5 Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 1. Zondag 1 Januari 1899. 8e Jaargang. J. II. KEIZER. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Vóór U uit. N ieu ws tij dingen NIEUWE S LiUllUhM III' JIVT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspee, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct-, franco p. post 60 ct. UITGEVER: BUREEL: .loordscliarwoude. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer £5 ct. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. U|j dit nummer belioort een byvoeg-sei, „Voor U uit, voor U uit bruisen de baren, „Achter U, achter sluit zich de stroom." Beets De twaalf slagen, een laatste groet van het scheidende jaar, klinken buiten hoog in de lucht, krachtig, dreigend schier, met doffen nagalm, daarbinnen met fijnen, scherpen metaalklank zacht natrillend. Zelfs in den vroolijksten, meest onbezorgden kring verstomt het gelach en geroezemoes der stemmen, zwijgend hoort men den laatsten slag wegsterven. Gelukt het al aan jeugdige opgewektheid om spoedig de stilte te verbreken, een lichte herin nering is ons door de ziel gegaan, als staarden wij voor één oogwenk in het aangezicht des doods. En straks, in de eenzaamheid van onze kamer, zien wij nog eenmaal om, naar het ons lief ge worden verleden, waarvoor „de klok van schei den" geluid heeft „door het dal." Ernstige vragen rijzen in ons op. Lief en leed is ons weervaren hebben wij het eone geno ten en het andere gedragen, zóó, dat het ons in gelijke mate ten zegen is geworden? Wenschen zijn vervuld en verwachtingen vervlogen heb ben voorspoed en teleurstelling beide ons verder gebracht op onzen weg? Liefde hebben we ont vangen; hebben we ook liefde gegeven? Plich ten waren ons opgelegd, hebben wij ze ver- vervuld met de toeweiding, die aan de vervul ling eerst waarde geeft? Beschaamd buigen wij het hoofd en met wee moed denken wij aan onze tekortkomingen. Oeh, zoo vaak, ook als wij het betere wel wilden, hebben wij het mindere gedaan; als wij daar over peinzen Toch Diet dit moet het einde zijn. Het verleden kan ons nog slechts leering bie den; zoo we troost behoeven, zullen we dien moeten vragen aan de toekomst. „Vóór ons uit, vóór ons uit bruischen de baren, „Achter ons, achter ons sluit zich de stroom." liet leven roept ons ten strijde, het ligt voor ons wat zullen wij er van maken? Zullen wij droomend, verloren in eigen lief en leed, de toekomst tegemoet gaan, of krachtig, zelfbewust den handschoen opnemen, dien het heden ons voor de voeten werpt? We nemen dien handschoen op; we aanvaar den den strijd; we willen niet behooreu tot die zwakken, die het leven verliezen uit vrees voor het leven maar met kloeken moed, met al de gaven van ons verstand, met al de warmte van ons hart willen wjj medeleven, medelijden het leed van anderen. Hoe meer wQ ons oefenen in wat men „prac- tisch medeljjden" zou kunnen noemen, hoe rus tiger en lichter het in ons eigen hart wordt. Stap voor stap gaan we verder, en hoe scher per onze blik, hoe ruimer onze gezichtskring wordt, hoe dieper wij den kommer en het leed gevoelen, het onrecht haten waaronder zoovelen gebukt gaan. In den strijd om het leven onze krachten ver dubbelend, maakt ons sterker in willen en kunnen, t wij ons verweervermogen, verruimen wij ons inzicht. Niet met weemoedig gepeins over het verleden, maar met kloeke voornemens voor de toekomst het nienwe jaar iDgegaan. Zoo wij in het oude een schuld achterlieten, is beter doen het beste berouw. Nieuwjaarsmorgen, gegroetBjj het schemeren van uw dageraad, tintelt ons hart van geestdrift, van moed om de levenstaak weder op te nemen en te trachten haar naar ons beste weten te vervullen Ziet! de natuur schijnt zich te verheugen over het nieuwe jaar, dat aangebroken is, en toch heeft ook zij reden om bekommerd te zijn. De boomen zijn zonder groen, de velden dor en kaal, geen lieflijk vooglengekweel, geen zacht ruischende wind maar zij wanhoopt niet! Zij weet, dat de Lente zal komen, dat alles opnieuw zal her leven zij vertwijfelt niet maar hoopt en wacht, tot de tijd zal komen waarop alles weer zal groe nen en uitbotten. En wij Zouden wij niet ho pen, ook al mocht het heden wat donker zijn Neen, niet gesuft en geklaagd, maar gewerkt en gestreden't Is nu geen tijd meer om ons over te geven aan droef gepeins, om te beweeuen wat was, en niet meer is. Gisteren, toen het oude jaar zijn afscheid kwam brengen, ja, toen heb ben we ons nog eens verdiept in oude herinne ringen, maar nu heet het: „voorwaarts!"; gis teren was het de tijd om eens even uit te rusten en