Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 15.
Zondag 9 April 1899.
8e Jaargang.
N ieu wstij dingen.
Feuilleton.
«11ÏS1I.
NIEUWE
LAKGEIUKE! (OIIIAJT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
J. II. KEIZER.
BUREEL:
IVoordsctiarvi oude.
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Bij dit nummer helioort een
bijvoegsel,
VERSLAG der Tuinbouw-meeting
gehouden 5 April, te Utrecht.
Door den Burgemeester van Boskoop, de hr.
De Groot van Embden, als eerste onderteekenaar
der bekende circulaire, worden de aanwezigen
verwelkomd. Als roorz. der Boskoopsche com
missie, die de beweging tegen de invoerrechten
der toekomst in Duitschland op 't touw heeft
gezet, spreekt hij een woord van dank voor de
ontvangen bewijzen van instemming.
De beweging in Duitschland, thans door de
tuinders weer met kracht uit den sluimer opge
wekt is volstrekt niet nieuw, zij dagteekent
feitelijk reeds van 1890.
Zooals men weet, geldt het hier de kwestie
van hooger invoerrechten op buitenlandsche tuin
bouwproducten.
Hoewel pas in 1904 de desbetreffende tracta-
ten eindigen, had reeds 11 Jan. j.l. eene reus
achtige verg. plaats, bezocht door 1400 personen
waarin besloten werd, bij de Regeering op hoo
ger invoerrechten aan te dringen. De belang
stelling in die verg. was heel groot, getuige de
aanwezigheid van zeer hooggeplaatste personen,
of hunne betuigingen van instemming. Wel
schijnt die beweging der Duitschers tegen den
invoer uit 't zuiden (fijne vruchten) vooral ge
munt te zijn, doch de groenteninvoer werd niet
vergeten bij de gehouden besprekingen.
Nederland, zoo heet het in Duitschland, over
stelpt onze markten met groenten. Ten aanzien
der kweekerij-artikelen werd vooral gewezen op
Holland.
Yan de 1400 saamgekomenen stemden slechts
een 50 tegen de gedane voorstellen.
Toen een der tegenstanders uit Berlijn zijne
bezwaren der verg. voorlegde, werd hij eenvou
dig onverstaanbaar gemaakt.
Van uit sommige vereenigingen ging eene
stem op voor zeer hooge invoerrechten, wat fei
telijk allen invoer onmogelijk zou maken. Yan
alle zijden spant men zich in, de beweging in
Duitschland zoo krachtig mogelijk te maken.
Uit dit alles blijkt, dat we staan tegenover
eene ernstige beweging, laat ons hopen door sa-
2.)
Op hetzelfde oogenblik gaf Aurélien tersluiks een
teeken aan oom Jacques, waarop deze zeide
Niet veilig hier. Er te dicht bqGa wat ver
der op.
Tegelijk verliet hij de schuilplaats, waar hij met
Aurélien en het meisje stond en liep wat hij loopen
kon naar de rotskloof, waar de soldaten waren.
Aurélien glimlachte spottend.
Die arme oom Jaques is ook al niet door hel
denmoed bezield, zeide hij.
Marguérite, die den vluchteling verwonderd na
staarde, sprak:
Inderdaad, maar toch vind ik dat plotseling
vertrek al zeer zonderling.
Och neen, dat is het niet, zoolang wij hier zijn,
heeft hij al staan zeuren: »Ik ga heen, vertrouw't
hier niet, ga heen," totdat ik ten slotte driftig werd
en zeide: nu ga dan heen en laat ons met rust, en
hij is heengegaan.
O! zoo.
Het meisje had slechts verstrooid naar hem ge
luisterd en al haar aandacht gewqd aan de mq'n,
die weldra springen zou.
Filip stond nog altqd bjj de lont en overtuigde
zich, dat alles naar wensch ging.
Intusschen klonk de angstige stem van mevrouw
De Prabert.
