te koop, Brieven uit „de Streek." 1 MEI 1871 1 MEI 1899. G. Engel, Gevraagd om direct in dienst te treden, Openbare Verkooping op Vrijdag li Kei 1899 BEKENDMAKING. f. Laagland Winder. Puik beste Aardappelen RATTENKLEMMEN, P. DE WIT, Wedrennen en harddraverijen. De eerste wedrennen en harddraverijen, op de nieuwe baan, te Bergen, bij Alkmaar, van wege de „Kennemer Sportclub," zijn thans bepaald op Zondag 2 Juli. De baan is prachtig gelegen, te midden van fraaie bosschen en behoort, naar de getuigenis van deskundigen, tot de beste in den lande. Het programma is mede reeds vastgesteld en blijkt daaruit, dat er drie harddraverijen en drie rennen, waaronder een hordenren voor ne- derlandsche heerrijders, zullen gehouden worden. De prijzen maken een goed figuur en beloopen een gezamenlijk bedrag van f2300. Het programma luidt als volgt iy2 uur. Openings-harddraverij. Handicap. Afstand 2400 meters. Prijzen f 250, f 75 en f 25; 2 uur. Prijs van Wimmenum. Wedren op de vlakke baan. Afstand 1800 meters. Prijzen f260 en f40. 21/2 uur. Alcmaria-prijs. Record Heat Hard draverij. Afstand 1600 meters. Prijs: f250. In den beslissenden heat f 50 voor den tweede 3 uur. Prijs van Schoorl. Yerkoopswedren op de vlakke baan. Afstand 2100 meter. Prijzen f400, f50 en f25. 31/, uur. Uithoudingsprijs. Handicap. Mini mum afstand 3500 meter, maximum 3900 meter. Prijzen: f350, f 100 en f50; 4 uur. Prijs van Bergen. Hordenren, gere den door nederlandsche heerrijders. Afstand 3400 meter. Prijzenf 300, f 50 en i 25. De comité's van regeling zijn samengesteld uit de heeren Rencomité. A. baron van Brienen van de Groote Lindt, voorzitter; Julius Petersen, 2e voorzitter; majoor H. P. D. Braams, ritmeester jhr. A. van Tets; J. P. Crommelin; luitenant G. J. A. A. baron van Heemstra en J. van Stolk, secretaris. Betrekkingen voor de wedrennen: A. baron van Brienen van de Groote Lindt, rechterjhr. W. A. L. Mock, handicapper; luitenant-kolonel van Raden, starter; luitenant G. J. A. A. baron van Heemstra, weger; J. van Stolk, penning meester; A. van den Heuvel, baancommissaris; Harddraverij-comitéG. J. Hoogland, voorzit ter; jhr. W. A. L. Mock; Th. Reichelt Koop man; H. P. de Kat van Hardinxveld; N. A. Conijn; A. de Vries, le secretaris; J. A. van den Berg, 2e secretaris; Betrekkingen voor de harddraverijen: G. J. Hoogland, judge; H. P. de Kat van Hardinx veld, starterjhr. W. A. L. Mock, handicapper Ant. J. van Wijck, tijdopnemer; N. A. Conijn, penningmeester en A. de Vries, baancommissaris. Ongeregeldheden. Wederom is Woensdagnacht het huis van be waring te Rotterdam aan de zijde van het Ge dempte Spinhuiswater het tooneel van ergelijke muiterij geweest. Een 14 tal gedetineerden ver brijzelden de ruiten, het meubilair en alles wat verder breekbaar was. De twee aanwezige ge vangenbewaarders konden hier niet tegen op, zoodat hulp van buiten moest worden ingeroe pen. Een detachement politie rukte binnen en slaagde er in de voornaamste onruststokers te knevelen en in getraliede alkoven op te sluiten. Eerst om 3 uur 's nachts was de rust weergekeerd. Dat Beets een groot man, een beroemd man is, wisten we; maar dat men hem ook reeds als „Heilige" gaat beschouwen dat is wat nieuws. Althans een handelaar in de naar onzen dich- Bernard sprong van zqn stoel op. Van mq Ja juist, mqn waarde heer Bernard, die jonge man droeg evenals u, zeer veel zorg voor zijn baard en hij stond hem ook zeer goed en gaf aan zijn voorkomen iets belangwekkends. Mij kwam deze uitvinder wat somber, ongerust, gejaagd