Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. TSP. 6. Zondag 5 Februari 1899. 8e Jaargang. N ieu wstij dingen Feuilleton. NIEUWE munuy» coriAKT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. II. KEIZER. BUREEL: Noordscharwoude. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. HU dit nummer behoort een byvoegsel, Heer Hugowaard. Voor deelhebbers in de kaasfabriek „Vita Nova" en andere belangstellenden trad de heer Keestra uit Hoorn, zuivel-consulent voor Nd.-Holland, Dinsdag j.i. op met eene verhandeling over de zuivelbereiding. De hr. Keestra wenscht geene -geregelde lezing te houden, doch zich te bepalen tot het geven van z. i. nuttige wenken. De laatste 25 jaar heeft de fabriekmatige zuivelbe reiding voor een groot deel het kaasmaken op de boer derij zelve verdrongen. Of dit wenscheljjk geacht moet worden Op deze vraag wil spr. geen antwoord geven, daar op dit oogenblik eene Comm. zich bezighoudt met eene oplossing van dit vraagstuk. Te Heer Hugowaard bestaat eene kaasfabriek, en dit feit brengt spr. er toe, zijn wenken hoofdzakelijk te beperken tot de fabriekmatige kaasbereiding. In de kaasbereiding spelen de bacteriën een zeer groote rol. Wel bevat de melk van nature geene bac teriën, doch aan de lucht blootgesteld is zij daar spoe dig als mee bezwangerd. Zoowel goede als schadelijke bacteriën doen haren invloed gelden. Waar men nu van de nuttige bacte riën nog niet zooveel weet, als van de schadelijke ligt het voor de hand, dat spr. zich vooral ten doel stelt, datgene mee te deelen, wat d» ontwikkeling der scha delijke bacteriën kan tegen gaan. Hierbij merkt spr/ op, dat het bestrijden van schadelijke bacteriën onge- twijteld gunstig werkt op de aankweeking en ontwik keling der goede, wat door de practijk trouwens vol doende wordt bewezen. Als eerste en hoogste eisch stelt spr. dat slechts melk van gezonde dieren dient gebruikt te worden voor de zuivelbereiding. Normale, goede melk dus. Tot de melk die geweerd dient te worden, rekent spr. ook die van z.g. overloopers, pas gekalfd hebbende koeien, tochtige, oudmelksche en aan zeere speenen of drop lijdende koeien. In al deze gevallen kan een ongun stige invloed op de normale melk worden uitgeoefend, dus groote schade worden veroorzaakt. Van grooten invloed acht spr. ook de voedering van het melkvee. Goed hooi moet als hoofdvoedsel worden beschouwd. Moet er bij voeder gegeven worden, dan niet een enkele soort en in geen geval nooit veel van eene soortbij voeder. In Zwitserland is men ook deze meening sterk toegedaan Voorts moeten alle maatregelen worden genomen, teneinde besmetting met schadelijke bacteriën te voor komen en te bestrijden. Op zindelijkheid komt dus alles aan. Spr. meent, dat de Holl. boeren en boerinnen, wier zindelijkheid spreek woordelijk is geworden, ten opzichte van stal en boer derij in 't algemeen daartegen nogal eens zondigen. Handen worden vóór 't melken vaak niet gewasschen, het uier (jaar) zelden gereinigd, wat met een zachte doek of borstel toch gemakkelijk te doen ware. Vaatwerk wordt vaak met koud sloot- of regenwa ter nagespoeld. Beide verdienen afkeuring. Norton- water acht spr. 't best. En dan liefst metalen vaat- wei k. Steeds wordt in Nd.