Brieven uit „de Streek," Buitenland. debloem bekend (taraxacum officinale) als eene schadelijke plant beschouwd. Een kleine land bouwer te Drouwen (Dr.), die een op grasland nabij zijn woning weidt, heeft van de in zijn land aanwezige paardebloemen in den zomer van 1898 zooveel nadeelige gevolgen ondervonden, dat hij het groenland, waarop die plant voorkomt thans omgroeft om daar meer edele gewassen te ver bouwen en de paardebloem te verdelgen. Daar ook elders op zandgrond veel paardebloemen in het weiland voorkomen, doet men met het oog op de melkopbrengst goed, deze zooveel mogelijk te bestrijden. Moord te Berkel. Een afschuwelijk misdrijf is 19 dezer gepleegd tusschen negen en half tien te Berkel, een uur gaans ten noorden van Hilligersberg. Aan het Noordeinde buiten de bebouwde kom, woont een weduwnaar Michiel Ripping met zijne huishoudster. R. is rentenier en bezit vele gelds waardige papieren. Op dat uur zijn twee of meer mannen zijne woning binnengedrongen, hebben hem aange grepen en vermoord. Zijne huishoudster, die om hulp riep, werd door de indringers eveneens vermoord. De bewoner werd dood op den grond gevon den, en de huishoudster in een leunstoel. Van de daders was geen spoor te ontdekken. De verslagene, 74 jaar oud en gewezen land bouwer, leefde thans met zijn 64-jarige huis houdster G. Yrieling, stil en vreedzaam op zijn eenvoudig net landhuisje „Landhuis", er zijn ge noegen in vindende wèl te doen, waarvan velen uit het dorpje kunnen medespreken. Op eene vreeselijke wijze zijn de goede luidjes vermoord. Nader valt omtrent "den te Berkel gepleegden dubbelen moord te melden, dat vermoedelijk ontvreemd is een bedrag van ongeveer f 30,000 aan effecten; welke die effecten zijn, is nu voor een gedeelte bekend. Bij de schouwing van het lijk van den heer Ripping moet volgens de „N. R. Ct.", gebleken zijn, dat hem niet minder dan 26 wonden, groo- tere en kleinere, waren toegebracht. In zijn hoofd had hij 8 gaten, van een hand waren 4 vingers afgekapt, een kaakbeen was door midden gesla gen, een oog hing er uit, een pols was doorge sneden, in de borst was een steek toegebracht, enz. Men kan dus aannemen, dat de daders er in het wilde op in gehakt en geslagen hebben, toen de ongelukkige zich trachtte te verweren. Het lijk van de huishoudster vertoonde enkel twee gaten in het hoofd. Eene voor C. Uitenboogaard, tegen wien zwaar vermoeden is gerezen, ongetwijfeld verzwarende aanwijzing is zoo meldt de „N. R. Ct." dat zich in de onderbroek, waarvan hij zich niet ontdeed, een bloedvlek vertoonde, die juist over eenkomt met een op gelijke hoogte op de boven broek voorkomende bloedvlek. Die bovenbroek behoorde tot de bovenkleeven, die te Antwerpen in beslag werden genomen. Nadat hem op deze omstandigheid gewezen was, is Uitenboogaard teruggekomen op zijn zeg gen, dat hij niet wist. hoe er bloed op zijn in beslag genomen kleeding kwam, en dischte hij nu het 'erhaal op, een vriend te hebben ont moet, die aan de hand verwond wasdie vriend werd door hem verbonden, en vandaar het bloed op zijn kleeding. Behalve de te Amsterdam in beslag genomen effecten is van het gestolene nog niets gevonden. Er wordt vermoed, dat het in den grond ver stopt zit of aan een goeden bekende in bewa ring is gegeven. Een geval van uitwijzing uit Duitsehland! Aangaande een vroeger gemeld geval van landsverwijzing wordt nader bericht, dat de be trokken jonkman door de Duitsche overheid was uitgendooigd, om bewijzen te brengen, dat hij in Nederland aan zijn militairen dienstplicht had voldaan. Hij