BOEX.HU1S Plaatselijk Nieuws. Bekendmaking. ten huize van Mej. ilc wed. OAitTEDi, BEKENDMAKING. ii liet iotaul van dei Heer KLOS, te DIRKSHORN. BILJART te koop, Zooeven Ontvangen: volge der veelvuldige regens, die gevallen zijn, verder worden uitgesteld. De grond is hier zoo nat, dat men er tegen opziet, er eenen voet op te zet ten. Ook wordt hier nog al bij den een en ander geklaagd over de aardappelen, die met de mooie zonnige dagen in het midden van de maand Maart zijn gepoot en naderhand de vorst hebben door gestaan. Yele dezer genoemde vruchten worden met spruiten er zelden zeer diep geplant, zoodat met eenige vorst het zeer gevaarlijk is, ze in den grond te hebben. Sommigen willen dan ook beweren, dat de schade niet zal uitblijven. In hoeverre dit ech ter het geval zal zijn, zal de tijd ons leeren. De Heer J. Lindeboom te Winkel is door het H. B. onzer groentenvereeniging benoemd tot praktisch adviseur, om de leden desgevraagd, te gen vergoeding, te dienen met voorlichting en hulp bij den verbouw der verschillende groenten en toezicht te houden op en de werkzaamheden te regelen van de door de vereeniging aan te leggen proefvelden. Kievitseieren. Te Leeuwarden zijn den 7 ongeveer 6000 kie vitseieren aangevoerd, waarvan de prijzen afwis selden van 22 tot 26 cent per stuk. Van dien aanvoer is ongeveer de helft naar Engeland en ongeveer 1000 stuks naar Frankrijk Bij zachter weder verwacht men grooteren aan voer en lagere prijzen. Ruim 75,000 kievitseieren werden den 11 te Sneek aangevoerd. Voor 15 en 16 ct. werd de geheele bezending voor Amsterdamsche en buitenlandsche hotels weer opgekocht. Den lOden April werd van de werf „Nico- laas Witsen" van de firma W. F. Stoel Zoon te Alkmaar, te water gelaten een stalen pont ten behoeve der werken van het Groot Noord- Hollandsch Kanaal voor rekening van Rjjks Wa terstaat. Amsterdam heeft op de 2000 inwoners een dokter, op de 5000 een apotheker, op de 10,000 een tandarts. In het geheel zijn er 4 vrouwelijke doctoren gevestigd. Drama in een rijksopvoedingsgesticht. Dezer dagen deelden wij mede, dat de justitie te Alkmaar een onderzoek instelde naar aanlei ding van het overlijden van een der verpleegden uit het rijksopvoedingsgesticht; het vermoeden bestond n.l. dat deze verpleegde tengevolge van mishandeling was gestorven. Nader schrijft men aan het „Volksdagblad," dat de zaak zich aldus heeft toegedragen. Een troep jongens uit het gesticht maakten plannen om te ontvluchten, ook de thans overleden jongen werd deelgenoot dezer plannen gemaakt. Hij weigerde echter mede te doen, misschien omdat hij toch spoedig zou worden ontslagen en dus geen gevaar meer wilde loopen. Terwijl de jongens boos over deze weigering aan het ruziemaken waren, kwam de directeur binnen, die natuurlijk onmiddellijk merkte, dat er iets aan de hand was en nu een ondervraging be- bon. Toen hij den weigerachtige onder vier oogen had, viel deze door de mand en hij bekende de plannen zijner makkers. De directeur deed alsof hij van niets wist, maar nam toch maatregelen en toen op een zekeren dag gedurende een wandeling een aantal jongens weg vluchtten, waren binnen korten tijd alle vluchte lingen weder gearresteerd. De gesnapten waren woedend en weten de mislukking hunner ouder neming aan hun kameraad die nu bevreesd voor komen wekken en in dien tjjd zorg te dragen, dat de soldaten niet te veel leven voor de deur maak ten Toen Filip de deur achter zich gesloten had, gaf Martineau aan zijn vreugde lucht door een vroolijk dansje te maken, waarbij hij de beenen zoo hoog mogelijk opsloeg, een geliefden danspas van de bals in de mindere buurten van Parqs, vervolgens rukte hij zijn kepi af en smeet die hoog in de lucht. Ongelukkigerwijze veranderde een windje de rich ting van het hoofddeksel en deed het in een róts- kloof terechtkomen van een goeden vijftien meter diep en zoo stjjl dat er aan afklimmen zonder touw niet te denken viel. Martineau keek eens over den rand, lachte de kepi toe en zeide Als ge 't daar beneden beter hebt dan bij mij, hlijt er dan maar. Door dit ongeval toch eenigszins gekalmeerd, ging hij