Brieven uit „de Streek." Buitenland. dat kind teruggave van het vooruitbetaalde school- j' geld over de drie maanden: December, Januari en Februari bij den Minister van Binnenlandsche Zaken en twijfelde natuurlijk geen oogeublik of dat zou hem gerestitueerd worden. Na ingewonnen advies van den heer directeur te Meppel, wat in dergelijke gevallen steeds de weg is, kwam er van voornoemden Minister eene afwijzende beschikking, zoodat voor dien eenen dag zitten-op-de-schoolbanken het volle schoolgeld van drie maanden moet betaald worden Dat is letterknechterij der bureaucratie toch zeker tot in het onbillijke doorgedreven! Nu in hoogste instantie beslissing is genomen, zij een ieder gewaarschuwd. Twist in de kerk. In een der dorpen der provincie Groningen, N. Pekela, keek verleden Zondag de voorzanger (de heer Dikboom,) voor den aanvang der preek in een boekje. De predikant (de heer Jansonius) riep met luide stem: vóór ik aanvang wordt den schoolmeester verzocht zijn boekje te sluiten." De schoolmeester verwijderde zich terstond en met hem al de gemeenteleden. („N. R. Ct.") Eene waarschuwing. Men schrijft aan de „N. R. Ct." Zooals is medegedeeld, worden de wegens gortigheid aan de Belgische grenzen afgekeurde koeien weder in Nederland teruggevoerd. Daar deze koeien tot waarschuwing met twee gaatjes in het oor zijn gemerkt, hebben som mige eigenaars en veehandelaars er iets op ge vonden. Zij smaken een snede door de gaatjes en splijten alzoo het oor, de gaatjes zijn dan verdwenen. Men zij daarom op zijn hoede, want er zijn reeds pogingen gedaan, om zulke koeien op onze veemarkten te brengen. Er is een gevaar aan verbonden. De bedoelde koeien zijn niet alleen lijdende aan gortigheid, maar kunnen ook het mond- en klauwzeer over brengen, welke ziekte vóór en na in de grens- stallen heerscht. Geen ijs. Een smid in Friesland, die zich bezighoudt met de fabricatie van schaatsen is, door het wei nig of geen ijs in de laatste winters genoodzaakt geworden om een groot gedeelte zijner knechts tijdelijk te bedanken. Bij de depothouders zit alles vol. De oudste Nederlander. De heer Boomgaardt te Groningen, de 1 lOjarige, de oudste bewoner van ons land, is ernstig on- steld. Men vertelt dat hij het „niet lang meer" zal maken. Dat is ook al voorzegd, toen hij den eerbiedwaardigen leeftijd van 110 jaar bereikte. Het is maar de vraag, wat men op zulk een leeftijd verstaat onder „niet lang meer." („N. Gr. Ct.") De Ontwapening-Conferentie. Een telegram uit Petersburg aan de Kölnische Zeitung meldt, dat 's-Gravenhage bij den tegen- woordigen stand van zaken de meeste kans heeft om gekozen te worden als plaats waar de Ont- wapenings-Conferentie zal worden gehouden. Een groot geslacht. De honderdjarige Jacob Muilwijk te Giesendam verheugt zich in het bezit van een talrijke na komelingschap. Hij heeft nog 6 zoons, waarvan de oudste meer dan 80 jaar isverder heeft hij 44 klein- en 85 achterkleinkinderen, die reeds weer 14 kinderen hebben, die hun voorvader Woensdag op den voor hem zoo gedenkwaardi- gen dag geluk gewenscht hebben. Cassatie aangeteekend. De Rijksadvocaat heeft cassatie aangeteekend tegen het vonnis der Heerenveensche rechtbank, waarbij is uitgemaakt, dat volgens de wet op de Personeele belasting een kapsalon iseene werkplaats. Gouverneur-generaal. Men verzekert „uit goede bron" datJhr. Van der Wijck, de gouverneur-generaal van Ned. Indië in of tegen October zijn ambt zal neer leggen. Yolgens de „Ned. Bakkerscour." had in de afgeloopen week aan de graanmarkt te Am sterdam iets plaats, dat ouden van dagen zich niet herinneren konden dat ooit geschied was. Een kleine broodfabrikant te Amsterdam, die al lerwegen goed stond aangeschreven, liet aan zijn crediteuren zeer onverwacht door zijn advocaat een accoord van 80 pCt. aanbieden. Het vreemde in de zaak was, dat tot aller verwondering de man dienzelfden dag aan de markt persoonlijk zijn aanbieding kwam bevestigen en haar dus als een gewone koopmanszaak scheen te be