Luitenant! Mijnheer Dormelles! Filip! Kom
toch hier, wat ik u bidden mag. Ik besterf het van
angst u in zulk gevaar te zien. Groote God, wees
toch voorzichtig.
Om mevrouw De Prabert gerust te stellen, keerde
luitenant Filip met versnelden pas terug en plaatste
zich onder het afdak, waar de goede dame stond te
weeklagen. Zijn kennersblik had zich reeds overtuigd
dat alles uitstekend werkte en thans deed hq zijn
uiterste best om de zenuwachtige Félicienne tot he
men werking gunstige resultaten te verkrijgen.
M. i. ligt het op onzen weg, eene Hoofdcom
missie te benoemen ter beraming van de midde
len, die ons dienstig kunnen zijn. Gevaarlijk
achten we 't echter, bij onze Regeering op maat
regelen van verweer aan te dringen. Beter schijnt
't ons toe vereenigingen en personen uit andere
landen te bewegen tot samenwerking; wellicht
ook kunnen we steun vinden bij sommige Duit-
sche vereenigingen, die zich vooral tegen de
protectie verklaren, op grond, dat zij juist den
kleinen man het meest treffen.
Tot zoover de Yoorz., die daarna een oogen
blik de aandacht vraagt voor den hr. Claassen,
secr. der Comm.
Deze deelt de verg. mede, welke vereenigin
gen en particulire pers. bewijzen van instemming
hebben ingediend, of zich hebben doen vertegen
woordigen, zoo bleek bij hem te zijn ingekomen
eene lijst van 79 afgevaardigden en 26 particu
lieren.
Nog wil hij even meedeelen, dat van Oud-
Heusden een schrijven is ingekomen met 109
handteekeningen ter adhesie betuiging.
De Yoorz. stelt, namens de Bosk.-Comm. voor,
terstond over te gaan tot het benoemen van een
Hoofd-Comm. Elke vereeniging zal bij die ver
kiezing 10 stemmen uitbrengen, elke particulier
1 stem.
Een der Afgev. acht 't beter, eerst de bespre
kingen te houden want wien moet men kiezen
De Yoorz. noemt verschillende personen, die
hem zijn opgegeven.
De hr. Visser van N. Niedorp, verklaart zich
ook voor verkiezing na besprekingen, en maakt
de opmerking, dat op de voorgelezen lijst maar
enkele personen uit N. Holland voorkomen, hoe
wel dit gewest op deze verg. toch flink is ver
tegenwoordigd.
De hr. Brugman van H. Hugowaard stelt voor,
de drie Boskoopsche heeren, reeds aan de groene
tafel gezeten, voorloopig de leiding op te dragen,
en dan na de bespreking eene aanvullingscomm.
te benoemen, waartoe bij accl. wordt besloten.
De Yoorz. verleent nu gaarne aan ieder 't
woord, die in 't belang der zaak iets heeft mee
te deelen of voor te stellen.
De afgev. van Nijmegen presenteert namens
„Plantenbeurs" eenige voorstellen.
Geen der afg. heeft overigens een imperatief
mandaat, ook van particuliere zijde komen geen
bepaalde voorstellen in.
daren te brengen.
Mijn God, mq'n God, herhaalde zq, terwql zij
zqn beide handen vasthield, is me dat een angst, ik
beef, ik sidder.
Kapitein Barillet leunde tegen de balustrade van
het afdak, en keek met zooveel belangstelling maar
de lont, die zoo aanstonds de ontploffing zou voort
brengen, dat hij niet de minste acht sloeg op hetgeen
er in zqn onmiddellijke nabijheid voorviel.
Daar had het vuur de eerste mijn bereikt, een
rookwolk steeg op en de zware knal van het meliniet
deed het rotsgevaarte trillen.
