Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 18. Zondag 30 April 1899. 8e Jaargang. J. KL KEIZER. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. N ieu wstij dingen. Feuilleton. WBIIB ilSGIEÏBII. NIEUWE LAIGEDIJKM COURAHT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 et-, franco p. post 6 O ct. UITGEVER: BUREEL: üfoordscliarwoiide. PRIJS DER ADTERTENTIËN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer ct. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Hij dit nummer behoort een bijvoegsel, Zuidscharwoude. Tot ons genoegen kun nen wij mededeelen, dat de Heer Ds. A. W. van Kluijve het beroep naar de Ned. Herv. Ge meente alhier, heeft aangenomen. VERSLAG der vergadering van „Nieuw leven," gehouden 27 April bij den heer J. C. Hofdijk, te Heer Hugowaard. De voorzitter opent de verg. waarbij hij zijne teleurstelling uitspreekt over de slechte opkomst der leden, slechts 12 leden zijn ter vergadering verschenen. De notulen der laatstgehouden verg. worden onveranderd vastgesteld. De hr. Van der Goes, met kennisgeving af wezig, heeft een schriftelijk verslag ingediend van de Algem. verg. van Niedorper kogge, met welks inhoud de voorz. de verg. in kennis stelt. Hij deelt aan de verg. mede, dat hieruit is voort gevloeid eene gecombineerde vergadering der Besturen van Waarland, Anna Paulowna en Nieuw leven, en enkele groote landbouwers van de Langereis en Terdiek, terwijl N. K. was vertegenwoordigd door de heeren Kuilman en Van Eden. De voorz. brengt verslag uit van het verhan delde op deze vergadering, daartoe bezigende het nr. van 2 April van de „Nieuwe Langedij- ker Courant." Zooals uit dit verslag blijkt, is o a. in die verg. ter sprake gekomen de verplichting der leden van „Nieuw leven" om hunne vroege aard appelen, bloemkool en boomvruchten te doen afslaan op de veiling aan het station Noord scharwoude. Door den voorz. wordt uiteengezet, dat deze verplichting ongetwijfeld oorzaak is, dat vele landbouwers zich niet bij de vereeniging aan sluiten, dat de bepaling daaromtrent minder recht van bestaan heeft nu „Nieuw leven" is aangesloten bij „N. K." en de markt aan 't station N. Sch. als gevestigd beschouwd kan worden, weshalve hij namens 't bestuur het voorstel doet, deze bepaling voor 't jaar 1899 niet te handhaven. Met algemeene stemmen wordt 5.) Komaan, kapitein, vertel uw groote wapenfeit, sprak zq yroolijk, ik beloof u dat ik een anderen kant op kqken zal terwql ge spreekt. Och wat, het is een oude historie, minstens vijf-en-twintig jaar geleden en al lang vergeten, zelfs door hen, die er toen bq betrokken waren. Reden te meer om haar te vertellen. Nu, als u er op staat Zeker, in afwachting van de eerste wals. Ja, maar ik ben lang geen redenaar, de bloemen der rhetorica groeien niet in mijn tuin. Dat is ook niet noodig. Nu, dan maar flink voor de vuist weg, als een echte gendarme. Juist zoo. Kapitein Barillet nam eerst een glaasje cognac, dat een bediende hem bracht, dronk het met één teug ledig en na zich met een vluchtigen blik overtuigd te hebben, dat men vol belangstelling op zqn ver haal wachtte, begon hq te vertellen. DERDE HOOFDSTUK. Het was in 1864, en we hadden dat jaar een strengen winter. Ik was destijds opperwachtmeester en chef van den post in een klein dorp, door bosschen omringd, in Auvergne aan den kant van Issoire: Miramont-la-Montagne heette het nest. Bq deze inleiding werd het verhaal van Barillet reeds afgebroken door het geraas van brekend por- celein. Mevrouw De Prabert had het kopje laten vallen, dat zq juist aan een der heeren De la Reynle wilde overreiken. Het gelaat der dame was eensklaps doodsbleek ge worden onder het blanketsel dat haar wangen be dekte. Mqn hemel, wat ben ik vanavond onhandig! daartoe besloten, zoodat dit jaar aan de leden de vrijheid wordt gelaten ook met genoemde producten te gaan markten, waar 't hun goed dunkt, wat evenwel niet wegneemt, dat 't zeer in 't belang de vereeniging geacht wordt, zoo veel mogeljjk de producten naar ééne plaats ter markt te brengen. Aan de gecombineerde vergadering is vooraf gegaan eene bestuursverg. van „N. L.", waarin o. a. werd besloten, twee