Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
TST°. 17.
Zondag 23 April 1899.
8e Jaargang.
J. HL KEIZER.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
WAARSCHUWING.
Nieuwstijdingen.
Feuilleton.
ïsc:
NIEUWE»
LMGEIIJkEI flIlïlAVf
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoüde en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
BUREEL:
oordscliarwoude.
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer ct.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Bij dit nummer behoort een
hijvoegsel,
De Burgemeester van O u d-K a r s p e 1;
overwegende, dat de onlangs plaats
gehad hebbende ongeregeldheden te de
zer gemeente, het tot een plicht maken
dit verder te voorkomen, brengt ter
kennisse van de Ingezetenen, dat het
Hoofd der School, de heer Hoffmans,
op Zondag den 30 dezer te dezer ge
meente terugkeert, om zijne functiën
als zoodanig, na verstreken verlof, weer
waar te nemen
waarschuwt de gemeentenaren of
wie ook, zich te onthouden van eenige
lichamelijke of andere beleediging, en
wordt een ieder herinnerd aan zijn
plicht om mede de orde te helpen be
waren;
dat op genoemde feiten, vooral ook
op elk ander onbehoorlijk feit, ten
strengste door de Politie zal worden
toegezien en zonder oogluiking tegen
een ieder, die zich misdraagt, proces
verbaal zal worden opgemaakt en ter
vervolging aan de bevoegde Rechtbank
zal worden ingezonden.
OUD-KARSPEL, den 21 April 1899.
De Burgemeester, Hulpofficier
van Justitie aldaar,
C. KROON.
4.)
Weinig had het evenwel gescheeld, of dit werk
zou niet op den bepaalden tijd voltooid geweest zjjn
door de onhandigheid van dien verwenschten Mar-
tineau.
Maar alles was goed afgeloopen, de rots, waarvoor
anderen teruggedeinsd waren, lag nu beneden in den
bergstroom en zijn verwonding was reeds geheel ver
geten door de zekerheid, die hq thans had omtrent
de liefde van Marguérite.
Thans begaven luitenant en oppasser zich op weg
door de vallei, die zich baadde in het roode schijn
sel der ondergaande zon.
Filip was flink ter been, van de zwakheid van zoo
even was niets meer te bespeuren, het verlangen
naar Marguérite had alle pijn van zjjn kwetsuur ver
dreven.
Over den bergstroom lag een ruwe brug, gevormd
door twee boomstammen, die aan weerszqden op den
rotsachtigen oever rusten.
De stroom was op dit punt tamelqk breed on
geveer tien meters en het water, dat zeer hoog
stond en veel woester was dan gewoonlijk, door de
rotsblokken die er ingestort waren, sloeg met kracht
van onderen tegen de brug aan en deed haar som
tijds wankelen.
Toch ging Filip er zonder vrees over, maar op het
midden gekomen, bleef hij even staan, wees naar de
schuimende golven en zeide:
Wij moeten morgen zoo vroeg mogelijk de rots
blokken uit den stroom verwjjderen. Daaruit zou een
overstrooming kunnen ontstaan, die voor de lager ge
legen dorpen gevaar opleverde.
Zouden wij vannacht nog terug kunnen over de
brug? vroeg Martineau.
Jawel, ik geloof niet, dat het water op het oogen-
blik meer dan 50 centimeters is gerezen, het zal niet
voor morgen over den kant komen en morgen zullen
Sint Pancras, 21 April 1899. Aan het
verzoek der ingezetenen van Broek op Langedijk
aan den gemeenteraad, om van gemeentewege po
gingen in het werk te stellen tot het leggen van een
Toevoerlijn voor de groentenverzending, was per
adres door verscheidene ingezetenen van Sint
Pankras adhesie betuigd.
Deze nu ontvingen van het gemeentebestuur
van Broek bericht, dat de gemeenteraad besloten
heeft, om zich met het oog op deze hoogst belang
rijke zaak, met den gemeenteraad van Sint Pan
kras in contact te stellen, en te overwegen, wat
in dezen gezamenlijk kan worden gedaan.