ons voor te bereiden voor den nieuwen tocht, maar nu wordt de reis aanvaard, en dat met moed en hope! Al weten wij niet, wat de toekomst zal bren gen, wij hopen en vertwijfelen niet. Voorwaarts Dat het nieuwe jaar ons opgewekt en moedig vinde tot het volbrengen van onzen plicht, want vóór ons uit bruisen de baren. Vinden ze ons dan vastberaden, met kalmen moed, de hand aan het roer, den blik op 't kompas ge richt, moedig het ruime sop kiezend. Slechts wie zich angstvallig aan de kust houdt, loopt gevaar te stranden. Zoo ergens, dan is hier het geluk met den stoutmoedige. Gekozen bij de Nen. Herv. Gem. te Noord scharwoude tot ouderling de Heer A. Iiee- man tot diakeu de Heer C. de Geus P Az. Herbenoemd tot kerkvoogd de Heer R. Ootjers en tot notabelen de II.H. Jb. Ootjers en C. Swa- ger Az. Een der meest zwakke punten in de Cal- lantsooger zeeweringen, de Koegras-zanddijk in de nabijheid der Groote Keeten is in den laatsten tijd aanmerkeljjk versterkt. Voor deze zanddijk bevindt zich het Botgat eene vlakte, even boven vol zee gelegen en slechts dooreen smallen en lagen duinregel van het strand af gescheiden. Behoudens enkele daarin opgestoven nollen, loopt deze vlakte door tot genoemden zanddijk. Bij den stormvloed van 22 December 1894 liep deze vlakte geheel onder, zoodat het water tot aan den kruin der zanddijk stond. De polders Callantsoog en Koegras liepen toen groot gevaar van overstrooming. De afd. Alkmaar en Omstreken van de vereeniging Schuttevaer hield hare jaarvergade ring te Spanbroek. Uit de verslagen bleek, dat de afd. thans 31 leden telt. Het voordeelig saldo bedroeg f 28,50. Tot leden van het bestuur werden gekozen do heeren H. J. K. van der Steen te Spanbroek als voorz., D. Groot te Dirkshorn als secr. en C. Dekker te Schagen als penn. Tot afgevaardigden naar de algem. vergadering te Sneek werden gekozen de heeren van der Steen en Groot. Afgevaardigden kregen in opdracht het hoofdbestuur er op te wijzen, dat Alkmaar zoo weinig doet ter verbetering van zijn vaar water. De heer Messonides hield eene lezing over de onbillijkheid der kaai-, sluis- en havengelden die geheven worden van schepen' van verschil lende grootte. Besloten werd den naam der afdee- ling te wijzigen en haar voortaan de afdeeling Westfriesland te noemen. De volgende algemeene vergadering zal plaats hebben te Schagen. Sint Pancras, 30 Deo. Gisterenavond vergaderde in het lokaal van den heer Ruijs alhier de afdeeling Sint Pankras der Landbouw- en Handelsvereeniging ter bespreking van het reglement der afdeeling en ter verkiezing van een bestuur. Het door het hooidbestuur voorgestelde Concept reglement werd nagenoeg geheel aangenomen. Geschrapt werd echter de zinsnede, die betrek king heeft op de salarieering van den Secreta ris en den penningmeester. De afdeelingscontri- butie werd vastgesteld op 10 cent. Opgemerkt werd nog, dat art. 10 niet in het afdeelings- r.eglemeut thuis behoort. Als bestuursleden wer den gekozen de heeren A. Nobel, A. Oudes éir G. Kempers. De twee laatsten bedankten, waan^m met het oog op het klein getal aanwezige ld&eh werd besloten op eene volgende vergadering het bestuur verder aan te vullen. Einde verlichte eeuw! Te Loosdrecht is een kind behekst en onder behandeling gesteld van een duivelbanster te Hil versum Onder de middelen, die zeker tot herstel moe ten leiden, komt voor, dat de moeder van het behekste kind gedurende negen achtereenvolgende dagen in huis niets mag aanvatten. "erder mng in hetzelfde tijdsverloop niets in de woning gebracht of er uit gehaald worden. Men doe hiermede zijn voordeel. Eeu lief briefje. In de „Soc!.-Democraat'' komt een allervrien delijkst briefje voor van Ds. A. van der Heijde, Ned. Hervormd predikant te Engelum. Het luidt aldus „Het wordt te bar, Mijnheer de Redacteur, het loopt de spuigaten uit, het moet iu de krant. Verbeeld u, daar vraagt Van Praag op de ver gadering in Den Helder aanden wakkeren Staal man of hij in Beetgum wil komen spreken over de Hogerhuiszaak.'En wat antwoordt hij Ik zal er met Ds. v. d. Heide nader over correspon- Ik heb dadelijk den heer Staalman geschre ven „Vriend, wanneer wilt gij nu komen, be paal zelf den dag." Ik heb er netjes een 5 ets. postzegel ingedaan... het antwoord moet nog ko men, de heer Staalman zwjjgt als het welbekende graf en mijn postzegel houdt-i. Toen dacht ikwacht, ik zal hem telegra- feeren met betaald antwoord. Dit nu deed ik op den 12 December. En het antwoord blijft wederom uit en Staalman zwijgt gelijk een mof. Staalman zal wel niet in Beetgum durven komen. Maar ik vind het