-Holland nog gevoederd en veelal ook de stal uitgemest vóór 't melken, terwijl het toch stellig heter is dit na 't melken te doen, dewijl anders de lucht in den stal vervuld is van bacteriën onder 't melken. Bij de voedering moet ook de grootste zindelijkheid in acht genomen worden, zoodat geen rottende over schotten blijven liggen als kweekplaatsen voor vaak zeer schadelijke bacteriën. Ook aan het luchten der stallen mocht wel meer zorg worden besteed. Nu zullen, zegt spr, o. m. trots alle voorzorgen, toch nog wel vuildeeltjes in de melk aanwezig zijn. Zoo spoedig mogelijk en zoo goed mogelijk moet daarom de melk door teems of doek gegoten worden. Ten einde de ontwikkeling der schadelijke bacte riën tegen te gaan, is afkoelen tot ongeveer 15° C. zeer aan te bevelen. Verschillende manieren worden door den hr. Keestra aangegeven. O. a. noemt hij ook den melkuitluchter, waarbij de melk in dunne lagen over een cilinder loopt en aan de afkoelende, en kwalijk riekende stoffen opnemende lucht wordt blootgesteld. Welke manier van kaasmaken de beste is? Spr. wil dit niet beslissen. Op velerlei wy zen wordt goede kaas gemaakt. Het toevoegen van lange wei heeft ten doel goede bacteriën in de molk te brengen. Dit kon, zegt spr. echter ook met korte wei geschieden, hoewel de nut tige bacteriën daarin minder gemakkelijk te cönsta- teeren zyn. Toch kan men, wanneer de korte wei na 24 uur nog zuiver van reuk en smaak is, deze veilig tot dit doel aanwenden. Als eene belangrijke zaak by de zuivelbereiding wijst spr. nog op het wenschelyke, van de verschil lende werkzaamheden ook in verschillende vertrekken te doen plaats hebben. Van hoog belang acht spr. ook het houden van aan- teekeningen, het z.g. technisch-boekhouden, maar dan nauwkeurig en waar. En nu nog enkele opmerkingen ten aanzien van de leiding. Deze, zegt spr. laat vaak veel te wenschen over. Niet zelden toch wordt iemand kaasmaker na slechts een paar jaar als knecht in eenen fabriek werk zaam te zyn geweest. - Spreker zou aan 't hoofd eener fabriek geplaatst willen zien een in alle opzichten bekwaam Directeur, die daartoe bepaald was opgeleid. Deze zou de wron gel moeten bewerken en verder de geheele leiding in handen moeten hebben. Het melkonderzoek moest aan hem kunnen worden opgedragen, de boekhouding en verdere administratie bij hem berusten. Behoudens verantwoordelijkheid aan het Bestuur, moet hem onbeperkte macht tot handelend optreden gegeven worden. Spr. eindigt met de bewering, dat ieder deelhebber zich bewust moet zyn, dat hy deel uit maakt van 't geheel, dat dus ook ieder een deel der verantwoorde lijkheid draagt en plichtverzuim van een enkele, groote schade kan veroorzaken aan 't geheel. Na nog een paar vragen, tot hem gericht, te heb ben beantwoord is sprekers taak ten einde. De waarnemende voorz., de hr. Ploeger, dankt de aanwezigen voor de betoonde belangstelling en inzon derheid den heer Keestra voor het gesprokene, wat ten nutte moge strekken van de kaasbereiding in deze omgeving. Lutjewinkel. De afdeeling Lutjewinkel- Weere van de Vereeniging „de Niedorper Kogge" hield Zaterdag 28 Januari haar eerste vergade ring in het lokaal van den heer W. Fijnheer te Lutjewinkel. Bij de opening der vergadering sprak de voorzitter, de heer J. Breebaart Dz., den wensch uit, dat de eenjarige afdeeling moge voortgaan te werken, zooals zij dat in haar eerste jaar heeft gedaan en wat door den secretaris in zijn'jaarverslag, na de lezing en goedkeuring der notulen, werd medegedeeld. Het getal leden, dat bij de oprichting der afdeeling 26 bedroeg, is in den loop des jaars gestegen tot 45. Dat de weg Moerbeek-Lutjewinkel er nog niet is, is haar schuld niet, zij zou hem er wel willen tooveren, maar dat de zaak. thans in goede handen is en dit jaar zeker nog