Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N*. 21. Zondag 21 Mei 1899. 8e Jaargang. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Feuilleton. WBI1B GESCHEIDEN. Nieuwstijdingen. NIEUWE miteiu (III Rt VI. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor NOORDSCHARWOUDE, OUDKARSPEL, ZüIDSCHARWOUDE en Br. OP LANGEDIJK per drie maanden 50 ct-, franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. EL KEIZER. BUREEL: M o orcl scha r wo u d e PRIJS DER AD VERTENTIËN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. EERSTE BLAD. In Nevelen. Er zijn nevelen om ons heen. Een onbestemde, drukkende vrees voor maat schappelijke beroeringen beheerscht ons. Ernstige denkers hebben ons gesproken van verschrikkin gen, die komen zouden, gelijk in de dagen toen er gezegd werd dat niet de eene steen op den an dere zou gelaten worden. Het woelt en wringt in alle klassen en groepeneen strijd van belan gen is aangebonden, en het schijnt alsof er geen rust zal komen vóór die is uitgevochten. Zelfs het gezag, dat het middenpunt moest zijn van de maatschappelijke orde, het anker van ons behoud, raakt los, dewijl de bodem wordt ondermijnd, waarin het was bevestigd; een ongebreideld jagen naar vermeerdering van genot, naar uitbreiding van macht, naar versterking van invloed verdeelt de menschen in even zooveel vijandelijke kampen ala er groepen van mededingers zijn, die elkander zoeken te verdringen. Wij vernemen allerlei stelsels, waarmede de een of ander gelooft het gevonden te hebben, maar wat de eene wijze leeraart, het wordt door den andere omvergeredeneerd, en bovendien, eer de meeste dier hervormingssystemen zouden kun nen worden toegepast, ware het noodig de men schen er naar te veranderen. En dat gaat niet op eenmaal, zelfs niet op een congres van soci ologen. Niemand van ons kent nog en zal waarschijn lijk ooit kennen de formule, die van het vraag stuk der sociale rechvaardigheid de solutie vormt. Het is te begrijpen dat menigeen de schrik om het hart slaat, wanneer op de vraag: Waar moet dat heen geen antwoord wordt vernomen te begrijpen, dat we zoekende naar eene bevre digende oplossing in nevelen rondtasten. Wat in het natuurleven onbetwistbaar en on veranderlijk waar is, geldt niet altijd met betrek king tot der menschen lotswisselingen Na regen volgt zonneschjjn, op duisternis licht. In nevelen wandelen wij voort. Omfloerst is voor ons de toekomst, wij weten niet, wat ons morgen zal overkomen. De beker der blijdschap, dien wij heden omhoog heffen, kan „in het vol gend oogenblik, nog voor hij de lippen bereikt heeft, door een ruwe hand worden weggeslagen. En nochthans is er onwaarheid in die voor- Zoover onze blik reikt, zien we niet altijd be vestigd, dat de duisternis de wegbereidster is van het licht. Op menig pad blijft het donker, tot aan het eind der aardsche dingen, en gaat zelfs de hoop, de laatste en trouwste gezellin van den weer op, die door de hartstochten in puin zijn ge slagen, wie hergeeft de vreugde, als zij door een eerlooze daad is vernietigd? 't Kan anders en 't komt ook anders, geen kind dat het niet weet. De donkere dagen van December brengen ons de profetie van de Mei en alles wat ons in de natuur neerdrukt en ontstemd, moet eenmaal wijken, al vindt ons ongeduld vaak, dat het te lang toeft. 