Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 3.
Zondag 15 Januari 1899.
8e Jaargang.
J. H. KEIZER.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
N ieu wstij dingen
Feuilleton.
Paul en Augusta
NIEUWE
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Züidscharwoüde en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 et-, franco p. post GO ct.
UITGEVER:
BUREEL:
Aoordscliarwoude.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Yan 1—5 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Armenzorg.
Maandag j.l. werd te Schagen eene vereeni-
ging opgericht tot ondersteuning bij ziekte, leni
ging der armoede, enz., alles tot indirecte we
ring der bedelarij. Een 16tal ingezetenen traden
staande de vergadering, waarin tot oprichting
der vereeniging werd besloten, als leden toe.
Woensdag werd den burgemeester, den oprichter
der nieuwe vereeniging, door iemand, die onbe
kend wenscht te blijven, f 100 ter hand gesteld
als blijk van groote instemming met het schoone
doel door de vereeniging beoogt.
Heer-Hugowaard. De heer K. Kasper,
postbode alhier, is benoemd tot brievenbesteller
te Beverwijk.
Niet alleen in de plantenwereld vallen
hier voorjaarsverschijnselen waar te nemen, ook
de dierenwereld levert ze ons. Den 9en dezer
toch kon men bij de Gebr. Boekwinkel te
Heer Hugowaard reeds een lammetje bij
een moederschaap zien rondhuppelen, dat, dank
zij het zachte wéér, geen bijzondere verpleging
behoeft.
Dan liever een nieuwjaarswensch in een
nieuwsblad
In de Amsterdamsche brievenbussen werden
op 1 Januari 180,000 nieuwjaarskaartjes bezorgd,
alle voor Amsterdammers bestemd, en van bui
ten de stad kwamen er op dien eenen dag nog
250,000 stuks bij
Begin daar maar eens aan!
De knecht.
Uit Hunsingo schrijft men
De boerenknechten in deze streken verdienen
tegenwoordig, als ze voor de werkzaamheden be
rekend zijn, honderd daalders en dat loon berei
ken velen al, als zij aan de loting moeten deel
nemen. Worden deze knechten ouder, kunnen ze
flink ploegen en weten ze de zicht zeer goed te
gebruiken als het graan rijp is, dan klimt het
loon wel tot f175 en spaarzame jongelieden
en die zijn er nog wel brengen daarvan jaar
lijks honderd gulden in de spaarbank. De meiden
verdienen hoogstens tachtig tot negentig gulden
per jaar.
Op eene groote boerderij zijn vier knechten en
twee meiden. De oudste, en meteen de eerste
mannelijke dienstbode, heet groote knecht of
knecht en het lidwoord blijft steeds voor dezen
naam weg. Hierop volgt in rang de middelste,
daarop de derde of „de derde vent" en de vierde
ot „de vierde vent", ook wel schaapvent genoemd.
De laatste naam ontleent zjjn oorsprong hieraan,
dat de hoofdbezigheid van dit knechtje is, de
schapen in den zomer te melken en in den win
ter van voedsel te voorzien. En al heeft nu ook
een boer bij zijn eenen knecht zulk een aankome-
ling als tweede, toch heet deze „vierde vent" of
schaapvent.
De groote knecht is de eerste onder allen. Gaan
de knechten met den ploeg naar het veld, hij gaat
vooraan, verlaten ze de schuur met paard en wa
gen, hij is de eerste. Bij den maaltijd zit hij bo
venaan en als hij begint, gaan de anderen hem
volgen. Legt hij den lepel omgekeerd neder, dan
is voor hem het eten dien middag gedaan, maar
tegelijk voor alle andere dischgenooten. Bij de
vrije of schafturen is hij de eerste, die weder aan
den arbeid gaat. Ook is hij de eerste, die des
morgens opstaat, om dan de anderen te gaan
wekken en op hem rust dus de zware taak de
waak of de wacht te houden, want bij den boer
weet men van vroeg opstaan, des zomers tus-
schen drie en vier, des winters tusschen vijf en
zes uur.
