Buitenland. De zaak Dreyfus en alles wat daarmede samenhangt. Het Hof van Cassatie heeft Woensdagavond eindelijk van de militaire overheid het dossier der zaak-Picquart ontvangenen de afgifte van het geheime dossier in de zaak Dreyfus wordt aanstaande geacht. De advocaat Mornard toch heeft alle voorzorgen voor geheimhouding toege zegd. Op een vraag van den president van het Hof heeft de zegelbewaarder verklaard, dat er geen bezwaar bestaat, den minister-president, Mr. Du- puy, als getuige voor het Hof van Cassatie op te roepen. Volgens het voorschrift van de wet moet ech ter een besluit aan president Faure ter teekening worden voorgelegd, waarbij de heer Dupuy ge machtigd wordt, getuigenis af te leggen. Verschei dene leden van het Hof van Cassatie zullen den heer Dupuy in diens kabinet gaan verhoorenhij behoeft dus niet naar het Paleis van Justitie te gaan. De „Gaulois" zegt te kunnen verzekeren, dat het geheime dossier van de Dreyfus-zaak geen brief van keizer Wilhelm bevat. Deze verzeke ring is van belang wegens het blad, dat ze geeft. Daarentegen toont Paschal Grousset in een om standig schrijven, uit tal van gegevens, aan dat de brief van keizer Wilhelm II bestaat, althans bestaan heeften natuurlijk valsch is, gelijk graaf Münster ook in een gesprek met een Kamerlid van de rechterzijde heeft laten uitkomen. De brief, zegt Grousset, heeft stellig een rol gespeeld in het ontslag van Casimir Perier. De schrijver bringt overigens hulde aan de loyale en ver zoenende wijze waarop de Duitsche gezant steeds opgetreden is bij de zaak. De behandeling der processen wegens laster, door luit.-kolonel Picquart tegen verschillende dagbladen ingesteld, is tot 25 Jan. a. s. verdaagd. De rechtbank voor strafzaken te Parijs heeft Woensdag de behandeling der door Judet, hoofd redacteur van het „Petit Journal, tegen Zola in gestelde aanklacht wegens laster, acht dagen uit gesteld. De advocaat van Jacques Dhur, redacteur van de „Petite République," had uitstel verzocht tot na 11 Januari, omdat dien dag de zaak voor komt van zijn cliënt, die eveneens door Judet wegens laster is aangeklaagd en welke zaak met die van Judet contra Zola in verband staat. De advocaat Labori verzocht uitstel der zaak Judet-Zola voor onbepaalden tijd, omdat zijn cliënt wegens zaken van hooger orde thans niet voor de rechtbank kon verschijnen. Daar tegen nu verzette de advocaat van Judet, Joseph Menard, zich niet, mits Labori kon zeggen, wan neer zijn cliënt denkt terug te komen. Maar dat kon Labori niet; althans niet met juistheid. Alleen weet hij dat Zola naar dat oogenblik haakt, en ook reeds zou zijn teruuggekeerd, als zijne vrienden hem dat niet ernstig hadden ont raden. Zeker echter zal hij naar Frankrijk te- rugkeeren onmiddellijk nadat het Hof van Cas satie zal hebben uitspraak gedaan, en zich dan ter beschikking van de justitie stellen. De correspondent van de Temps" te Amster dam zegt, dat Esterhazy Nederland heeft verla ten en thans óf in België óf in Engeland vertoeft. Esterhazy heeft aan zijn uitgever Fayard ver zocht niets openbaar te maken van de copie, welke hij voor het tweede deel van zijn boek „les Des sous de l'affaire Dreyfus" in handen had, en dat wel met het oog op de mogelijkheid dat het Hof van Cassatie zijn verzoek om gehoord te worden inwilligt. Weigert het Hof dat echter zoo zou hij ge zegd hebben dat behoef ik geen voorbehoud meer te maken en zal ik alles openbaar maken wat ik weet, zonder er mij om te bekommeren of