voor en mqn instinct van politieman, destqds reeds zeer scherp, deed mq terstond in hem iemand vermoe den, die vroeg of laat nog wel eens met de justitie zou te doen krqgen. Ja, waarlqk, zonder er op te snoeven, had ik toen dien indruk reeds. Robert Duhesme werd ongeduldig en toonde zich zeer verbitterd jegens mijnheer Barley. Ik was eens getuige van een hoogloopenden twist tusschen de beide mannen. Robert verweet den fa brikant, dat deze zich niet aan zqn overeenkomst had gehouden, dat hij hem met beloften afscheepte, ja, hij durfde zelfs een toespeling maken, alsof hij hem zijn uitvinding wilde ontstelen. Ik kende mijnheer Barley als een heftig en op vliegend man en ik verwachtte niets anders dan weer een van die uitbarstingen van woede, waar mee hq soms de geheele fabriek deed sidderen, maar neen, hq haalde even zqn schouders op en bepaalde zich tot een paar spottende woorden over de voorbarigheid der jonge lieden, die ernstige za ken maar op een drafje zouden willen behandelen. Vervolgens ging hq naar zqn kantoor, waar het on derhoud werd voortgezet. Den dag na dit voorval moest ik een ronde doen in het kanton en kwam eerst tegen den nacht te Miramont terug. Er was niets nieuws, in het dorp evenmin als in de fabriek. De nacht was donker, het vroor, maar er lag geen sneeuw. Zoodra ik gegeten had, rolde ik mq in mijn dekens en sliep terstond in, vermoeid van mijn langen tocht. Midden in mqn slaap werd ik echter door een heldensch rumoer gewekt. Een van mqn gendarmen bombardeerde met beide vuisten op mqn deur en schreeuwde uit alle macht: Wachtmeester! Wachtmeester Barillet! Sta op, spoedig! He, wat is er gebeurd Een vreeselqke misdaad. Mijnheer Barley is vermoord Mjjnheer Barley vermoord Hemelsche goedheid, dat is me een geschiedenis. Met één sprong ben ik uit mijn bed, schiet een paar kleedingstukken aan en open de deur. Is het geen loos alarm, Dubreuil? vroeg ik aan mijn gendarme, die geheel onthutst op den drempel stond met een blaker in de hand. Neen, zeker niet, wachtmeester, de heele fa briek is in rep en roer. Michand, de meesterknecht, is aangifte komen doen aan de kazerne en en hq is nog beneden. Goed, dan kan hq mq onderweg inlichten. Zqn ter genoemde straat te Amsterdam bericht per strooibiljet, dat hij in de.... Sint Nicolaas Beek straat een zaak heeft gevestigd LXXIX. Een tochtje langs de Streeker akkers levert thans nog weinig bemoedigends op. De aard appelvelden vertoonen thans zonder uitzonde ring de gevolgen van de nachtvorsten. Aan vankelijk verkeerde men in den waan, dat er nog enkele waren vrijgeloopen, die daardoor een belangrijken voorsprong zouden hebben verkregen, doch in plaats van thans krachtig te ontwikkelen, blijkt de groei gestremd te zijn en vertoonen de plantjes eene geele tint. Ze zijn dus niet afgevroren, doch ze hebben, om eene uitdrukking van onze aardappelbou wers te bezigen, „de kleum in." Ervaren bou wers beweren, dat dit geel worden schadelijker zal blijken te zijn, dan het afvriezen van de jonge aardappelplanten en dit komt nog niet zoo onwaarschijnlijk voor. Door het afvriezen of afsterven van de jonge scheut, houdt hare ontwikkeling plotseling op en komen de, dooi den poter verschafte voedingsstoffen geheel ten goede aan de minder ontwikkelde kiemen of spruiten, die tengevolge daarvan betrekke lijk spoedig zichtbaar worden. Is de jonge scheut echter geel, dat is ziekelijk, dan houdt hare ontwikkeling geheel op en de be schikbare voedingsstoffen komen dus niet ge heel aan de minder ontwikkelde kiemen