schouwen. Onder oude vrienden. Als historisch meldt de Geld. Elkeen kent de annecdote van den Amsterdam- schen kruier, die van een zijner klanten een vrij biljet voor den schouwburg kreeg, en 's Za terdags op zijn weekbriefje schreef: „voor U.E. drie uur in de komedie gezeten, f0.60. Een gelijksoortig geval deed zich dezer dagen te Nijmegen voor. De heer X uit het achterhoeksche stadje G. ontmoet zijn ouden vriend en stadgenoot den heer Y. De hernieuwde kennismaking is zeer harte lijk de heer Y. zegt, zich als „rechtsgeleerde" hier gevestigd te hebben. Vriend X. vraagt Y., hem eens te bekomen bezoeken, aan welke uit- noodiging door Y. na eenige dagen gevolg wordt gegeven. Men is als oude vrienden en stadge- nooten van weerszijden hartelijk, drinkt een borreltje, rookt sigaren en praat over koetjes en 'kalfjes, zooals oude vrienden doen kunnen. In den loop van het gesprek zegt X: „Als u advocaat is, dan weet ik wellicht iets voor u. Een jougmensch, dien ik zeer goed ken, wordt een erfenis betwist. Misschien kon u hem wel bijstaan," Meer wordt over de zaak niet ge sproken. Tot verbazing van vriend X. ontvangt hij een paar weken later een rekening van Y „voor een advies f8.00" Eenigen tijd daarna een wissel met protest over een bankierskantoor. Boete van een ton! In de vergadering van de afdeeling Amster dam der „Ilollandsche Maatschappij van Land bouw" is druk gedebatteerd over de ontworpen boterwet. Onder de bestrijders behoorde o. a. de heer Ba ron, die de wet afkeurde omdat er enkel de zoo genaamde potjesboeren door zouden getroffen wor den. De knoeierij op groote schaal zou zich wel weten te dekken. Voor haar was het maximum der boete, f300, niet hoog genoeg, ook omdat de rechters gewoonlijk niet doordrongen zijn van het gewicht der zaak. Hij vreesde eensdeels, dat men er gemakkelijk gehuurde personen voor zou vinden, die voor de eigenlijke overtreders als stroomannen zouden opdraaien, en verder dat men met pleizier zelfs het maximum der boete zou betalen, omdat deze van de hooge winst best afkon. De heer Baron gaf daarom in overweging bij de Regeering orop aan te dringen, dat ze het maximum der boete zou verhoogen tot f 100,000. Aldus zal aan het Hoofdbestuur worden geadvi seerd. De briefkaarten hebben dezer dagen hun 30-jarig bestaan gevierd. Het was den 27sten Januari dertig jaren geleden dat Professor Emanuel Hermann op het denkbeeld van dat correspondentiemiddel kwam. Het zoo stille plaatsje Arnemuiden is reeds eenigen tijd in beroering, doordien bij het opmaken van de kas van de Vereeniging tot on dersteuning van weduwen en weezen van omge komen visschers, daarin een aanmerkelijk tekort werd ontdekt. De jongste raadsvergadering van Ewijk was nog al vermakelijk. De Heer Overmars, be noemd en beëedigd burgemeester, zou in deze zitting voor het eerst als voorzitter optreden. Het recht van voorzitter werd hem echter be twist door den loco-burgemeester, den Heer v. K., onder de volgende bewoordingen: „G& bint nog gin burgemeister, dè hèk ou nog nie overgedragendè kumt 't lest, as de zaken afgedaan zijn." (Op de agenda kwam de installatie van den nieuwen burgemeester als slotnummer voor.) De voorzitter deelde de meening niet en richtte tot den Heer v. K. de volgende woorden „Indien u mij uit de gemeentewet kunt be wijzen, dat ik zonder installatie geen burgemees ter ben, leg ik mij volgaarne hierbij neder." Een indrukwekkende stilte volgde. Daarop opende de burgemeester de vergadering. Schoorvoetend, na tweemaal daartoe te zijn aangezocht, las de waarnemende secretaris de notulen. Een tweede incident volgde, toen de burgemeester tot den Heer v. K. de volgende woorden richtte: „Volgens een algemeen gebruik wordt de nieuwbenoemde burgemeester bij de eerste raadszitting, welke hij bijwoont, door den oudsten wethouder toegesproken, v. K., hebt u ook iets ter installatie tot mij te zeggen?" De Heer v. K.: Dè kumt 't lest, ürst de za ken afdoen." Na op deze driemaal herhaalde vraag telkens hetzelfde antwoord gekregen te