sommige personen daardoor in moeilijkheden worden gebracht. Een groot gedeelte van het geld, dat Esterhazy voor de uitgifte zjjner gedenkschriften toekomt, is door Fayard aan zijn vrouw uitbetaald. Intusschen moet het Hof van Cassatie al ken nis hebben genomen van het schrijven van den majoor, waarin deze verzocht gehoord te worden. Een beslissing is echter tot de volgende week verdaagd. Prins George van Griekenland is met groote geestdrift te Canea ontvangen. „Het was een ontvangst", zegt de correspondent der „Times," „welke de gelegenheid waardig was". Niets is er gebeurd wat storing kon brengen in de feest vreugde. De Cretenzers hebben zich bewonderens waardig kalm gehouden, en zulks is te merk waardiger, omdat een Cretenzer, krijgshaftig van aard als hij is, nog al spoedig naar de wapenen grijpt. Geen enkel schot werd Woensdag gelost, behalve de saluutschoten der vreemde oorlogs schepen; en geen geweren werden gezien, behalve die van de vreemde troepen en van de gendar merie, welke het escorte van den prins vormden. De aankomst van den prins werd door prach tig weer begunstigdde majestueuze toppen der Witte bergen schitterden in hun nieuw kleed van wintersneeuw en de kalme zee weerkaatste het blauwe uitspansel. Even vóór 8 uur des morgens verscheen het internationale escader in de nabij heid van Suda-eiland, waar de Turksche vlag wapperde, het eenige bewijs der Turksche sou- vereiniteit. In den nacht van 16 op 17 dezer zijn in Napels drie menschen bevroren, De milicien Wilhelm Ehnke uit Wolfsee bij Kiel is de langste soldaat uit het Duitsche leger en een blad photografeerdo den reus. Een ietwat excentrieke dame te Berlijn stuurde daarop den man, die nu als voerman bij de Kieler Bier brouwerij arbeidt, een brief, waarin zij verklaarde, met hem te willen huwen. Zjj was in 't bezit van 50,000 Mark en zou graag met hem in Berljjn een zaak opzetten, of wanneer hij aan het leven op 't land de voorkeur gaf, kon zij hem een landgoed aanbieden dat zij geërfd had. De reus had wel ooren naar dit origineele huwelijks-aanzoek en toen hem rij kei jjk reisgeld werd gezonden spoorde hij naar Berlijn om met zijn uitverkorene kennis te maken. Zijn aanstaande bruid wachtte hem aan den trein op en spoedig wandelde het paar gearmd door de Berljjnsche straten. Twee dagen lang genoot het paar van alle schoonheden van de hoofdstad, en de reus be minde zijn meisje met 50000 Mark met al het vuur eener eerste liefde. Doch toen hij den derden eens over de praktijk van het huweljjk ging spreken, vertelde het bruidje onder tranen dat zij maar 1000 Mark bezat, doch voor wel 100000 Mark liefde. De lange minnaar nu geheel ontnuchterd ver liet het meisje, dat hem zoo wreed bedrogen had op staanden voet. Wat het meisje aangaat, zij gaf den vertrekkende een paar thaler mede voor zijn verloren uren en stortte zich daarop in de zee van wee der troostelooze verlaten minnares sen Treurige cijfers doen dezer dagen de ronde in de Fransche bladen, met betrekking tot de echtscheiding. Donderdag 15 Dec. heeft de 4e kamer van de Rechtbank der Seine eene zitting gehouden, waarin niet minder dan 294 echt scheidingen werden uitgesproken. (Donderdags heeft dit gratis plaats.) Ze moeten een gratis be wijs hebben, en dit te verkrijgen is gemakkelijk. De man gaat eenvoudig naar de Commissaris van Politie en zegt: „Mjjne vrouw verveelt me!" Een agent gaat naar dat huisgeziu, ondervraagt eventjes en voor de minste reden krijgt de man een papiertje. In één