Om den knecht te hulp te komen, hebben de
boeren eene wekkerklok hangen naast het bed van
den knecht en als de wekker op een vastgesteld
uur afloopt, dan valt een zware steen van eene
plank en die steen is met een band aan den arm
van dezen knecht bevestigd en de val maakt hem
dus wakker.
Te Gorichem doet fzich in het gezin
van den schoenmaker G. S., een geval van
nona (slaapziekte) voor. De patiënte, een meisje
van ongeveer 20 jaren, viel Vrijdag bij haar
werk in slaap, was den velgenden dag een
oogenblik ontwaakt, doch slaapt sedert onafge
broken voort.
Ook in Den Haag heeft zich een geval van
nona of slaapziekte voorgedaan. Op Nieuwjaars
morgen kreeg een bewoonster van de Rembrandt-
straat, na de gewone nachtrust genoten te heb
ben, een onweerstaanbare behoefte om nog wat
te gaan liggen. Er werd niets bijzonders in ge
zien, haar man zou dan al vast vooruit gaan
naar de ouders om te feliciteeren met het nieuwe
jaar. Maar de vrouw bleef slapen en de genees
heer constateerde een geval van nona. Tot Woens
dag duurde de slaap en ging toen zacht eu on
gemerkt in den doodsiaap over.
Mormonen.
Thans zijn er ook Mormonen te Sliedrecht.
De heele familie W. v. d. G. aldaar is tot deze
secte toegetreden. Vader en zoons hebben op
een zandplaat bij de spoorbrug de onderdompe
ling ondergaan. Moeder en dochters zijn voor
deze ceremonie naar Dordrecht geweest.
„D. C.«)
De onderwjjzer te Arnhem, die, wegens
zijn weigering om deel te nemen aan de kro
ningsfeesten, door B. en W. niet werd voorge
dragen voor traktementsverhooging, ontvangt
thans „schadeloosstelling" van den Bond van
(5000) Nederlandsche Onderwijzers.
Een snoekje!
Door den visscher Spruit, to Loosdrecht, is in
den Loenderveenschen polder een snoek gevan
gen ter zwaarte van 20 pond. Toen het reus
achtige dier in de kaar was gedaan, spuwde het
een ander snoekje uit, dat nog anderhalf pond
woog.
De bevolking van Amsterdam bedroeg
ultimo December 1898 512,758 zielen, tegen
503,045 op ultimo December 1897.
Een kink in den kabel.
Te Hellendoorn zou een 22-jarig jongeling
met een 15-jarig meisje trouwen. De daarvoor
noodige vergunning was herkregen. Toen het
bruidspaar echter met de ouders op het gemeen
tehuis kwam en de burgemeester die hen trouwde
aan de ouders de gebruikelijke vraag deed, of
ze hun toestemming gaven, antwoordde de moe
der ontkennend. Ongetrouwd konden bruid en
bruidegom weer heengaan.
Een onbescheiden aandrang.
De Haagsche politie heeft eergisteren van het
Paleis in het Noordeinde een Rotterdamsch
koopman moeten verwijderen, die met alle ge
wold de Koningin wilde spreken.
Verdraagzaam
Te Vlissingen heeft de Kerkeraad der Evang.
Luth. Gem. haar kerkgebouw tijdelijk aan de
Chr. Geref. Gem. afgestaan tot het houden van
hare godsdienstoefeningen.
In aansluiting met ons vorig bericht om
trent het nemen van ontslag door den trommel
slager, die met de trom de kerkgangers te Hooge-
veen kerkwaarts riep, kan worden medegedeeld,
dat Zondag de nieuwe titularis, Jb. Leyssenaar,
een schoenmaker, gekozen uit 10 sollicitanten, in
functie is getreden.