ten goede, zoodat eene trage groei kan worden tegemoet zien. In mijn vorigon brief deelde ik u reeds mede, dat de rapen zeer veel hadden geleden, zoodat zelfs enkele akkers opnieuw moesten worden bezaaid of beplant. De bloemkool en koolplanten, verre van reeds eenige ontwikke ling te vertoonen, schijnen wel kleiner dan toen ze werden uitgeplant. De teere blaadjes hebben hunne frissche groene kleur verloren en zien bruin of rood van de koude. De over gang uit de bakken naar het vrije veld was dan ook nog al tamelijk groot. Dit is trou wens een verschijnsel dat zich meermalen voordoet en waaraan onze tuinders wel eenige schuld hebben. De verzorging van de bakken laat n.l. nog al iets te wenschen over. Het luchten van de bakken, waardoor de planten zooveel krachtiger worden, geschiedt met te weinig zorg. Vooral tegen den tijd, dat de plantjes naar het veld worden overgebracht, moesten de ramen, zoowel des nachts als overdag, hoog op lucht worden gezet en een paar dagen daarvoor zelfs geheel er af geno men worden. De planting op zich zelf, geeft reeds eene groote stoornis in den groei en dat dit in nog hoogere mate het geval is, wan neer daarmede tevens eene belangrijke tem peratuursverandering gepaard gaat, is tamelijk duidelijk. De planten mogen zich bij doelma tig luchten wat minder snel ontwikkelen; zij zullen er des te krachtiger door worden. Eene krachtige gedrongen plant is verre te verkie zen boven die magere spichtige plantje^. Eischt deze verzorging misschien eene week meer tijd, dan de thans in den regel gevolgde methode, deze week zal door de krachtige planten ruimschoots worden ingehaald. Vooral dit voorjaar zouden de vooraeelen van eene dergelijke behandeling sterk uitkomen. Eene zachtere weersgesteldheid wordt dan ook thans de brigadier en de manschappen wakker? Ja, ja, Girardot, die mq wat gezelschap heeft gehouden nn ik de wacht heb, door een partqtje met me te spelen, heeft alle manschappen bijeen geroepen, terwijl ik u ging wekken, Goed, hoe laat is het? Even over elven, wachtmeester, en het vriest dat het kraakt. Het is verbazend, ik heb nog nooit zoo'n kou bijgewoond. Ge moogt uw mantel wel omslaan. Onder het praten had ik mq van top tot teen gekleed Ik gespte mqn sabel om, stak mijn pisto len bq mq wij hadden toen nog geen revolvers en snelde de deur uit. Op marsch. De meesterknecht Michand zat zich te warmen bij de gloeiende kachel in het wachtlokaal, mijn gendarmen kwamen met groot geraas de trappen af, klossend met hun zware laarzen, terwql hun sabels tegen de treden slingerden. Is 't waar? zei ik tegen Michand, is mqnheer Barley dood Morsdood Wij vouden hem op den drempel van zijn kantoor, hij was al stijf, de tong stak uit zqn mond en het gelaat was paars. Dus hij is geworgd? Zeker wel. Wie heeft de misdaad ontdekt? Zqn bediende, Joseph, die een heftige woorden wisseling en daarna hulpkreten hoorde. Hij kwam echter te laat, want mqnheer lag al stervend op den grond. Heeft hij niets gezegd? Neen, men is nog naar den dokter gesneld, maar die kon slechts den dood constateeren. Dit alles werd gesproken, terwql wij de straat van Miramont doorliepen. Hier en daar brandde nog licht, op de fabriek was het zoo druk als midden op den dag. Onze troep, bestaande uit zes man, liep met versnel den pas en onze voetstappen klonken luide op den hard bevroren grond. De afstand van de gendarmerie naar de fabriek was niet grooter dan een halve kilo meter, wij waren er dus spoedig. Over de binnenplaats, die altqd vol balken en plan ken