oogenblik wordt dan het huweljjk door de rechtbank ontbonden. De man naar de kroeg, de kinderen op straat, (straks naar de gevangenis) en de vrouw??? Parijs is, met eerbied gesproken, het nest, waaruit de pro- stituées te voorschijn komen en naar alle groote steden der aarde zich begeven. (V. W.) Luitenant Hobson, de held vande„Merri- mac", die dezer dagen te Chicago een lezing hield over zijn waagstuk, was ook daar het slacht offer der kusgrage Amerikaansche schoonen. De dochters van den gewezen gouverneur van Noord- Caroline kusten hem het eerst en toen tastte de kuskoorts ook de andere dames, 165 in getal, aan. Hobson scheen er pleizier in te hebben. Een aanwezige generaal ried bem aan, alle vrou wen te kussen, om geen twist en tweedracht te zaaien en Hobson deed het, ofschoon er een aan tal onder waren, die nooit een prijs op een schoon heidstentoonstelling zullen behalen Veeziekte. Het is opmerkelijk, schrijft de „Tel.", dat die landen, welke hunne grenzen gesloten houden voor den invoer van Nederlandsch vee, dat juist in die landen de ziekte het meest heerscht. In België neemt die gevreesde ziekte met den dag toe en zijn daar de provinciën Luik, Bra bant en Henegouwen geheel besmet. In Frankrijk bezocht die ziekte in de maand September 500 gemeenten. In Duitschland waren op 31 October 11. 1123 gemeenten besmet met 6608 stallen tegen 749 gemeenten op 30 September met 4148 stallen. De dieren ook al! In het „Royal Veterinary College" te Londen hebben meermalen zeer merkwaardige operaties van dieren, meest honden, plaats. Dikwijls ech ter protesteert de patiënt; is hij een beetje al te lastig, dan sluit men hem eenvoudig in een operatiekamertje; hier wordt hij zoo vastgezet in een toestel, dat hij ongehinderd kan geope reerd worden. Zoo werd voor eenigen tijd een prachtigen hond van den heer Morgan een gla zen oog ingezet, daar een duel met een kat hem eenoogig had gemaakt. Tot de interessantste gevallen behoort de behan deling van een hond door een tandarts. Daar de tanden van het dier door zijn hoogen ouderdom slecht waren geworden, meende zijn bezitter dat hij hem wel een nieuw gebit kon laten maken. De specialiteit volbracht de bewerking zeer han dig. De 24 tanden, welke hij het dier leverde, zijn van Ash' porselein; de snijdende kanten be staan uit duuue vergulde platinablaadjes. Het ge- bid schijnt den hond zeer goed te bevallen. Men heeft reeds honden kunstledematen aangezet, bee- nen van hout, zilver of gegalvaniseerd caoutchouc. Deze kunstbeenen moeten zeer goed te gebruiken zijn, daar ze van veeren voorzien zijn. Een en kele maal heeft men zelfs koeien een houten been aangezet, maar die gevallen komen hoogst zelden voor. Bij paarden is slechts één dergelijk geval bekend. KERSTNACHT. L „Fred, geloof je nu heusch, dat het kerstkindje komen zal?" „Ja Walt, ik geloof het zeker." „Kan het kerstkindje alles doen, wat je aan hem vraagt?" „Ik geloof het wel Walt." „Dan zal ik hem vragen, of hij je beter wil ma ken, zoodat je weer loopen kunt, net als vroeger." Freddy zag zijn broertje met zijne groote droe vige oogen aan, en zei zacht: „Ik heb het onzen lieven Heer al zoo dikwijls gevraagd, maar het helpt niet. Ik ben bang, dat ik nooit weer beter word, Walt. Weet je wat ik aan het kerst kindje zal vragen „Neen," klonk het ant woord, en vol verwachting richtte Walt zijn blik op den kleine zieke. „Nu wat dan vroeg hij na een oogenblik ongeduldig, daar de droo- merige oogen steeds voor zich uit bleven