klaar kan komen, alsdehee- ren, die de beurs in handen hebben, de koorden niet al te strak er om heen houden, daartoe heeft zij en de afdeeling Moerbeek een goed deel bij- Door de afdeeling zijn de verbouwers van aard appelen er toe overgegaan hun producten naar de markt te zenden en was de hoeveelheid bet eerste jaar ook niet groot, 600 zak, zij zal ze ker toenemen. Uit de rekening van den penningmeester bleek, dat de ontvangsten hebben bedragen f33,75, de uitgaven f27,70, en er dus een saldo in kas is van f 6,05. Als bestuurslid moest aftreden de heer J. Bree baart Dz., die werd herkozen en die eveneens werd herkozen als vertegenwoordiger der afdee ling in het Hoofdbestuur. Yoor de algemeene vergadering der vereeni ging, te houden in de eerste helft van Maart, heeft de afdeeling bij het Hoofdbestuur het vol gende voorstel ingediend De leden eener afdeeling betalen hun jaar- lijksche bijdrage aan den afdeelings-penningmees- ter, die daarvan een door de algemeene vergade ring te bepalen deel aan den algemeenen pen ningmeester afdraagt. De afdeeling achtte dit voorstel noodig en de aanneming ervan zeerge- wenscht, omdat volgens den bestaanden toestand twee kwitantiën aan de leden worden aangebo den een namens het Hoofdbestuur door den penningmeester der vereeniging en een door den penningmeester der afdeeling Geen wonder dus, dat hij, die 't laatst om de contributie komt, wel eens moet hooren„voor de tweede maal betaal ik niet." Om zeker te zijn, dat op de algemeene ver gadering, die voor alle leden der vereeniging toe gankelijk, is zich leden der afdeeling zullen be vinden om het voorstel toe te lichten, werden als afgevaardigden gekozen de heeren H. van Heerikhuizen, D. Breebaart en J. Timmerman. Door de gebruikers vau kunstmest, verstrekt door de vereeniging, werd medegedeeld door een, dat een welige groei zeer merkbaar was, doch de aardappelen met 't oog op de ziekte te vroeg moesten gerooid worden en 't resultaat dus be trekkelijk gering was en door een ander, dat het proefveld te best was om een merkbare uit werking der kunstmest te kunnen waarnemen. De derde evenwel kon zijn tevredenheid betui gen, wijl de kunstmest in zijn weiwat schra len tuin, uitstekend had gewerkt. Met zijn dank te brengen aan de aanwezigen voor hun mede werking sloot de voorzitter de vergadering. Vergadering van de afdeeling Noord-Hol land der vereeniging „Het Nederlandsch Paar- den-Stamboek", op Maandag 27 Februari 1899, des namiddags 1 ure, in het café Krasnapolsky, te Amsterdam. Het Bestuur der Afdeeling maakt bekend, dat de Keuringen yoor de toekenning der Rijks- en Provinciale Subsidiën en Premiën voor hengsten, minstens 3 jaar oud en voor hengsten geboren in 1897, zullen plaats hebben: te Schagen, op Dinsdag 14 Maart e. k., des voorm. 10 ure, bij den heer C. Broersma; te Beverwijk, op Woens dag 15 Maart des voorm. 11 ure, bij het Stati ons-Koffiehuis te Hoofddorp, op Donderdag 16 Maart, des voorm. 10 ure, bij de Markt. Voor deze keuringen zijn uit het Provinciaal Subsidie beschikbaar: voor hengsten geboren in 1896 of vroeger, zeven subsidiën ad f 250 en wel 2 voor het Noorder-, 2 voor het Midden- en 3 voor het Zuiderdeelvoor hengsten geboren in 1897, zes aanhoudingspremiën ad 150. Voorts uit het Rijkssubsidie voor elk deel: voor heng sten van 3, 4 of 5 jaur oud, een onderhoudsbij drage van f400 eu een bedrag van f700 voor onderhoudsbijdragen voor hengsten op de eilan den Texel, Terschelling en Wieringen te station- neeren. De verplichte