Tegelijkertijd deed zich een kreet hooren, een kreet
van toorn, van verontwaardiging en Filip onder
scheidde, te midden van den rook en het stof, dat
de ontploffing door den hollen weg verspreidde, de
gestalte van Marguérite, die haastig voortsnelde naar
de plaats der ontploffing.
De jonge dame had haar veilige standplaats ver
laten.
Waarom
Zij moest wel verblind, zinneloos zijn, want zjj
snelde den dood, een vreeselijken, onvermijdelijken
dood recht in de kakennog maar eenige seconden
en de tweede, de zware mijn zou springen en het
meliniet, dat de rots moest omverwerpen, zou ook
haar lichaam in stukken scheuren, de brokken rots
en graniet zouden het verpletteren tot een vorme-
looze massa en van al die schoonheid en bevalligheid
zou niets, niets overblijven.
Filip stootte mevrouw De Prabert bijna ruw van
zich af en snelde naar buiten.
Geen menschelijke macht kon de verschrikkelijke
ontploffing keeren; het vuur van de lont zette lang
zaam en regelmatig zijn weg voort, nog tien, hoog
stens vijftien seconden en het zou zijn einddoel heb
ben bereikt.
Bliksemsnel ging er een gedachte door het hoofd
van den jongen officier, hq zou Marguérite redden,
of met haar sterven.
Angstig klonk zijn stem boven de nog weergal
mende echo van de eerste ontploffing uit.
Marguérite! Marguérite!
Bij het vernemen van die stem staakte het meisje
eensklaps haar dolle vaart, zjj keerde zich tot Filip
Den afgev. van Nijmegen wordt 't woord ge
geven over de voorstellen van „Plantenbeurs."
Hij meent echter, dat 't niet noodig is, aan
de schriftelijk ingediende voorstellen nog iets toe
te voegen, en vraagt voor den hr. Knipper uit
Nijm. een oogenblik 't woord.
Deze geeft eenige cijfers ten beste, waaruit de
verg. een overzicht verkrijgt van den uitvoer,
uit die streek hoofdzakelijk naar Duitschland.
Met groote aandacht werd geluisterd naar het
gesprokene door den hr. Anth. Koster uit Den
Haag. Wil men eene zaak goed beoordeelen, zoo
ving hij aan, dan dient men ook den toestand
der tegenpartij te kennen. Hij is van oordeel,
dat knoeierij mede aanleidende oorzaak is tot de
groote beweging in D.
Z. i. moet men in geen geval in D. zelf optre
den en daardoor den Duitscher warmer maken,
dan hij van zich zelf reeds is. Men bewandele
den weg, waarop kalmte en bedaardheid de beste
gidsen zijn. Gaarne zag hij de behandeling dei-
zaak aan de comm. overgelaten. Men make niet
te veel drukte, doch stilzitten mag men evenmin.
Zeer juicht hij 't denkbeeld toe, dat wij ons
in contact stellen met andere staten. Met kracht
en ernst bij onze Regeering aan te dringen op
de behartiging der tuin- en landbouwbelangen
ligt eveneens op onzen weg.
Maar bovenal M. Hen hierin ligt juist 't groot
ste middel voor tegenweer, besluit de hr. Koster,
bovenal zorge de Hollander, dat zijne producten
't puike van de markt blijven of, zoo zo 't nog
niet zijn, worden. Daaraan kan ieder in 't bijzon
der meewerken, en wanneer hierbij naar één
dracht wordt gestreefd, dan zullen we eene ver
bazend groote kracht tot tegenweer kunnen uit
oefenen. En eindelgk, men ga ook eens wat
verder van huis, zoeke connecties aan te gaan
in andere landen, opdat men niet te veel van den
willekeur van één of andere staat afhange.
De comm. aan welke de zaak zal worden op
gedragen, wende hare eerste schreden tot den
landbouw-Generaal-Directeur, Sickesz.