't Is zoo, menig menschenleven gaat voorbij, zonder dat het is mogen gelukken, die hoogere sfeer te bereiken, al is ook naar het einde der verduistering gezocht: maar reeds het zoeken is een voortschrijden, daar het den afstand vermin dert. Ontneem den mensch het geloof aan dat hoogere, en het bestaat voor hem niet meerruk uit zijn boezem het vertrouwen, en de nevel zal zich verdikken, zal ondoordringbaar wordenstort in zijn ziel de troostelooze gedachte, dat hij is een willoos werktuig, onmachtig om iets te ver- - Maar het kindhet kind I wat is daarvan geworden Alle hoofden wendden zich tegelijk om naar me vrouw de Prabert, die deze woorden op zenuwach- tigen toon had gesproken. Zjj had zich half opgericht in haar fauteuil, waar van zij de leuningen krampachtig vasthield, haar wijdgeopende oogen staarden Barillet vol spanning aan. De kapitein antwoordde: Dat is het geheim, mevrouw, Robert Duhesme had het kind niet meer. Wjj zochten overal in den omtrek, gingen opnieuw bet geheele bosch door, volg den weer nauwkeurig het spoor, dat ons op deze plaats had gebracht, maar alles tevergeefs. Het kind was verdwenen en nooit heeft men vernomen, waar het gebleven is. Thans vroeg Filip, die een levendig belang in deze gebeurtenis stelde: Maar toen Robert Duhesme bjj kennis kwam, had hjj dat raadsel toch wel kunnen oplossen Welzeker had hjj dat kunnen doen, maar hjj wilde niet, hernam kapitein Barrillet. Wjj brachten hem naar Issoire over en deden hem in het hospi taal opnemen. Hjj weigerde geneesmiddelen in te nemen, zeide dat hij naar den dood verlangde, en wanneer hjj niet' zulk een jjzersterk gestel had ge had, dan zou hjj ook zeker gestorven zjjn, maar hjj herstelde en werd toen in de gevangenis opgesloten. Twee maanden lang duurde het onderzoek, maar er was geen woord uit hem te krjjgen. Slechts zjjn misdaad bekende hjj onomwonden aan den rechter van instructie. Ik ben de moordenaar van Barley, ik alleen. Nadere ophelderingen gaf hjj volstrekt niet. Wanneer men hem door vragen al te veel in het nauw bracht, dan zeide hjj kortaf: ongelukkige, in den troosteloozen nacht van ne- anderen aan de decreten van "het noodlot, dat velen schuil. j hem nederdrukt, en hij heeft geen moed meer Hoevele geyaHen zijn ons niet van nabij, i om eigen krachten in te spannen, om opwaarts van al te nabij, helaas! bekend, waarin het te gaan, dwars door nacht en nevelen heen, naar dal der schaduwen geen uitweg aanbood voor den j den bergtop, waar het licht in vollen luister straalt ^i«£nZ(0e^e? u: Vaar treffen rampen, zoo ver- 1 en hij het wolkgordijn zal zien golven onder zijne pletterend, dat hierbeneden geen herstel mogelijk vöetéii. Moet hjj sterven vóór hij daar aankomt is; daar worden banden losgerukt, die nooit meer hij zal toch aan zijne bestemming hebben vol daan niemand is geheel ongelukkig, zoolang bij losgerukt, aangeknoopt zullen worden, en dat niet door de hand des doods alleen Daar hebben verwijderin gen plaats, waarop geen terugkeer kan volgen,— we aanschouwen een val, die alle hoop op weder- verheffing vernietigt. Het is, wij weten het allen, niet de armoede alleen die haar grauw nevelen kleed uitspreidt en het licht voor het oog doet verdwijnen; hoe meedoogenloos zij ook toegrijpt, er is zwaarder leed dan zij te dragen geeft. Ge mis van geld of goed kan hersteld worden, en nog kan gehoorzamen aan den drang, die de schre den doet richten naar het hoogere en betere, want we weten, dat er boven die nevelen een licht straalt van onbluschbaren gloed, dat in ons de hoop doet ontwaken aan een leven in broederlijke samenwerking. Al zou 't ook waar zijn, dat wij in de duis- i ternis tegen elkander oploopen, zoodat botsingen i u j. u~ a i.L i i. niet uitblijven, al ware 't dat de worsteling nog als het brood ontbreekt, is nog altijd de Engel scherper moet worden, het licht dat uitstraalt der barmhartigheid daar, om het nevelenfloers te van die macht, is krachtig genoeg om in 't eind verscheuren en het licht te doen doorbreken: de nevelen te doorboren, het is de helder maar wie brengt den glans terug, die door liefde- stralende zon der menschenliefde. loosheid is weggevaagd, wie bouwt de tempels Ik ben schuldig, veroordeeld mij dus, ik heb j allen diep getroffen en thans nu mjjn nieuwsgie- d. straf mn. ..n„_ gedood, straf mjj, Als men over het kind sprak, dan haalde hjj de schouders op en gaf ten antwoord Ik weet het niet. De kassier van de