hengsten keuringen zullen plaats hebben op Texel 7 Maart, op Terschelling 9 Maart en te Schagen, Beverwijk en Hoofddorp op 14, 15 en 16 Maart. Alle in de Provincie aanwezige dekhengsten, geboren in 1896 of vroeger, in het Stamboek in geschreven ot niet, moeten hiervoor ter keuring worden aangeboden. Eene onbillijkheid. Uit Meppel wordt geschreven: Toen op den len December 1898, dus op den eersten dag van het nieuwe kwartaal, een leer ling van de Rijks Hoogere Burgerschool alhier deze inrichting verliet, verzocht de vader van Paul en A/ugnsta. Oorspronkelijke novelle. 21.) Van Hessen liet geen oogenblik verloren gaan, om met de uitvoering van zyn plan een aanvang te maken. De grond, waarop hy dat plan bouwde, was geen ander dan de opgewondenheid der bevolking, van wel ke hij, en met reden, verwachtte, dat ze zich weldra zou openbaren in het gebruik van sterke dranken en het uitbrengen van toasten op de overwinnaars. Hadden ze biermede eenmaal een begin gemaakt, dan vermoedde hy, en ook daarin oordeelde hy juist, zouden de burgers niet nalaten, de troepen te onthalen, op alles wat ze ver kozen en het natuurlyk gevolg daarvan zou zijn, dat ettelyke dier manschappen de hoogte zouden krygen en de bewaking der gevangenen minder streng zou zyn. Zooals de heer van Hessen gedacht had gebeurde de verheugde menigte zwierf in tallooze hoopen door de stad en overal, waar ze een soldaat der zuidelijken aantroffen, werd de vriendschap en de ovei winning bespro ken en bedronken. Dat had ook plaats bn Qe kazernewachten, waar de gevangenen opgesloten zaten en eer het nog nacht was, waren de meesten tamelijk beschonken en vervulden hunnen plicht maar halt. Trou wens, wat kwaad was er te wachten van eenige honderden gevangene en ontwapende strijders, waarvan de meesten nog daaren boven doodelijk vermoeid, gekneusd en ge wond waren? ij de zaal, waarin zich de beide vrien den bevonden, waren de wachten in diepe rust gedompeld en het kwam van Hessen voor, dat eene ontsnapping langs dien kant niet moeieljjk kon zyn. De meeste gevan genen sliepen eveneens en ook hy en zyn vriend hielden zich ot ze slapende waren de opzichters in de zaal gingen bij de rij en rond en zich overtuigd hebbende, dat allen in diepe rust waren, gingen ook zij, bedwelmd door het vele drinken, in eenen hoek een dutje pakken, na de deur aan den binnenkant zorgvuldig gesloten te heb ben. Zoodra hun luid geronk verkondigde dat ze van alle aardsche zaken onbewust wa ren, sloop van Hessen voorzichtig naar hen toe, maakte zich zonder eenig gedruisch van de sleutels meester en kroop daarmede naar de deur der zaal, die hy onhoorbaar opende. Toen nam hij Paul by de hand, duwde hem zachtjes door de opening en beiden stapten de plaats op, waar eene andere wacht het gebouw bewaakte. »Hoe nu?" fluisterde Paul. »Dat zullen wy zien," antwoordde de an der, volg my maar." Paul deed zoo, en dra waren ze bq de deur, die gelukkig open stond, maar waar voor drie kavelleristen in druk discours by het licht van een lantaarn op en neer gingen. »Hoe nu vroeg Paul nog eens. »Dat zal ik je vertellen, luister maar - de heeren hier by de poort zyn, zooals ge ziet, zonder wapenen, hunne karabijnen staan langs den muur en nu hangt het verdere geheel af van de vlugheid onzer beenen." »Ik begrijp u niet," fluisterde Paul ge jaagd. »Dan zal ik het je duidelijker maken wy nemen een goeden aanloop, rennen dwars door de heeren heen, pakken ieder eene karabyn, om hen te beletten op ons te schieten en loopen