blootshoofd naar het kamp om zijn deel te ha len van het extra rantsoen, dat de luitenant bevo len had. TWEEDE HOOFDSTUK. Luitenant Filip Dormelles had voorzeker een on- gewonen en karakteristieken oppasser in den persoon van Jules Leonidas Martineau, die millicien was van de lichting 1889 en in November van dat jaar bjj de recruten werd ingedeeld. Het exerceeren op de binnenplaats van de kazerne bij vriezend weer was Martineau reeds van het eerste oogenblik af een gruwel en het maken van loopgraven en aanleggen van mjjnen met de mineurs en sappeurs lachte hem al evenmin toe, zoodat hij op een middel zon, om zich deze onaangename werkzaamheden van den hals te schuiven. Zqn luitenant, Filip Dormelles, scheen hem een rechtschapen, vriendelijk man toe, waarvoor hij op het eerste gezicht reeds sympathie gevoelde en toen zich nu de gelegenheid voordeed, dat de oppasser van den luitenant naar een ander garnizoen gezon den werd, trok Martineau de stoute schoenen aan en vroeg den luitenant hem als oppasser in dienst te nemen. Toen de luitenant die lange, magere, figuur met de bedreigingen tegen hem geuit den directeur waarschuwde. Hij bleef dan ook eerst onder toezicht, maar al spoedig verslapte dit en wisten de jongens hem toch alleen te pakken te krijgen. Zij vielen hem tegelijk aan en mishandelden hem zoo gruwelijk dat hij onmiddellijk naar de ziekenzaal moest wor den gebracht. Hier bleek een operatie noodig te zijn, maar ook deze was vergeefsch, de dood maakte weldra aan het lijden van den ongeluk- kigen jongen een einde. De smart der ouders, die weldra hun zoon in den familiekring terug zouden zien is groot, maar naast deze smart de veront waardiging. Zij toch vernamen eerst toen de jon gen dood was, van hetgeen was gebeurd. Hekserij Het kind van vrouw De Heer, in de Lang straat te Arnhem is ziek. Yrouw W. uit de Nieuwstraat wordt verdacht het kind behekst te hebben. Het hoofdkussen van de kleine is leeg geschud en de onbetwistbare gegevens, een krans, bladeren, een kromme spijker enz. zijn op de gebruikelijke wijze vernietigd. De aardappelen, die zich in het Land van Altena op enkele plaatsen al mooi boven den grond vertoonden, zijn met de vorst tot het laat ste blaadje afgevroren. De ongeregeldheden te Oud-Karspel. Zooals te verwachten was, zijn de gevolgen va* de opstandjes niet uitgebleven. Verscheidene personen, die verdacht worden de aanleggers der ongeregeldheden te zijn geweest, zijn reeds en worden nog steeds in verhoor genomen. Zoo vernamen wij, dat ook heden wederom zeven personen voor den rechter van instructie zijn geroepen, om hunne getuigenis omtrent de misdreven feiten af te leggen. Van hoogerhand zjjn inlichtingen ingewonnen niet alleen, maar is ook een onderzoek ingesteld, naar al hetgeen is voorgevallen. Dit onderzoek houdt wellicht verband met eventueel te nemen maatregelen, en een krachtig optreden voor te bereiden, wanneer de Heer Hoffmanns bij zijn terugkomst, in het hervatten zijner functie op den 1 Mei, wanneer zijn verlof zal zijn verstre ken, mocht worden bemoeielijkt. Intusschen is het juffrouw Hoffmans wederom gelukt de onderwijzerswoning binnen te komen. Terwijl men bezig was de voordeur te reparee- ren, heeft zij van die gelegenheid partij getrok ken, naar wij vernemen op last van haar advo caat. Dit feit werd, naar ons eveneens werd medegedeeld, den Heer Hoffmans per draad be richt. Als onderwijzeres fungeert op het oogenblik Mej. W. L. Vis, die, daartoe aangezocht, bereidwillig die taak tijdelijk heeft aanvaard. Het onderwijs gaat nu geregeld, vooral door den meerderen steun, dien het onderwijzend per soneel in dezen heeft ontvangen. Beroepen naar de Ned. Herv. Gem. te Zuidscharwoude, Ds. A. W. van Kluijve te Tot kerkvoogden der Ned. Herv. Kerk te Oud-Karspel, zijn benoemd de heeren Jb. Pran ger Jnz. en F. de Boer Pz. In de jl. Woensdagavond gehouden verga dering van het Departement Oudkarspel der Maatschappij tot „Nut van 't Algemeen" werden tot afgevaardigden naar de Algemeene vergade ring te Amsterdam benoemd: de H.H. J. Vis en J. H. Keizer; tot bestuurslid werd de Heer G. dat goedig onnozele