De hr. Camman, (uit de Betuwe) sluit zich
gaarne bij den vorigen spr. aan, waar deze ern
stig waarschuwt voor knoeierij. Met angstval
ligheid toezien op de kwaliteit, dat is het juist,
wat „Gelria" gunstige resultaten geeft bezorgd,
zóó, dat de Engelsche koopman als 't ware om
't voorwoord vraagt, wanneer de producten klaar
zjjn voor de markt. Dit neemt niet weg, dat nood
bidden leert, en waar dus 't bestaan wordt be
en zag hem onthutst aan.
Zonder een woord te spreken greep hij haar om
haar middel, drukte haar tegen zich aan, nam haar
op en droeg haar in duizelingwekkende vaart weg
van deze gevaarlijke plaats.
Zij liet hem begaan, als in een droom, klemde zich
om zqn hals vast, sloot de oogen en gafzichinhet
volste vertrouwen aan hem over.
Nog slechts eenige seconden en zq zouden de
veilige schuilplaats hebben bereikt, maar eensklaps
begon de grond onder hen te trillen, een rookwolk,
nog veel dichter dan de eerste maal, omhulde hen,
de rotswand spleet vaneen met een dof, somber ge-
lnid, zoo machtig als een tienvoudige donderslag.
Men zag monsterachtig groote, grijze rotsblokken
hoog opstijgen in de blauwe lucht en vervolgens
neerploffen op den grond, waarin zij diepe gaten
sloegende schok was zoo geweldig, dat van de
kruinen der omliggende bergen lawines met onweer
staanbaar geweld neerstortten in de peillooze afgron
den. Geheel het gebergte hulde zich in een wolk
van stof en kruitdamp, alles rilde on trilde, vuur
stralen schoten uit alle naden en kloven van de rots
en scherpe splinters graniet spatten in het rond.
Het was een aangrijpend schouwspel, grootsch in
zqn vernielende kracht.
Nog stond de ondermqnde rots onwrikbaar vast,
maar slechts een oogenblik, toen wankelde zij, een
nieuwe schok deed haar het evenwicht verliezen,
langzaam helde zij over. een geweldig gekraak deed
zich hooren en toen stortte zich het geheele in den
tweehonderd voet lager vlietenden bergstroom.
Het water spatte hemelhoog op, verduisterde het
licht der zon en een slagregen van schuimend klei
en geelachtige modder daalde in den hollen weg
neer.
Daarop volgde een plechtige, aangrijpende stilte,
alleen hoorde men nog ver in het gebergte het over
weldigend geraas wegsterven, de rook trok op, het
rotsgevaarte was van zijn standpunt afgerukt en
lag daarbeneden in het bruisende water, dat zich
met geweld langs een andere zqde zocht baan te
breken.
Toen Filip onder zijn voeten de eerste trillingen
van den grond waarnam was hq nog een dertigtal
dreigd, daar moet men uitzien naar middelen.
Voorloopig dringe men met kracht bij de Regee
ring aan, ter behartiging van de tuinbouw belan
gen, ook ten aanzien van den aanvoer. Bepaalde
voorstellen zal de loop der tijden ons wel voor
leggen.
De voorz. meent ook, dat we niet veel verder
kunnen gaan, dan eene comm. te benoemen, die
als 't ware een wacht vormt en kan waarschu
wen, wanneer de bedreiging onzer belangen zoo
mogelijk, afgeleid moet worden.
De hr. Claassen. Waar door den hr. Koster
knoeierij is genoemd, alsmede aanleidende oor
zaak tot de groote beweging in D.; daar acht
spr. 't niet ondienstig althans even te wijzen op
de hoofdoorzaakhet zwaartepunt, dat hierin
gelegen isDuitschland kan niet tegen Holl.
concurreeren. Wat in Ned. in 3 jaren tijda tot
stand komt, daarvoor is in D. 6 jaar noodig.