Dat het niet onnoodig is, opnieuw weder maat
regelen te nemen tegen de schade, welke de rat
ten aan de te veld staande planten veroorzaken,
is hier al lang weder gebleken.
Verscheidene bouwers vinden dagelijks alweder
leege plekken in hunne koolakkers, waar zij met
zooveel zorg de jonge planten aan de aarde had
den toevertrouwd.
Den eersten avond werden 120 ratten ingele
verd, welk getal, wanneer de warmere dagen
komen, wel weer belangrijk zal stijgen.
Eene waarschuwing
Donderdag is er voor de zooveelste maal nu
te Schagen weer een ernstig ongeluk gebeurd
met een jongen, die achter een rijtuig liep. De
zevenjarige C. de Rooij op de Laan aldaar,
stond achter op de veeren van een wagen en
toen hij er af wilde springen geraakte zijn been
tu8scben de veeren en het wagenrad, met het
noodlottig gevolg dat het been brak en ernstige
kneuzingen bekwam, terwijl de tanden der on
derkaak door den val los in de kassen kwamen
te staan. Het ventje was juist jarig, eene om
standigheid, die het ongeluk des te treuriger
maakt.
wij de bedding opgeruimd hebben.
Om het even, het zal daarbeneden vannacht
leelijk spoken.
Onder dit gesprek hadden zij den tegenoverge-
stelden oever bereikt. Nu moest er nog een halve ki
lometer worden afgelegd, langs een stijgend pad, en
zq zouden het bergvlak bereikt hebben, dat geheel
werd ingenomen door het kasteel Saint-Colomban
en de daartoe behoorende bosschen.
De eigenaar van het kasteel, Bernard de Prabert
hield zich uitsluitend bezig met zijn fabriekeneen
stoomhoutzaagmolen en een cementfabriekmevrouw
De Prabert daarentegen had zich geheel gewqd aan
de genoegens des levens en in de vier zomermaan
den, als zq het kasteel bewoonde, werden daar tal
van feesten gegeven en was het er onafgebroken
vol gasten. Wel w is het gezelschap niet altijd met
evenveel zorg gekozen, maar er was toch in den
geheelen omtrek slechts één roep over de gastvrij
heid der bewoners van Saint-Colomban.
Toen Filip Dormelles in dezen uithoek van het
land kwam, dien hq zich als een vervelende negorij
had voorgesteld, was hq bjj de familie de Prabert
zeer hartelijk ontvangen.
Men had hem daar zeer dikwqls genoodigd, want
de grillige coquette vrouw des huizes schepte een
ongewoon behagen in den jongen, knappen officier,
die van zqn kant ook gaarne op het kasteel kwam,
waar de schoone oogen van mejuffrouw Marguérite,
de nicht en pupil van Bernard de Prabeit, hem
met onweerstaanbare kracht heentrokken.
De meesters van bet kasteel en hun gasten stel
den zeer veel belang in het groote werk, dat onder
leiding van luitenant Dormelles werd ten uitvoer
gebracht en het gevolg hiervan was dan ook ge
weest, dat mevrouw de Prabert zich zonder eenige
uitnoodiging met haar gezelschap naar den hollen
weg had begeven, om de reusachtige ontploffing bij
te wonen, die, zooals wij weten de kroon op het
werk had gezet.
Op den stijlen weg, die naar het bergvlak voerde
stonden twee rqtuigen ter beschikking van luitenant
Dormelles: een eenvoudig tentwagentje, dat der
compagnie diende om mondvoorraad van de hoofd
plaats van het kanton at te halen, met een sappeur
Weg Moerbeek—Lutjewinkel.
Op het verzoek der Commissie voor de tot
standkoming van den weg om subsidie, is door
den Raad der gemeente Winkel besloten het
gedeelte onder de gemeente Winkel behoorende,
te beharden en te onderhouden door Hoofdin
gelanden der Niedorper kogge strijkmolens, de
sloot te graven en de uitgegraven aarde op 't
terrein te brengen, waardoor de kosten op 11 a
1200 gulden geraamd worden, en door stemge
rechtigde Ingelanden van den Weerepolder,
gem. Winkel, de gevraagde f300 geheel toege
zegd. Aangezien de Weerepolder weinig direct
belang bij den weg heeft, hebben Ingelanden
van dien polder getoond, dat zij veel voor 't
algemeen belang oVer hebben en de tot stand
koming van den weg door hen op hoogen prijs
wordt gesteld.