heeft het echter niet de moeite waard geacht, zich van zijne geboorteplaats Zwolle een ambteljjk bewijs te verschaffen, dat hij als eenige zoon in Nederland niet dienstplichtig is. Bij gemis van dit bewijs is hij dan uit het land gewezen geworden. Hierbij moeten wij nog opmerken, dat de betrokken jonkman aan zijn betrekking wel niet erg gehecht zal geweest zijn, hij had anders te laatster ure nog wel de tus- schenkomst van den Nederl. Consul kunnen in roepen. Yan nationaal politieke motieven, waaraan men trouwens naar aanleiding der andere uitwijzingen het eerst moest denken, kan bij deze uitwijzing van een Nederlander geen sprake zijn. Geen belastingverhooging! Het wetsontwerp tot verhooging van de ac cijnzen op wijn en gedistilleerd is door de Re geering teruggenomen. De aanleiding tot deze intrekking is onge twijfeld te vinden in den laatstelijk openbaar ge- maakten staat der ontvangsten over het afge- loopen jaar, in verband met de raming. De uitkeeringen aan de gemeenten waren ge bleken ongeveer 1 x/4 millioen meer te zullen be dragen dan waarop zij berekend waren. Tot dek king van dat tekort had de Regeering de ver hooging van de accijnzen voorgedragen. Sedert de indiening van dit voorstel, waarte gen van vele zijden bezwaren zijn geopperd, zijn echter twee belangrijke feiten voorgekomen. De Staatsbegrooting voor 1899 is ten gevolge van de behandeling in de Tweede Kamer met een aanzienlijk bedrag verminderd en de laatste staat der ontvangsten uit belastingen en heffingen heeft getoond, dat er ruim 3 millioen meer in de schatkist is gevloeid dan een jaar geleden ge raamd was. In September, bij de indiening der Staatsbegrooting, schatte de minister van finan ciën dit surplus op slechts even boven 2 milli oen. Er is dus ruim 1 millioen meer ontvangen waardoor de tegenvaller bij die uitkeeringen aan de gemeenten ondervonden, door die uitkomst nagenoeg is gedekt. Schaatsen. In de „Hygiënische Bladen" wordt het schaat senrijden bezongen als een gezonde, nuttige lichaamsuitspanning, die een gevoel van gezond heid, kracht en opgewektheid het lichaam doet doorstroomen, en, met mate toegepast, een hy giënische beweging is. Spieren en zenuwen wor den er door geoefend, de stofwisseling en de eet lust bevorderd, de spijsvertering wordt beter, de ademhaling dieper, en dit alles geeft den schaat senrijder een gevoel van kracht en opgeruimd heid, een verhoogd physisch en psychisch ver mogen. Kouvatten gedurende het schaatsenrijden komt zeldqn voor, daarentegen ontstaan kouvattingen niet zelden door onvoorzichtigheid daarna. Dit ter waarschuwing aan de beoefenaars van het schaatsenrijden, dat bijna voor iedereen past en nog meer voordeeleu heeft. De „Hygiënische Bla den" sommen ze op: Kinderen en volwassenen harden zich tegen kouvatten; bloedloozen krijgen betere kleur; zij, die aan gebrek aan eetlust lijden, betere appetijt zij, die aan hoofdpijn, koude voeten, migraine lijden, verlichting en genezing. Corpulente raen- schen verliezen vet en winnen krachtlonglijders krijgen sterkere longen, en voor de slechte stemming en wanhopige gedachten is 't een ware panacée. Deze lofzang op het schaatsenrijden komt net van pas. De vorst, is hoewel zwakjes, ingevallen, en na weken en maanden van wanhoop en stille berusting begint de hoop bij onze rijders en rijd sters te herleven. Onder de gewone rubriek „Belasting vra gen" wordt in „Het Nieuws van den Dag" van 27 Januari de volgende vraag betreffende het rijwiel gedaan. Krijgt iemand die belasting betaalt een kaart of iets dergelijks, om