noodig om evenals bij de boerderijen een bordje is aangebracht waarop te lezen staat „wacht u voor den kwaden hond," zoo in het publieke leven een bordje op te han gen „wacht u voor den kwaden Staalman, want zijn woord houdt hij niet, maar eens anders postzegels wel." A. van der Heide. Op tweeden Kerstdag zijn bij de Donger- brug bij Geertruidenberg dertien personen door het ijs gezakt, maar gelukkig allen gered. - Esterhazy vertoeft, thans te Rotterdam in 't „hotel Kistelbach" aan den Steiger, onder den naam van „Marvenitsch, hoogleeraar te Mos kou". Hij is geheel glad geschoren. Aldus seint men uit Amsterdam, aan de Brus- selsche Petit Bleu, op grond van „stellige inlich tingen". Strünen. Men schrijft uit Friesland aan de „N. R. Ct." Des Zondagsavonds ontvangt de boerendochter den i-rijer en weet men, dat Aaltje of Geertje den „hij" heeft, dan gaat men 's avonds en soms des nachts „strünen" om de boerderij, om het paartje te bespieden. Is de vrijer een kameraad, dan waagt men het niet zelden onder de ramen door in de boer derij te klimmen, een deur los te breken, om bij het paartje in de kamer te komen. Dan gaat men niet eerder heen, vóórdat de vrijster getracteerd heeft, want bij de vrijerij op het Friesche platteland staat de flesch gewoonlijk od tafel. J V Een koddig geval van „strünen" viel dezer dagen voor, waarbij de „struners" benauwde oogenblikken beleefden en beider Zondagsch pak voor goed bedorven werd. Een boerenzoon zou des Zondagsavonds gaan vrijen bij een boeren dochter; twee zijner kameraden besloten te gaan „strünen." Met een mesje wisten zij de deur van den koestal te ontgrendelenmen ging den langen koestal door en kwam aan het middenhuis. Geen van beiden wist nu echter de inrichting van het woonhuis; op goed geluk deed men in het duister een deur open enmen stond voor het bed van den boer, die aan inbrekers denkende direct den bedde uitsprong en de jongelingen na zette. Deze boerenzoons als ze waren wip ten tusschen de koeien op den stal en gingen knielend liggen voor de rustige herkauwers. De boer ijlde hen voorbij, sloot de deur nu voorgoed en kwam met dochter en vrijer en last not least een lantaarn terug om te kijken, hoe de kerels toch wel in huis gekomen waren. Bange oogenblikken voor onze klanten. Gewil lig lieten zij zich van onder tot boven aflikken door de koeien, lijdzaam lieten zij toe, dat de beesten met hun hals langs hun Zondagsch pak schuurden! Want de boer was nog woedend In eens bemerkte de vrijer hen, hij glimlacht, doch zwijgt als het graf. De boer heeft evenwel dat glimlachen gezien, bij treedt met de lantaren op de stallen en vindt onze avonturiers, geheel natgelikt en van onder tot boven onder het koe- haar! Toen was zijn kwade bui over; de „strü- ners" waren genoeg gestraft! Het tweetal heeft zich na dit geval voorgenomen nooit weer te „strünen". Ieder jaar wordt een veertien voet dikke laag van de zee in de wolken opgenomen. Twee vrijers tegelijk; De dienstbode van den landbouwer J. van der Lei te Surhuizum, kreeg in de Kerstdagen een bezoek van twee vrijers tegelijk, die voornemens waren een genoeglijken avond bij haar te slijten. Het geval gaf aanleiding tot een vechtpartij. De een sneed zijn medeminnaar de kleeren stuk, verwondde hem en loste een revolverschot, dat gelukkig een schampschot was. De dader is in verzekerde bewaring gesteld. Godsdienstoefening aan boord! De Minister van Marine heeft bepaald, dat de in artikel 6 van het reglement op den inwendi- gen dienst voorkomende bepaling, nopens het vrijstellen van de bijwoning dor godspienstoefe- ning in zee, aan boord van Hr. Ms. schepen, moet worden opgevat in dier voege, dat kunnen worden vrijgesteld, indien zij dit verlangen. a. de personen, die tot geen erkend kerkge nootschap behoorenb. de personen, die ver klaren, dat hunne godsdienstige overtuiging ge weld zoude worden aangedaan door het aanhooren der leerrede. Wanneer geen muziekinstrument beschikbaar waarmede de zang kan worden geleid en de commandeerende officier oordeelt dat het zingen zonder begeleiding ongewescht is, kan het zingen vervangen worden door de voorlezing van het lied. Liefdes-elixer. Onder de benaming „Liefdes-elixer" trachtte sedert een paar dagen een rondreizend koopman kleine fleschjes en flacons met een roodkleurig vocht te Utrecht aan den man te brengen. Mocht men den man gelooven, dan waren enkele druppels van dat vocht op spijs gestort of in drank gemengd, voldoende oin het meisje van 1 innigste liefde van den jongeling harer keuze

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 1