar boven 1" De aangesprokene deed alzoo. Bij zijn terug keer ontving hij een zeer kleine fooi, maar daarenboven een brief met de boodschap „Breng dien naar den burgemeester en vraag, hoe laat hij mij wachten kan." .Dat is gemakkelijk gedaan", was het ant woord, „want ik ben zelf de burgemeeeter." „O, neem mij niet kwalijk stotterde de verlegen reiziger, die in den brief juist om eene betrekking aan een der stedelijke instellingen De burgemeester had inmiddels den brief gelezen. „Ik zou u graag voor de betrekking voordragen," sprak hij nu, „maar iemand, die zoo lichtvaardig menschen naar hun uiterlijk beoordeelt en de moeite, die hij vergt, zoo slecht beloont, kan ik niet gebruiken. Goeden morgen 1" Dreyfus en Hogerhuis. Door het Landelijk Comité tot invrijheidstel ling der gebr. Hogerhuis is aan verscheidene Franschen, die zich voor de zaak-Dreyfus hebben gespannen, en aan een aantal Fransche bladen die de revisie hebben bepleit, het volgende schrij ven verzonden Het landelijk Hogerhuis-comité, waarbij zich de volgende organisatiën hebben aangesloten Timmerliedenbond. Meubelmakersbond, Diamant- bewerkersbond, Typografenbond, Metselaarsbond en Metaalbewerkersbond, de vereenigingen van Kurkensnijders, Borstelmakers en Vormers, de Socialisten bond, de S. D. A. P. en de Soc. Dem. Vrouwen vereeniging, gezamenlijk tellende ongeveer 20.500 arbeiders, betuigt u zijn sympathie en spreekt zijn broe derlijke gevoelens uit voor uw edel en volhar dend ijveren ten gunste der revisie van de zaak- Dreyfus. Het comité voornoemd is eveneens opgericht om te kampen tegen eene rechterlijke dwaling, waarvan de slachtoffers, driej jonge Fnesche arbeiders, veroordeeld tot gevangenisstraf van 6, 11 en 12 jaar, nog zuchten in de strafgevange- nis te Leeuwarden, de hoofdstad van friesland. Het comité weet bij ervaring hoe moeielijk Geruchten. Sedert eenigen tijd vindt men in buitenlandsche bladen herhaaldelijk gesproken van eene aan staande verloving van Koningin Wilhelmina met Prins Wilhelm van Wied. Thans maakt ook het Londensche blad „Truth" van dat gerucht melding in dezen vorm, dat „de Koningin Moeder der Nederlanden een particu lieren brief heeft gericht aan Koningin Victoria om de verloving harer dochter" aan te kondigen. Het huwelijk zou in April e. k. te 'sGraven- hage voltrokken worden, enz. Men houde daarbij evenwel in het oog, dat het blad „Truth" (Waarheid) zijn naam niet al tijd eer aandoet. Niets te doen dan „vliegen vangen" En daarbij den heer uithangen, Dat is thans bij menigeen 't Hoogste, neen, het eenig streven (Schijnt het) van geheel hun leven. En veracht men hen? Och neen! Waar zij maar wat geld verteren Of wat koopen maar niet „beren", Eert een ieder hendoch wij Noemen wie den heer uithangen En niets doen dan „vliegen vangen", Onnut in de maatschappij. Stoomtram Haarlem—Alkmaar. Volgens de „Haarl. Ct." heeft het Hot te Am sterdam bevestigd het door de rechtbank te Haar lem uitgesproken vonnis tot faillietverklaring der Naamlooze Vennootschap „Société Anonyme Beige des Tramways Neerlandais" te Brussel (stoomtram Haarlem—Alkmaar) waartegen deze Maatschappij verzet had aangeteekend. Tegen deze uitspraak staat het rechtsmiddel van cassatie open. Avontuur van een Groninger heer te Win schoten! Jantje en Mien, een paar aardige wit- kapjes, moeten Donderdagavond eene oude jonge juffrouw van den negenuurtrein halen. En druk re- deneerende ziet Jantje om. „Gunst, MienEn ook Mien ziet achter zich een man. „Jaop de Oude wij ven weg is er ook een aangerandMet versnel den pas. Verbeeldje Ook hij begint vlugger. Een ge vaarlijk individuNog snellerOok hij in looppas. En hijgende en gillende vliegen ze het station binnen, weldra gevolgd door den heer, die niet minder hijgt en blaast en hoe vreemd, met de beurs in de hand naar het loket vliegt. De ontknooping? De heer moest met den trein en toen hij de witkappen steeds haren pas zag versnellen, dacht hij, dat de tijd van ver trek reeds naderde en begon dus ook maar te draven. Tableau Nu de suikerfabrieken volop in werking zijn, is ook de tijd weer aangebroken, dat de landbouwers groote hoeveelheden pulp aan- koopen om daarmede in den winter, als het gewone eten opraakt, hun vee op stal te voe deren. Nu is pulp op zich zelve als veevoeder niet af te keuren, maar toch moet men er zekere voor zichtigheid bij in acht nemen, want volgens de laatste onderzoekingen kunnen zich zelfs in goede pulp, wanneer die eenigen tijd gelegen heeft, bac teriën ontwikkelen. Deze bacteriën, die zich verbazend vermenig vuldigen, tieren vooral welig in natte, ingekuilde pulp. Het is daarom aan te raden de pulp voor het gebruik rijkelijk met zout te bestrooien. Daar door wordt de schadelijke werking aanmerkelijk verminderd. Pulp echter, die in den kuil zeer nat en waterig geworden is, past beter op de mest vaalt, dan in den veestal; want het is juist in deze pulp, dat de bacteriën in groote hoeveel heden aanwezig zijn. Tel. MenscRen-eters in Den Haag! Gistermiddag had in de Kalkoenstraat te s-Gra- venhage tusschen eenige mannen een verwoede vechtpartij plaats. Een agent van politie, die de vechtenden wilde scheiden, werd door een van hen aangevallen en een oor afgebeten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1898 | | pagina 1