hebben, hernam de voorzitter„Dus u hebt geen woord tot den burgemeester te spreken dan gaan wij over tot de behandeling van punt I der agenda. Benoe ming van eene onderwijzeres aan de openbare school te Winsen." Onder de behandeling dezer en verdere zaken moest de waarnemende secretaris tweemaal door den voorzitter tot den orde worden geroepen. De voorzitter hield ten slotte, nadat vier raads leden van hun zetels waren opgerezen, tot den raad en het aanwezige publiek de gebruikelijke toespraak. Tijdens het uitspreken der rede werd de voor zitter tweemaal door den loco-burgemeester in de rede gevallen, zoodat de laatste tot de orde moest worden geroepen. Woensdagmorgen is per trein II der Staats spoorweg te Rotterdam aangekomen de Heer Esterhazy. Na anderhalf uur aldaar vertoefd te hebben, is hij om 10.48 naar Den Haag vertrok ken, met een retourkaartje. De inspecteur van politie, de Heer M. B. van der Hoeven, hield toezicht op hem aan het station. Het Haagsehe „Dagblad" verneemt, dat de Tweede Kamer tot hare werkzaamheden zal worden bijeengeroepen tegen Dinsdag 14 dezer. Een zonderlinge wijze van tijdbepalen lezen wij in een dagvaarding in de „Staats-Ct.", waarin iemand gesommeerd wordt om voor de Rechtbank te verschijnen op een in de dagvaar ding genoemden dag te twee en een tweede uur! Men moet een oogenblik nadenken om te be grijpen dat hiermede waarschijnlijk half drie zal worden bedoeld. Pijn gehoor! In een uiterst fijn gehoor verheugt zich blijk baar een der Eerste-Kamerleden, de heer Van der Biesen. Over de voorloopige oefeningen sprekende, waaraan in 't laatst ongeveer de geheele militie lichting deelnam, zeide deze afgevaardigde Dins dag jl. volgens de „Handelingen" „Komt men 's avonds langs een dorpsherberg, dan hoort men marcheeren, halt roepen of exerceeren met ge weren die er vaak niet zijn". Men moet wel een zeer scherp gehoor hebhen om te hooren exerceeren met geweren die er niet zijn Friesland aan de beterende hand? In de „N. R, Ct." vinden we een interressan- ten brief uit Friesland, waarin de schrijver tracht aan te toonen dat Friesland in de laatste jaren zoo deerlijk in de klem, aan de beterende hand zou zijn. We hopen het van harte. Dat Friesland „ons Ierland" zou worden, we zouden het verschrik kelijk vinden. Het gewest heeft zulk een schoon verleden. Er was eens bloei en niet enkel in materieelen zin. We kunnen den geheelen brief hier niet over nemen, maar ontleenen toch, aan wat den schrij ver van den Frieschen boer zegt, hier het vol gende „Wij zullen niet beweren dat het den Frie schen boer „goed" gaat, maar het gaat hem vrij wat beter dan 4 a 7 jaren geleden. Vooral geldt dit den bouwboer, maar ook de greidboer heeft al is door het gesloten blijven der grenzen de aanfok van het vee niet meer een der groote inkomsten thans betere dagen dan voor enkele jaren. Hun economisch weerstandsvermogen is toegenomeu; zag men vroeger geregeld tal van huurboeren jplaats nemen in de ryen der arbei ders, omdat zij niet bij machte waren de zaken staande te houden, thans ziet men dergeljjke feiten zelden meer. De prijzen van den grond en dit is zeker een afdoend bewijs zijn sedert een 6tal jaren gemiddeld wel 15 pCt. gerezen en wat nog meer zegt, het zijn weer boeren, die landerijen aankoopen. „De bouwboer maakt betere zaken door bie- tenverbouw, door de hoogere prijzen van cichorei enz., de greidboer heeft zich meer toegelegd op „zuivelbereiding", ook al gescheidt die hoofdza kelijk in de fabriek. Echter, die fabrieken zijn meest coöperatief, hij maakt daarvan deel uit. Hij doet zijn best vee te verkrijgen, dat veel en goede melk geeft, opdat zijn beslag hem zoo groot mogelijke opbrengsten geve, zonder dat het onderhoud van dat beslag hem meer kost. Door de betere omstandigheden kan hij weer meer mesten, het productievermogen van zijn land daarvoor verhoogen en ook bij den aankoop van meststoffen brengt hij het coöperatief be ginsel in toepassing. Hij houdt zich meer dan vroeger op de hoogte van