staren, en er geen antwoord volgde. „Ik wilde hem vragen, of hij mij meeneemt naar de engeltjes." „Dan ga ik ook meeriep Walt uit. „Neen Walt, dat kan niet, jij moet bij moesje blij ven." Waarom wil je weggaan, en mij alleen laten waarom blijf je niet bij me P" De lipjes trilden, de oogen vulden zich met tranen. „Ik zal je het mooiste paard geven, dat het kerstkindje mij brengt, maar dan moet je niet weggaan. Jo zult wel weer beter worden, dat zegt de dokter ook." „Neen Walt, ik weet heel goed, dat ik altijd door erger word, mijn been doet veel meer pjjn dan vroeger. In den hemel heeft men nooit pjjn, daar worden alle zieke menschen gezond." „Als je het hem vraagt, dan doet hij het zeker, en dan blijf ik alleen," sprak Walt op schreien- den toon. Fred sloeg zijn beide armen om den hals van ■zijn broertje, en fluisterde hem toe: „Als ik een engeltje ben, dan kan ik je toch nog zien, en dan zal ik vragen, of het kerstkindje je eene zweep brengt, net als Sepp van vader Matteas." Walts gezichtje helderde op, hij droogde snel zijne tranen af en vroeg: „zoo'n mooie, meteen geel zijden koordje, en even groot „Ja Walt precies eender." Juichend liep het kind de kamer uit, om buiten lucht te geven aan zijne vreugde, terwijl Freddy zijn hoofdje in de kussens ver borg, en krampachtig snikte, omdat hjj wel nooit weer beter zou worden en omdat hij Walt alleen moest laten. II. Het is kerstavond! De hooge bergen zijn met sneeuw bedekt, die dik op de dondere dennen ligt. Het is doodstil, slechts van tijd tot tijd gaat er een zuchtje door het woud, en vallen er witte vlokken op den grond als groote, witte bloemen, rein en zacht! De hemel is vol sterren, ze schit teren en glanzen in heldere pracht, en de maan, dat groote lichtoog, zendt haren matten, blauwen gloed over de aarde. Ze werpt hare trillende stra len tusschen de dennen in 't eenzame woud, waar de herten en reeën slapen; ze beschijnt den klei nen bergstroom, dien de strenge winter in een ijskasteel heeft opgesloten, waar hij gevangen zit en wacht op de lente, die hem weder zal be vrijden. Hij heeft zich eene hooge poort gebouwd van doorschijnend kristal en daarin weerspiegelt zich de maan en doet haar foudelen als diamant, en van verrukking begint de beek te zingen heel, in de diepte. Uit het dorp, dat daar sluimert in het stille dal, klinkt zacht en liefelijk gezang en door ieder venster dringt een lichtstraal. De Vrede, die onhoorbaar langs de hutjes zweeft, en door alle raampjes naar binnen kjj kt, ziet lou ter vrooljjke gezichten. Kerstboomen, groot en klein, behangen met brandende kaarsen en allerlei geschenken, prijken op ruwe houten tutels en de kinderen staan met wijd geopende oogen sprake loos al dat moois aan te staren, of zingen met hunne zuivere stemmetjes hun kerstliedjes. Uit het dorpskerkje schijnt ook licht; straks, om 12 uur, dan gaan allen daarheen, om het kerstwonder voor den zooveelsten keer te hooren vertellen. Zachte orgeltoouen ruischen door de vallei, als zong een englenkoor hoog in den hemel een jubellied. Opeens verbreken het gerinkel van schellen en de hoefslag van een paard de plechtige stilte. Het komt naderbij en verwijdert zich in de rich ting van de villa, die daar op de helling van den berg staat. Ook daar is de sneeuw verlicht door het schijnsel dat door de venstergordijnen dringt. Plotseling houdt het gerinkel der bellen op, de deur wordt geopend, eene zee van licht stroomt naar buiten, dan een haastig sluiten en alles zwijgt weder. Na