De Prov. Dr. Ct. zegt, dat deze zonderlinge
oproeping naar het bedehuis al deteert van vóór
1652. Toen toch had men te Hoogeveen geen
kerk, maar bevond zich op pl. m. 1 uur afstand,
te Echten, een kapel en liet de heer van de heer
lijkheid Echten, die van militairen bloede was,
des Zondags trommelen, hetgeen op grooten af
stand kon worden gehoord, om de menschen op
te wekken in die kapel hun godsdienstplichten
te vervullen. Na het bouwen van de kerk te Hoo
geveen bleef dit trommelen tot op den huidigen
dag in zwang.
De vermindering van het aantal kiezers we
gens andere redenen dan belastingaanslag, blijkens
den pas verschenen staat, is in het geheel 19,775
geweest, op 63,226 (in 1897), dus een daling met
ruim 30 pCt.een zeer hoog cijfer.
De daling vindt men in alle provinciën behalve
Limburg, dat nu 1067 kiezers meer telt dan in
1897. In die provincie zijn echter de belasting
kiezers met 1585 toegenomen, zoodat de overigen
er eveneens zijn verminderd. Het sterkst was de
daling in Drente, nl. 10 pCt., en in Zeeland 9 pCt.
ZonderUnge kostwinning!
Dr. P. de Jager, te Ternaard, die een beroep
deed op den liefdadigheidszin zijner landgenoo-
ten ten bate van arme visschers te Wierum en
Moddergat, ontving uit Amsterdam volgend
schrjjven
„Wij veroorloven ons de vrijheid UEd. te
melden, dat wij agenten zijn van alle mogelijke
zaken op philantrophisch gebied en daardoor ook
in staat zijn UEd. de behulpzame hand te bie
den tot het verkaijgen van gelden voor het door
u beoogde doelwij behoeven slechts een vol
macht en laten dan eene inteekenlijst drukken,
die wij u overzenden, om door den heer burge
meester te laten stempelen en berekenen 10
pet. plus reis-, verblijf- en andere onkosten of
20 pet. waaronder dan alle onkosten begrepen
zjjn, zoodat bij een ontvangst van bijv. f100,
f 80 wordt afgedragen ontvangen wij niets dan
brengen wij ook niets in rekening, van welken
aard ook, zoodat u nooit risico beloopt.
„Philantropie bien ordonnée commence par
soi-même", 't geen ongeveer zeggen wil, dat
men verstandig doet, bij het inroepen van de
publieke liefdadigheid voor anderen, voor zich
zelf den room van de melk te nemen. Ik heb
dit voegt dr. de Jager in de „Leeuw. Ct."
aan dit schrijven toe dit ook wel in toepas
sing zien brengen, maar wist tot nu toe niet,
dat het tot een bedrijfsvak gemaakt was.
Zorgt voor uw kippen!
In dezen tijd van 't jaar nog meer dan anders
is het zeer aan te bevelen, om de rennen en
hekken der kippen te voorzien van een laag turf
molm Deze grond bedekking is warm en wegens
zijn groot opslorpend vermogen ook droog, twee
noodige dingen bjj de kippen. Bovendien levert
ze tezamen met de uitwerpselen een goeden mest.
Om het optreden van ongedierte tegen te gaan,
bestrooit men het turfmolm met een flink ver
dunde oplossing van carbolzuur.
Een moordaanslag?
Onder dit opschrift deelt het „Handelsblad"
mede, dat men onlangs den tooneelspeler, den
heer Louis Bouwmeester bij eene voorstelling op
het Leidsche plein het leven heeft willen bene
men, door in een diep wijnglas, waaruit hij op
het tooneel moest drinken, spelden te doen.
Gelukkig ontdekte hij de euveldaad nog in
tijds. Van den dader geen spoor. De zaak is in
handen der politie.
Oorspronkelijke novelle.
19.)
Misschien zal zij u den eenen of anderen
dag wel eens schrjjven en u op de hoogte
helpen van haren toestand.
En nu iets over mjj zelf.