de „nieuwigheden" van zijn bedrijf". In één woord dus: er is gebroken met het star conservatisme, dat zooveel kwaad heeft ge sticht. Dit verblijdt ons. Verder verwacht de schrijver veel van nieuwe communicatie-middelen. Zeker zeer gewenscht. Maar toch, zelf de handen aan 't werk slaan is beter. Of de schrijver niet al te optimistisch is („Stand.") LX VII. 26 Jan. 2 Febr. Slechts 3000 bloemkoolen werden sedert mijn vorigen brief aan de markt verhandeld. Dinsdagmorgen werd nog één partijtje aangevoerd, doch bij afwezigheid der handelaren moest dit, althans voorloopig, onverkocht blijven. Zaterdag werd f2,30 tot f2,80 per 112 stuks bedongen. Mogelijk komen er de eerstvolgende marktdagen nog enkele partijtjes aan den afslag, doch overigens kan de campagne thans als afgeloopen worden be schouwd. De tuinbouwvereeniging „de Streek" teBo- venkarspel hield voor enkele dagen eenealge- meene vergadering, waarin rapport werd uit gebracht, omtrent de door haar in 1898 geno men cultuurproeven. Gelijk ik u reeds vroeger mededeelde wer den tot deze proeven bestemd, Glas Koolrabi, Groene Komkommers, Schorseneeren. Doperw ten en Aardbeziën. De Doperwten moesten echter van het lijstje worden geschrapt, omdat van de ge- wenschte soorten, n.l. Bliss's Abundance en Knight's dwarf White, geen zaaizaad was te bekomen. De Glas Koolrabi ontwikkelde zich zeer voorspoedig, zoodat slechts luttele weken vol doende waren, om prachtige rapen van vrij grooten omvang te kunnen oogsten. Deze proef leerde ons dus, dat de cultuur van Glas Kool rabi's hier zeer goed mogelijk is, doch tevens, dat de verkoop moeilijkheden oplevert. Niet tegenstaande de herhaalde pogingen van het bestuur, mocht 't haar niet gelukken een koo- per te vinden. Toch ware 't wenschelijk deze proef, al was 't dan ook op zeer bescheiden schaal, te her halen, want hoogstwaarschijnlijk moet de on verkoopbaarheid voor een groot deel worden toegeschreven aan den te grooten omvang die de Koolrabi's hadden bereikt. Indien de ver koop was beproefd toen de rapen de halve grootte hadden, dan zou men misschien beter zijn geslaagd, 't Zal echter moeite kosten onze landbouwers over te halen nogmaals enkele roeden grond voor deze cultuur te bestemmen, tenzij vooraf zekerheid omtrent den verkoop, al was het tegen lagen prijs, kon worden ver kregen. De Groene Komkommers hadden aan vankelijk met de ongunstige weersgesteldheid te kampen en gaven een slecht beschot. Ook de ontwikkeling van de vrucht liet veel te wenschen over, zoodat slechts eene lage prijs kon worden bedongen. De gele komkommers, waarvan omstreeks 16000 stuks aan de markt te Bovenkarspel werden aangevoerd, werden door de handelaren verkozen boven en beter betaald dan de groene komkommers. Gelukkiger was men met de cultuur en ver koop van schorseneeren. Daarvoor waren drie proefvelden bezaaid met Russische reuzenschor- seneeren, waarvan, wat de ontwikkeling en de kwaliteit betreft, het eerste slechts matig, tiet tweede goed en het derde zeer goed was. De verkoop gaf reden tot tevredenheid, zoo dat pogingen zullen worden aangewend om de proef met deze cultuur op breeder voet te herhalen. Het met deze cultuur te behalen succès zou ongetwijfeld kunnen worden vergroot, door grootere zorg aan de zaadwinning te besteden, dan thans in den regel geschiedt. De schorse neeren toch moeten, om daarvoor de hoogste prijs te ontvangen, in de eerste plaats eene rechte en onvertakte wortel hebben en 't valt niet te ontkennen dat, bij de hier genomen proeven, een tamelijk groot aantal niet aan dezen eisch kan voldoen. Waar evenwel reeds nu een vrij bevredi gende uitkomst werd verkregen, daar ligt 't op den weg onzer land- en tuinbouwers de proef niet alleen te herhalen, doch ook de cul tuur tot grootere volkomenheid te brengen. Eene juiste keuze voor zaaddragers kan daartoe krachtig medewerken. Alleen krachtig ontwikkelde en volkomen onvertakte exem plaren mogen daartoe worden bestemd. Er dient dus te worden gebroken met de gewoonte om de