In de vergadering van 17 April, waarin dat
besluit met algemeene stemmen is genomen, is
tevens als molenmeester in de plaats van wijlen
den heer K. Breebaart benoemd de heer Jac.
Wit te Lutjewinkel.
Het Openbaar Ministerie eischte voor het
gerecht van het derde kanton te Amsterdam,
Dinsdag tegen Peter Stegemann, meer bekend
als het Staphorster boertje f300 boete, wegens
hét onbevoegd uitoefenen der geneeskunde, sub-
sidair 90 dagen gevangenisstraf.
Op de voorjaarsveemarkt te Alkmaar,
den 17den gehouden, werden 2583 stuks aange
voerd.
Nederland had in 1897 325 geboorten
op 1000 inwoners en slechts 161 sterfgevallen,
een buitengewoon laag cijfer. In het einde van
1897 bereikte de bevolking van ons land het cij
fer van 5 millioen.
Een merkwaardig schip ligt thans in de
le Katendrechtsche haven te Rotterdam, de
„Sagamore" genaamd. Het is een walvischschip,
afkomstig uit Amerika, waar men met die soort
tut koetsier, en de prachtige coupé van mevrouw De
Prabert.
De oppasser en de dame hadden zich, elk naar zjjn
krachten, uitgesloofd om Filip een attentie te be
wijzen.
Martineau lachte eenigszins verlegen toen hij dat
fraaie rijtuig zag.
Kijk eens aan, luitenant, zeide hjj, het schjjnt
dat wij elk een rjjtuig zullen hebben.
Filip keek den goeden jongen met een vriendelijken
glimlach aan en daarop vroeg Martineau:
Moet ik den luitenant naar het kasteel verge
zellen
Neen, dank u.
Dan zal ik u vanavond toch maar langs den
zelfden weg tegemoet loopen?
Ik geloof niet dat dat noodig zal zqn.
Martineau drong er niet verder op aan, maarhjj
schudde het hoofd alsof hij zeggen wilde:
Ik kom toch.
Hij opende daarop het portier van de coupé, liet
den luitenant instappen, en groette op militaire wijze,
terwql het rijtuig snel voortreed.
Vervolgens begaf hq zich naar het eenvoudige tent
wagentje van de compagnie.
Uw equipage was niet mooi genoeg, kameraad,
zeide hq tegen den sappeurkoetsier, een ander heeft
ons den loef afgestoken. Nu, trek maar zoo'n zuur
gezicht niet en troost u, ge zult de moeite toch niet
voor niets gedaan hebben. Ik huur uw rqtuig tot van
nacht twaalf uur en ik zal u betalen door u te laten
eten en drinken, zoo lekker als ge het zeker nog maar
zei len hebt gedaan. Moeder Jacqueline in het dorp
Aiqurande heeft een vqver met forellen en een hok
met vette hoeders, om van te watertanden en al loopt
de maand ook op het eind, ik heb toch nog een paar
louis, die me in mijn zak dansen, en die wjj daarom
in broederlijke gemeenschap zullen opmaken, Vooruit,
leg de zweep maar over uw rossinant, want hoe eer
we er zijn, des te langer we er plezier van kunnen
hebben.
Terwql Martineau nog tegen den sappeur zat op te
snijden van de voortreffelijke keuken der kasteleines
van Aiqurande, reed Filip Durinelles naar het kasteel
Saint-Colomban. De coupé, die van flinke veeren voor
de binnenlandsche zeeën bevaart. Toen de „Sa
gamore" een paar jaar geleden ook eens Rotter
dam bezocht, was het voor het eerst, dat een
walvischschip die haven binnenkwam.
Het schip is langwerpig ovaal, en het moet
een heele kunst zijn er op te loopenwie er niet
op verdacht is, gaat te water, zonder door eenige
verschansing te worden tegengehouden. Het schip,
dat grootendeels onder water vaart, heeft bovenop
zeven torens, waarvan de middelste die der ma
chinekamer is.