zoonoodig op zijn rijtoeren bij zich te kunnen dragen, of bestaat die kans niet, dat men kan worden aangehouden, om te kunnen bewijzen, dat men aan zjjn verplichting heeft voldaan? Zoo ja! hoe moet iemand, die niet in de termen valt voor belasting, aan een bewijs komen, dat hij daarvan vrij is. Het antwoord luidt als volgt: Wanneer men zijn rijwiel maar heeft aange geven, is men klaar (behoudens natuurlijk de latere betaling der belasting). Op straat wordt men niet lastig gevallen. De ambtenaren zijn op de hoogte met de aangegeven rijwielen. Zien ze nu een niet-aangegeven rijwiel op den weg be reden worden, dan nemen zij daarvan op hunne surveillance goede nota en komen later heel net jes het proces-verbaal aan den betrokken persoon of aan zijne woonplaats beteekenen. Een patroon te 's-Gravenhage, in wiens werkplaats Maandagochtend niet naleving van de arbeids- en van de veiligheidswet werd ge constateerd, was daarover zoo verstoord, dat hij op staanden voet zijn geheele personeel 13 mannen en jongens ontsloeg, om zoodoende te ontkomen aan de „soesah," voor hem aan de nakoming der wetgeving verbonden. Yan de 11.000 militieplichtigen van dit jaar zullen 510 worden bestemd voor den dienst ter zee, eu de overigen worden ingedeeld7895 bij de infanterie, 500 bij de cavalerie, 2410 bij de artillerie en 195 bij de genie. In de rogge, die de boeren naar den molen brengen om gemalen te worden, zitten nu en dan wel eens spijkers, welke, wanneer zij tusschen de maalsteenen komen, deze beschadigen. De mo lenaar J. F. A. Biens, te Borger heeft nu een middel daartegen bedacht, door onder aan de romp (waardoor het koren naar de steenen loopt) een stuk magneetijzer te bevestigen, dat alle stukjes ijzer, welke daar passeeren, aantrekt en vasthoudt. Deze magneet is zóó sterk, dat een stuk ijzer van een decimeter lengte en 2 centimeter dikte nog wordt vastgehouden. Te Zijpe (N.-H.) heeft een schaap 3 flinke lammeren ter wereld gebracht, wat in dezen tijd van het jaar eene bijzonderheid moet wezen. Te Groningen is een gevangene zoek, zekere Karssen, een jonkman van 20 jaren. Bij zijn vervoer met den celwagen wist hij te ont snappen, en hij loopt nog. De tram in Amsterdam. Het voornemen bestaat de exploitatie der ge meente-tramwegen te Amsterdam met 1 Januari 1900 te doen geschieden onder de leiding van twee directeuren, die geheel onafhankelijk van elkaar zullen werken. De eerste zal belast wor den met de directie over de lijnen met paarden te exploiteeren, de andere met den aanleg en exploitatie der electrische tramwegen. Het nieuwe licht. De „Zaanl. Ct." schrijft: Het nieuwe licht, dat ook reeds in de Zaan streek zijne intrede heeft gedaan, is door me nigeen, doch ten onrechte, voor electrisch licht gehouden. Inderdaad kon men, op een afstand gezien, allicht in de meening verkeeren, dat men hier te doen heeft met een onzer krachtigste lichtbronnen, n.l. de electrische booglamp. Toch is dit niet het geval. We hebben hier voor ons een petroleumlamp van ingenieuse constructie. Een kleine omschrijving, hoe men dit „schitte rend" resultaat bereikt, zonder groote massa's petroleum, (nog niet zooveel als een gewone pe troleumlamp gebruikt) is velen misschien niet ondienstig. De geheele toestel bestaat uit tweedeelen: le een reservoir, van staalplaat vervaardigd, waarin zich de petroleum bevindt, voorzien van eene manometer en een luchtpomp; een reservoir, zoo stevig, dat het gemakkelijk een druk van 10 atmosferen kan doorstaan. Met de luchtpomp wordt alsnu de noodige lucht ingedreven (tot de manometer op 7 wijst) en door de samen persing der lucht boven de olie stijgt deze op in de buisleiding, die ze naar de eigenlijke lamp voert. 