lag, bracht de meesterknecht ons naar het kan toor van mqnheer Barley. De binnenplaats stond vol zenuwachtige, opgewonden werklieden, die druk praatten over de misdaad en de drijfveer ertoe. Allen, die op de fabriek wei kten, waren daar aan wezig, terwql de boeren in kleine troepjes uit het dorp en den omtrek naderden. Mijnheer Barley was ruw jegens zijn ondergeschik ten, hq kon geweldig razen en zeide in zijn drift al wat hem voor den mond kwam, ja, het was zelfs geen zeldzaamheid, dat hq een weerspannigen werkman in zqn kraag greep, maar hq was rechtvaardig, hq wist ieders verdienste te waardeeren en was niet te gierig om iemand, die eens goed zqn best gedaan had. een paar francs extra te geven. Hq was niet bemind bq het werkvolk, maar men beschouwde hem door onze tuinders verlangend tegemoet gezien. Ongetwijfeld zou dit spoedig aan onze kool en aardappelakkers een ander en gunstiger aanzien schenken. Of dit ook het geval zou zijn met de tot zaadwinning bestemde bloemkoolakkers, valt zeer te betwijfelen. Deze akkers werden, gelijk ik u reeds vroeger mededeelde, tijdens het uitzetten der bloemkoolplanten (zoogenaamde weeuwen) door strenge vorst overvallen, zoo dat direct vele honderden planten door andere moesten worden vervangen. Thans blijkt 't, dat ook de resteerende zeer veel bebben ge- leden. De planten zien er onoogelijk uit en velen toonen reeds de bloemknop en zijn daardoor geheel waardeloos. Het mislukken van dezen teelt is dan ook reeds zoo goed als zeker, 't Ziet er aan de Streek dus niet rooskleurig uit en toch wordt een en ander nog al kalm op genomen. Immers wij tuinders worden zoo dik wijls tusschen hoop en vrees geslingerd, dat we er wel niet onverschillig onder worden, doch ons er niet door laten ontmoedigen. Het seizoen is dan ook nog zoo weinig gevorderd, dat zelfs eene rijke oogst nog zeer goed mo gelijk is. K. Advertentiën. Zoo do Heer wil en zij leven, hopei onze geliefde Ouders Gerrit Paarlber^r Ma rijf je Koebel berg'. op den 1 MEI a.s. hunne 3ö-jarigfe echtvereeniging te herdenken. Hunne dankbare Kinderen Behuwd- en Kleinkinderen. K. PAARLBERG. A. PAARLBERG—Paarlberg. J. PAARLBERG. T. PAARLBERG—De Geus. D. PAARLBERG. G. PAARLBERG—Biersteker. W. NIEROP. N. NIEROP—Paarlberg. <0> GRIETJE PAARLBERG. v) GERRIT PAARLBERG. Noordscharwoude, 22 April 1899. Op den 8en MEI a.s., hopen geliefde Ouders Jacob Duineveld j den dag te herdenken, waarop zij vóór Ifö j 40 jaren door den band des huwe- §fe lijks werden vereenigd. Hunne dankbare Kinderen, Ifc, Behuwd- en Kleinkinderen. Noordscharwoude, 22 April 1899. gfe toch als een goeden patroon en niemand wenschte hem leed toe. Door de misdaad was echter deze on verschilligheid eensklaps in een vurige sympathie overgegaan. Bij onze aankomst werden wij door een juichkreet begroet Ha. daar zijn de gendarmes! Men verbeeldt zich zoo licht in dergelqke omstan digheden, dat de gendarmerie zich maar behoeft te vertoonen om den misdadiger aan te wijzen. Ongelukkigerwijze is dat niet altqd het geval. De werklieden drongen spoedig op zijde om ons den doortocht vrij te laten. Op het kantoor der klerken liet ik mqn gendarmes achter, met bevel de nieuwsgierigen op een afstand te houden, ver volgens begaf ik mij, vergezeld van den brigadier, naar het kantoor van mijnheer Barley. Bij het licht van een lamp zag ik daar verschei dene personen den geneesheer van het dorp, dok ter DelcourtJoseph, den bediendeden boekhou der Masson en twee werklieden, meesterknechts. Zoo, zijt gij daar, wachtmeester