firma Barley verklaarde, dat een som van 150 duizend francs aan de kas ont brak het pakket bankbiljetten, dat de boekhouder Masson door den fabrikant in het schrjjfbureau had zien bergen en waarvoor ik de rol met plans en teekeningen, waarvan ik u gesproken heb, in de plaats had gevonden. Deze aanzienljjke som was dus verdwenen. Ook hieromtrent weigerde Robert op heldering te geven, alleen merkte de rechter van instructie op, dat zjjne gewone gevoelloosheid hem verliet en zjjn oogen van woede fonkelden, zoo dik- wjjls dat onderwerp werd aangeroerd. Voor het hof van assises ging het eveneens, de president kon ook niets uit hem krjjgen. Hjj had zelfs niet gewild, dat een advocaat hem zou verde digen, maar niettemin meldde zich de bekwaamste en welsprekendste advocaat van de balie, mr. La- chand, aan om het pleidooi voor hem te voeren, volgens opdracht van de famielie Duhesme. Vrij spraak was niet te verkrjjgen, dat wist de advocaat vooruit wel, maar hjj redde wat nog te redden was. Door zjjn schitterend pleidooi wist hjj het medelij den van de gezworenen op te wekken en zoodoende het hoofd van den beklaagde te redden. De jury nam verzachtende omstandigheden aan en Robert Duhesme werd veroordeeld wegens manslag en dief stal tot levenslange dwangarbeid. Dit vonnis scheen niet den minsten indruk op hem te maken en eenige dagen daarop vertrok hjj naar Cayenne en nam zjjn geheim mede. Nooit heeft men vernomen wat er van de vrouw van Robert Duhesme of van haar broeder is geworden en evenmin waar zjjn kind gebleven is. Mevrouw de Prabert scheen haar ontroering van zooeven onderdrukt te hebben, zjj dwong zich tot een glimlach en zeide Dat is lang geen vrooljjke geschiedenis, die ge ons daar verteld hebt, kapitein Barrillet, verre van dat. Mejuffrouw Valentine De la Reynie voegde er bij En dan, er is geen slot aan. Kjjk, gjj hebt ons righeid ons aller nieuwsgierigheid is opge wekt, laat ge ons verder in het onzekere. Dat is niet mooi van u, kapitein, ge hebt de ontknooping vergeten. Maar lieve dame, daar moogt ge mjj geen ver- wjjt van maken, antwoordde kapitein Barillet, ik heb verteld wat ik gezien, wat ik gedaan heb en wat de ontknooping betreft, nu, nu, de echte, volledige ontknooping, die is er niet, maar misschien komt zjj nog, wie weet? Kapitein Barilletriep Valentine, gjj hebt ons niet alles verteld, gjj weet nog iets. - Niets van beteekenis, alleen kan ik u zeggen, dat Robert Duhesme niet lang in Cayenne is geble ven. Nog geen jaar later ontsnapte hjj uit de straf kolonie. Men had alle reden om te gelooven, dat hjj in het gebergte was omgekomen, evenals twee on- gelukkigen, die geljjk met hem ontvluchtten en wier gebeenten men, door de wilde dieren afgekloven, te rugvond. Gebeente van twee of van drie mannen Dat is in zulke omstandigheden moeieljjk uit te maken. Men maakte een acte van overljjden van Robert Duhesme op en dacht verder niet aan hem, maar het bljjkt nu, dat men zich vergist heeft. Vergist! riep mevrouw De Prabert angstig uit. Ja, juist, mevrouw, vergist, ten minste, wan neer ik geloof mag slaan aan mjjn vriend Verrier, een der ambtenaren van de prefecteur van politie en een vroegere wapenbroeder, die de geheele ge schiedenis kent, welke ik u zooeven verteld heb. Niet langer dan acht dagen geleden schreef Verrier mjj een brief, dien ik hier bjj mjj in mjjn portefeuille heb en waarin hjj mij verrassend nieuws meedeelt omtrent mjjn misdadiger van Miramont-la-Montagne, zooals hjj hem noemt. Wil ik u uit dien brief het gedeelte voorlezen dat betrekking heeft op Robert? Ja, ja, riep men van alle kanten, daarmede zal het verhaal worden aangevuld. Hij opende zijn portefeuille, zocht er even in en haalde den bewnsten brief te voorschjjn. De brief is op dienstpapier van de prefectuur geschreven, zeide de kapitein, terwjjl hjj het ge drukte hoofd liet zien, maar hjj is toch