een half uur klinkt nog maals het hoefgetrappel en het schellengerinkel en de menschen zien elkaar aan en fluisteren: het is zeker weer niet goed op 't slot, dat was de slee van den dokter." En de Vrede, die ook langs het groote huis komt, schudt treurig het blonde hoofd en richt den stralenden blik op de helder verlichte vensters; dan gaat hij het woud in. III. Boven, in zijn wit, warm bedje, ligt de kleine zieke. Eentonig tikt de hangklok tik-tak-tik-tak. Wat weet die klok ook van Kerstmis afen toch zal ze straks het middernachtuur verkondigen, met luide, langzame slagen. Mat en getemperd valt het lamplicht in 't rond. Het is nu elf uur. Eenigen tijd geleden is Walt bij hem geweest, voordat hij ging slapen, en heeft zijn kerstliedje voor hem gezongen. Fred heeft geprobeerd om mee te doen, maar het ging niet, toen heeft hij maar geluisterd met gesloten oogen. „Fred, we hebben nu geen kerstboom, zou het kerstkindje ons toch wat brengen?" „Ja Walt, dat zal hij zeker." „Zul je om 12 uur wakker blij ven, om te zien of hij komt? Ik zal het ook pro- beeren, maar ik heb zoo'n slaap." „Ja Walt ik zal wakker bljjven." „En je zult hem om de zweep vragen?" „Ja Walt." Daarop was Walt neergeknield, en had gezeid: „ik zal mijn gebedje hier maar opzeggen," maar in plaats van de gewone regeltjes had het stamelend geklon ken: „Lief kerstkindje, maak Freddy beter; en geef mij de mooie zweep, die Fred me beloofd heeft, Amen." Aan dit alles denkt hij, terwijl hij daar zoo stil ligt, en de uren zoo langzaam voort kruipen. De dokter is er ook geweest, en heeft zijn handje lang vastgehouden en hem een paar vriendelijke woorden toegesproken, en als hij nu even de oogen opent, ziet hij papa en moesje bij zich zitten, en hij is zoo rustig, zoo kalm. Hij mag niet slapen, dat heeft hij aan Walt beloofd. Zou het kerstkindje komen? O zeker! Zou het hem meenemen Freddy's hartje begint snel ler te kloppen. -Is het slecht, dat hij zoo graag meewil? Hij heeft er met Walt niet meer over gesproken; Walt ging er van builen, en nu is hij het heelemaal vergeten, maar Freddy zelf niet. Hoe zou het kerstkindje komen? „Als het Christuskind op de aarde komt, dan zingen de engelen", heeft moesje verteld, daarnaar moet hg dus maar luisteren. Hoor! Is dat niet zin gen? Ja, ja duidelijk, het wordt sterker! Hoe helder en jubelend klinkt het! Freddy richt zich op„Maatje„Wat is er lieveling?" „Daar komt het Kerstkindje! Och, til mjj even op en laat mij eens kijken, toe maatje!" Voorzichtig neemt zijne moeder hem in hare armen, en draagt hem naar het venster, de gordqnen worden open geslagen, en Freddy staart in de heilige stilte van den kerstnacht. Lang en schitterend rust zijn blik op de verlichte vallei, op den oneindi- gen, fonkelenden hemel, en op het kerkje, waaruit het gezang omhoog stijgt. „Nu komt hij!" fluis teren de lipjes in verrukking„Kerstkindje, geef Walt een mooie zweep net als Sepp van vader Matteas en neem mij mee naar de engeltjes 1" Machteloos zinkt het hoofdje neer en als zjjn vader hem haastig overneemt, en weer in zijn bedje legt, glijdt een glimlach over zijn gezichtje. „Daar is hg! Hoort u hoe ze zingen? Dag paatje dag moesje dag Walt!" En uit de verte klonk het zacht en plechtig „Gloria in excelsis Deo Toen Walt den volgenden morgen wakker werd, lag de mooie, nieuwe zweep op zijn kussen, maar Freddy was weg! (Holl. Lelie.) Marktberichten. ALKMAAR, 23 Dec. 1898. Aangevoerd369 stapel Kaas, wegende 122414 Kg. Kleine f27,50 Commissie a f 28,— Middelbare f 28.50 ALKMAAR, 24 Dec. 1898. Aangevoerd4 Paard f 90,— a f 6 Koeien f 80 a 150; 28 Nuchtere kalveren f 10.0 a f 22.