Sedert het voorgevallene met Mathilda
heeft het kantoor in deze stad voor mij
alle aantrekkelijkheid verloren, en denk ik
er sterk over u te volgen.
Ik ben reeds aan het sparen voor de
reiskosten en verzoek u mjj te melden,
welke vooruitzichten er voor een jong
mensch als ik aan de andere zjj der zee
bestaan.
Gaarne vind ik er eene ambulante be
trekking, want het kantoorleven bevalt mjj,
om u de waarheid te melden, maar zoo
matigdat immer en altjjd zittend leven
is in ljjnrechten strjjd met mjjn karakter
en het is mjjne overtuiging, dat ik veel
beter pas in eene betrekking, waaraan rei
zen vei bonden is.
Zoo altjjd op eene plaats vind ik vervelend.
Ik geloof niet er tegen op te zullen zien,
in de Vereenigde Staten dienst te nemen
bjj de armee, mjj dunkt, het soldaten leven
zou voor mjj juist een baantje zijn, vooral
nu ik door mjjne tegenspoeden in zulk eene
gedrukte stemming verkeer. Strjjden, mar-
cheeren,dagelijks van garnizoen veranderen,
te midden van bosschen en Indianen leven,
ik moet u eerljjk bekennen, dat zulk eene
carriere voor mij hare bekoorlijkheden bezit
en zoo ten uwent daartoe de gelegenheid
bestaat, waaraan ik in het geheel niet twjj
fel, kom ik over en word soldaat.
Het soldatenleven toch is rjjk aan afwis
seling en avonturen en mjjn karakter heeft
altjjd naar zoo iets overgeheld. Daarbij komt
nog, dat men in de gelegenheid is vooruit
te komen en als men oppast en zjjn best
doet, op te klimmen tot de hoogste rangen.
Wees derhalve zoo vriendelijk, omtrent
het militaire leven in Amerika u eens voor
mij te informeeren en schrjjf mjj dan zoo
spoedig mogeljjk.
Gaarne zal ik van uwen eigen toestand
en dien uwer moeder eenige bijzonderhe
den vernemen en hoop dat gjj betere be
richten hebt over te zenden, dan ik helaas
heb kunnen doen.
Nieuws van vrienden of kennissen heb
ik niet te vermelden, eerstens herinner ik
er mij weinig van en ten tweede ben ik,
gul uit geschreven, in geene gelukkige stem
ming daarvoor.
Heb ten slotte mijne hartelijke groete,
doe uwe moeder mijn compliment en ge
loof mjj altjjd te zjjn
Uw toegenegen vriend,
Paul.
Wij willen den brief op zjjnen weg naar
Amerika volgen om getuige te zjjn van den
indruk, dien de letteren op Beers maakten.
De goede lezer vergezelle ons daartoe
naar New-York, waar wjj hem in een net
bovenhuis in Broad-street aan de familie
Beers voorstellen, welke in de gezellige ka
mer juist bezig is het nieuws uit Holland
te bespreken. Beers had zjjne moeder den
brief voorgelezen en op beiden had de in
houd een alles behalve prettigen indruk ge
maakt.
«Die arme jonge klaagde de oude vrouw
«hij ondervond waarljjk wel vroeg de
tegenheden des levens."
«Ik wou wel dat ik wist, hoeof'teigen-
Ijjk met Gusta gesteld is," bracht haar zoon
in het midden.
«Nu, die betert immers alweer, zjj is
jong en in de kracht van haar leven, maak
u daarover dus maar niet ongerustik voor
mjj heb zwaarder hoofd over Pau!soldaat
worden, kijk, dat vind ik het naarste waar
iemand toe komen kan, gjj moet het hem
bepaald afraden."
«En dan, moeder?"
«En dan? Als hjj volstrekt over wil ko
men, zie dan het een of ander voor hem
te vinden, dat beter is. Zou meneer van
Hessen niets voor hem weten?"