Boven op den middensten toren verheft zich
het zoogenaamde „kluis", twee verdiepingen hoog,
dat tot verblijf dient voor de geheele bemanning
en nog verschillende vertrekken voor andere doel
einden bevat.
De „Sagamore", welke twee kleine masten
draagt, heeft een diepgang van 19 voet en een
laadvermogen van 3500 tons. Het schip heeft
door zijn hijzonderen bouw een groote snelheid,
n.l. 12 mijlen, tegen een gewoon schip van de
zelfde afmeting 8 mjjlen. Door zijn grooten diep
gang heeft het geen hinder van schommels of
stortzeeën en is daardoor zoowel voor de reizi
gers als voor de lading, veiliger dan andere
Als een bewijs, hoe vroeg de Koningin
's morgens reeds ontbijt, meldt de „Ned. Bakk.
Ct.", dat het luxebrood, dat door de Broodfa
briek „de Haan" geleverd werd, 's morgens om
zes uur reeds aan het Paleis moest bezorgd zijn.
De werkstaking in de venen van Oostelijk
Drente breidt zich langzaam uit. Te Nieuw-
Buinen zijn ongeveer 150 en in de beide Ex-
loërmonden ongeveer 225 man, die niet aan den
arbeid deelnemen.
Ook te Valthermond is de staking uitgebroken.
Onder de arbeiders heerscht echter verdeeld
heid, en alles gaat kalm toe, zoodat militairen
of versterking van de maréchaussée onnoodig
wordt geacht.
zien was, stootte ot schokte bjjna niet op den hob-
beligen weg. Twee mijlen tegen de helling van een
berg op, die bqna dubbel zooveel tellen als op de
vlakte, werden in 35 minuten afgelegd.
Filip dacht aan niets dan aan het geluk, zqn lieve
Marguérite te zullen weerzien.
Het kasteel baadde in een zee van licht en in het
park waren aan alle hoornen gekleurde Venetiaansche
lantaarns opgehangen, die een zachte, romantische
schemering verspreidden.
Het was een prachtig schouwspel, dat Filip vol be
wondering gadesloeg.
Het kasteel Saint-Colomban dagteekende nog uit de
middeleeuwen, toen het een roofnest was van de
trotsche, woeste baronnen des Adrets. Gaandeweg
was dit geslacht uitgestorven, het kasteel had sedert
onheuglijke tijden leeg gestaan en was niet veel meer
dan een puinhoop te midden van een ondoordring
bare woestenij, toen, een tiental jaren geleden, die
wildernis werd ontgind, het kasteel, geheel in den
oorspronkelijke» trant, werd opgebouwd en het ge
heel weer in bewoonbaren toestand gebracht werd.
Sedert strekte Saint-Colomban tot zomerverblijf
van den rijken Bernard De Prabert en zijn gezin.
De eigenaar van het kasteel, die zonder eenige
aanmerking door zijn vrouw fabelachtige sommen
liet verkwisten, was een somber man met eenigszins
geheimzinnig voorkomen. Ofschoon men op het ka
steel Saint-Colomban leefde als aan een hof en het
eene feest bijna onmiddellijk op het andere volgde,
zag men den eigenaar zelden of nooit te midden van
de gasten van mevrouw De Prabert.
Iiij leefde bqna uitsluitend in gezelschap van een
zekeren heer Puybarrau zijn secretaris, die zqn on
beperkt vertrouwen bezat.
Filip Dormelles was dan ook inderdaad verwon
derd toen hij onder de warande van het kasteel het
strenge gelaat met de overvloedige, grijzende haren
en den zwaren puntbaard van mqnheer De Prabert
opmerkte.
De heer des huizes had een forsche, maar eenigs
zins gebogen gestalte en donkere, schrandere oogen.
Naast hem liep zijn onafscheidelijke vriend Puy
barrau, een zwaarlijvig mannetje met korte beenen
en een hoogrood gekleurd, glanzend gelaat, waarop