niet offici- Heer Hugowaard. Onder voorzitterschap van den Edelachtb. hr. P. Wonder Az., burge meester dezer gemeente, werd den 15en dezer de Algem. Verg. gehouden der Vereeniging tot bevordering van getrouw schoolbezoek. Na de ope ning der verg. werden de notulen der vorige ge lezen en onveranderd vastgesteld. Voor den aan vang der verg. was door eene Comm., bestaande uit de heeren G. Smit Az., G. Sieffers en K. Blom, de rekening met hare bescheiden nagezien. Door den penningm. de hr. Huizinga worden in komsten en uitgaven aan de verg. meegedeeld; hieruit blijkt, dat de laatste de eerste overtref fen met f8,11. De kroningsfeesten hebben dit te kort veroorzaakt. Bij monde van den hr. Sieffers adviseert de Comm. tot goedkeuring, waartoe de verg. besluit. Tot bestuursleden worden gekozen de heeren J. Ros en P. Beers voor Wijk No. 1., C. Rood voor Wijk No. 2, A. Groenland voor Wijk No. 3 en Joh. Ens voor Wijk No. 4. Thans komt ter sprake de vraag of- en, zoo ja, welk schoolfeest dit jaar den getrouwen school- bezoekers zal worden aangeboden. De opmerking wordt gemaakt, dat voor de oudste leerlingen eene reis naar Amsterdam aan de beurt is. De vraag is maar, of de financiën dit zullen toe laten. Uit de opgaven doori de Hoofden der vier scholen verstrekt, blijkt dat gerechtigd zijn om aan het feest deeltenemen aan School No. 1—No. 2, No. 3 en No. 4 respectievelijk 96 leerlingen en' 17 nieuwelingen, 118 leerlingen en 11 nieuwe lingen, 84 leerlingen en 20 nieuwelingen, 70 leerlingen en 6 nieuwelingen; verder, dat 81 10477 en 47 leerl. als nul verzuimers recht hebben op een prijs en 37—36—33 en 29 leer lingen in aanmerking kunnen komen om de reis naar Amsterdam mede te maken. Uit de samenvoeging dezer getallen vindt men, dat in 't geheel aan 't feest deelgenomen kan eel, zooals ge aan den stjjl zult hooren. Hjj doorliep den brief, mompelde eenige woorden daaruit Waarde dikzak je kogelronde persoonlijk heid hm hm dat betreft mjj alleen het moet verder staan .juist hier heb ik het. En hjj las voor »Ge zult zeker Robert Duhesme niet vergeten hebben, den misdadiger van Miramont la-Montagne, dien ge zoo handig hebt geknipt dat men u tot be looning de luitenantsepauletten heeft gegeven. Men meende, zooals ge weet, dat hjj in het gebergte van Cayenne was omgekomen, na een poging tot ont vluchting en daarom maakte men een acte van over ljjden op. Dat was zeer verkeerd, mjjn waarde, want Ro bert Duhesme is volstrekt niet dood en ik heb zelf een brief voor mjj liggen, kortgeleden door hem ge schreven. Ik kon dus ook geen weerstand bieden aan de verzoeking, u zoo spoedig mogeljjk dat zon derlinge nieuws mee te deelen. Weet dan, dat uw held op dit oogenblik een der meest geachte burgers is van het vrjje Amerika en dat hjj slechts één begeerte heeftnog eens drie maanden in Frankrjjk door te brengen ten einde eenige familieaangelegenheden te regelen. Hjj weet niet, dat de administratie der strafkolonie een dood akte van hem heeft opgemaakt, want in dat geval zou hjj natuurlijk de moeite niet genomen hebben, om een vrjjgeleide te vragen van den president der republiek. Ja, mjjn vriend, door tusschenkomst van den Ame- rikaanschen gezant alhier, die hem dringend heeft aanbevolen, zal uw houtkoopersworger een vrjjpas krjjgen, waarmee hjj veilig en gerust in Frankrjjk kan ronddwalen. Hjj wacht nog maar op een gun stig antwoord per draad en hjj gaat op de eerste de beste boot, die naar Frankrjjk vertrekt. Natuur- ljjk heeft de minister van buitenlandsche zaken,al vorens het verzoek aan den president voor te leg gen, het eerst gezonden naar de prefectuur en zoo komt het, dat ik, uit de handen van mjjnheer den prefect een epistel van Robert Duhesme heb ont vangen ter verdere behandeling. Iets wat zeker in aanmerking dient genomen te worden, is dat de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 1