«Misschien wel, hjj is aan de sporen ge
plaatst en kan wellicht in zjjne betrekking
iets voor Paul doen."
«Och ja, doe daar uw best eens voor,
want soldaat en dan bjj Indianen, dat ljjkt
mij verschrikkeljjk toe."
«Wel waarom moeder? Ik voor mjj ge
loof, dat Paul daarvoor juist geschikt is
hij is iemand die nog al van verandering,
houdt en van afwisseling en daaraan is bjj
de armee geen gebrek."
«Afwisseling, dat wil ik niet tegenspre
ken, maar dat vechten en doodschieten, o
foei I voor geen geld zag ik hem het bin
nenland intrekken, want dan zou ik den
ken hem nooit terug te zien."
«Komaan moeder, wat een zwarigheid
ieder die soldaat is, wordt niet dood gescho
ten."
«Dat is wel mogeljjk, maar de kans be
staat toch en al wordt hjj niet doodgescho
ten, hjj kan verminkt worden en dan is
hjj voor zjjn geheele leven ongelukkig. Als
je mjj ten minste pleizier wilt doen, zie
hem dan dat uit het hoofd te redeneren
en zoek iets anders."
«Ik beloof u, mjjn best te zullen doen,
moedermaar ik vrees, dat het niet veel
zal helpen ik ken Paul te goed en weet
zoo ten naasten bjj wel, met wien ik te
doen heb."
De oude vrouw staakte het gesprek en
zuchtte eens, haar zoon zette zich weder
voor zjjnen ezel en poogde zjjn werk te
hervatten, maar het schilderen ging hem
ditmaal niet met de gewone vlugheid van
de hand, hjj kon zijne denkbeelden niet
goed bjjeen houden en tobde over Augusta's
toestand, die hjj zich in een duister dag
licht voorstelde. Eindeljjk wierp hjj het pa
let en penceelen van zich en begon eene
wandeling door de kamer, zich bezig hou
dende met allerlei onrustige gedachten.
Gelukkig voor hem kwam juist de heer
van Hessen te huis en gaf aan zjjnen ge-
dachtenloop eene andere wending.
De heer van Hessen, die reeds een vriend
des huizes was geworden, werd met den
inhoud des briefs in kennis gesteld enge
raadpleegd. Zjjn advies was zeer in strjjd
met de ideën der oude vrouw, hjj verklaarde
zich geheel voor het soldatenleven en raadde
Beers ernstig aan, zjjn vriend in diens plan
nen te versterken.
Er staat een groote oorlog voor de deur
dus verzekerde hjj, de zuideljjken willen
zich van de noordeljjken afscheiden en vol
gens mjjn bescheiden oordeel zal daaruit
een krijg ontstaan, zoo als de wereld in
lang niet heeft gezien. Ontegenzeggeljjk zal
er in dien oorlog voor uw vriend, als hjj
een weinig gelukkig is. avance zijn te ma
ken en misschien wel klimt hjj in betrek
kei jjk korten tjjd tot de eerste rangen op.
De Hollanders waren van oudsher de beste
soldaten van de wereld, dapper, ordeljjk
onvermoeid, bedaard en geduldig. Dat zijn
deugden in den militair, die hem stellig
zeker vooruit moeten brengen. Neen,
uw vriend heeft eene zeer goede keuze
gedaan en mjjn advies is dit, dat gjj hem
den voorgenomen stap ten stelligsten moet
aanraden.
Wat de heer van Hessen zeide, was in
vele opzichten waar, want het was in de
dagen dat de groote Amerikaansche oorlog
uitbrak, die zoovele offers geeischt heeft en
welke met bloedige letters staat opgetee-
kend in de geschiedenis der wereld. Het
was in het begin van dien broederkrjjg,
die met bjjna voorbeeldelooze hardnekkig
heid is gestreden en een beslissend keer
punt is geweest in den toestand van het
groote en schoone werelddeel.
Over het een en ander.
Wanneer wjj over de gedragingen, over