afgevaardigden te zen den naar de op 5 April te Utrecht uitgeschreven Tuinbouwmeeting, met 't oog op de protectiebe- weging in Duitschland. De Voorz. en de Secr. der vereeniging wer den daartoe gekozen en de laatste verkrijgt nu 't woord, om verslag dier meeting uit te bren gen. De hr. Wonder doet dit, door weer te ge ven 't verslag in de „Nieuwe Langedjjker Cou rant" van 9 April j. 1. Naar aanleidiDg van dit verslag merkt de voorz. op, dat deze verg. z. i. niet rijk aan vruchten genoemd kan wordeneene algemeene teleurstel ling werd dan ook gehoord van den afgevaardig den, doch in één opzicht mogen we ons, meent hij, toen verheugen, n.l. hierin dat Noord-Holl. op deze verg. sterk vertegenwoordigd was, wat zeker aangenomen mag worden als een bewijs, van ontwaakt vereenigingsleven onder de land bouwers in dit gewest. Natuurlijk werd algemeen geoordeeld, dat hooge invoerrechten door Duitsch land geheven, de doodsteek zou zijn voor den Holl. landbouwer. Ook daarom acht men 't raad zaam, zich te gaan toeleggen op den teelt van andere producten dan kool. Van Dijkgraaf- en Heemraden v. d. polder Heer Hugowaard is een schrijven ingekomen, de mededeeling behelzende, dat aan het verzoek van „N. L." om een deskundig onderzoek naar de mogelijkheid van samensmelting der 5 noordelijke bemalingen geen gevolg kan worden gegeven, aangezien in de j.l. gehouden algem. verg. de daarvoor uitgetrokken som f 500 op de begrooting voor het loopende jaar met 10 tegen 8 stemmen is geschrapt geworden. Zeer teleurgesteld was men door dit antwoord, vooral toen de motieven werden opgesomd, die enkele hoofdingelanden en zelfs Heemraden te gen deze post aanvoerden. Van bedoelde Heem raden te meer raadselachtig, wanneer men ver neemt, dat de post in de verg. van Dijkgr. en Heemr. met algemeene stemmen op de begrooting is gebracht. Ra, ra, wie verklaart zulk eene te riep zq uit. Verzoek mijn nicht of zq mijn plichten als gastvrouw wil overnemen, ik ben werkelqk veel te zenuwachtig. Marguérite, die met eenige dames in een aangren zend salon was, snelde onmiddellijk toe, tot groote vreugde van F ilip, die nu geen oog van haar slanke gestalte afwendde en al haar sierlqke en bevallige bewegingen met verrukking volgde. Mevrouw de Prabert wierp steelsgewijze een blik op h aar echtgenoot, maar deze beantwoordde haar blik niet, doch zat met gebogen hoofd onbeweeglqk achterover in zqn stoel. Barillet hervatte zijn verhaal zonder veel achtte slaan op dit onbeteekenende ongelukje Men amuseerde zich lang niet in dat saaie nest, o neen. De bevolking bestond voor een deel uit lompe boeren en verder uit de werklieden van een groote stoomhoutzagerq, die gedreven werd Aoor een zeer rqk, goedhartig en rechtschapen man, ze keren mijnheer Barley. Félicienne lag nu in een fauteuil uitgestrekt en met een glimlach om haar kunstmatig gekleurde lippen keek zij verstrooid rond. Niet alleen dat die mijnheer Barley een goed mensch was, ging Barillet voort, maar hq had een goeden wqnkelder ook. Hq mocht de gendarmes heel graag lqden, mits zij maar niet te streng wa ren voor zqn werklieden, wanneer deze met de boe ren hadden gevochten, want de fabrieksarbeiders en de boeren stonden als hond en kat tegenover elkaar en kloppartijen waren aan de orde van den dag. De opperwachtmeester dineerde vast alle Zon dagen bij den fabrikant en ik verzeker n, dat hq dan niet karig was om een fijne flesch te knappen. Zoo hadden de zaken al sinds onheuglijke jaren gestaan, toen in het begin van den winter van 1864 Miramont nieuwe bewoners kreeg een jong, forsch gebouwd en goed gekleed man, zijn vrouw, die blond en zeer schoon was dat heeft men mq verteld, want toen zjj in het dorp kwamen, was ik juist met verlof en na mijn terugkeer heb ik nooit het geluk gehad haar te ontmoeten hun kind, een knaapje van twee jaar, en ten slotte een heer, die tot over de ooren in zqn bonten jas zat en die, naar men zeide, een broeder van de jonge vrouw was. genstrijdigheid Druk werd over dit antwoord, of liever over 't gevallen besluit, gediscuteerdvergelijkingen werden gemaakt tusschen het noordelijk en zui delijk gedeelte van den