zaden van handelaren te betrekken, die in den regel zoowel vertakte als onver takte exemplaren voor zaadwinning bestem men. Omtrent de cultuur van aardbeziën kan nog slechts worden medegedeeld, dat de planten zich zeer voordeelig hadden ontwikkeld en daardoor in eene conditie verkeerden, die ge gronde hoop gaf op een rijken oogst. Dat me nig lid van deze jonge tuinbouwvereeniging zich, door het gedeeltelijk mislukken der ge nomen proeven, teleurgesteld gevoelde, bleek bij het innen der contributie. Een dertigtal leden traden uit de vereeniging, waardoor het blijvende gedeelte tot 60 werd teruggebracht. Aan deze 60 thans te toonen, dat 't hun ernst is met hun streven: den tuinbouw te bevorderen. K. De correspondent van de „Presse" te Cayenne seint aan dat blad, dat hij procureur Darius heeft gesproken, toen deze van het Dui velseiland terugkeerde, waar hij aan Dreyfus de vragenlijst had ter hand gesteld. De veroordeelde moet blijk hebben gegeven van de hevigste ont roering, toen hij kennis nam van het getuigenis van kapitein Lebrun Renault, en volhouden, dat men zjjn woorden verdraaid deeft. Als de zaak lang duurt zou de heer Darius verder heb ben gezegd dan is dat de schuld van den gevangene zelf, daar deze weigert door tusschen- komst van een griffier, de hem door de strafka mer gestelde vragen te beantwoorden, en zegt, alleen te Parijs te willen spreken. Zola is eerelid van de Touring-Club, een vereeniging van wielrijders te Parijs. Vele leden wenschten dat hij als zoodanig ge schrapt zou worden. Anderen daarentegen wa ren daar sterk tegen. Het hoofdbestuur heeft thans bekend gemaakt, dat het zich zal houden aan de eindbeslissing van den Raad van het Legioen van eer. Zola heeft aan een medewerker der Pe tersburger „Nowosti", die hem in Engeland bezocht heeft, verklaard, dat het niet in zijn ka rakter ligt, den strijd of gevangenschap te ont wijken, maar dat hij Parijs heeft verlaten in het belang der Dreyfus-zaak. „Ik ben besloten, zei Zola, tot na de uitsptaak van het Hof van Cassatie, geen enkel teeken van leven te geven. In het belang der zaak besta ik niet, tot het Hof zijn vonnis geveld heeft. Mijn rol zal dan geëindigd zijn: ik heb gedaan, wat in mijn ver mogen was, en wat ik, volgens mijn geweten, voor mijn vaderland moest doen." De opzienbarende diefstal in Parr's Bank te Londen, moet volgens een daar loopend ge rucht, zijn gepleegd door een klerk dier bank, een oudgediende, die tijdelijk krankzinnig heet. De man heeft, naar men verzekert uit eigen beweging bekend en hij moet, al het nog ver miste geld (40,000 doll, werd reeds per post teruggezonden) hebben teruggegeven. Het klinkt zonderling, dat Japan het land is, waar jaarljjks de meeste boeken worden ge drukt. Men schat hun aantal gemiddeld op 25000, bijna tweemaal zooveel als er per jaar in Frank rijk en Engeland het licht zien. In 1896 werden er uitgegeven 5000 werken over rechtsweten schap, 1300 over godsdienst en bjjna evenveel over sterrenkunde, benevens 1400 almanakken; 2000 werken waren aan belletrie gewijd. In opdracht van den Duitschen keizer on dernamen Maandag drie officieren van de Ber- lijnsche luchtvaart-afdeeling een tocht met een luchtballon, waarbij zij voorzien waren van een stuurinrichting zooals ook Andrée die gebruikt heeft. Nadat de officieren geruimen tijd met het apparaat gewerkt hadden landden zij, na een reis van drie uren, gelukkig te Reitwein. De officieren moeten zeer tevreden zijn over de Andréesche stuurinrichting. Zij zullen er den kei zer verslag van geven. De regeering te Columbia moet geneigd zjjn der Panama-kanaalmaatschappij uitstel toe te staan, om haar in de gelegenheid te stellen, het kanal te volooien, waarvan de concessie op het punt is te eindigen. Een gevolmachtigde zal naar Parijs gezonden worden, om over de ver lenging der concessie te onderhandelen en te trachten de geldmiddelen bijeen te krijgen ter voltooiing van het kanaal. Het schijnt er om te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 2