2e De lamp. Ook deze bestaat uit twee deelen, n.l. de vergasser of indamper en de mon tuur. De vergasser is een dun stalen buisje, dat met de leiding, die zoo dun is als een breinaald, in verbinding staat. Dat buisje mondt uit in een omgebogen buis, die het gas onder de kousjes brengt. Wordt de vergasser nu voorloopig met een weinig spiritus verwarmd, dan zal zich hierin veel gas ophoopen, hetwelk tracht de petroleum terug te drijven. Draait men nu een naaldkraan, met een bijna onzichtbaar gaatje in den top van den vergasser, om, dan zoek- het gas zich een uitweg, in zijne vaart lucht medenemende naar het onderste gedeelte der lamp. Hier ontsteekt het zich en doet het retort, de vergasser nl., gloeien door het gas, dat hier on der de gloeilichtkousjes ontbrandt, zoodat hier, als ware het eene gasfabriek wordt gevormd, welks retorten verhit worden door het ilcht, dat gebruikt wordt. De verschillende gerieflijkheden van dit licht zijnenorm goedkoop olieverbruik (nog geen twee centen per unr voor een licht van 1500 kaar sen, terwijl electrisch licht van deze sterkte on geveer 37'/2 cent per uur kost!) stabiel, rustig, ver uitspreidend licht, gering brandgevaar, geen onderhoud van koolspitsen, als bij het electrisch licht, geen pit, die steeds moet worden schoon gemaakt, geen lampenglazen, die breken enz., in één woord: het is: „het licht." Ieder, die zich hiervoor interesseert, raden wij aan zich te wenden tot den Heer Jan Lankelma te Purmerend, den uitvinder van dit licht, die zich speciaal met het monteeren van deze ver lichtingstoestellen bezig houdt en die, naar wij vernemen, gaarne inlichtingen en nadere bijzon derheden wil verstrekken. Altijd royaal! In een der grootste gevangnissen van ons land werd dezer dagen iemand met het cellulaire rij tuig binnen gebracht; de man moest enkele da gen hechtenisstraf ondergaan. Bij het uitstappen van den wagen tast hij in den zak en geeft den koetsier een fooitje. „Historisch" schrijft de „N. R. Ct. onder dit berichtje. Niet overbodig. Het nut der flets! Zaterdag kwam te Vlodrop een bedelaar per fiets aan verschillende huizen een aalmoes vra gen. De man beweerde, dat hij tegenwoordig meer op één dag verdiende, dan vroeger op een geheele week, toen hij alles te voet moest afmaken. LXYI. 19-26 Januari. Sedert de vorige week werd het aantal marktdagen door het bestuur van de vereeniging „de Tuinbouw" tot twee, n.l. Dinsdag en Zaterdag, teruggebracht. Zaterdag j.l. heerschte er nog vrij groote levendigheid en werden er ruim 16000 bloemkoolen ten verkoop aangeboden, waarvoor f 2,30 tot f 3,50 per 112 stuks werd bedongen. Dinsdag daar entegen was de aanvoer reeds geslonken tot omstreeks 3000 stuks, die metf 1,- tot f3,— per 112 stuks werden betaald. De uitvoer naar Duitsehland heeft thans opgehouden, zoodat de verzending thans bijna uitsluitend op Am sterdam is gericht. De daling dor marktprijzen houdt dus vrij wel gelijken tred met de vermindering va» het aanbod. Ongetwijfeld is de geringe grootte van de thans verhandelde bloemkoolen eene der oorzaken van deze daling, doch niet minder is dit het gevolg van den invoer van Fransche bloemkool. Toch schijnt de kwaliteit van laatst genoemd product zeer veel te wenschen over te laten. Naar mij werd megedeeld zijn ze niet blank van kleur, los en smettig. Het heeft waarschijnlijk uwe aandacht ge trokken dat wij nog steeds doorgaan met onze kool