De Voorz. legt nu de verg. de vraag voor,
of de voorstellen van „Plantenbeurs" in behan
deling zullen worden genomen, of dat de zaak
voorloopig in handen der comm. zal worden ge
geven. Wijl de afgev. van Nijm. zelf tot't laat
ste adviseert, wordt aldus door de verg. besloten.
Op verzoek van den hr. Dircke worden nog
eens de namen gelezen van hen, die tot comm.
leden zqn aanbevolen.
Van verschillende zijden gaan stemmen op,
om alsnog vertegenwoordigers voor eene of andere
streek, of van eene of andere vereeniging aan
de coram, toe te voegen.
En, om nu maar in N. Holl. te blijven, zoo
stelt de hr. Dirkmaat den heer C. Wagenaar
J.Gz. voor als vertegenwoordiger voor Langedijk,
waarvan de uitvoer in '98 minstens 6000 wag
gons bedroeg. Voor de Streek worden voorge
steld de h< eren N. Sluis Pz. van Enkhuizeu en
C. van Cleef van Grootebroek, den laatste als
particulier, wel is waar, maar die bij eenen om
zet van een duizend waggons, zeker ook wel ge
hoord mag worden, waar sprake is van uitvoer.
Door den hr. van Noord uit Boskoop wordt
nog voorgesteld, dat de verg. zal beslissen, wie
voorz. der Comm. zal zqn, doch de verg. spreekt
als haar oordeel uit, dat 't beter is, de verdee
ling der functies aan de Comm. zelve over te
laten.
Nog even wordt de aandacht gevraagd voor
den hr. Anth. Koster, die er nog eens op wijst,
hoe weinig wereldburger de Nederlander nog is.
Dat moet beter worden, zegt hij, en daarvoor is
meters van de schuilplaats verwijderd. Hq drukte
den teederen last tegen zqn borst en trachtte het
meisje zooveel mogelqk met zijn eigen lichaam te
beschutten tegen de neervallende steenen.
Eensklaps voelde hq een vinnige pqn aan den
linkerkant van zijn hoofd, zijn slapen begonnen ge
weldig te kloppen, het bloed vloeide langs zijn ge
laat en tot zijn schrik bemerkte hij, dat zijn beenen
eensklaps krachteloos dreigden te worden. Zqn moed
en wilskracht hielden hem echter staande en dreven
hem met onverflauwden spoed voort, zoodat hq het
afdak nog kon bereiken.
Mijn God, stamelde hq, terwijl hij Marguérite
op den grond neerzette en tegen de uit boomstam
men gemaakte balustrade leunde, zqt gij niet ge
wond juffrouw Marguérite?
Het meisje kon zich nog niet volkomen reken
schap geven van hetgeen er was voorgevallen, maar
wel begreep zq, dat Filip haar aan een zekeren
dood ontrukt had, hetgeen haar oogen deed schit
teren van oneindige vreugde.
Neen, antwoordde zq, terwql zq nog steeds
de armen om zijn hals gestrengeld hield en met haar
lieftallig gelaat, waarvan de schoonheid door een
hoogen blos nog des te meer uitkwam, bqna het
zijne aanraakte, neen gq hebt mq gered.
Goddank.
Maar, gq, Filip, gq hebt uw leven gewaagd
om mij te redden, hoe zal ik u dat ooit kunnen
v rgelden?
Met een enkel woord kunt ge mij duizend
maal voor dien dienst beloonen.
Hebben mijn woorden dan zooveel waarde?
Ja, want zij kunnen mq tot den gelukkigste
der stervelingen maken.
Mijn hemel, stamelde zq, terwql zq het blonde
kopje voorover boog en een glimlach van geluk haar
lippen plooide.
Ik bemin u, fluisterde Filip haar in het oor.
En even zacht als hq, herhaalde Marguérite:
Ik bemin u.
Zoo bleven zq in eikaars armen rusten, vergaten
alles om hen heen, zelfs de geweldige ontploffing,
die geheel het gebergte op zqn grondvesten deed
trillen.