gelaat voor zich zag, moest hij onwillekeurig glimlachen en schudde het hoofd ten teeken van weigering, maar Martineau bepleitte zijn belangen op innemenden toon en in vrij goed gekozen bewoordingen. Er zal uit mij toch nooit iets groeien wat op een militair gelijkt, zeide hij, noch in- noch uit wendig. Het vaderland zal in die drie jaren, die het van mij eischt, toch maar een erbarmelijk slecht soldaat aan mij hebben, terwijl ik als oppasser u wellicht nog wel eenige goede diensten zou bewij zen. Vooreerst kan ik schoenen poetsen en kleede ren afborstelen zoo goed als de beste. Nu, dat is ook geen heksen, antwoordde Fi lip, die gaandeweg behagen begon te scheppen in het eerlijke voorkomen van den knaap. Dat is zoo luitenant, maar toch heb ik het thuis nooit behoeven te doen. hernam Martineau. Niet? O neen, ik ben de zoon van een fabrikant van dakpannen en tegels en daar ik eenmaal aan het hoofd van die fabriek zal moeten staan, heb ik een uitmuntende opvoeding gekregen. Zoo zou ik, behalve uw kleederen te borstelen en uw laarzen te poetsen, u nog wel andere diensten kunnen be wijzen. bij voorbeeld een rapport schrijven of een teekening copieëren. Inderdaad. Martineau begon aan Filip aldoor be ter te bevallen en daar hij aan den anderen kant, wijl hij wist dat een slecht soldaat het grootste gedeelte van zijn diensttijd in de politiekamer door bracht, ook medelijden met hem kreeg, was het einde, dat Martineau als oppasser van den luitenant werd aangesteld. In den beginne ging het vrij goed. Zonder veel moeite had Martineau zich met zijn werkzaamheden als oppasser vertrouwd gemaakt. Wel overkwam hem nu en dan eens een ongelukje, b.v. dat hij de sleutel der kamer in zijn zak hield, wanneer hij s' avonds naar de kazerne ging, zoodat de luitenant eerst daaiheen moest gaan, wilde hij thuiskomen; dat hij door te hard borstelen een winkelhaak in jas of broek haalde; dat hij een karaf met kruiden- azijn in plaats van rum vulde, maar hij was zoo gehecht, zoo bescheiden en daarbjj zette hij na der- Slotemaker, die als penningmeester herkiesbaar was, opnieuw herkozen, terwijl in de plaats van den Heer Jb. v. d. Busse, die periodiek moest aftreden,werd gekozen de Heer J. G. Vogelenzang. Advertentiën. Geboren: Jannetje, dochter van J. DE DOES en A. KRUK. Den Helder, 12 April 1899. 'M Op den 23en APRIL hopen fpj liefde Ouders Pieter Langedijk Teetje Sijpheer jti hunne 25-jarige Echtvcreenigiiig f Ja herdenken. |H Hunne dankbare kinderen, j Noordscharwoude, JU 15 April. 1899. Op den 23sten APRIL a.s. hopen onze geliefde Ouders Cornells Wit Geertje Maiineveltf. hunne 35-jarige echtveree- niging- te herdenken Hunne dankbare kinderen. Oudkarspel, 15 April 1899. De VOORZITTER van het polderdistrict NOORDSCHARWOUDE, maakt door dezen bekend, dat vanaf den 21sten dezer totweder- opheffiing toe op iedere gedoodde rat eene premie wordt gesteld van f O.IO en dat de inlevering alleen kan plaats heb ben op DINSDAG en VRIJDAG van elke week, des avonds 7 uur, aan de noordzijde erf der Ned. Herv. Kerk alhier. Noordscharwoude, den 14 April 1899. De Voorz. van het polderdistr. voorn (get.) D. DE GEUS Dz. Mij alhier gevestigd hebbende als SCHILDER en GLAZENMAKER, beveel ik mij ten zeerste aan, belovende eene zorgvuldige en solide bediening, tegen concurree- rende prijzen. Aanbevelend, UEd. Dw. Dnr., C. 0TT0. Broek op Langedijk, April 1899. gelijke ongelukken steeds zoo'n meewarig gezicht, dat de luitenant nooit lang boos op hem kon blij ven en soms, wanneer hij met zijn vrienden was, kon hij met groot genoegen van de ongelukken van zijn buitengewonen oppasser vertellen, waar dan ook schaterend om gelachen werd. In de maand Mei werd Filip met een compagnie naar de Centrale Alpen gezonden om een spoorweg- lijn aan te leggen, die dwars door de vallei des Villards moest loopen, hetgeen op moeielijkheden stuitte, die de civiele ingenieurs niet hadden aange durfd. In het kamp had Martineau eerst al zijn schit terende hoedanigheden getoond hij hield van zijn gemak en van goed eten en daarom had hij voor den luitenant van planken een keet getimmerd, waar in