per 112 stuks, dus met toetal, te verkoo- pen. Tot mijn genoegen kan ik u evenwel mede- deelen, dat in eene gecombineerde vergadering van het bestuur van de vereeniging „de Tuin bouw" met de groentehandelaren, op Vrijdag 20 Januari j.l., besloten is, bij de opening van de nieuwe campagne, het voorbeeld door de Langedijk geveven, te volgen en uitsluitend per lOOjstuks te verkoopen. Hoewel aan dit be sluit de voorwaarde is verbonden, dat ook aan de Langedijk zal worden volgehouden met het verhandelen van zoogenaamd „vlak hon derd," meenen wij de afschaffing van het toe- tal tegen dezen zomer als een feit te mogen beschouwen. Immers, ten uwent zijn de po gingen tot afschaffing met een te schitterend succès bekroond, om daarop weder terug te komen. Eene opgaaf van de totale aanvoer van tuin bouwproducten aan de markt van „de Tuin bouw" konden mij nog niet worden verstrekt wel daarentegen van de markt aan de Broeker haven. Gelijk ik u reeds vroeger mededeelde, werd door de grootendeels mislukte vruchten oogsteen zeer nadeeligen invloed op den aan voer uitgeoefend. Bij eene vergelijking van de in '98 verkregen cijfers bij die van '97 blijkt bovendien dat ook andere producten, als aard appelen en uien in minder groote hoeveelhe den werden aangevoerd. Yolgens officieele op gaaf werden in 1898 ten verkoop aangeboden 57453 halve H.L. aardappelen, 5238 halve H.L. uien en slechts 2644 halve H.L. appels en pe ren, terwijl bovendien werden aangevoerd: 2.280.900 slaboonen, 900 snijboonen, 400 krop pen salade, 5000 wortelen, 148 halve Kilo's aal bessen, 400 kroten of bieten, 19 zak rapen, 1515 sluitkoolen, 107 bloemkoolen, 1450 kom kommers en 2 mandjes kruisbessen. Deze producten werden aangeboden door 2734 aanvoerders, van wien aan marktgeld werd ontvangen de som van f483,05. Worden daar tegenover de cijfers van 1897 gesteld dan verkrijgt men belangrijke verschil len ten nadeele van het gepasseerde jaar. In 1898 werden 7222 halve H.L. aardappe len en 2553 halve H.L. uien minder aangebo den, terwijl dit voor appels en peren zelfs een verschil geeft van 26650 halve H.L. Ook de andere producten tdonen een nadeelig verschil. Alleen de slaboonen maken daarop, hoewel de aanvoer, niettegenstaande het groote cijfer, niet van groote beteekenis is, eene gunstige uitzondering. Daarvan werden n 1. in '98 om streeks 800,000 stuks meer aangevoerd dan ge durende 1897. Aan marktgelden werd dan ook in '97 f 347,85 meer ontvangen dan in het laat ste dienstjaar. Moet de onbeduidende aanvoer van vruchten geheel op rekening worden gesteld van de mislukten oogst, dit kan voor aardappelen en ook voor uien niet gelden. De productie van aardappelen neemt jaarlijks vrij sterk toe, zoo dat eene verminderende aanvoer daarvan, aan andere oorzaken moet worden toegeschreven. Ter gelegener tijd kom ik daarop wel eens terug. K. De zaak Dreyfus en alles wat daarmede samenhangt. De „Temps" beweert te weten, dat het onder zoek der strafkamer van het Hof op het punt was gesloten te worden, toen Esterhazy besloot te komen getuigen. De verschijning van den ma joor heeft tengevolge gehad, dat de sluiting van de enquête en de uitspraak betreffende het ver zoek tot regeling van rechtsgebied vertraagd is, maar men gelooft dat de sluiting niettemin in het eind van deze maand of de eerste dagen van Februari zal kunnen plaats hebben. Dan zullen er een veertien dagen noodig zijn voor den rapporteur om zjjn conclusiën en voor den procureur-generaal om zijn requisitoir op te stellen, zoodat de openbare behandeling van de „zaak" tusschen 15 en 20 Februari zal begin nen. Als er geen kink in den kabel komt, altijd Alvorens Esterhazy Maandag naar hes Hof van Cassatie ging, had hij in het hospitaal der- broeders van St. Jean de Dieu te Parijs een lang durig onderhoud met zijn advocaat Cabanes over zijn af te leggen getuigenis. Samen gingen ze naar het paleis van justitie. Toen te 12 uur de zitting der strafkamer werd geopend, werd Es terhazy terstond binnengelaten. Naar zijn eigen getuigenis liep zijn eerste verhoor over zijn be trekking tot den generalen staf. De Majoor raadpleegt onder de bedrijven steeds zijn advocaat. Van zijne deferentie voor het Hof getuigt, dat hij er heengaat in zwarte jas met hoogen hoed; een dikke portefeuille onder den arm geeft hem daarbij een air van gewicht. Hij draagt nog altijd het lintje van het Legioen van. Eer. Over zijn verhoor moet hij zich uitgelaten hebben als volgt: „Men hoort mjj niet als ge tuige, maar als beschuldigde. Dus verdedig ik: mijdat is natuurlijk. Ik heb er nu genoeg vam en zal alles zeggen, en met mijne verklaringen mogen zij doen wat zij willen." Hij beweert overigens „zeer belangrijke din gen" te hebben gezegd. De Majoor schijnt voornemens, zoodra het Hof met hem gedaan heeft, Parijs weder te verlaten. Volgens de „Yoltaire" heeft Esterhazy aan de Strafkamer photographieën gelaten van stukken in zijn bezit. De schorsing van zijn verhoor is, volgens dit blad, te wijten aan het feit dat Es terhazy, gedrongen om te zeggen of hij het bor derel schreef dan niet, geweigerd zou hebben verder getuigenis af te leggen zonder zijn adveaat.. De Libre Parole" verzekert, dat Esterhazy tijdens het verhoor, vermoeid, eene kleine pauzei en een glas grog vroeg. Het eerste alleen zou. hem door President Loew zijn bewilligd. Het proces Henry—De Reinacfli Het Hof van Assises heeft de behandeling vair het proces van mad. Henry tegen de Reinach> wegens laster, uitgesteld totdat de strafkamer van het Hof van Cassatie in zake de revisie van 't proces Dreyfus een beslissing heeft genomen. Toen deze beslissing bekend werd gemaakt, hoorde men een enkelen kreet: Leve het leger! Bij 't verlaten» van de zaal van't Paleis van Ju stitie ontstond er een standje, waarbij stokslagen werden gewisseld en enkele manifestanten gewond De heer Bouvin, commissaris van politie, kwam nogal in 't gedrang en zijn kleeren werden ge scheurd. Vier manifestanten werden gearresteerd.. Op straat was 't ook nog een beetje rumoe rig, maar ernstige ongeregeldheden zijn niet te betreuren. Een Parijsche statisticus heeft onlangs een bepaalde verhouding vastgesteld tusschen den trouwlustigen ouderdom van jonge dames en den leeftijd, waarop zij gewoonlijk de huweljjks- haven binnenloopen, en die verhouding in cijfers uitgedrukt. De algemeene opinie, dat een meisje tusschen de 15 en 20 jaar den man het schoonst toeschijnt, wordt door dezen'statisticus overboord geworpen uit zijne berekeningen volgt dat van de 100 bruidjes slechts 13 dus 13 percent op dezen leeftijd naar het huwelijksaltaar schrijden, welk aantal ongeveer even groot is als dat op den leeftijd van 30 tot 35 jaar. De meeste da mes treden volgens bedoelde berekeningen: tusschen haar 20ste en 25ste jaar in het huwelijk. Opmerkenswaardig is, dat dit niet alleen op Frankrijk van toepassing is, maar voor alle andere beschaafde landen opgaat, dat men dus nog maar zelden „bakvischjes" van 15 jaren met een baardeloos jongmensch van 18 jaar ziet trouwen en dat het huwelijksbootje door de-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 2