daarmee wat we kun nen de eerste dwarsstraat de beste in, waar wij eene schuilplaats zoeken, totdat men ons spoor byster is." »Maar 1" »Wat maar! durft ge niet?" »Durven, een Hollander durft alles." »Bravo 1 zoo mag ik 't hooren, zjjt ze ge reed »Ja »Nu, pas dan op: één, twee,drie,en na dit gezegd te hebben zette de heer van Hessen het op een loopen, onmiddeiyk ge volgd door Paul, en met de snelheid van den wind stoven ze door de verblufte ka- valleristen, namen ieder eene karabyn in den loop meê en waren, eer de soldaten aan vervolging dachten, in eene duistere steeg verdwenen. Hoewel er hier en daar nog verschil lende troepen volks zingend langs de stra ten zwierven, was in de steeg die de vluch telingen hadden ingeslagen gelukkig nie mand te zien en hadden ze alzoo gelegen heid, verder voor hunne veiligheid te zorgen »Hier, meneer Lansveld zeide van Hes sen, Paul naar een muur trekkende, waar een tuin was. »En dan vroeg deze. »Wel, er overklimmen en het terrein verkennen wy zyn er in ieder geval vei liger dan op straat en wie weet, wat het goed geluk ons in de hand voert Elkander ondersteunende waren ze spoe dig op den muur en bereikten, door zich aan de andere zyde naar beneden te laten glijden, den tuin. Het was er doodstil en slechts de nacht wind suizelde er door de toppen der hoo rnen, eene aangename geur van bloemen omzweefde hen en zich op een grasperk neervleiende, rustten de vrienden uit van de inspanning en den loop, dien ze gemaakt hadden. Nauwelijks zaten ze in het zachte gras, toen ze in de straat stemmen hoorden, vermengd met het gekletter van wapenen. «Onze vervolgers,» fluisterde van Hessen - »stil, laat ons luisteren.» »Ze zijn dezen weg gegaan,» hoorden ze zeggen, »ver kunnen kunnen ze nog niet zyn en als wy de straat afzetten en eetiige manschappen langs een omweg naar het andere eind marcheeren, moeten ze ons van zelf in de handen vallen.» »Jawelbromde van Hessen. De manschappen in de steeg gingen nu verder en na eenige oogenblikken hoorde men ze niet meer. »Nu op verkenning uit.» fluisterde van Hessen. Paul voldeed aan zijn bevel en als een paar schimmen slopen ze door den tuin naar het huis, op aanwijzing van Van Hessen steeds langs de graszoden loopende, om daardoor te verhinderen, dat de afdruk ken hunner voetstappen in de paden zicht baar werden. Als hier maar geene wachthonden zyn,» opperde Paul. »Neen,» verzekerde van Hessen, »dan hadden ze aangeslagen toen we over den muur klommen.» »Ik zie licht, van Hessen »Waar »Hier, door de boomen, het schijnt op eene bovenkamer te zyn.» »Voorzichtig dan, blqf gy hier, dan zal ik hoogte nemen.» Paul bleef staan en van Hessen ging al leen verder. Onhoorbaar stil zynen weg ver volgende, kwam onze held by eene ruime plaats, waarop een fraai huis gebouwd was, dat verschillende vensiers en deuren be vatte. Een dier vensters was verlicht en waarin de onmiddellijke nabijheid daarvan een vruchtboom stond, welks beklimming van Hessen niet moeielyk toescheen, besloot hij naar boven te klauteren, om zoodoende een blik in de kamer te kunnen werpen. Met byzondere behendigheid volbracht bij zyn voornemen en zag by het licht van eene fraaie lamp een heer in een uniform. Uit de pracht, die in de kamer heerschte, maakte de bespieder op, dat hij een der hoofden van het leger der zuidelijken voor zich zag. »Duivels!» bromde hij, «daar zijn we waarachtig in het hol van den tijger gevallen wat nu Na eenig peinzen scheen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 1