polder, de bewering werd uitgesproken, dat het geheele polderbestuur door drongen was van het groote belang, dat meer dan de helft van den Polder bij goed vaarwater, (wat thans daar overal ontbreekt), heeft, de op merking gemaakt, dat het Noordelijk gedeelte zich mag verheugen in vertegenwoordigers (het paar goede niet te na gesproken), die al eene bijzondere opvatting hebben van het behartigen der belangen van de ook belasting betalende Noord-Hugowaard bewoners. En mag voor de vertegenwoordigers van het Zuidergedeelte wel het motief gelden, dat deze zaak te veel de belangen geldt van het Noorderdeel Hoeveel duizenden, zoo werd er gevraagd, zijn niet reeds besteed, waarvan 't Noorderdeel voor geen en kelen cent profijt heeft gehad We zouden deze discussie nog verder kunnen volgen, doch wenschen liever medetedeelen, de besluiten in deze zaak door de verg. genomen. Eerstens wordt besloten, het Bestuur optedra- gen te informeeren, wat een onderzoek door een deskundige ongeveer zal moeten kosten, en ten andere, om opnieuw ernstig bij het Polderbestuur op een onderzoek aantedringen. Beide besluiten worden met algemeene stemmen aangenomen. De voorz. deelt de verg. mede, dat de in de be- .ujursverg. opgemaakte rooster van aftreding heeft uitgemaakt, dat moeten aftreden de heeren Groothuizen, De Boer en Van der Goes. Met bijna algemeene stemmen worden genoemde hee ren herkozende heeren De Boer en Groothui zen ter verg. aanwezig, verklaren zich die be noeming te laten welgevallen. Bjj de rondvraag geeft de hr. Wonder een enkel voorbeeld van de resultaten door het ge bruik van Chilisalpeter bij den teelt van aard appelen. Hij ontleent dit aan 't verslag over de proefvelden in N. Holland van de Rijkslandbouw- leeraar Nobel. Het betreft eene proef te Hoogkarspel geno men, die in één woord schitterende resultaten heeft opgeleverd. De voorz. geeft als zijne meening te kennen, dat de landbouwers zelf, veel meer proeven met 't oog op kunstbemesting moeten nemen en dan zoo zuiver mogelijk, opdat in deze steeds meer zekerheid worde gekregen. Zij vestigden zich in een klein huisje, op de grens van het dorp, niet ver van de fabriek en leefden daar zeer teruggetrokken. Komaan, dat wordt interessant, zeide mejuf frouw Valentine De la Reynie, een zeer blonde en zeer romantische jonge dame, terwijl zq haar fau teuil wat naderbq schoof. Deze beweging werd door de anderen nagevolgd, zoodat de kring om Barillet zich nauwer aansloot. Op die wqze kwam mevrouw De Prabert eenigs- zins achter de toehoorders te zitten; dikwijls stond zij halverwege op, keek nu eens naar den verteller dan weer naar de deur van het salon, blijkbaar door zekere besluiteloosheid gekweld maar ten slotte bleef zij in haar fauteuil zitten, ongerust, aangedaan ze nuwachtig. De kapitein vervolgde: De nieuwe inwoner van Miramont-la Montagne was een ingenieur, een soort van uitvinder, en hq heette Robert Duhesme. - Robert! herhaalde mqnheer De Prabert halfluid. Wat? Ja, Robert, hernam Barillet. Omijn ge heugen is zeer goed en hetgeen ik u vertel, is geheel overeenkomstig de waarheid. Deze Robert was ie mand van goede familie, naar het scheen, maarhq had zijn vermogen verspild aan allerlei dwaasheden en op het oogenblik dat hq zich te Miramont vestigde, bezat hij zoo goed als niets meer. Hij was evenwel zeer bekwaam en stelde aan mijnheer Berley ver scheidene hervormingen omtrent de bewerking van het hout voor en trachtte vooral hem het geheim van een zijner uitvindingen te verkoopen. Robert Duhesme had namelijk een middel uitge vonden, om papier te maken met het zaagsel van pijnboomenhout, welk soort van geboomte daar in die streek veelvuldig voorkwam. Tegenwoordig, nu dit denkbeeld reeds lang in toepassing wordt gebracht, schqnt het doodeenvoudig, maar vijf-en-twin tig jaar geleden werd het als iets ongeloofelijks beschouwd en wilde niemand er geloof aan hechten. Men kon zich niet verbeelden, dat er nog van iets anders dan van lompen goed papier gemaakt kon worden, zoo dat mqnheer Barley ook niet veel ooren naar de nieuwe uitvinding had. Wel werden er onderhande lingen tusschen den fabrikant en den uitvinder