Barillet, zeide de dokter, die bezig was zijn instrumenten in ie pakken. Voor u is hier werk, voor mij helaas niet meer. Ik heb nog getracht hem te aderlaten, maar vruchteloos, het bloed wil niet meer komen, het is met hem gedaan. Hq moet minstens reeds een half uur dood zijn. Toch ademde hq nog, toen ik binnenkwam, zeide Joseph. Die arme mijnheer, hq keek mij zoo smeekend aan. Heeft hq nog iets gesproken? vroeg ik. Neen, wachtmeester Barillet, geen enkel woord. Ik heb nog getracht hem op te helpen, maar hq viel op den grond terug en heeft niets meer gezegd. Hij moet bqna terstond dood geweest zqn, be vestigde dokter Delcourt, want de ellendeling, die hem heeft aangevallen, was ijzersterk, datbewqzen de vlekken aan den hals van het slachtoffer, de vin gers zqn diep in het vleesch gedrongen en hebben het strottenhoofd geheel ingedrukt. Dokter Delcourt toonde mq nu hetgeen hq op het lijk had waargenomen. Ik ril nog als ik er aan denk, die arme mqnheer Barley zag er verschrikkelijk uit, zqn gelaat Mejuffrouw De la Reynie, die het verhaal van ka pitein Barillet met aandacht had gevolgd, viel hem nu even in de rede: Die bijzonderheden bespaart ge ons wel, niet waar kapitein? Volgaarne, lieve juffrouw, het onderzoek duurde dan ook niet lang, want ik gloeide van toorn jegens den misdadiger en verlangde met ongeduld hem te ontdekken: Juist zooals wij, deed de jonge dame zich weer hooren. {Wordt vervolgd.) Op den lOen Mei as., hopen mijne j geliefde pleegouders JAN BARTEN en KLAARTJE PUS, j hunne 25-jarige Echtvereeiiiging te jj herdenken. Hun dankbare pleegzoon, A. PIJS. Noordscharwoude 29 April 1899. Aan mijne burgers en clientèle wordt bekend gemaakt dat het op den len MGI 35 jaar gele den zal zijn, dat ik mij te Noordscharwoude als Man denmaker vestigde. Mij bij voortduring in een ieders gunst aan bevelende, blijf ik met hoogachting, UEd. Dnw. Dien. NOORDSCHARWOUDE. eer gevoelig voor de zoo vele blijken van belangstelling, ondervonden bij ons zilve ren fees t, betuigen wij aan familie en vrienden, maar vooral aan onze buren onzen harte lijker! en welgemeenden dank. Mede namens onze kinderen, P. LANGEDIJK, T. LANGEDIJKSijpheer. N oordschar woude, 29 April '99. Tegen I of 15 Mei, wordt te AE K M A A R., ge vraagd, eene als MEID-ALLEEN. Brieven onder letter P., aan het bureau van dit bladte Noordscharwoude. eene flinke diensbode (P. Gr.) Brieven fr. onder letter O. a/h Bureau dezer Courant te Noordscharwoude. (e ZIIIDSCH.1RWOUDE, bij opbod en afslag, des avonds te 5 ure, in de herberg „de Boode Leeuw", van den heer A. KIST, ten overstaan van den te Alkmaar gevestigden Notaris Mr. ADRIANUS PETRUS HENDRIK DE LANGE, van diverse perceelen uitmuntend Bouwland, waarvan verschillende akkers bereids zijn bezaaid,genaamd „deDelweid", teZUID- SCHARWOUDE, groot te zamen H.A. 3.45.80. Terstond te aanvaarden bij de betaling der kooppenningen. Eigendom van de heeren C. BOS Lz. en E. KALVERBOER. Inlichtingen worden gegeven ten kantore van voorn. Notaris aan de Breedstraat te ALK MAAR. Ondergeteekende heeft de eer het geachte pu bliek van Z U I D S C H A R W O U D E te be richten, dat hij de zaak van den heer H. JOE VRIES heeft overgenomen en zich als schilder in genoemde gemeente heeft gevestigd. Hopende door solied werk een ieders gunst waardig te maken, beveelt hij zich bij dezen be leefdelijk aan. Met hoogachting, UEd. Dw. Dr., ZUIDSCHARWOUDE, April 1899. bij A. BAKOudkarspel. a 17 ct. per stak. NOORDSCHARWOUDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 2