Filip een vry gemakkelijk ingericht kantoor en slaapvertrek had, terwijl er voor Martineau ook nog een goede slaapplaats overbleef en bovendien zorgde hij met bewonderenswaardige geschiktheid voor de menage. Van zqn vader had Martineau een uitmuntend horloge gekregen, dat hem van tweeledig nut was vooreerst om hem te zeggen, hoe laat de klok van het observatoire te Pargs stond, want daarmede ging het op de seconde af gelijk en ten tweede om hem aan 't einde van de maand, als zijn gage op was, aan een paar francs te helpen, waarvoor hjj het geregeld beleende. Hier in het gebergte was niet veel gelegenheid om geld zoek te maken en daarom verliet het horloge den vestzak van Marti- ne u ditmaal niet. Zoodi a de kleine wijzer het cijfer VI bereikt had, ging hij de keet binnen en klopte aan de slaapkamer om zijn luitenant te wekken. Filip was reeds geheel gekleed, hjj had geen oog dichtgedaan, zijn hoofd en hart waren veel te vol, dat hij zou kunnen slapen. Toen Martineau zag hoe bleek Filip was en hoe zijne handen beefden, waagde hij het, hem een be scheiden raad te geven Misschien zou de luitenant beter doen vana vond niet uit te gaan dat diner en bal zijn wel wat vermoeiend voor een gewonde. Filip glimlachte. Zoolang ik nog maar in staat ben, mijn eenen op Dinsdag 25 April 1899, 's middags te 12 uren, te Noordscharwoude, waaronder KABINET, MAIIONIEKAST, KLOK enz. Voorts van 3 VAARTUIGEN, LAND BOUWGEREEDSCHAPPEN, enz. enz., eenen ander op den dag des verkoops te zien. Ileui w. KLKIiV. De Ondergeteekende, voorzittend Commissaris van het onder directie van den Notaris G. VAN OS staand Begrafenisfonds, gevestigd in de Z ij p e, maakt aan belangheb benden en belangstellenden bekend, dat Com missarissen de jRekening en Verantwoording van den Directeur over 1898 volkomen in orde hebben bevonden, sluitende met een bedrag van ruim f1700.—, terwijl f17800.— op de Groot boeken der N.W. schuld is geplaatst. De voorzittende Commissaris voornoemd C. HULST. ZONDAG 16 APRIL. Grocte brillante Voorstelling door een Artfsten eersten rang-. OVERAL KOLOSSAAL SUCCES. Directeur D. DE VROOMEN. Aanvang 's avonds 8 uur. ENTREE 50 CENTS. te bezichtigen Inj den beer©. S LOTEMAKER te Oudkar- spel. die tevens daaromtrent voor den verkooper inlichtin gen verschaft. eene keurig-e collectie V oordracïiten, a 1-» ct. per stuk. Aanbevelend, Broek op Langedijk. P. OTTO. voet voor den anderen te zetten, zal ik er heengaan, antwoordde hjj. Trouwens, de frissche lucht zal mij goed doen. Tegen deze stellige verklaring durfde Martineau niets inbrengen. Reeds op zeer jeugdigen leeftijd onderscheidde luitenant Dormelles zich door ongewone wilskracht en standvastigheid. Hij was de zoon van een eenvoudigen boschwach ter en op een dorp geboren, waar hg het geluk had gehad in aanraking te komen met twee brave mannen, die voor zijn opvoeding hadden zorg ge dragen den dorpsschoolmeester en een gepensio neerd kapitein van de genie. De eerste had hem al les van taal, aardrijkskunde en geschiedenis geleerd, wat hjj er zelf van wist en de tweede had zijn hoofd volgestopt met wiskunde en de militaire wetenschap pen. Bjj uitstek was Filip op de hoogte met het beleg van Sebastopol en alle operatiën der genie, die daarbij hadden plaats gehad. Op achttienjarigen leeftijd nam hij dienst bij het corps, waaraan zijn leermeester zoolang ver bonden was geweest, want zijn vader bezat niet de middelen, om hem den cursus aan de poly technische school te doen volgen. Zoo werd hij dan ingedeeld bij het eerste re giment genie, te Versailles in garnizoen. Hier zette hij vol ijver de studie voort en maakte verrassende vorderingen. Zeer spoedig doorliep hij de mindere rangen en, daar hij het geluk had in de gunst te staan bij zijn kolonel, verwierf hij na vijf jaar dienst de epauletten van tweede luitenant. Verscheidene moeielijke werken werden hem opgedragen, en steeds slaagde hij voortreffelijk, zoodat men geen oogenblik geaarzeld had, hem de n aanleg van den spoorweg door de vallei des Villards, midden door het rotsgebergte op te dragen. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 2