ge- Met een woord van dankzegging voor de me. dewerking, sluit de voorz. deze verg. Door de ijverige bemoeiingen van den hr. Basjes, bode van de afdeeling Heer Hugo waard van Het Witte Kruis, is het ledental dezer afd. met ongeveer honderd vermeerderd, wat vooral ook met 't oog op de finantiën, zeer in 't belang dezer nuttige zaak genoemd mag worden. Sint Pankras, 28 April. Op de Voor dracht ter benoeming van een hoofd eener School in de gemeente Rhenen komt voor onze dorpge- noot, de heer C. Madderom, thans onderwijzer te Amerongen. Ook het bestuur der Vereeniging tot stichting en instandhouding van eene vrije school met den Bijbel in deze gemeente heeft een adres gericht aan de Tweede Kamer met het verzoek het Wets ontwerp op den Leerplicht niet aan te nemen. Uit Utrecht schrijft men aan de „N. R. Ct." „Van een kudde schapen, die, onder de hoede van een herder met zijn hond, liep te grazen op den Singel, viel er een nabij de Maliebrug stuip trekkend neer. De herder vroeg een politie-agent, die in de nabijheid was, om een mes, en diens knipmes ontvangen hebbende, gaf hij het dier on der het oog langs den neus een snede in de wang, waaruit het bloed liep. Dadelijk waren een paar voorbijgaande vrouwen gereed den herder uit te schelden en in het algemeen over de wreedheid van hem en zijn vakgenooten uit te weiden. „Snijd het arme dier liever in eens den hals af dan het zoo te martelen," was bare con clusie, welke door den herder geen antwoord waardig gekeurd werd. Hij vergenoegde zich met aan een voorbijganger, die hem naar de re den zijner handelwijze vroeg, te zeggen „Och, meneer, dat schaap hèt de bloei, en as ik em nou dat sneechie Diet gegeve had, dan wasti zoo kapot gegaan, en nou loopti daar weer heen." En werkelijk, het schaap liep tusschen de kudde met bebloeden kop langs den oever zoo rustig te grazen of er niets gebeurd was." Te Oostwoud waren verleden week bij een huwelijksinschrijving tegenwoordig, behalve de wederzij dsche ouders, twee grootmoeders en vier groots aders. Deze laatsten tellen te zamen 300 jaren en vierden nog lustig het huwelijks feest mede, waarbij zij, tot groot vermaak van de jongeren, een ouderwetschen dans uitvoerden. voerd, maar zij kwamen tot geen beslissing. Inmiddels had de jonge uitvinder verscheidene veranderingen aan de zaagmachines aangebracht, die alle ten doel hadden om de snelheid te vergrooten en handenarbeid uit te winnen. Natuurlqk konden de werklieden die verbeteringen met geen goede oogen aanzien, want zq vreesden, dat daardoor hun werk overbodig zou worden. De jonge uitvinder trachtte hen door verstandige redeneeringen te overtuigen, hoezeer zq zich ver gisten. Zq begrepen hem niet. Zooals het werk tot dusverre gegaan was, ging het goed, met welk recht wilde die vreemde man daar verandering in brengen. Robert Duhesme zag wel indat het hem toch niet gelukken zou hen te overtuigen en bepaalde zich voortaan tot een minachtend stilzwqgen. Ik had hem destqds twee of driemaal gezien en ik kan u verzekeren, dames, dat hq een mooie man, een verbazend mooie man was. Zooals het een goedgeaard romanheld betaamt, viel Valentine De la Reynie hem in de rede. Kapitein Barillet werd boos. Er is hier geen sprake van een romanheldriep hq uit. Denkt ge, dat ik u verzinseltjes op de mouw spel. Zie ik er dan uit als een sprookjesverteller? Neen, neenriep het geheele gezelschap als uit één mond, Men moest algemeen lachen om den toorn van den braven kapitein, alleen mqnheer en mevrouw De Pra bert zeiden niets. Dan is het goed, hernam Barillet, ik had anders geen woord meer gesproken. Dat zou jammer zqn, ga dus spoedig voort. Kapitein Barillet dronk eerst nog een glaasje cog nac om zijn kwade luim weg te spoelen en vervolgde toen: Wanneer ik zeg dat Robert Duhesme een mooie man was, dan bedoel ik daarmee dat hij een voor komen had, zooals het den vrouwen meestal bevalt. Een bleek gelaat, donkere, droefgeestige oogen, lang krullend haar en een baard met een punt gesneden, juist op de manier als die van onzen uitmuntende vriend en gullen gastheer, mqnheer De Prabert.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 1