— Vette Kalveren t a f per kilo f0.— a 0.— 287 Schapen f 10, a f22,— 0 Lammeren f 0, 90 Vette varkens per kilo f0,32 a f 0 .35; 67 Magere varkens f 13.a f 15.304 Biggen f 5.— a f 7,506 Bokkën f 3.— a f 6.— 0 kleine id. f 0.— a t 0.— Boter per halve K.G. f 0.50 a f 0.52 Aardappelen fl.30 a f2.25; bieten f0.at 0. uien f 1.25 a t 0.— Bloemkool f10,a f14. per 112; wortelen per 100 bos f0,70 roode kool f4,— t 6,— savooische 12.— f6,— Koolrapen f 0.50 Meirapen 10.per 100 bos. Peien f0,a f 0, Appelen f0,— a f0.Pruimen f0.a f0,per mar.dje. Witte kool f6, Kippen t 0.40 a f 1.20; eenden 0.60 a f 1,20 konijnen f 0.10 a f 1.40; kippeneieren f5.- a f5.50 eendeneieren f0.a 0.kuikens f0.30 aj f 1.30 SCHAGEN, den 22 Dec. 1896 i. 125 150 120 20 Geldekoeien (magere) 100 130 30 Idem (vette) 160 240 5 Kalfkoeien 120 150 Graskalveren. 20 Nuchtere Kalveren 6 16 Schapen (magere) 150 Idem (vette) 20 27 700 Overhouders 14 19 Lammeren 4 Bokken en Geiten 2 4 25 Varkens (magere). 8 11 41 Vette varkens p. kilogr.„ 0 33 0 35 4 7 40 1 20 Kippen 50 0 90 Eenden 70 1 1000 Kipeieren (per 100) 4 4 50 Eendeieren 0 0 1200 Boter (Kilogram) 1 1 10 500 Kaas 0 •40 050 De prijzen der magere geldekoeien en kalf koeien bleven heden stationnair. Bij belangrijken aanvoer van vette koeien, was de handel stug: le qualiteit gold 27ct. p. '/i kilogram. Bij staande prijzen, was de handel in vette schapen trekkende. Tegen flinke prij ken gingen overhouders goed van de hand. Vette var- zens blijven laag in prijs. Groentemarkt. BROEK OP LANGEDIJK. Van 17 tot 23 Dec. 17 Dec. Wortelen, bos, f0,a f 0,- per 100 bos. Aardappelen, 0 mnd., f 0,a f 0.per 17"2 kilo. Bosuien (halve bossen) f 0,a f 0,—Bloemkool. 5500 st., f6,a f 9,50 le soort, f 1,10 a f5,50 2e s. (per 112 st.) 19 Dec. Wortelen,bos, f0,— a f0,- per 100 bos. Aardappelen, mnd., f0,a f0,per 17y2 kilo. Bosuien (halve bossen) f 0,a 0,Bloemkool, 5600 st., f10,a f 13,le soort, f 1,20 a f 8,25 2e s. (per 112 st.) 20 Dec. Wortelen,bos, f0,— a f 0, per 100 bos. Aardappelen, mnd., f0,— a f 0,per 17'/2 kilo. Bos uien (halve bossen) f0,— a f0,— Bloemkool, 5800 st., f8,50 a f 11,25 le soort, f 1,— a f7,50 2e s. (per 112 st.) 21 Dec. Wortelen,bos, f0,a f0, per 100 bos. Aardappelen, 0 mnd., f0,a f0,— per 17V2 kilo. Boa uienfO,—afO, (halve bossen). Bloemkool 6500 st. f 7,50 a 110,le soort, f 1,10 a f7,2e s. (per 112 st.) 22 Dec. Wortelen,bos, f0,— a f0, per 100 bos. Aardappelen, mnd., f0,— a f0,per 17Y2 kilo. Bloemkool 1400 st. f2,50 a f 0,le soort, f 0,a f0,2e e. (per 112 st.) 23 Dec. Wortelen,bos, f0,— a f0, per 100 bos. Aardappelen, mnd., f0,a f0,per 171/2 kilo. Bos uien f 0,a f 0, (halve bossen). Bloemkool 2000 st. f 4,a f5,le soort, f0,a f0,2e s. (per 112 st.) De prgs der Roode kool is p. 112 st., 14,— a 7,50. Geele f4.a f6.Witte kool f4,a f 8,—. Uien f 1,70 a f 1,85 per baal, (50 kilo.) Bieten, f 12,a f16,— p. 1000. Koolrapen f2,a f3,per 104 st. Wortelen f2,— a f2,50 per 1000 st. Het aantal bloemkoolen deze week aangevoerd bedraagt te zamen 26,800 stuks. Nog altijd blijkt de handel hierin zeer wispelturig te zijn. In het voorst van de week n.l., werd f 13.00 besteed, terwijl 2 dagen later dit product weer geen geld waard scheen te zjn, zoodat de bouwers ze dan ook ophielden, hetgeen in den regel niet veel geeft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1898 | | pagina 6